LEYDSCHE COURANT. WOENSDAG 2 NOVEMBER. 1850. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vt ij dag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven BINNENLANDSCIIE RERIGTEN. LEYDEN, 1 November. Gisteren avond werden de kunstoefeningen van de alhier gevestigde schil der- en teeken-academieonder de zinspreuk: Ars aemula Naturaein het i nieuwe daartoe ingerigle lokaal pleglig geopend. De directeur-voorzitter der academie, de heer mr. S. C. Snellen van Vollenhoven, hield bij deze gelegenheid eene gepaste aanspraakwaarin hijna een woord over het doel der kunst te hebben doen voorafgaan, de lotgevallen der weinig ge kende, doch belangrijke en der stad tot eer strekkende inrigting van den tijd barer stichting en eerste directeurenKarei de Moor en Willem van Mieris, tol op deze dagen mededeelde. Aan het slot zijner rede riglte de spreker een woord van dankzegging tot het gemeentebestuur voor de be langstelling. die het tot nu toe in de academie betoond had, en lot het bestuur van het genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix voor de bereid willigheid waarmede het de oefeningen in het teekenen naar het gekleed model aan de academie had afgestaan en daarna een woord van gelnkwensching tot hen, die thans aan de kunstoefeningen der academie deel namen. Na hel einde dezer aanspraakdie met belangstelling werd aangehoordbleven de aan wezigen op uilnoodiging der directienog korter of langer bijeen en werd het overige van den avond aan vriendschappelijk onderhoud gewijd. Deze plegligc opening werd door den lieer burgemeester en den lieer wethouder Stoffels als gecommitteerden uit hel gemeentebestuur, door eene commissie uit het bestuur van het genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix en een 100-tal andere genoodigden bijgewoond. De direcleur, die op eene zoo onbekrompene wijze het locaal ten behoeve der academie had doen iurigten en aan haat ten gebruike had afgestaanwas ten gevolge van ongesteldheid niet aanwezig en werd met leedwezen gemist. In den nacht van Zaturdag op Zondag II. werd alhier brand ontdekt in de bergplaats van brandstoffen van den koek- en banketbakker Bicsiot op de Haarlemmerstraatachter zijne woning gelegen. Aan de spoedig toege snelde brandweer mogt liet ook ditmaal weder gelukken den voortgang van dien brand spoedig te stuiten. Door den minister van oorlog is aan de chefs van de corpsen infan terie eene circulaire gerigt, waarbij kennis gegeven wordt, dat aan de onderofficieren en korporaals, tot gemelde corpsen behoorende, die geneigd zijn bij het Indische leger over te gaaneene premie zal worden toegekend als: voor de onderofficieren eene som van ƒ140, en voor de korporaals van ƒ125. Zaturdag morgen jl.lusschen 5 en 9 ure is er te Reeuwijk, niet verre van Gouda, een moord gepleegd, gepaard met diefstal. De landbouwer C. V., die des morgens ten 5 ure zijne woning verlaten had, vond bij zijne terugkomst ten 9 ure zijne vrouwin baar bloed badendeop den grond liggende hulp van een geneeskundige werd ingeroependoch toen deze kwam was de vrouw reeds overleden. Onderscheidene gouden en zilveren voorwerpen waren ontvreemd. Door de justitie is dadelijk het noodige onder zoek in 'twerk gesteld en, naar men verneemt, is de vermoedelijke dader te Gouda reeds in hechtenis genomen. Een der leden van de hervormde gemeente te Mijdrecht heeft aan de kerk van die gemeente ƒ5,000 geschonken. De gemeenteraad van Alkmaar heeft een adres ingediend aan den ko ning, betrekkelijk liet ontwerp tol het maken van een kanaal door Holland op zijn smalst. Hij verlangt verbetering van het bestaande Noordhollandschc kanaal, en indien tot de doorgraving mogt worden besloten, cenen spoor weg door het westelijk gedeelte van Noordholland. Te Dalfsen overleed onlangs eene weduwe, die grootendecls van liefde giften leefde en er zeer armoedig uitzag. Toen zij ziek werd en men haren boedel nazag, werden een paar horologiëneene schaar met ketting, oor hangers, bcugellasch, schoengespen, enz., benevens ongeveer 800 aan zil vergeld en voor ongeveer 500 aan reeds vervallen munlbilletten gevonden. Door het bestuur der Twenlsche vcrccniging lol bevordering van nij verheid en handel is een adres aan Z. M. den koning gerigt, waarin het de oprigting verzoekt van eene industrie- en handwerkschool in Twenthe, waarvan de kosten voor het grootste deel door den staat zouden worden gedragen. Naar men uit Breda meldt zullen er aan het te houden examen voor den rang van officier ruim 80 onder-officieren deel nemenals03 die dingen naar de betrekking van 2dcn luit. bij de infanterie, 17 idem voor de kavalcrie en 5 idem voor de artillerie. Heden is de commissie, met het examen belast, aldaar bijeengekomen. Uit onlangs van de Nedcriandsche bezittingen ter kuste van Guinea ontvangen beriglen verneemt men, dat door den gouverneur dier bezittingen uict de neger-regering van Elmina eene overeenkomst is getroffen, om de tot dus ver gebruikelijke betalingen in rumvoor de levering van houtwaren ten dienste van de Nederl. regering, af tc schaffen, en die te doen vervan gen door betalingen in geld. Het voorloopig verslag van de afdeelingen der tweede kamer over de verschillende hoofdstukken der staatsbegrooling is dezer dagen verschenen. Ten opzigte van de begrooting in 't algemeen wordt aangemerkt dat vele leden met de aanspraak van den minister van finanliën niet ingenomen wa ren. Dit staatsstuk miste die helderheid van voorstelling, welke in het ge lijksoortige van het vorige jaar werd geroemd. De verklaring des ministers, dal het belastingstelsel onaangeroerd zal worden gelalen en dat de regering niet voornemens is de regeling van het verband lusschen de rijksbelastingen en die der gemeenten tof een onderwerp van beraadslaging te maken, was met leedwezen vernomen. Algemeen heeft men gewezen op de gestadige uit zetting onzer gewone staatsuitgaven, ook in deze begrooting weder blijkbaar. Blijkens het verslag over hoofdstuk IV Justitiewerd in vier afdeelingen aangedrongen op eene spoedige indiening van een nieuw ontwerp tot herziening der regterlijke organisatie. Men gaf daarbij weinig ingenomenheid te kennen met het bij de discussie over de wijziging van hoofdst. IV der begrooting van 1858 van de regering te dien aanzien bekomen antwoord, liet belang van regtstudie en regtspleging eisclit meer dan ooitdat men eene eindbeslissing neme. Ongetwijfeld is in de genomen beslissing omtrent het cassaliesys- tecm een stap voorwaarts gelegen, en zoo daarop eene spoedige indiening volgt, Iaat het zich aanzien, dat de zaak weldra tol een goed einde zal kunnen worden gebragt. De regering scheen het voornemen te koesteren om etm afzonderlijk voorstel aan te bieden tot vaststelling van het aantal gereglshoven en van de zetels dier collegiën. Met dit denkbeeld zouden zich zeer vele leden moeijclijk kunnen vereenigen. Integendeel rneenen zij, dal vooraf dient te zijn uitgemaakt, of de beregting der zwaardere misdrij ven aan deze collegiën zal worden opgedragenzoo ookof er hooger be roep in alle strafzaken zal worden toegelaten daar hel voornamelijk van de beslissing dezer tweeledige vraag afhangt, in welken getale hoven be- noodigd zullen zijn. Voorts werd aangedrongen op de afschaffing der verouderde wetten van Franschen oorsprong; op de herziening der bepalingen betreffende handlig- ling van minderjarigen; op de regeling der verpliglingen en bevoegdheden van vreemde maatschappijen hier te lande; op de herziening der Zondags- wel; op de herziening van hel stelsel van inschrijving en doorhaling der hypotheken en op eene regeling der algemeene en rijks-polilie. Met leedwezen had men gezien dat ook dit hoofdstuk telken jare aan zienlijk werd verhoogd. De toevoeging bij dit dep. van eene nieuwe af- dceling voor de behandeling van adels-zaken vonden vele leden niet noodig. Bij de behandeling van hoofdstuk X Oorlogkeurden onderscheidene leden bet allezins goed, dat de minister openhartig te kennen geeft: «gecnc beloften te willen afleggen, die welligt later kunnen blijken slechts ten halve te kunnen worden nagekomenenz. Bij vele andere heeft de me morie van toelichting een minder aangenomen indruk gemaakt, en een gevoel van verbazing opgewekt, wanneer zij zich herinnerden, wat er in de laatste jaren met dit hoofdstuk der staatsbegrooling is voorgevallenwaarover in die memorie geheel en al het stilzwijgen wordt bewaard. Er werd nu eene begrooting voor 18C0 aangebodendie niet alleen lot een aanzienlijk hooger bedrag stijgt, dan de in der tijd afgestemde be grooting voor 1858, maar waarbij zelfs het verschiet geopend wordt op nog veel grootere uilgaven, terwijl in de memorie van toelichting met geen enkel woord melding wordt gemaakt van eene aanstaande legerorganisatie bij de wet. Men zou gaarne vernemen niet alleen hoe dc tegenwoordige minister van oorlog daarover denkt, maar ook welk gevoelen de regering, die naar men meent vroeger eene zoodanige regeling wenschclijk en nuttig achtte, thans daaromtrent is toegedaan. Hoezeer verscheidene leden verklaarden, in geen geval aan een hooger eindcijfer van dit hoofdstuk der staatsbegroo ling hunne stem te zullen geven, waren er verscheidene andere, die zich niet zoo ongenegen daartoe verklaarden, zoo hun maar op voldoende gron den wierd aangetoond, dat die verhooging volstrekt noodzakelijk is. In alle afdeelingen is gesproken over de hooge wenschelrjltheid van een naau- wer verband lusschen het leger hier te lande en dat in Neèrl. Indië. 's GRAYENHAGE, 1 November. Z. M. heeft benoemd lot raadsheeren tevens lot vice-presidentin het prov. geregtshof in Limburg, den lieer mr. J. E. Capitaine, thans president der arrond.-regtbank te Maastricht. Z. M. heeft goedgevonden te benoemen bij het wapen der infanterie: bij liet 3j,! reg., tot kapitein der 3Je kl. den lste" luit. W. F. Eymacl, van het corps; bij het 4dc reg., lot majoor, den kapitein der lslc kl. J. II. M. ter Bruggen, van het 7Jc reg.; bij liet 7d<! reg., lot kapitein der 3,ic kl.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 1