LEYDSCHE COURANT. 1860. MAANDAG 2 JANUARIJ. 1859—1860. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is f 12 in liet jaar de afzonderlijke Nommèrs worden tegen 10 Centen afgegeven. Het jaar 1859 was rjjk aan gewigtige gebeurtenissen, die zich bij den aanvang naauwclijks lieten vermoeden. Wjj zagen op nieuw het oorlogs vuur in Europa met lievigheid woeden en ontvingen de overtuiging dat de vrede, dat liefelijke droombeeld, zijnen zetel, zelfs onder de beschaafde volken, nog niet heeft gevestigd. Nederland zag gelukkig het oorlogsgevaar zijne grenzen niet naderen, net mogt, zonder de oogcn te sluiten voor hetgeen rondom voorviel, zich met de behartiging zijner belangen bezig houden en naar ontwikkeling streven. Orde en rust bleven ongestoord en vele bronnen van beslaan mildelijk vioerjen. De landbouw, hoewel niet zoo ruim gezegend als men hoopte, gaf tocheven als de handelruime stof lot tevredenheid. Nevens deze lichtzijde deed zich echter ook eene schaduwzijde zien. Velen werden dooi den invloed der wereldgebeurtenissen ook nu weder gevoelig getroffen. Wie betreurde liet ook niet dat er onder zonen van hetzelfde vaderland een zoo liartslogtelijke strijd werd gevoerd, daar waar het de voldoening gold van eencn lang gekocsterden en luide uilgcdrukten wensch, namelijk de verbin ding des lands mei het Europccsch spoorwegnet, liet ontwerpen dezer aan sluiting door de regering, na herhaalde mislukking, op nieuw beproefd, bragt aller gemoederen in beweging, zoowel van ben die meenden veronge lijkt te zijn, als van hen die aan hunnen wensch voldaan zagen; in één woord, het was een strijd voor locale belangen, met eene zoo groole he vigheid gevoerd dat de sporen daarvan niet spoedig zullen uitgcwischt wor den. Van meer vcrontrustenden aard was echter voor Nederland de hoogst ongunstige gezondheids-toestand in bijna alle provinciën en vooral de ver schijning eener ziekte, waarvan het de kracht vroeger meer dan eens had ondervonden. Ook nu werden door die ziekte vele slagtoflérs geeischt, maar gelukkig niet in die mate als weleer, en bij hel einde des jaars mogt men zich in hare gelicele verdwijning verheugen. De overzeesehe bezittingen bleven rijkelijk tol den bloei en de welvaar." des lands bijdragenmaar ook daar hadden gebeurtenissen plaatsdie hier ccncn pijnlijken indruk maakten. Genoeg is het te wijzen op den door Mohammedaansche dweepzucht le weeg gebragtcn moord te Banjermassing en op het gedeeltelijk mislukken der Bonische expeditie. Daarenboven ont ving men van daar vele berigtcndie den algemeenen toestand des lands en den geest der bevolking ten onzen opzigle met donkere kleuren afmaalden en die, hoe overdreven zij in vele opzigten mogen zijn, stof tot ernstig nadenken geven. Moge een voorzigtig en krachtvol regeringsbeleid er toe bijdragen 0111 de donkere wolken die zich daar aan den gezigtseinder ver toonente doen verdwijnen. liet buitenland werd in het afgcloopcn jaar geheel bezig gehouden door den toestand van Italië. Hetgeen men noemt »de Ilaliaansche qnacslie" bragt van den aanvang des jaars af al de Europeschc kabinetten in beweging en bij het einde des jaars, nadat zelfs stroomen bloeds zijn vergoten, is dat vraagstukin plaats van tol eene oplossing te zijn gekomenmisschien nog inge wikkelder geworden dan vroeger. Dat Italië, aan den ijzeren scepter van Oos tenrijk onderworpen of geregeerd door vorstendie de anti-nationale staatkunde van dat rijk huldigden, eenmaal tot groole moejjelijkheden aanleiding zou geven, was wel te verwachten. Orsini's aanslag op het leven van keizer Napoleon in het begin van 1858 gaf duidelijk te kennen met hoeveel lievig heid het vuur op het schiereiland smeulde, en de beruchte nieuwjaarsgroet van keizer Napoleon aan den Oostenrijkschen gezant deed het uitbarsten van den vlam elk oogenblik te gemoel zien. De hoop op het behoud des vredes, boe ook door velendoor de schoone verklaringen des keizers weggesleept tot op het laatste oogenblik vastgehouden, was (laauw. Keizer Napoleon had zich openlijk voor de zaak der Ilaliaansche onafhankelijkheid verklaardhet huwelijk van een lid van het keizerlijk geslacht met eene Ilaliaansche prinses had daaraan kracht bijgezet, en bij de magtsontwikkelingwaartoe zoowel Frankrijk als Oostenrijk in staal waren, was eene minnelijke schikking van het geschil niet te verwachten. De gezindheid van den keizer der Fransehen bragt in Italië eene algcmcenc -geestdrift le weeg. De koning van Sardinië wierp zich terstond even als -zijn vader in 1848, tol kampvechter voor de vrijheid van Italië op. Gerug steund door Frankrijk, kon hij daarbij veel winnen en slechts weinig •verliezen, en de Italianen, door vroegere ondervinding geleerd, gaven blij- ïken van bereidvaardigheid om zich rondom hem te scharenten einde zoo niet geheel, dan toch ten deele hun doel, een vercenigd onafhankelijk Italiëte verkrijgen. Te vergeefs waren sedert dien tijd alle diplomatieke onderhandelingen. Van de eene zijde werd de kracht van bestaande verdragen ingeroepen, van •de andere zijde werd aangedrongen op de handhaving van het verkrachte regt der volken. Van verschillende zijden werden voorslagen gedaan om het uitbarsten van den oorlog te verhoeden; niets mogt balen. Het scheen dat men onherroepelijk tot den oorlog had beslotenwaartoe dan ook de keizer van Oostenrijk het sein gaf, eerst door het zenden van een vernede rend ultimatum aan Sardinië en daarna door zijn leger het Sardinisehe ge bied te doen binnenrukken. Wordt vervolgd.) BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN, 31 December. Bij kon. besluit van 21 dezer is de heer F. A. Verster benoemd tot ad ministrateur bij 'srijks museum van Natuurlijke historie alhier, en bij kon. besluit van 29 dezer de lieer P. J. Kaiser, math, et phil. nat. cand.lot adjunct-verificateur van 's rijks zee-instrumenten alhier. De Leydsche afdeeling van de Nederl. maatschappij ter bevordering van nijverheid heeft in hare laatst gehouden vergadering met algcmcenc stemmen beslotenzich tot de hooge regering le wenden met hel verzoekom con cessie te verleencn voor den spoorweg van 's Gravenhage op Woerden en voor dien van 's Gravenhage op Gouda, als noodzakelijk voor een deugdelijk spoorwegstelsel en ter bevordering van de belangen van handel en nijverheid in dit gedeelte des lands. Uit Koudekerk wordt gemeld dathoewel hel waar is dat eenige per sonen aldaar een adres hebben ingediend tegen den aanleg van den spoor weg langs dat dorp, de meerderheid der bevolking echter daarmede niet instemt en overtuigd is dat de aanleg van den weg niet anders dan voor- deelig voor de gemeente kan zijn. De gemeenteraad van Haarlem heeft in zijne zitting van eergisteren hel ontwerp-adres aan Z. M. den koning, ten gunste van den aanleg van een spoorweg van Leyden tot Woerden, aangenomen. I11 dit adres wordt op de voordeelen van dien aanleg gewezen, als: 1°. de aansluiting aan het midden van den lloll. spoorweg; 2°. het wenschclijke van een zijtak door de Rijnstreek; 3°. de daaruit voortvloeijende noodzakelijkheid lot spoorvcr- smalling; en 4°. de bevordering van den aanleg van een spoorweg van Haar lem naar het Nieuwe Diep. Bij den aanvang des jaars zijn de Almanakken aan de orde van den dag. Behalve de meer aan lectuur gewijde boekjes, welke onder den titel van Almanakken het licht zien, en minder geschikt zijn, om dagelijks ge raadpleegd te worden, voorziet de boekhandel in zoogenaamde Plak-Alma- nakken. Jaarlijks wordt de uitvoering daarvan netter. Onder andereu blijkt dit uit de twee Almanakken, uitgegeven door de boekhandelaars van den Heuvell en van Santen alhier, welke zich door beknoptheid en doelmatigheid aanbevelen. Vooral aan de keurige en geparfumeerde Dames-Almanak zal zeker in menig werkdoosje een plaatsje worden gegundterwijl de Kantoor- Almanak den wand tot sieraad zal strekken. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 187 tot 212 personen. De minister van binnenl. zaken heeft ter kennis van belangliebbenden gebragl, dat er op nieuw een aantal van hoogstens 20 leerlingen tot oplei ding voor de dienst van den rijks telegraaf zullen toegelaten worden. Het vergelijkend examen zal op 4 en 5 Junij 1860 te 's Gravenhage plaats heb ben. Zij die daartoe in aanmerking willen komen moeten zich voor 15 Mei bij genoemd departement aanmelden. Uit Coevordcn schrijft men dat eene vrouw, aan de Iloogcvcensche vaart woonachtig, het kind, waarvan zij onlangs was bevallen, heeft vcr- worgd en naar Hanover is gevlugt. 's GRAVENHAGE 31 December. Z. M. heeft goedgevonden te benoemen hij hel corps ingenieurs, mi neurs en sappeurs tot majoor, den kapitein 1° kl. jhr. B. de Jong van Beek en Donk; en tot kapitein 3Jc kl. den lsle" luit. jhr. D. G. Hora Siccama. Z. M. heeft de navolgende onder-officierendie aan het onlangs gehou den examen hebben deelgenomenlot 2Je luitenant benoemd. liij liet wapen der infanterie: lslc rcg. J. C. G. Logcmann, J. C. van Mecgen, jlir. A. M. C. II. Bowier, J. A. Vetter, F. J. E. Cokart, 11. Ver meulen, II. K. A. BeekhuisA. II. A. Reijers en K. II. A. Uhlmann; 2^ rcg.: J. Lauer, 1'. VV. L. Nanninga, II. A. van ReynK. Henry en E. P. A. van Ileckercn; 3de reg.W. G. van der Noordaa en J. L. Ie Bron de Vexela; 4dc reg.: G. A. II. van Steenvelt, A. Verbrugh, C. F. H. Putman Cramer en E. J. F. Franck; 5dc reg.: L. Schellus, W. C. Goteling Vinuis, A. J. Beek, A. J. R. de Vrede, P. van Drimmelen, F. R. P. van den Abeelcn, P. J. Miltenburg, T. Cieremans en G. II. van der Beek; G110 reg.: A. E. van det' Heide, B. 11. Uil versD. J. II. N. den Beer Poorlugacl, W. Helderman, M. L. L. Schelt, K. M. A. Botter en J. M. W. Schlundl Bodicn; 7de reg.: J. Boelsums, G. Lttymes, jhr. A. Wtlewaall van Stoetwegen, 1\ M. van der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1860 | | pagina 1