Z. 51. heeft hij besluit van 25 Fcbr. jl.het volgende bepaald: Art. 1. De instelling van prov. kommandementen als zoodanig, en de verdeeling van het wapen der infanterie in brigades, wordt opgeheven. Art. 2. Het rijk wordt verdeeld in zeven militaire afdeelingen, invoege als hieronder is aangeduidte weten lstl: milil. afd.de provincie Noordbrabantstandplaats 's llerlogenbosch. 2dc milit. afd., de provinciën Gelderland en Overijsselstandplaats Arnhem. 3dc milit. afd., de provincie Zuidholland, standplaats 'sGravenhage. 4de milit. afd., de provinciën Noordbolland en Utrecht, standplaats Haarlem. 5dc milit. afd., de provincie Zeeland, standplaats Ylissingen. 6dc milil. afd., de provinciën Friesland, Groningen en Drenthe, stand plaats Groningen. 7de milit. afd., het hertogdom Limburg, standplaats Maastricht. Art. 3. Het bevel in iedere militaire afdeeling wordt aan een' generaal- majoor of kolonel toevertrouwd. Bij uitzondering kan het ook aan een luitenant-generaal worden opgedragen. Art. 4. De bevelhebbers in de mili taire afdeelingen behooren tot den grooten staf van het leger. Zij staan onmiddelijk onder de bevelen van den minister van oorlog. Zij voeren zoowel het territoriaal gezag als het bevel over de troepen in hunne afdee ling aanwezig, een en ander overeenkomstig de instructie door onzen mi nister van oorlog deswegens voorioopig vast te stellen. Art. 6. Aan ieder' bevelhebber in eene militaire afdeeling wordt een hoofdofficier of een kapi tein van den generalen staf als chef van zijnen staf, en een kapitein of een luitenant mede van den generalen staf als adjunct-chef, die tevens als adjudant fungeert, toegevoegd. Voor schadeloosstelling wegens bureaukos ten geniet iedere chef van den staf ecner militaire afdeelingde som van 300 in het jaar. Art. 7. De instelling van inspecteurs bij de wapens der infanterie, kavalerie en artillerie wordt gehandhaafd. Art. 8. Aan ieder' inspecteur wordt een majoor of een kapiteinen een lslc luitenant of een kapitein als adjudant toegevoegd, beide uit het wapen waartoe de inspecteur behoort. De hoofd- en verdere officieren, aan de inspecteurs van de kava lerie en de artillerie toegevoegdgenieten het traclement en de rations fourrage volgens hunnen rang bij het wapen waartoe zij behooren. Deze bepaling is ook van toepassing op den hoofdofficier, aan den inspecteur der infanterie toegevoegdwordt deze betrekking door een kapitein waargeno men, dan geniet hij boven en behalve zijn traclement, eene toelage van 500 's jaars, benevens een ration fourrage. De kapitein of lslc luitenant adjudant van den inspecteur der infanterie geniet, boven en behalve zijn traclement, eene toelage van 400 's jaars, benevens een ralion fourrage. Art. 9. De instelling der provinciale adjudanten wordt gehandhaafdook hunne instructie wordt in verband daarmede door onzen minister van oorlog herzien. Art. 10. De instructiën, ingevolge het bepaalde bij de artt. 5, 7 en 9 door onzen minister voorioopig vast te stellen of te herzienworden later aan onze goedkeuring onderworpen. De terugkomst van Z. K. H. den prins van Oranje uit Londen, die dezer dagen was aangekondigd, is voorioopig uitgesteld. II. K. H. prinses Marianne zal in de volgende maand weder eene groote reis ondernemen. De minister van koloniën zal morgen geen gehoor verleenen. Gisteren is alhier overleden de heer mr. J. W. van Romunde, laat stelijk minister voor de zaken der r. k. eeredienst. Naar men hier verzekert, zal de tweede kamer der slatcn-generaal niet voor na Paschcn hare werkzaamheden hervatten. Het jeugdige dienstmeisje, dat jl. Dingsdag bij den hevigen storm, door het omvallen van een boomernstige wonden aan het hoofd heeft be komenis aan de gevolgen daarvan overleden. 1ÏÜÏTKNLANDSCliE BEHIGIEN SS K I, I K- BRUSSEL, 5 Maart. liet ontwerp van den heer Fraikinvoor het gedenkieekcn van de graven van Egmond en Hoorn, is door den gemeenteraad goedgekeurd; ook is er eene som van ƒ205,000 aangewezen om het huis aan te koopenvoor het welk het gedenkleeken zal geplaatst worden. De twee schilderijen van Verboeckhoven welke uit het paleis waren ontvreemd, zijn door eene onbekende hand aldaar teruggebragt. EKG® li ATS 8». LONDEN 4 Maart. De voorstellen der regering betreffende de herziening van het kiesstel sel zijn door de uiterst vrijzinnige partij met weinig genoegen ontvangen, want zij ziet met leedwezen dat de regering de grondbeginselen verzaakt, die zij in hel vorige jaar heeft voorgestaan. Van de behoudende partij heeft de regering weinig te vreezeuwant zij schijnt in deze zaak van allen tegenstand te willen afzien, indien de regering zich verbinden wil om later geene veranderingen meer in het kiesstelsel te zullen brengen. De regering zal gaarne deze gelegenheid aangrijpen om 250 tegenstanders tot hare vrien den te maken. De vrijzinnige partij is zeer verdeeld. Sommigen willen het ontwerp verwerpen, omdat het stemregt nog te beperkt is voorgedragen; anderen willen het aannemen om van een hervormd parlement nadere ver beteringen af te wachten. Uil een en ander mag men opmaken dat de regerings-voorstellenmisschien met enkele wijzigingen, aangenomen zullen worden. In liet lagerhuis wordt de regering op allerlei wijzen aangevallen over de inlijving van Savoye bij Frankrijk en over het handclstractaat. Vele leden verlangen dat Engeland legen hel eerste zal protesteren. De regering wordt daardoor zeer in het naauw gebragt, want keizer Napoleon heeft haar door het handelsverdrag behendig de verpligting tot zwijgen opgelegd. De Mom. Herald zegt uit goede bronnen te kunnen berigten dat de heer Thouvcnel, uit hoofde van de verandering die 's keizers staatkunde ten aanzien van Italië heeft ondergaan, zijn ontslag heeft aangeboden, en dat, bijaldien hetzelve wordt aangenomen de heer Walewski weder als mi nister van buitenl. zaken zal optreden. Men kan aan dit berigt geen ver trouwen schenken. De prins van Oranje heeft Vrijdag 11. het middagmaal bij H. M. de koningin en prins Albert gebruikt. Vele aanzienlijke personen waren bij die gelegenheid genoodigd. Het onlangs overleden parlementslid II. Drummonddie tot de secte der Irvingianen behoorde, heeft een aanzienlijk deel zijner groote nalaten schap tot het slichten van twee kerken voor die sectede eene in het dorp Albury, de andere in Gordonsquare alhier, bestemd. Ten jarc 1825 vestigde hij een leerstoel voor de staathuishoudkunde aan de universiteit te Oxford. De heer James Palmer, tot voor weinige jaren deelgenoot der ban kiers-firma Baillie en C°. te Bristol, is in 88-jarigen ouderdom overleden. Hij was als jongste bediende op dat kantoor gekomen en bad zich door eigen toedoen een aanzienlijk vermogen verschaft, hetwelk gezegd wordt meer dan 200,000 te bedragenhiervan heeft hjj 50,000 voor liefdadige doeleinden bestemd. Uit North-Shields meldt men dat in de Burradon-mijn eene verschrik kelijke ontploffing heeft plaats gehad. Er waren 80 personen in de mijn en men veronderstelt, dat allen zijn omgekomen. Honderden werklieden uit den omtrek hebben zich op de plaats des onheils vereenigd en de uiterste pogingen zijn aangewend om in de groeve door te dringenmaar nagenoeg zonder gevolg; evenwel is het aan eenige moedige mannen eindelijk gelukt op den bodem te komen en door hen zijn 4 lijken naar boven gebragt. Men hoopt thans dat de toevoer van versche lucht genoegzaam is hersteld om binnen weinige uren in de groeve te kunnen doordringen. Een aantal ge- neesheeren bevindt zich op het looneel der ramp. Een later berigt zegt dat men nog 16 lijken heeft teruggevonden, maar dat het hoogst bezwaarlijk was verder door te dringen. Berigten uit de Vereenigde Staten vermelden het verongelukken van de stoomboot Hungarian, nabij Cape Sable. Van de passagiers en de be manning, 115 personen, was niemand gered. Men heeft zes brievenzakken opgevischt. Volgens de jongste berigten uit Japan bestaat er hoop dat het han delsverkeer met de buitenlanders weldra zal hervat worden. Moge dan de goede trouw zooveel mogelijk in acht worden genomen. Volgens berigten uit Canton heeft de gouverneur dier plaats maatregelen genomen om den handel in koelies tegen te gaan. Vele koeliesdie reeds aan boord der schepen waren, zijn bevrijd geworden en aan vijf schepen is het verlof tot vertrek geweigerd, op grond dat deze schepen passagiers le gen hunnen zin aan boord hadden gehad. Onder de Chinezen heerscht veel verbittering over de wjjze, waarop de handel lot nu toe gedreven werd. Van de inlanders, die zich daarmede bezig hebben gehouden, zijn reeds vele naar Canton overgebragt en met den dood gestraft; de vreemdelingen die zich daarmede ophielden, zijn nog in verzekerde bewaring. FRANHRIJB. PARIJS, 4 Maart. In de eerste zitting van het wetgevend ligchaam heeft de voorzitter, graaf de Morny, getracht in eene korte aanspraak de vredelievende strek king van 's keizers aanspraak te doen uitkomen. Zijne woorden hebben eenen gunstigen indruk gemaakt, maar het is de opmerkzaamheid niet ont gaan dat de graaf geen voorstander is van den vrijen handel. Hij heeft daaromtrent o. a. gezegd dat Frankrijk nog te zeer behoefte heeft aan be schermende regten en dat, wanneer men het zonder bescherming blootstelde aan een strijd tegen den vrijen handel, dit hetzelfde zou zijn alsof men een kind tegenover een volwassen persoon stelde om met dezen een strijd te wagen. Aan hel slot zijner rede vermaande de heer de Morny zijne ambtgenooten om in overeenstemming te blijven met de regering, en dreigde de geestelijk heid, van wege hare onvoorzigtige oppositie, met het schrikbeeld der galli- kaansche vrijheden. De Moniteur deelt thans den brief mededien de heer de Thouvenel op 24 Febr. aan den Franschen gezant te Turyn heeft geschrevenom hem de jongste voorstellen van Frankrijk ten opzigle van Midden-Italië mede te deelen. Behalve hetgeen men omtrent deze voorstellen weet, zegt de mi nister nog in dit schrijven, dat, bijaldien Sardinië de voorstellen aannam, Frankrijk het tegen alle vreemde tusschenkomst zou waarborgenmaar dat zoo het tot de inlijving van Toskauc overging, waartoe het de vrijheid had, Frankrijk de verantwoordelijkheid voor den toestand die daaruit kon gebo ren wordenniet op zich kon nemen. De minister noemt voorts in dien brief de inlijving van Savoye bij Frankrijk eene aardrijkskundige noodzake lijkheid voor de grenzen van Frankrijk. Door de troonrede heeft genoem de brief meest alle belangrijkheid verloren. De Constitutionnel beweert dat de in genoemde depêche voorgestelde rege ling al komt zij niet met de wenschen van Sardinië overeenin het wel begrepen belang van Italië moet aangenomen worden. Bij voortduring blijven er allerlei oorlogzuchtige geruchten in omloop. Men spreekt van het mobiel verklaren van de nationale garde, waaraan instructeurs van het leger zouden toegevoegd wordenen die men derwijze zou organiseren als of de troepen eener Europesche coalitie reeds aan de grenzen stonden. De verzending van oorlogsbehoeften langs den Noorder spoorweg is op nieuw aangevangen; 3500 bommen zijn naar Rijssel gevoerd. Velen stellen vast datindien Sardinië lot de inlijving van Toskane overgaat, Frankrijk terstond Savoye en Nizza zal in bezit nemen. Baron Gros zal op verzoek van lord Elgin mede naar China vertrekken. Hij is ook gemagtigd om een verdrag met den keizer van Annam te sluiten. Er beslaat hier eene bibliotheek die hoewel weinig bekendtoch zeer belangrijk is, namelijk de bibliotheek van het Louvre. Zij is niet openbaar, en om haar te bezigligen moet men een toegang-bewijs hebben van den minister van staat. Deze verzameling is thans overgebragt naar de gebou wen over het Palais Royal. Deze gebouwen worden daartoe smaakvol inge- rigl; er is een trap met beeldhouwwerk aangebragt die ieders bewondering

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 2