De drie tot nu toe verschenen afleveringen van Pelermann's Mittheilun- gen voor I860 leveren weder ruimschoots bewijzen van de zorg, die er voortdurend aan de uitgave van dit maandschrift besteed wordt. Allerbe langrijkst is in de ls,e aflev. het verslag van kapitein J. Palliser's expeditie naar Britsch Noord-Amerika18571859en dat van de Canada'sche expe ditie naar de Red River (Roode Rivier) onder Gladman, Hind, Dawson en Napier, in 1857 en 1858, beide van eene uitvoerige en uitmuntend bewerkte kaart voorzien. Om van vele andere bijdragen niet te spreken, trekt ver der onze aandacht A. Miihry's opstel over de gcographische vcrdeeling van den regen op den aardbodemwelke verdeeling door een tusschen den tekst ingevoegd kaartje aanschouwelijk wordt voor oogen gesteldeene bijdrage tot de kennis van de aan Rusland's magt onderworpen landen in den Cau casus, beslaande in eene opgave van de namen der verschillende deelen en eene berekening hunner oppervlakte; eene geographische nekrologie of lijst der in 1859 gestorven mannendie zich op het gebied der aardrijkskunde in de meest uitgebreide beteekenis des woords, hebben verdienstelijk ge maakt, enz. Niet minder rijk van inhoud is de aflevering. In deze worden ons mededeelingen gedaan omtrent de Fraser-rivier in Britsch-Co- lumbia (met een kaartje, dat den loop der rivier aangeeft); de Black Jlills (Zwarte bergen) in de binnenlanden van Noord-Amerika, (mede met een kaartje of dus genoemde geologische schets); de reis van Henri Diiveyricr in Noord-Afrika (aan welke mededecling eene oorspronkelijke kaart is toegevoegd); de oppervlakte en bevolking van het Russische rijk; de vulkanen en heete bronnen van Kamschatka; de jongste reis van d*. Kolschy naar Klein-Azië, al hetwelk van eenige kleinere, maar niet te min belangrijke bijdragenalsmede van een verslag van verscheidene in den Jaatstcn lijd in het licht gekomene werkengevolgd wordt. De 3** der door ons aan te kondigen afleveringen geeft |ons, behalve ccnige opstellen van geringen omvang (waaronder nadere berigten omtrent het ongelukkig uiteinde van dr. E. Vogel in Wadai) en een bibliographisch overzigt der in het laatste vierendeeljaars van 1859 verschenen werken en kaarteneenige toelichtingen van Franz Keil, in Tyrol, op eene door hem na achtjarige onderzoekingen ontworpen kaart van den Gross-Glockner (Grooten Glock- ncr) en zijne omgevingeene naar vroegere en latere nasporingen opgestelde mededecling omtrent liet meer Kossogol in Midden-Azië, aan de grenzen van het Russische en het Chinesche gebied (met eene kaart, door Petermann naar officiële Russische bescheiden vervaardigd); eene beschouwing van de nog voor weinige jaren geheél onbekende landen aan den Amur, met het oog op de toekomst; een berigt omtrent dr. F. Hochstetter's in 1859 vol- bragte reis in het noordelijke eiland van Nieuw-Zeeland. Ons bestek gedoogt niet de voor ons liggende afleveringen uitvoerig te bespreken; maar de bloote opgave van den inhoud zal voldoende zijn om Petermann's Mit- theilungen als een op den duur hoogst gewigtig en voor de beoefenaars der aardrijkskunde onmisbaar tijdschrift te doen kennen. Tot leden van de tweede kamer der stalen-generaalbij de herstemming op Dingsdag 11., zijn gekozen: in het hoofdkiesdistrict Amsterdam, de heer W. Poolman, met 1095 stemmen (de heer J. G. Rijnders verkreeg 787 stem men) en in het hoofdkiesdislrict Hoorn de heer mr. P. M. Tutein Nollhemus met 773 stemmen. De heer mr. M. J. de Lange verkreeg 694 stemmen. Naar men verneemt, is door de regering eene wijziging gebragt in de voorwaarden, waarop vreemdelingen zich voor de militaire dienst in de overzeesche bezittingen voortaan kunnen verbinden. Deze wijzigiDg bestaat daarindat zij niet meer voor zesmaar wel voor twaalf jaren zullen wor den aangenomen. De tijd, die door hen in de koloniën zal worden doorge- bragt, zal dubbel worden gerekend van den dag der inscheping tot en met den terugkeer bier te lande. Te Hcndrik-ldo-Ambacht is gisteren nacht door een hevigen brand de bouwhoeve van zekeren van den Berg in de ascb gelegd; 13 koeijen en 5 paarden zijn daarbij omgekomenook van den inboedel is niets kunnen gered worden. Een en ander was tegen brandschade verzekerd. De oor zaak van den brand is niet bekend. Te Utrecht is men voornemens, indien het plan genoegzame deelne ming bjj de ingezetenen vindt, om aan de studenten een feest aan te bie den ten einde daardoor een blijk te geven van ingenomenheid met het door de beide studenten-corpsen genomen besluit tot vereeniging. Op de Palmpaardenmarkt te Utrecht waren Maandag ter markt aan- gebragt 953 paarden, liet aantal paarden was dus vrij groot; de handel was echter niet buitengemeen levendig, de prijzen waren over't geheel iets lager, maar de handel was flaauw. Op de paardenmarkt te Zwolle, mede op dien dag gehouden, zijn twee paarden door den stalhouder Kamphuis ver kocht voor ƒ1250, welk span hij een jaar geleden voor ƒ600 had gekocht. Zaturdag 11. is te Nijmegen een 18-jarig jongeling, van het dorp Betn- jnel, op eene noodlottige wijze om het leven gekomen. Met een schipper in een «pen zeilvaartuig gezeten, om van Lent naar Nijmegen over te ste ken sliet de mast van het vaartuig tegen de boegspriet van een op de rivier voor anker liggend schip, waardoor het kantelde en omsloeg. De schipper redde zich door zich in lijds aan een van het schip nederhangend touw vast te klemmendoch zijn makker werd door den snellen stroom mede gevoerd. Tot beneden de stad wist hij zich boven water te houden, doch zonk toen in de diepte weg, in het gezigt van een aantal toeschouwers, die op de oude havenmuur stonden doch niet in staat waren hulp toe te brengen. Op onderscheidene plaatsen des lands is het water buitengemeen hoog. Te Vreeswijk wordt aan de Lek niet meer geschut. Te Zutphen is de IJssel zoo hoog dat de schipbrug overstroomd is en de menschen over hulpbrugjes en de rijtuigen met ponten moeten overgaan. Te Nijmegen verkeert men in dergelijke omstandigheden. Rondom 's Hertogenbosch ziet men niet anders dan water en men verwacht dat het lage gedeelte der stad zal onderloopen. Uit Kampen schrijft men dat het inslructie-bataillon dit jaar geen oefeningskamp zal houden. Morgen worden er ruim 40 korporaals-titulair naar de verschillende regimenten infanterie afgezonden. Een gelijk getal jongelingen is tegen den 10de" dezer opgeroepenom het ontbrekende getal aan te vullen. De algemeene vergadering van het Zeeuwsch genootschap der weten schappen zal op den 25slcn dezer te Middelburg gehouden worden. Te Vlissingen is Maandag II. de eerste steen gelegd van eene tweede kerk voor de hervormde gemeente, waaraan sedert geruimen tijd behoefte was. Deze plegtigheid werd verrigt door het dochtertje van den heer J. J. van Toorenenbergenpred. aldaar. Zoowel door den president van het col- legie van kerkvoogden, den heer J. C. Dulilh, als door de predikanten Zijnen en van Toorenenbergen werden toepasselijke aanspraken gehouden. Des avonds werden de werklieden op brood, ham en wijn onthaald, waarbjj de kleine legster van den steen aan ieder hunner eene ruime gift in geld schonk. 's GRAVENnAGE, 5 April. Z. M. heeft mr. J. F. C. J. de Roy van Zuidewjjnoud-burgemeester van Breda, ridder der orde van den Ned. Leeuw, benoemd tot commandeur der orde van de Eikenkroon. Z. M. heeft aan den heer J. F. Boogaard, commies bij het dep. van binnenl. zakenvergunning verleend tot het aannemen der onderscheidings teekenen van ridder der Leopolds ordehem door den koning der Belgen geschonken. Graaf van Zuylen van Nyevelt, eergisteren avond alhier aangekomen, heeft gisteren den eed in handen des konings afgelegd en het depart, van buitenlandschc zaken van baron van Hall, ad interim daarmede belast, overgenomen. Z. M. heeft goedgevonden de navolgende 2de luitenants bij het leger te benoemen lot lste luitenants: bij den plaatselijken staf, N. 11. F. Sluysken, plaatselijk adjudant der 2de kl. te Gorinchem; bij het wapen der infanterie: jh'. II. Bowier, J. L. H. Beijens, P. F. Kraal en P. A.Janssen, lijdelijk ge detacheerd bij het leger in Oost-Indië; A. Boomgaart, F. G. Otterbein en J. n. Burghgraef, lijdelijk gedetacheerd bij de landmagt in West-Indië; bij het l8,e reg., W. Q. E. Vetter, J. C. Palier, D. H. J. D. Millioen en G. L. Sterk; bij het 2de reg., C. C. L. de Gee, II. T. Mulder, J. L. Mul der, F. H. A. Rynders en C. E. Scpp; bij het 3dc reg., J. A. K. II. W. Vogel, H. J. Opscholtens en Q. M. Iloogevecn; bij het 4de reg., J. R. de Plönnies, 11. H. F. Salomon en A. James; b|j het 5dc reg., VV. Wejtingh en T. J. Koentz; bjj het 6de reg., A. M. van der Heide, S. A. Vermeulen en C. L. Lankenau; bjj het 7de reg.; J. A. de Graaff, J. A. Kruyl, G. M. Hermanni en A. H. W. Veldhorst; bij het 8ste reg., J. J. Y. van Londen, J. D. SaueressigA. J. F. RochellF. C. C. BloemJ. J. LoggerH. Kroon U. 11. Engelkens en M. J. Mos; bjj het inslructie-bataillon, H. E. Kleyn, W. G. Rompelman en G. J. Sas; bij het koloniaal werfdepot, S. Visser; bij het wapen der artilleriebij den staf F. J. Hafkemeyerbjj het 3de reg. vesting-artillerie, W. M. Dinaux; bij het corps pontonniers; H. J. Krantz en J. F. van Grasveld; bjj het wapen der cavalerie, bjj het lste reg. dra gonders P. N. J. Thirion; bjj liet 2de dragonders J. C. Rjjnbende; bjj het 3de reg. dragonders J. M. G. Randhare; bij het 4de reg. dragonders jhr. H. K. J. Mejjer; bij het 5de reg. dragonders W. C. S. J. Versfelt. De 2de luitenants J. van Wessem, van het 2de, en H. J. Schwartz, van het 3de reg. infanterie, zijn in rang en ancienneteit overgeplaatst bjj het wapen der infanterie van het leger in Oost-Indië. De bcriglen die alhier worden ontvangen nopens den gezondheidstoe stand van II. K. 11. prinses Frederik, luiden bij voortduring gunstig. Bij den minister van finantiën is van een onbekende ontvangen eene som van ƒ265.17, voor aan den lande verschuldigde regten van registratie en overschrijving ter zake van een in het jaar 1851 gedanen aankoop van vast goed. De minister van binnenl. zaken zal Zaturdag aanst. geen gehoor verleenen. Bij den gemeenteraad is ingekomen eene kennisgeving van den heer mr. F. C. Donker Curlius, dat hij besloten heeft de regtspraktijk als advo caat te verlaten en dus zijne betrekking van consulent der gemeente met 1 Mei aanst. wenscht neder te leggen. Den 27sten dezer zal aan het departement van oorlog de openbare aan besteding plaats hebben der leverantie van brandstoffen en kaarsenbestemd voor de militaire wachten in het gchccle rijk, van 1 Juljj 1860 tot uit Julij 1861. De collecte voor het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst heeft alhier 1126.19} opgebragt. BUITENLANDSCHE BERIGTEN. ENGELAND. LONDEN3 April. De Mom. Herald wil weten dat Denemarkenin de zaak der hertog dommen voor dwangmaatregelen van wege den Duitschen bond beducht, voorstellen aan Frankrijk heeft gedaan tot het sluiten van een bondgenoot schap. Frankrijk zou daartoe gezind zijn en ook met hetzelfde doel onder handelingen met Zweden hebben geopend. Op dit berigt kan men echter weinig staat maken. Fransche bladen verwerpen het geheel en al. Gisteren nacht is de talksmclterij van de heeren A. en C. Brownin Wilstedstreet, met het woonhuis en den winkel, door brand geheel vernield. Een jongentje van 7 jaren, dat in het huis sliep, werd in de verwarring vergeten en is in de vlammen omgekomen. Volgens berigten uit Bombay van 13 Maart zullen door bemiddeling der Engelsche bankbilletten van 5, 10, 20, 50, 100 en 1000 ropjjen wor den uitgegeven. Een derde van de in omloop te brengen som zal in klin kende munt, en twee derden in publieke fondsen nedergelegd worden. De billetten zullen alleen in ruiling tegen specie worden uitgegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 2