dagen ie Amsterdam ontdekt en gevangen genomen. Hjj is een Duilschcr
en was werkzaam in eene bierbrouwerij. Naar men verneemt, is door het
landgeregt te Minden, ter zake van gezegden moord en bovendien van ge-
qualificeerde diefstalleneen sleekbrief tegen den aangehoudene verleend en
zal hij weldra worden uitgeleverd.
Uit Leeuwarden meldt men dat het door den wegeus moord ter dood
veroordeelden Y'pe Ilaukes de Graaf aan Z. M. den koning gedaan verzoek
om gratie is afgewezen. Gisteren moet dat vonnis ten uitvoer gelegd zijn.
Te Groningen werd in den loop dezer week het eind-examen gehou
den van eenige leerlingen der landhuishoudkundige school aldaar. Van de
11 jongelieden, die zich daartoe aangegeven hadden, zijn 3 afgewezen;
doch de 8 overige, zijnde de heeren W. P. Calkoen, P. L. J. van Pinx-
teren, W. Buurman, R. de Bruin, F. Kohier, Aug. J. Yinlcent, D. J. Crol
en A. B. Lucardie, hebben het diploma als landhuishoudkundige ontvangen.
Drie van deze heeren hebben tevens het examen in den kolonialen landbouw
afgelegdnamelijk de heeren CrolCalkoen en Lucardie.
De onlangs afgebroken telegrafische gemeenschap tusschen Singapore
en Batavia is thans weder hersteld.
'sGRAVENIIAGE, 24 Maart.
Z. M. heeft aan den heer mr. M. H. Godefroi, vroeger raadsheer in
het prov. geregtshof van Noordholland, thans minister van justitie, vergun
ning verleend tot het aannemen der onderscheidingsteekenen van officier
der Lcopolds-ordehem in eerstgemelde betrekking door den koning der
Belgen geschonken. Gelijke vergunning is verleend aan den heer F. Dunkier,
kapelmeester van het rcg. grenadiers en jagers tot het aannemen van de
versierselen der Wasa-orde, hem door den koning van Zweden geschonken.
Bij de commissie belast met inzameling van liefdegiften voor de be
trekkingen der met de Jong» Arend verongelukte visschers is ontvangen:
Van Z. M. den koning ƒ150; van Z. K. H. prins Hendrik 50 en van
11. K. H. prinses Hendrik ƒ40.
Bij de dienst van den rijkstelegraaf zijnna afgelegd examentot
telegrafisten der 3de kl. benoemd de leerlingen T. L. Lansdaal, W. F. Bue-
ninck, W. G. van RossumP. C. G. Engelbregt, J. Theunisse, L. D.
Deenik, J. A. A. Plok, J. A. Verveen, W. Leyds en J. S. Mars.
De minister van oorlog zal op Dingsdag aanst. geen gehoor verleenen.
De minister van binnenl. zaken heeft zijne goedkeuring geschonken
aan de aanbesteding tot het bouwen van een lokaal voor den hoogen raad
aan het plein. Het werk is, gelijk men weet, toegewezen aan den heer
K. Kooy, te Amsterdam, ook aannemer van het nieuwe gebouw voor het
dep. van koloniën.
BUITENLANDSCHE BER1GTEN.
ENGELAND.
LONDEN23 Maart.
In het lagerhuis heeft men het lord Russell op nieuw lastig gemaakt
door de inlijving van Savoye bij Frankrijk ter sprake te brengen. De ge
noemde minister heeft geweigerd mededeeling te doen van het antwoord der
regering op de depêche van den heer de Thouvenel en de nota van Zwitser
land, en ook van de bijzondere correspondentie over deze zaak met lord
Cowley gevoerd. Door vele leden werd deze handelwijze afgekeurd. Een
der leden, de heer Roebuck, zeide geene woorden te kunnen vinden, sterk
genoeg om de staatkunde van keizer Napoleon af te keuren, daar hij tot
de inlijving van Savoye besloten had zonder de mogendheden te raadplegen.
Kapitein Broeksmit, gezagvoerder van het Nederl. schip Bato, dat
tc Portsmouth ligt, is, terwijl hij het oog had op eenige werkzaamheden,
die in het achterruim van hel schip verrigt werden, van eene aanzienlijke
hoogte gevallen, met het hoofd op eenige vaten. Hoewel terstond genees
kundige hulp werd ingeroepen vreest men voor zijn leven, daar zijn hoofd
zwaar gewond is.
- In de Lecture-hall in Southwark is weder eene vergadering van
bevorderaars der zedelijkheid gehouden. Omstreeks middernacht waren daar
nagenoeg 150 vrouwen verschenen, die, na op allerlei ververschingen ont
haald te zijnde toespraken van verscheiden personen met de meeste stich
ting aanhoorden. Bij het scheiden, omstreeks ten 2 ure. gaf een 20-tal der
opgekomenen den wcnsch tc kennenom in een geslicht tc worden opgenomen.
Fit AIV KR IJK.
PARIJS, 23 Maart.
De Moniteur deelt thans den inhoud mede van het antwoord, dat door
den keizer aan de deputatie uit Savoye is gegeven, die in de hoofdzaak
overeenkomt met hetgeen daaromtrent vroeger is gemeld. Alleen blijkt uit
die mededeeling dat de keizer ook nog gezegd heeft te verwachten, dat al
wie in Europa niet gedreven wordt door eenen geest van vijandigheid jegens
Frankrijk, die lot een vroeger tijdvak behoort, de aanhechting van Savoye
als op de natuur en de billijkheid gegrond zal beschouwen.
Door genoemd blad worden ook nog twee depêches medegedeeld van den
lieer de Thouvenel, ten opzigte van de inlijving van Savoye. De eerste is
gerigt aan de mogendhedendie hel Weener verdrag in 1815 hebben onder
teekend en daarin worden de gronden voor de inlijving van Savoye en Nizza
uiteengezet cn betoogd dat hetten gevolge van de vergrooting van Piemont
voor Frankrijk noodzakelijk was geworden eene betere grensscheiding te
verkrijgen, cn dat Frankrijk op die inlijving gesteld is, niet dewijl het
toegeeft aan het denkbeeld van nationaliteit, maar alleen als waarborg van
veiligheid voor zijne grenzen. De tweede is een schrijven aan den Fran-
schen gezant te Berncn strekt tot beantwoording van hel protest van
Zwitserland tegen de inlijving van Savoye. De heer de Thouvenel drukt
daarin zijne verbazing uit over dezen stap van Zwitserland hetwelk ten
allen tijde de ondubbelzinnigste bewijzen van de vriendschap des keizers
ontvangen had, cn bij gevolg vertrouwen in Frankrijk had behooren te
stellen. Hij ontkent, de geldigheid van het ingeroepen tractaat van 1564
betoogt dat de neutraalverklaring van Faucigny en Chablais in 1815 niet in
het belang van Zwitserlandmaar alleen ten gunste van Savoye zelf heeft
plaats gehad, en beschuldigt Zwitserland van zich zonder wettige redenen
te willen verzetten tegen eene schikking, die alleen Frankrijk en Piemont
aangaat. Ten slotte echter zegt hij, niet te aarzelen om te verklaren, dat
Frankrijk bereid zal gevonden worden om in elke schikking te treden, die,
het zij in het algemeen belang, het zij inzonderheid in het belang van
Zwitserland, mogt voorgesteld worden.
De Zwitscrsche generaal Dufour is alhier aangekomen en door den
keizer ten gehoore ontvangen. Het doel zijner komst is waarschijnlijk om
in de zaak der inlijving van Savoye op de eischen van Zwitserland aan te
dringen. Hoewel hij een vriend des keizers is kan men niet verwachten
dat hij zijn oogmerk zal bereiken.
Het eskaderdat te Toulon ligtheeft bevel ontvangen om in zee te
steken. Men weet de bestemming nog niet.
De keizer moet, na een langdurig onderhoud met lord Elgin, ten op
zigte van de Chinesche expeditie tot andere gedachten zijn gekomen en zich
met de inziglen van Engeland vereenigd hebben. De instructiën van baron
Gros moeten nu gelijkluidend zijn aan die van lord Elgin.
Het bronzen beeldje, onlangs uit het museum van het Louvre gesto
len is bij een koopman teruggevondendie daarvoor 15 fr. had betaald.
Hij heeft het voor 22 fr. weder afgestaan.
ITALIË.
Uit Turyn meldt men de aankomst van den heer Ricasoli, uit Tos-
kane, om den koning den uitslag der volksstemming officieel mede te
deelen. Hij werd door eene deputatie uit het gemeentebestuur verwelkomd
en door de bevolking levendig toegejuigd. Bij den koning toegelaten kweet
hij zich van zijnen last en ontving van Z. M. hoofdzakelijk ten antwoord
dat hij de verkiezing van Toskane aannam, die, na eerst te zijn uitge
drukt door eene vergadering, waarin de keur des lands zitting had, nn door
het geheele volk bevestigd was. Door zijne toekomst met die van Sardinië
te verbinden, aldus drukte Z. M. zich uit, zal Toskane, wel verre van
zijne roemrijke overleveringen te verliezen, daaraan nog meer luister bij
zetten. De afgevaardigden des lands zullen naast die van Sardinië en de
overige gewesten van Midden-Ilalië zitting nemen in het parlementom de
wetten volgens de beginselen der vrijheid te wijzigen. Op deze wijze zal
Toskane de weldaden eener administrative zelfstandigheid genietenzonder
te verzwakken die vereeniging van kracht en van streven, waarvan bovenal
de welvaart en de onafhankelijkheid des lands afhangt.
Hel besluit tot inlijving van Toskane is het gevolg van dit onderhoud geweest.
In berigten uit Chambe'ry klaagt men over de onzekerheidwaarin men
verkeert omtrent de toekomst des lands. Alles ondervindt daarvan den
verlammenden invloed. Graaf Greylfié, die zich aan het hoofd eener de
putatie te Parijs bevindt om de inlijving van den keizer af te smeekenis
daartoe niet gemagtigd; hij heeft zich zeiven daartoe eenen lastbrief gege
ven. Hij is een van diegenen die in 1848 de wapenen hebben opgevat
tegen de toenmalige voorstanders van de inlijving. Toen was men afkeerig
van Frankrijk omdat het eene republiek was, en die afkeer zou nu minder
zijn, indien Savoye bij de inlijving niet een gedeelte van hare vrijheid moest
verliezen.
De Franschen, die te Nizza verblijf houden, zullen bij den Franschen
consul eene klagt indienen over de beleedigingenwaaraan zij onlangs
hebben bloot gestaan.
Uit Rome meldt men nog eenige bijzonderheden omtrent de ongere
geldheden die aldaar op den 19Jcn Maart hebben plaats gehad. Een groot
aantal studenten lieten op dien dag in hunne kerk een Te Deum zingen,
ter gelegenheid van den verjaardag van Garibaldi. In den avond begaf zich
eene groote menigte studenten en andere personen naar het Corso; de gen
darmerie wilde eenigen hunner gevangen nemen, doch werd daarbij met
gefluit en beleedigingen ontvangen. De gendarmes maakten alsnu van hunne
wapenen gebruik om de menigte uileen te drijven; men zegt dat hierbij 40
personenwaaronder 3 Fransche militairengekwetst werden. De menigte
riep: Leve Garibaldi! De gendarmerie te paard dreef de volkmassa geheel
uiteenen Fransche patrouilles bleven de stad doorkruisen.
PKU18IEN.
BERLIJN, 22 Maart.
Ingevolge lastgeving van den prins-regent zal er een standbeeld opgerigt
worden voor koning Friedrich Wilhelm.
De prins-regent heeft eene deputatie ten gehoore ontvangen uit de stad
Wittenberg, die hem tot het leggen van den eersten steen, aan het aldaar
voor den kerkhervormer Melanchton op te rigten gedenkteekenkwam uit-
noodigen.
De Preuss. Zeit. berigt dat de onderhandelingen over de Rijntollen
in den laatsten lijd eenen keer genomen hebben, die eene gunstige uitkomst
belooft. De oeverslatenwelke tot nog toe voor de instandhouding der
tollen ijverden, hebben concessiën gedaan; zoodat men zich, indien al niet
met de geheele opheffing, dan toch met eene belangrijke vermindering der
tollen vleijen mag.
Te Stettin werden dezer dagen vijf nieuwgebouwde sloomkanonneer-
boolen te water gelalen. Bij het van stapel loopen van hel laatste vaartuig
had een treurig ongeluk plaats. Het schoot namelijk met zooveel kracht
te water, dat het touw, waarmede het aan land werd gehouden, brak cn
onderscheidene personen, die zich te digt bij de boot hadden gewaagd,
tegen de omliggende planken of in het water werden geworpen. Eenen knaap
van omstreeks 15 jaar werd door een balk de hersenpan verbrijzeld en de
arm gebrokenzoodat hij weinige oogenbliltken later overleed. Ook onder
scheidene andere personen ontvingen hevige hoezeer niet gevaarlijke wonden.
Te Bern in Zwitserlandis door het aldaar bestaande Helvetisch
comité' eene algemeene vergadering belegd, tot bijwoning waarvan allen die