LEYDSCHE COURAN VRIJDAG 23 SEPTEMBER. De Courant wordt MaandagWoensdag en d fi ijdng uitgegevenDie van Maandag komt 'Uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke No/ujfiers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. 1 LEYDEN, 22 September. 'Door "liet vereenigd spoorwcg-comite' te Rotterdam en te Dordrecht is ouder ahderen ook tot deze gemeente hel verzoek gerigt om de plannen lot aanleg van spoorwegen, die van de regering zijn uitgegaan, bij de ver tegenwoordiging te ondersteunen. Door den gemeenteraad is in zijne zitting vair-hedcn besloten aan dit verzoek geen gevolg te gevenaangezien hel be lang, dat deze gemeente heeft bij den aanleg van den zuiderspoorweg, niet .zoo>èverwegend is om zich in deze met kracht te doen hooren. -et Uil hoofde van het groot aantal zieken bij het garnizoen alhier zal het eenigzins versterkt worden, liet 2de bat. van het reg. grenadiers en jagers wordt, aangevuld met ruim 100 manschappen van het lste bat. uit 's llageen het depót van het 5dc reg. inf. door manschappen van de veld- bataillons van gemeld corps uit 's Hertogenbosch. Aan den onlangs eervol ontslagen brievenbesteller aan het postkantoor alhier, J. Vienings, is, uithoofde van ligchaamsgebrekeen pensioen ver leend ran ƒ02. De wis- en natuurkundige afdeeling van de kon. akademie van weten- Sth4ppen zal Zaturdag aanst. te Amsterdam eene gewone vergadering houden. Onlangs is, volgens de bepaling van de gemeentewetdoor burgemeester en wethouders aan den raad ingediend de begrooling der inkomsten en uit gaven van deze gemeenie (30,339 zielen) voor de dienst van 1860. Daarbij zijn de inkomsten geraamd op ƒ337,114.325, en de uitgaven op 336,739.00, zoodat er op ccn batig saldo gerekend wordt van ƒ375.325. De inkomsten zijn geraamd als volgt: lloofdst. 1. Ontvangsten wegens vroegere diensten ƒ10,333745; II. Opbrengst van belastingen en bcfTingen 277,482.55s, te weten afd. 1. Opcenten van 's rijks directe belastingen ƒ30,432.553, 2. Plaatselijke directe belastingen ƒ52,000.00, 3. Belastingen op voorwerpen van verbruik 176,500.004. Heffingen voor het gebruik van openbare plaatsen, wegen enz. ƒ17,550.00, 5. Andere belastingen en hef fingen, niet begrepen onder de vorige afdd. ƒ1,000.00; III. Baten enz., spruitende uit gemeente-eigendommen en bezittingen ƒ21,851.025; IV. Ont vangsten van verschillenden aard en toevallige baten 26,847.00; V. Bui tengewone ontvangsten ƒ600.00. Volgens besluit van den gemeenteraad van 11 Dec. 1855 werden er op de hoofdsom van den rijksaccijns op hel geslagt 150 opcenten geheven. Bij de tegenwoordige begrooting worden 100 opcenten voorgedragen. In de me morie van toelichting wordt daaromtrent bij lloofdst. II. afd. 3 hel volgende gezegd. Bij de wet van den 15dc" Mei 1859 Staatsblad n°. 37), houdende wijziging der bepalingen omtrent de helling van den accijns op het geslagt van runderen en kalverenis o. a. bepaalddat de waarde van het vee volgens eigen aangifte zal worden berekend, in te gaan met 1 Jan. 1860. Hierdoor zal alsdan de berekening volgens tarief vervallen, terwijl het bij de tegenwoordige prijzen van het vee zeker te verwachten is dat én de rijks accijns èn gevolgelijk de opcenten meer zullen opbrengen. Met de slagters aan te nemendat die meerdere opbrengst 50 ten honderd zou bedragen komt echter ondenkbaar voor. De winsten tochwelke in dat geval door de slagters in plaatsen, waar de schatting volgens tarief geschiedde, geno ten zouden zijn, zouden die, welke genoten werden in plaatsen, waar de belasting naar de waarde geheven werd, zoo veel te boven zijn gegaan, dat zeer zeker eene grootc concurrentie van de laatsten met dc eersten zou ontstaan zijn. Dat echter de belasting aanmerkelijk zal stijgen is boven bedenking. Hel onder den minister Vrolik verhoogde, hoewel niet in wer king gekomen, tarief van 1857 loont dit duidelijk aan; want daarbij had uien op het oog de waarde van hel vee, bij tarief geschat, zoo veel moge lijk met de wezenlijke waarde gelijk te stellen. Behoudt de gemeente de 150 opcenten, verhooging van prijs op dit voorwerp van eerste levensbe hoefte zou daarvan ligt het gevolg kunnen zijn. Waarschijnlijk voorkomt men dit door aan den wcnsch der slagters te voldoen en voorlaan slechts 100 opcenten van het geslagt te heffen. Bij de verhooging van den rijks accijns zal het verlies van de gemeente-kas gering zijn en heeft men tevens tegen verdere opdrijving der vleeschprijzen het zijne gedaan. De opbrengst der belasting op het binnenl. gedistilleerd is geraamd op ƒ52,000.00 (in 1858 bragt zij op 49,604.89). Op dit punt zegt de memorie van toelichting: De wet van 15 Mei 1859 Staatsbln°. 38) heeft dé tarie ven van sommige accijnsen gewijzigd, ook dat van het binnenl. gedistilleerd en voorts bij art. 6 verordend, dat de plaatselijke belasting op dit verbruik- middel tot geen hooger bedrag mogt worden geheven dan lot ƒ13.20, en in het geval, voorzien bij dc 2de zinsnede van art. 250 der wet van 29 Junij 1851 Staatsbln°. 85), tot uiterlijk anderhalf maal dat bedrag of ƒ19.80, gelijkstaande met 90 opcenten. Wanneer men die belasting aanneemt. ondergaat zij eene verhooging van 10 pCt, Dc opbrengst zal daarom echter niet met 10 pCt. verhoogenalzoo de smokkelarij zich uitbreiden zal. Dc ondervinding in 1856 heeft het getoond. De 100 opcenten in 1855 braglen ƒ42,331.125 op; de 150 opcenten in 1856 slechts ƒ44,422.75. Dc opbrengst der belasting op het gemaal wordt geraamd op 600,00.00. Die belasting bragt in 1858 63,295.345, ruim ƒ5,400 meet; dan in 1857 'op. Die vermeerdering acht men eensklaps te groot dan dat men haar voor eene blijvende kan houden. Men heeft daarom de opbrengst thans geraamd naar de opbrengst der drie laatste jaren,,, Bij raadsbesluit van 23 Dec. 1853 is het heffen van een bruggeld binnen deze gemeenie geregeld en .dit bij kon. besl. van 30 Julij 1859 goedgekeurd; de opbrengst hieryau wordt begroot op ƒ500. De Uitgaven zijn voorgedragen als-volgt: lloofdst. I. Huishoudelijk be stuur, ƒ41,058.50, Ie weten: afd. 1. Bezoldiging enz., te genieten door personen in het dageUjksch bestuur der gemeente werkzaam, ƒ30,333.50; 2. andere kosten van dagelijksch bestuur 10,725.00; II. Kosten voor wer ken en inriglingen, tot openbare dienst bestemd, 33,780,00; lil. Kosten voor eigendoinmeji met dc deswege verschuldigde lasten 31,435.00; lV„Kos- len van invordering der plaatselijke belastingen of middelen 35,775.00; Y. Kosten der openbare veiligheid en van de brandweer ƒ40,797.50; VI. Kosten der. plaatselijke gezondheidspolitie 600.00VII. Kosten voor hel onderwijs en ter bevordering van kunsten en wetenschappen ƒ24,685 00; VIII. Kosten van het armwezen, subsidiën enz. aan onderscheideue daar mede in verband staande instellingen 107,672.50IX. Renten en aflossin gen van geldleenir.gen enz. 10,700.50X. Andere uilgaven, niet onder de vorige hoofdstukken begrepen ƒ5,235.00; XI. Onvoorziene uitgaven;5,000.00. Bij lloofdst I. afd. 2. zijn de kosten voor het onderhouden en schoonhou den van het gebouw, bestemd voor de vergadering van den raadj voor die van burgemeester en wethouders, alsmede voor de secretarie der gemeente, geraamd op 3,950.00 (in 1858 ƒ1,200), als dagelijksch onderhoud 1,200; verandering van 6 raamkozijnen op de groole pers ƒ480; het verwen van den gevel langs de Breedeslraat en ccnige reparatiën aan den groolen trap ƒ1,400; vernieuwing van de stoep voor de kleine deur van de militaire hoofd wacht ƒ600; en het maken van eene spreekkamer op dc groole pers ƒ270. Bij lloofdst. V. is de belooning van de inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie voorgedragen op 7,400,00 (in,1858 ƒ4,800.00), ten einde het getal agenten met zes te vermeerderen. De behoefte aan die ver meerdering is sedert lang door den gemeenteraad erkend en die behoefte wordt bij het toenemend toezigt op het nakomen der wel vermeerderde maar niet verminderde, strafverordeningen eiken dag groolcr. Ook dc mi nister van justitie heeft tot vermeerdering van hetj gemeentelijk polilie-perso- ncel zich reeds in het vorige jaar lot den burgemeester gewend en het nu voorgedragene is slechts een gering gedeelte van hetgeen die hooge staats ambtenaar als noodzakelijk aanbeval. De kosten der kleeding zijn in die mate mede verhoogd voorgesteld. Bij lloofdst. VIII. zijn de subsidiën aan armbesturen, naar het bij raads besluit van 8 Nov. 1852 aangenomen beginsel, weder met 1/10 verminderd voorgedragen, en nu bepaald op: ƒ2,792.00 aan de huiszitten- en diaconie- armen; ƒ1,600.00 aan de r. k. armen; ƒ40.00 aan de oud-kath. armen; cu ƒ570.00 aan de Israëlitische armen. De minister van finantiën heeft bepaald dat aan de fabriekanten, tra fiekanten enz., aan wie het genot van vrijdom van accijns voor maatkolen is toegekend, kan worden toegelaten om, des verkiezende, ter geheele of gedeeltelijke vervanging der toegestane hoeveelheid maatkolen, sintels of coaks onder genot van vrijdom van accijns in te slaanin verhouding van twee mudden sintels of coaks tegen eene mudde maatkolen. Dc gemeenteraad van Amsterdam heeft besloten zich tot de tweede kamer te wenden, met een adres, waarin verklaard wordt dat, daar het. uit de verleende concessiën voor den aanleg van spoorwegen blijkt dat er op de belangen van de hoofdstaddie jaarlijks een zesde der belastingen betaalt, geen acht is geslagen, het dus ook noodig is het differentiële be lastingstelsel te veranderen. Bij den raad is ook van den minister van bin nenl. zaken bcrigt ingekomendat de regering dc doorgraving van Holland op zijn smalst voor rekening van den staat wil uitvoeren, met verzoek op te geven, hoeveel de stad Amsterdam geneigd is in de kosten daarvan bij te dragen. Te Alkmaar is eergisteren de eerste steen gelegd van de aldaar nieuw te bonwen r. k. kerk. Deze kerk zal 55 Ned. el lang en 18.5 el breed zijn en in golhischen stijl worden opgetrokken. Uit Groningen meldt men dat de heer mr. G. Diephuis, benoemd tot hooglecraar bij dc rcglsgeleerde faculteit aan dc hoogeschooi aldaar, lieden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 1