Het aldaar aanwezige logement was thans aan geschikte lieden verhuurd, en dit, gevoegd bij de bekoorlijke omstreken, deed de hoop koesteren, dat menig Nederlander zou uitgelokt worden om deze zoo hoogst belangrijke instelling van naderbij te leeren kennen. Door den heer C. J. SI. Jongkindt Coninck, directeur der maatschappij van weldadigheid, is, namens commissarissen een brief rondgezonden, waarin hij de bijzondere liefdadigheid inroept ten behoeve dier maatschappij, cu vooral tot deelneming aan het lidmaatschap aanspoort. In dien brief komt o. a. het volgende voorDe maatschappij is haar tweede tijdperk ingetreden, geheel bevrijd van schuldenlast, maar daarentegen belast met het onderhond van ongeveer 2800 behoeftigen. Hare afscheiding van de ge- slichten is lot stand gekomen. Van gouvernemenlswege kan zij niet meer op subsidie rekenen, leder, die dus nu tot het lidmaatschap toetredt, zal niet behoeven te vreezen, dat hij eene gift aan het rijk uitreikt, maar hij zal nu overtuigd kunnen zijn, dat hij er toe medegewerkt heeft om te belet ten, dat eene bevolking van ongeveer 2800 verarmde naluurgenooten ten laste hunner geboorteplaatsen terugkeerenterwijl zij hier in het vervolg door opleiding tot verhoogde werkzaamheid en onder het genot van eene uitmuntende zedelijke en godsdienstige opvoeding gewaarborgd zullen zijn tegen de demoralisatie, die zoovele behoeftigen in de gewone maatschappij onteert. Slechts de geringe jaarlijksche bijdrage van ƒ2.60, en dus vijf cent per week, wordt niet alleen van de veelvermogendenmaar van ieder een gevraagd, die deze weinig beteekenende som kan afzonderen voor een zoo hoogst nuttig doel. 'sGRAVENIIAGE, 3 Maart. Z. M. beeft benoemd lot ridder der orde van den Nederl. Leenw den ls,en officier van gezondheid 2de kl. G. A. Haum van de kon. militaire akademie. Z. M. heeft aan mr. W. A. J. baron Schimmelpenninck van der Oye vergunning verleend tot het aannemen der onderscheidingsteekenen van Ehren-Ritter der Johannilerorde, waartoe hij door den prins-regent van Pruissen is benoemd. Z. M. heeft mr. C. II. B. Boot, laatstelijk minister van justitie, be noemd tot lid van den raad van state. Bij kon. besluit van 1 Maart is tol rector-magnificus aan de hoogeschool te Utrecht, voor hel akademiejaar 1860—1861, benoemd de hooglceraar G. W. Vreede. Aan den heer mr. J. van Hulst Wzn., onlangs benoemd tot burge meester van Stad Hardenberg, is op verzoek eervol ontslag verleend en in zijne plaats benoemd de heer mr. L. J. van Riemsdijk. De 2(lc luitt. J. C. G. Logemann van het lste, P. W. H. du Pon, G. II. van der Beek en F. R. P. van den Abeelen van het 5dc, C. C. Prager en W. A. Coblijn van het 7dc en R. J. Krantz van het 8stc reg. infanterie, zijn in rang en aneienneleit overgeplaatst bij het wapen der infanterie van het leger in Oost-Indië. Het brandsignaaldoor den heer J. M. Yserman alhier uilgevondenis dezer dagen in toepassinggebragt op het hotel de Bellevue van den heer Maitland alhier. Eene proef werd genomen op een der verst afgeslagen vertrekken, in dier voege als ware daar een bedgordijn in brand geraakt en onmiddel lijk kwamen op verscheidene plaatsen van het gebouw alarmklokken in werking, krachtig genoeg om alle bewoners uit hun diepen slaap te wek ken; te gelijk verscheen het nommer der kamer, waar de brand was uit gebroken. BUITENLANDSE 11K BERIGTËNT" ENGELAND. LONDEN, 1 Maart. Lord Russell heeft thans, ingevolge zijne belofte, het wcts-onlwerp be treffende de hervorming van het kiesstelsel bij het lagerhuis ingediend. Naar dat voorstel zal het slemregt worden uitgebreid en toegekend aan een ieder die in eene stad eene woning van 6 huurwaarde, of ten platten lande eene woning van 10 huurwaarde bewoont. Verder stelt de regering voor, te bepalen dat die landstadjes, welke bij eene bevolking van minder dan 7000 zielen twee vertegenwoordigers in hel lagerhuis hebben, eenen vertegenwoordig zullen verliezen en voortaan ieder slechts één parlementslid zullen kiezen. Daar hierdoor 15 zetels in het lagerhuis open komen, wil men over deze beschikken ten voordeele der groole handels- en fabrieksteden, welke thans niet in evenredigheid met haren rijkdom en gewigt in het parlement zijn vertegenwoordigd. Deze voorstellen zijn, naar men verneemt, niet ongunstig opgenomen. Lord Russell heeft ook al de stukken betreffende de quaeslie van Savoye overgelegd. Hij verklaarde daarbij op nieuw geen kennis te dragen van een vroeger gesloten overeenkomst omtrent deze zaaken hij meende ook de verzekering te kunnen geven dat Sardinië tot den afstand niet zal overgaan, indien de groole mogendheden daaraan hunne goedkeuring niet schenken. De wijze, waarop keizer Napoleon zich in de troonrede over Savoye heeft uitgelaten, heeft hier geen gunsligen indruk gemaakt. De Times is van oordeel dat 's keizers woorden, met geringe wijziging, ook op den Rijn oever toegepast kunnen worden. De illom. Chroniclehoe ook van alle zijden tegengesproken, blijft zijne bewering betreffende het sluiten van een verbond lusschen Oostenrijk en Rusland volhouden, maar komt met eene wijziging der grondslagen daar van voor den dag. Rusland, dat gaarne met Frankrijk op eenen vriend schappelijke!] voet wilde blijven, zou Oostenrijk niet in Italië ondersteunen, maar in geval van verwikkelingen aan den Donau en in Hongarije gemeen schappelijk met dat rijk handelen. Genoemd blad zal tol de erkentenis moeten komen dat hel gedwaald heeft, vooral nu het Journ. de St. Pélersb. op officiële wijze zijn berigt voor ongegrond verklaard. Prins Alfred is van eenen langdtirigen togl in de Middellandsehe zee alhier teruggekeerd. De prins van Oranje heeft Birmingham bezocht en is te Oxford de gast gewcesl van den prins van Wallis. Den 29sl™ Fehr. is de prins tc Torquay aangekomenom Z. K. H. prins Frcderik der Nederlanden te bezoeken. De zware stormdie Dingsdag 11. ook hier heeft gewoedwas op den middag het hevigst. Op den Theems hebben de schepen veel geleden en aan de gebouwen hier ter stede is veel schade toegebragt. In de graafschappen, in het midden des lands gelegen, moet dit niet minder het geval zijn. Nabij St. Davids-Head is eene groote stoomboot, waarvan de naam nog onbekend is, vergaan. Van den wal was geene redding mogelijk. Men zag ongeveer 30 personen op het dekwaaronder 6 soldaten en eene vrouw met 4 kinderen. Drie personeu wierpen zich van zwemgordels voorzien in zee, doch allen kwamen in de golven om. Eindelijk werd het schip uiteen geslagen en zonk met allen die zich aan boord bevonden. FRANKRIJK. PARIJS, 1 Maart. De opening van de zitting van het wetgevend Iigchaam heeft gisteren op de bij het programma bepaalde wijze plaats gehad. Er waren tot de bij woning dezer plegligheid meerder personen uilgenoodigd dan vroeger en op de galerijen zag men een aanzienlijk getal dames vereenigd. Eerst traden de keizerin en de prinsessen Clotilde en Mathilda binnen en daarna de keizer vergezeld van de prinsen NapoleonLouis Lucien Bonaparte en Joachim Murat. De keizer sprak zijne rede met eene heldere stem uit en bij som mige uitdrukkingen kon de vergadering hare goedkeuring niet verbergen. Deze rede is gisteren in een buitengewoon nommer dezer courant mede- gedeeld De indruk, dien's keizers woorden hebben gemaakt, is natuurlijk zeer ver schillend. Over 't algemeen acht men de rede met bekwaamheid opgesteld. AI de zinsneden, houdende verzekeringen van vrede, van schikking, van eerbied voor de regten van andere mogendheden zijn gunstig afgenomen. Het begin vol geruststelling en waarin de bestaande moeijelijkheden als met een penneslreek worden weggenomen, steekt, naar men meent, te veel af bij het vervolg, waaruit blijkt dat de tegenwoordige toestand nog verre van voldoende is, door de onzekerheid waarin men blijft verkeeren. Hieraan is ook toe te schrijven dat men aan de benrs geene noemenswaardige rijzing heeft opgemerkt. Door 's keizers rede is men tot zekerheid gekomen dat de vroegere bc- rigten omtrent voorstellen, die door Frankrijk aan Sardinië waren gedaan, waarheid behelzen, en dat Frankrijk zich gaarne meester zag van Savoye en natuurlijk ook van Nizza, ten einde, lot meerdere zekerheid zijner gren zen, meester te blijven van het Alpen-gebergte. Van de gezindheid der bevolking van Savoye, of van een beroep op het algemeene slemregt in Italië, heeft de keizer niet gesproken, hetgeen vreemd is, omdat het ant woord van den koning van Sardinië hier, zoo als meu zeker meent te we ten reeds is ontvangenen dat deze alleen het algemeene stemregt over de Ilaliaansche quaestie wil laten beslissen. Hetgeen de keizer omtrent de godsdienstige beweging heeft gezegd is nog al scherp. Er ligt bijna het verwijt in opgesloten dat het Romcinsehe hof al de diensten miskent die de keizer daaraan bewezen heeft. De bisschop van Orleans is gedagvaard om den 12dcn Maart te ver schijnen voor de eerste kamer van het keiz. geregtshof, ten gevolge van de aanklagt van het dagblad le Siècle. Tusschen Narbonne en Perpignan zijn door den jongslen storm twee spoortreinen door den wind omvergeworpende een was een passagierslrein bij Salces, de ander een goederentrein bij Revcsaltes. De Revuo de l'Ouesl meldt dat de lieer Main, onlangs overleden, bij zijnen uitersten wil aan de stad Niort eene som van 600,000fr. heeft geschonken. SPANJE. Omtrent den toestand van het Marokkaansche leger verneemt men dat het nagenoeg geheel ontbonden is. Muley-Abbas is te Fondali, een dorp lusschen Tetuan en Tanger, en heeft slechts 1800 soldaten bij zich. De stam men uit het gebergte afkomstig, die opgekomen waren om aan den strijd deel te nemen, hebben hem verlaten, zooveel roovende als mogelyk was. De contingenten uit het binnenland zijn mede naar hunne haardsteden te ruggekeerd. Volgens den correspondent van de Indép. Beige Iaat de ziekenverple ging bij het Spaanschc leger in Marokko veel te wenschen overig. Een zijner vrienden was van het volgende geval ooggetuigen. Een officier van gezondheid doorliep, vergezeld van den zieken-oppasser, eene zaal met cho- lera-Iijders. Hij bleef op een afstand van de zieken en beval aan allen naar zulks vielom de twee uren eene ligte bouillon of eenig ander voedsel te geven. Hij had juist dit voorschrift voor een der lijders gegeven, toen de oppasser hem deed opmerken dat de man reeds overleden was. In dat geval, zeide de doctor, geef hem dan niets. ITALIË. Brieven uit Italië bevestigen het gerucht dat de koning van Sardinië een brief aan den Paus heeft geschrevenwaarin gesproken werd van ectie mogelijke bezetting der Marken en Emilia door Sardinische troepen. De Paus, met verbazing en droefheid vervuld, zou den koning met den ban vloek hebben bedreigd, indien hij eenig deel van den kerkelijken staat in bezit nam. Het is echter nog moeijelijk ook aan deze beriglgevers onvoor waardelijk geloof te schenken, aangezien de pauselijke regering niet ondui delijk heeft te kennen gegeven van den banvloek geen gebruik te willen maken. De kiesvergaderingen in Sardinië zijn legen 25 Maart opgeroepen en de opening der kamers is op den 2dcn April bepaald. Door den koning zijn 32 nieuwe leden van den senaat benoemd. In Toskanc hebben de bisschoppen de gewone mandementen voor den vastentijd niet uitgevaardigd, omdat zij zich niet willen onderwerpen aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 2