Per Telegraaf.
die wandelt. Men zet hem, zonder bewustzijn in cenen leuningstoel geze
ten, in een rijtuig en doel hem eenige malen den tuin doorrijden. Dit zijn
's konings wandelingen.
Door den senaat van Bremen is dezer dagen voorgesteld een jaarlijkseh
pensioen van 150 rth. te verlecnen aan de thans te Hamburg wonende doch
le Bremen geboren Anna Lflhring, wed. Lucks, die gedurende den Fran-
schen bevrijdings-oorlog ten jare 1813, door vaderlandsliefde gedreven, als
Lutzowsch jager alle vcldtogten bijgewoond heeft. De raad der burgerij
heeft dit voorstel met algemeene stemmen aangenomen.
Uit Homburg schrijft men dat de Spanjaard, van wien vroeger mel
ding is gemaakt, zjjn spel met goed gevolg blijft voortzetten. In de vier
eerste dagen dezer maand heeft hij 1,200,000 fr. gewonnen. Vooral op den
vierden dag was het spel zeer levendig. De Spanjaard begon met 700,000 fr.
te verliezen, maar eensklaps keerde de kans en in minder dan een uur tijds
liad hij niet alleen het verloren geld terug gewonnen, maar ook de bank
doen springen. De bank nu beschikte over 300,000 fr. Van de tafel op
staande riep hij uit: Nu heb ook ik mijnen slag van Solferino gewonnen.
De aandeelhouders van de bank zijn wanhopig; en de aandeelen zijn van
150 op 120 gedaald. De directeur is naar Parijs vertrokken, ten einde op
nieuw 2 millioen te halen, tot voortzetting van dezen worstelstrijd. De
Engclschman, die mede den strijd tegen de Spanjaard niet opgeeft, heeft
nu reeds 300,000 fr. verloren.
In het groothertogdom Baden heeft, gelijk men weet, het door de
regering met den Pauselijken Stoel gesloten concordaat de goedkeuring der
vertegenwoordiging niet kunnen verwerven, en is daarvan eene belangrijke
verandering in het ministerie het gevolg geweest. De groothertog heeft
thans een manifest aan de natie uitgevaardigd, hoofdzakelijk van den vol
genden inhoud:
Betreurenswaardige verschillen met den oppersten herder van de katholieke
kerk des lands hadden mij bewogen, om door reglstreeksche onderhande
lingen met den Pauselijken Stoel tot eene schikking te gerakenmet den
hartelijken wensch om eendragt in de plaats van twist, welwillendheid en
vrede in de plaats van wederkeerige verbittering te doen treden. Na lang
durige en moeijelijke onderhandelingen werd eene overeenkomst gesloten
welke hoop gaf op de bereiking van dat doel. Niet zonder diepe droefheid
ontwaarde ik echter dat de gesloten overeenkomst bij velen onder mijn
volk bezorgdheid deed ontstaanen aan de luid uitgesproken bedenkingof
niet de grondwettelijke organen daaromtrent gehoord moesten wordenver-
mogt ik mijne ernstige aandacht niet te weigeren. Een besluit van de
tweede kamer heeft die bedenking uitgedrukt op eene wijze, welke de
vrees voor een rampzalig geschil lusschen mijne regering en de stenden deed
ontstaan. Dat zulk een geschil vermeden en de onheilen verhoed worden,
welke uit de tweespalt tusschen de verschillende deelen der wetgevende magt
zouden moeten ontspruitenwordt even zeer door de belangen der katho
lieke kerk als door het welzijn des lands gevorderd.
Het is mijn bepaalde wil, dat het beginsel van de zelfstandigheid der
katholieke kerk bjj de regeling van hare aangelegenheden ten volle toege
past worde. Eene wet, onder de bescherming der grondwet staande, zal
aan den regtstoestand der kerk eenen vasten grondslag geventerwjjl door
die wet en de daaruit voortvloeijende verdere verordeningen de inhoud der
overeenkomst op wettelijke wijze ten uitvoer zal komen. Zoo doende zal
mijne regering aan regtmatige vorderingen der katholieke kerk langs den
grondwettigen weg voldoen, en het openbare regt des lands, eene moeije
lijke proef doorgestaan hebbende, zal eene nieuwe bevestiging erlangen.
Het is mij heden een even aangename pligt, van mijne eigene mjj dier
bare kerk le spreken. Getrouw aan de beginselen, welke voor de katho
lieke kerk moeten geldenzal ik trachten aan de evangelisch-protestanlsche
landskerk eene zoo veel mogelijk vrije ontwikkeling te verzekeren.
Het gebeurde in Baden is in geheel Duitschland met genoegen vernomen.
Men meent dat daardoor den invloed van Oostenrijk, die sedert 1850 aldaar
de bovenhand behieldvoor goed gebroken is en dat die van Pruissen daar
voor in de plaats is gelreden. Door Pruissen gerugsteund kan de groot
hertog den vrijzinnigen weg, thans door hem ingeslagen, met vasten tred
bljjven bewandelen.
OOSTENRIJK.
WEENEN, 9 April.
De inschrijvingen voor de nieuwe lecning hebben tol den 7dcn dezer slechts
32 millioen bedragen. Dientengevolge is de deelneming voor de provinciën
nog tot den 14den opengesteld,
Op den 4dcn dezer had te Pesth de begrafenis plaats van den student,
die bij de beweging op 15 Maart werd gewond en aan de gevolgen over
leed. Bijna de geheele stad was op de been, en men begroot het getal
aanwezigen op 60,000. Het lijk werd gedragen door eenige studenten en
gevolgd door het geheele corps, waarbij zich aansloten de leden van den
hoogen adel, en een groot aantal heeren en dames in rouwgewaad. Op
het kerkhof werden onderscheidene toespraken gehouden en kreten aange
heven, maar de orde werd evenwel niet gestoord. De overheid heeft aan
de plegtigheid ook geene belemmering in den weg gelegd.
De proef hier te lande genomen met het nieuw vervaardigde getrok
ken geschut is naar wensch uitgevallen. De keizer was daarover zoo vol
daan dat hij den kolonel Fabisch, met het opzigt daarover belast, tot ge-
neraal-majoor benoemde.
In de omstreken van Miskolcz (Hongarije) is dezer dagen een nieuw
middel gebruikt, om wild gedierte uit te roeijen. Men heeft namelijk op
verschillende plaatsen in het woud stukken rundvleesch nedergelegdwaarop
2 u 3 grein strychnine was gestrooid. De werking bleek aan de verwach
ting te voldoenwant binnen weinige dagen vond men 3 wolven en 8 vossen
dood bjj het aas.
Aolgens gerucht zou de aartshertog Albrecht, gouverneur-generaal van
Hongarye, zijn ontslag hebben ingediend.
TURYN, 11 April. Volgens eene depêche door de Opinione uil Napels
ontvangen zou de opstand op Sicilië zich uilbreiden. Er worden voortdu-
j rend troepen derwaarts gezonden. De opstandelingen, 10,000 man sterk,
hadden zich in het binnenste van het eiland genesteld en de gemeenschap
met Palermo afgesneden. [Dit berigt is geheel tegenstrijdig niet hetgeen
gisteren daaromtrent is gemeld.]
WEENEN, 11 April. Reuters OfficeHet antwoord van Oostenrijk op
de circulaire van den heer de Thouvenel, ten opzigte van de inlijving van
Savoye, stemt overeen met dat van Rusland. Oostenrijk werpt geene zwa
righeden op tegen de inlijving, als zij voorgesteld wordt als een afstand
die door Piemont vrijwillig is gedaan en niet als het gevolg van het beroep
op de algemeene volksstem. Graaf von Rechberg hoopt dat Frankrjjk de
waarborgen zal handhaven, die ten opzigte van Chablais en Faucigny door
de verdragen zijn vastgesteldhetgeen de heer de Thouvenel ook beloofd heeft.
MADRID, 11 April (des avonds). De generaal Ortega zal morgen te
Tortosa aankomenalwaar hij teregt zal slaan. Men geeft zich veel moeite
om den graaf de Montemolin en zijnen broeder in handen te krijgenen de
rust zal, hoopt men, spoedig volkomen hersteld zijn. De afbakening der
grenzen rondom Ceuta is op eene minnelijke wijze volbragt. De waarde van
BURGEMEESTER en WETHOUDERS va* LEYDEN doen le weten,
ter voldoening aan art. 228 der Wet van 29 Junij 1851 (Slaatsbl. N°. 85).
dat alle pretensiën over het jaar 1859, ten laste der Gemeente, vóór of op
den laatsten Junij dezes jaars moeten worden ingeleverd en dat de vorde
ringen welke niet binnen den genoemden termijn ingediend zijnvoor ver
jaard en vernietigd zullen worden gehouden.
En zal deze door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D. T1EBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester.
Leyden, 12 April 1860. v. PUTTKAMMER, Secretaris.
HER-IJK.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, gezien hebbende 3—IC
van bet besluit van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, in dato 15 Febr. 1859,
n°. 41, 2de afd. (Prov.-Bladn°,21), alsmede hnn besluit van den 3deD Januarij jl.
n°. 42, Prov.-Blad n°. 3), betreffende den lier-ijk der maten en gewigten in
Zuidbolland, en gelet op de voordragt van den Arrondissements-IJker alhier, van
den 5den dezer maand; herinneren bij deze den Ingezetenen dezer Gemeente hunne
verpligting, tot het doen her-ijken van al de bereids te voren geijkte lengte- en
inhoudsmaten en gewigtenbenevens de bij de inhoudsmaten van drooge waren hc-
hoorende slrijksels, waarmede deze, overeenkomstig art. 8 van Z. M. besluit van den
2lstcn December 1822 [Staatsblad n°. 54), moeten worden afgestreken. En worden
zij ten dien einde opgeroepen ter bezorging der gemelde maten en gewigten, wel
schoon gemaakt en gezuiverd, aan bet Lokaal van den Ijk, in de Lange School
steeg; zullende daartoe, tegen dadelijke betaling, worden gevaceerd:
Voor Wijk I, van den 21 tot den 24 April.
II, van den 25 tot den 27 April.
III, van den 28 April tol den 3 Mei.
IV, van den 4 tot den 11 Mei.
V, van den 12 tot den 21 Mei.
VI, van den 22 Mei tot den 1 Junij.
Vil, van den 2 tot den 13 Junij.
VIII, van den 14 tot den 21 Junij.
de Bnitenwijk van den 22 tot den 30 Junij.
met uitzondering echter van de goud- en zilversmids-, benevens de apothekers-, of
medicinale-gewigten, voor welker her-ijking afzonderlijk zitting zal gehouden worden,
te weten
Voor de goud- en zilversmids-gewigten
voor Wijk I, II, III en IV op den IC April.
V, VI, VII, VIII en de Buitenwijk, op den 17 April.
Voor de medicinale-gewigten, voor Wijk I, II, III en IV, op den 18 April.
V en VI, op den 19 April.
VII, VIII en de Buitenwijk,opden 20 April,
telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 1 ure, uitgezonderd Zon- en
Feestdagen.
En vermanen Burgemeester en Wethouders voornoemd een iegelijk wien bet aan
gaat, om zich bovengemelde dagen ten nutte te maken, aangezien de termijn voor
den her-ijk in dit jaar eindigt met den 30sleD Junij aanstaande, en terstond na het
eindigen van dezen termijn bet gebruiken of voorbanden hebben van ongeijkie maten
en gewigten, volgens Koninklijk besluit van den 30slc" Maart 1827 (Slaatsbl. n°. 13,)
verboden en, behalve met verbeurdverklaring der maten en gewigten, strafbaar is
met eene boete van tien tot honderd gulden.
Wordende aan de belanghebbenden in het algemeen bij deze voorts herinnerd de
Notificatie van Gedep. Staten van Zuidholland in dato 4 Augustus 1820, volgens welke
de ijkpligtigheid zich uitstrekt tot alle handel- en neringdoende lieden, fabriekeurs
en ambachtslieden, die in hunnen handel of hun bedrijf, eenige maten of gewigten
gebruiken, en de apothekers of medicijnbereiders in het bijzonder, aan art. 3 en 5
van Zr. Ms. besluit in dato 21 October 1819 Staatsbln°. 52), bepalende hunne
gehoudenheid tot het bezit van een vol stel gewigten, en medeverpligting lot den
jaarlijkschen her-ijk daarvan, alsmede aan het Koninklijk besluit van den 5dcn Fe-
hroarij 1826, n°. 153, volgens hetwelk de hij den eersten ijk gestempelde
greingewigten, zonder die eene nadere stempeling te doen ondergaan, jaarlijks door
den ijker moeten worden nagezien en onderzocht.
En wordt wijders door deze Ier kennis van de belanghebbenden gebragt, dat tot
jaarletter gedurende 1860 voor den ijk der maten en gewigten bepaald is de letter zj.
En zal deze door aanplakking en door plaatsing in de Leydsche Courant worden
afgekondigd.
Burgemeester en Wethonders voornoemd
Leyden, 12 April I860. D. TIEBOEL SIEGENBEEK, Burgemeester.
v. PUTTKAMMER, Secretaris.
het afgestane grondgebied wordt op 300 millioen realen geschat.
ROME, 11 April. De generaal de Lamoricière heeft bij de aanvaarding
van het opperbevel over de Pauselijke troepen eene dagorde afgekondigd,
waarin hij zegt dat hjj niet geaarzeld heeft den degen weder op te vatten,
toen zijne diensten door den Paus en de katholijkcn verlangd werden. Het
Christendomzegt hijis het leven der beschaving. Europa wordt thans
door de revolutie bedreigd even als vroeger door het Islamismus. De zaak
van den Paus is die der beschaving en der vrijheid. Ujj eindigt met de
opwekking te rigten tot de soldalen, dat zij vertrouwen moeten stellen in
den goeden uitslag der zaak, waarvan de verdediging hun is toevertrouwd.
4TADS' KEKIGTEN.