Er is sprake van onderhandelingendie tusschen den koning van Napels
en de verdreven Italiaanschc vorsten gevoerd worden, ten einde de herstel
ling der laatsten te bewerken. Een plan van militaire operaliën zou reeds
aan den koning van Napels voorgelegd zijn. De pauselijke troepen zouden
zich op Rimini werpen; de hertog van Modena zou Ferrara aanvallen, en
de Napelschc troepen zouden Toskanc bezetten, liet is echter niet te ver
wachten dat de koning van Napels zijnen nog wankelenden troon door eene
zoodanige onderneming in de waagschaal zal stellen, daar natuurlijk Sar
dinië, en volgens zijne bij herhaling afgelegde verklaringen, ook keizer
Napoleonzich daartegen krachtig zouden verzetten.
Garibaldi heeft op nieuw eene proclamatie tot zijne troepen gerigt. Zij
luidt als volgt: Soldaten, liet uur, waarop een nieuwe strijd zal begin
nen, nadert. De vijand bedreigt ons en zal ons weldra aanvallen. Wan
neer ik tot mijne Lombardijsche wapenbroeders spreek, dan, ik weet het,
rigt ik het woord niet tot doovenzoodra er sprake is van een strijd tegen
den vijand van Italië. Ik wacht u bij gevolg weldra onder de gelederen."
PRÜI8SEN.
BERLIJN, 11 October.
De nationale verccnigiug te Frankfort, waarvan reeds meer dan eens
melding is gemaakt, heeft van de regering van Sakscn-Coburg vergunning
verkregen om haren zetel te Gotha te vestigen. De hertog had bezwaren
om die vestiging in zijne residentie-plaats Coburg toe te laten.
De Zwecdsche regering heeft de belemmeringen, waaraan de ijzer-
industrie in dat land was onderworpen, opgeheven.
OOSTENRIJK.
WEENEN, 10 October.
De kardinaal-aartsbisschop van Wcenen heeft het voorbeeld van de
hooge geestelijkheid in Frankrijk gevolgd en cenen herdelijken brief uitge
vaardigd die des Zondags in de kerken moet gelezen- worden. De aarts
bisschop schildert met de levendigste kleuren de gebeurtenissen in de Ro-
magna, die volgens hem alleen ten doel hebben om den Paus op eene ge
welddadige wijze van het erfgoed der Apostelen te beroovcn. Hij vermaant
voorts de geloovigen om gebeden te doen voor den opperpriester en voor de
bewaring van zijne wereldlijke magt, hem door zijne voorgangers nagelaten.
In de Allg. Zeit. wordt in een briefuit deze stad geschrevenom
trent den finantiëlen toestand des lands het volgende gezegd. Bij de be
grooting voor het jaar 1849 wordt voor het rentebedrag der openbare schuld
uitgetrokken een cijfer van 40 milliocn 11.nu 10 jaren later is dit bedrag
geklommen lot 100 million 11. en in het eerstvolgende jaar zal de rentebeta
ling nog groolcr som vorderen, dewijl ongetwijfeld weder eene nieuwe
lecning zal gesloten moeten worden, ten einde op die wijze het bedrag der
in omloop zijnde bankbilletlcn te kunnen verminderen. Door verhooging
der directe belastingen kunnen de inkomsten der schatkist niet worden ver
beterd, daar deze niet verder opgedreven mogen worden. De regering
koestert integendeel het voornemen daarin eenige vermindering lot stand te
J.oXI-lol- oono vormnortleinng dor inkomStCll (lOOI*
hooging der indirecte belastingen bewerkstelligen. Andere middelen zullen
derhalve ter hand moeten genomen worden, om in de behoeften der schat
kist te voorzien.
Men beweert dat de regering, in plaats van 500 millioen, 585 milliocn
in obligaliën der nationale leening heeft uitgegeven.
In het zuidelijk deel van Tyrol is de zijde-oogst gedeeltelijk mislukt,
en de wijnstok door de druivenziekte aangetast. Deze toestand is voor de
landelijke bevolking zeer drukkend.
TURK YE.
Uit Konstantinopel meldt men dat er voortdurend ontdekkingen worden
gedaandie met de vroeger vermelde zamenzwering in verband staan. Men
had o. a. ook toestellen gevonden, waarmede men de Europesche wijk in
brand wilde steken. De Europesche gezanten beraadslagen over de maatre
gelen, die genomen moeten worden voor de veiligheid der Christenen. De
groot-vizier heeft zijn ontslag ingediend, maar het is geweigerd. Het mi
nisterie is zoo verdeeld dal men eene ontbinding onvermijdelijk acht. Zoo
als gewoonlijk is de finantiële nood zeer groot en de regering heeft slechts
op zeer nadcelige voorwaarden cenig geld kunnen verkrijgen. De troepen
in Azië en Rumelie hebben nog een jaar soldij te vorderen.
Twee leden der ontdekte zamenzwering zijn in tegenwoordigheid van den
Sultan gebragt en hebben niet geschroomd hunne grieven te kennen te ge
ven. Zij verweten aan de regering hare geldverspilling, waarvan het leger
en het volk de slagtolïcrs waren.
Voortdurend komen er te Konstantinopel vlugtclingcn uil Circassië aan.
Te Bucharest hebben onlusten plaats gehad, maar zij zijn terstond
door de gewapende magt onderdrukt.
INGEZONDEN.
anders of deze moest in zijne toespraak gewag maken van de schokken
waaraan het wereldlijk gezag van den Paus thans onderhevig is. In zijn
antwoord op de rede van den aartsbisschop heeft de keizer, volgens de op
gave van den Moniteurde stellige hoop uitgedrukt dat een nieuw tijdvak
van roem en bloei voor de kerk zal aanbrekenen dat de overtuiging alge
meen zal worden dat het wereldlijk gezag des Pausen geenszins onbestaan
baar is met de vrijheid en onafhankelijkheid van Italië. Van de regering,
die reeds eenmaal den Paus op zijnen zetel lernggebragt hadwas niet te
verwachten dat zij hem een anderen dan goeden en welgemcendcn raad zou
geven. Die regering zag intusschen niet zonder ongerustheid het tijdstip
te gemoet, waarop hare troepen Rome zouden verlaten; een tijdstip het
welk niet meer ver verwijderd kon zijn, daar Europa eene onbepaalde ver
lenging van hel verblijf dier troepen niet kon gedoogen. Wat zou na der-
zelvcr aflogt het deel van Rome zijn: regeringloosheid, omwenteling of
vrede? Waar het de beantwoording eener zoo hoogst gewigtige vraag gold,
behoorde men alle hartstogtelijkheid uil het spel te laten, en veel eer met
kalmte naar de waarheid te zoeken en God te bidden dat hij aan volken
en vorsten het juiste inzigt omtrent hunne regten en pligten moge schenken.
Men kan uit de woorden des keizers opmaken dat de vroegere berigten
omtrent de weigering der pauselijke regering om de noodzakelijke hervor
mingen in te voeren, allezins gegrond zijn en dat er ten gevolge dezer
weigering, waardoor de verlangens des keizers zoo zeer tegengewerkt wor
den, eene spanning tusschen de beide regeringen bestaat.
Het dagblad l'Univers, hetwelk in een artikel over de aangelegenhc-
heden van Cochin-China de regering van zwakheid en nalatigheid beschul
digd had, heeft te dier zake eene waarschuwing ontvangen.
liet vermoeden dat het eskader, hetwelk onlangs geheel onverwachts
van Toulon was vertrokken, naar de kust van Marokko was bestemd, is
gebleken gegrond te zijn geweest, want men verneemt dat het den 9J<!° de
zer in de Spaansche haven Algesiras, in de straat van Gibraltar, is aange
komen.
Omtrent de bewegingen onzer troepen op Maroccaansch gebied verneemt
men dat reeds eenige voordeden behaald en verscheidene dorpen bezet zijn.
Onder het opperbevel van den generaal de Martimprey staan de generaals
Yussuf, Walsin d'Esterhazy en Devaux.
De dagbladen van Malta declen mede dat er bij gelegenheid van de
begrafenis van den Bey van Tunis bloedige onlusten hebben plaats gehad,
door de dweepzucht der bevolking uitgelokt. De Mooren hebben de Joden
aangevallen en met stecncn geworpenzoodat verscheidene der laatsten gedood
en vele anderen gekwetst werden. Ook eenige Christenen zijn gewond ge
worden. Een der ministers van den tegenwoordigen Bey is met eenige magt
toegeschoten en heeft de oproerlingen gedeeltelijk doer, ncdersabclen of in
hechtenis doen nemen. Daarop is de rust hersteld.
ITALIË.
De geheelc Italiaanschc drukpers is eenparig in haar oordcel over de
misdaad die te Parma is gepleegd en geeft zich veel moeite om te verhoeden
„J. - uw gestcru Tan ut, iviuwa UCl vrijliciuo-ucvrtguig.
Zij beweert dat hier niet gedacht kan worden aan eenen staatkundigen
moord, maar alleen aan eene persoonlijke wraakoefening, cenigzins ver
schoonbaar, als hier van verschooning sprake kan zijn, door de vroeger
gepleegde wreedheden van het slagtoffer zelf. Deze opvatting wordt in het
dagblad van Pannaja zelfs in eene proclamatie van den intendant-generaal,
den heer Cavalliniop den voorgrond gestelden de uitdrukkingen die gebe
zigd worden schijnen in deze wel eenige zwakheid te verradenwant de
grievendie de moordenaars tegen den kolonel Anvili haddenworden breed
uitgemeten. Het dagblad van Parma laat zich ten aanzien van den moord
o. a. aldus uit: Anviliwiens naam alleen een gevoel van afschuw doet
ontstaan in alle hartendie manin wien alles verpersoonlijkt was wat er
meest hatelijkmeest lyrannickmeest onbeschoft is in de handelingen en
in de talloozc wreedheden van het gevallen bewind der Bourbons, is in deze
stad gezien en herkendna eenige maanden van geheimzinnig afwezen. Zijne
verschijning op dit oogenblik, die voorzeker niet vrij kan zijn van de bedriegc-
lijkc sluipvvegeu, van de gewone duistere intrigues der stichters van wanorde,
beeft in aller geest een hevigen twijfel doen rijzen, die niet is kunnen ovcr-
heerscht worden door de vurige toespraak en de wijze raadgeving der be
zadigde en talrijke burgers; zij is het sein geweest lot gebeurtenissen die
bet treurigste gevolg hebben gehad. Ook de kolonel Cavallini spreekt in
zijne proclamatie van een ellendige die zich is komen verlootten aan het
volk dat door hem wreed gegriefd werd, en de koorts der wraak, zegt hij,
heeft eenige ongelukkigcn vermecsterdverblind, woedend gemaakt en er
ben toe gebragt hunne handen met bloed te bevlekken.
Uit Parma meldt men dat de moordenaars van den kolonel Anviti
reeds in handen der justitie zijn. Als reden waarom in deze zaak de over
heid niet terstond krachtig is opgetreden, wordt opgegeven dat de dictator
van Modena bij het plegen der misdaad niet in die stad was.
Uit Rome meldt men dat de Paus naar Castcl-Gandalfo is vertrokken
en daar reeds gehoor heeft verleend aan den Franschen gezant. Na het
vertrek van den Paus hebben de inwoners van Rome een vcclbetcekencndcn
slap gedaan. Het Sardinische gezantschap is, naar men zegt, wel door
10,000 personen bezochtdie er hunne kaartjes afgaven. Door de Fransche
troepen werd echter de rust gehandhaafd. De vertegenwoordiger van Sar
dinië die zijne paspoorten van de Pauselijke regering heeft ontvangenzou
den O"*0" de hoofdstad verlaten.
Men beweert ook dat de Paus voornemens is geweest om naar Napels te
gaan; maar del'ransche gezant zon hem niet ontveinsd hebben dat, zoo hij
Rome verliethij gevaar iiep er nooit weder in te komen. Z. II. zou ook
aan dif'voornemen mocijelijk gevolg kunnen geven, want vooreerst is te
Napels de rust ook niet verzekerd, en ten anderen gaat de Paus nooit op
reis zonder eene cerewachl van twee Fransche regimenten.
Het PIctcrskerfeplein.
Antwoord aan X.
Een ander woord van den wijzen Koning er is geen mensch die goed doet
en niet zondigt," is vooral op hem toepasselijk, die even als X. in bijzon
dere volzinnen aan 11II. Diakenen lof toezwaait, waarin hij gewaagt van
het centrum hunner edelaardigheid en a dat zij overeenkomstig den aard
hunner betrekkingalleen door menschenliefde gedreven, gehandeld heb
benterwijl hij in zijne hoofdbeschouwing die daad van menschenliefde
karakteriseert door de klassificalie als geschiedende »in den tegenwoordigen
tijd, waarin men het meest ongehoorde gebeuren ziet." Die fijne doch
welligt onwillekeurige onderscheiding en vermenging beide van personen en
zaken gaf mij aanleiding om mij ook op eene spreuk van dien wijzen
Koning te beroepen.