KORT VERSLAG ZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEYDEN. (Behoorende bij de Leijdsche Courant van 5 September d859, iP. Ó06.) bijblad 11°. IS. DER Zitting van 1 September. Tegenwoordig de heeren: Sikkel Groos, Tichler, Stoffels. Luzac. Hubrecht, Bacaille, Taets van AmerongenKluit, ten Sande, Tollens, lePoole, Huyser Olivier, da Rieu, Gevers, Kranlz, de MoenLisman, van der Hoeven en de Voorzitter; hebbende het lid Lezwyn kennis gegeven verhinderd te zijn deze vergadering bij te wonen. De aanteekeningen der vorige vergadering worden gelezen en vastgesteld waarna de Voorzitter mededeelt lo. Een besluit van Gedeputeerde Staten van Znidhollandvan den 24sten Augustus dezes jaars, n©. 24 (Prov. blad n°. 92), houdende inlichtingen omtrent het gewijzigd model der gemeente-begrooting, ten aanzien van het verleen en en de teruggaaf van onderstanden aan of voor buiten hun onder stands-domicilie wonende behoeftigen. 2°. Een besluit van Gedeputeerde Staten dezer Provincie, van den 24sten der vorige maand, n°. 25 (Prov. blad n°. 93), betreffende het onderzoek der rekeningen van algemeene armbesturen enz., ten aanzien van de voldoening van al de ten hunnen lasie bestaande vorderingen. 3°. Eene dispositie van Gedeputeerde Stater, der provincie Zaidhollartd van den 17deQ Augustus 1859, G. S. n°. 10, waarbij wordt goedgekeurd het raadsbesluit van den 30sten Julij bevorens, tot de onderhandsche verpachting van het uitbaggeren der gemeentewateren, voor den tijd van driejaren, aan Hendrik en Johannes Willem Filippo. 4°. Eene dispositie van hetzelfde Collegie, van den 29sten Augustus jl.G. S. n°. 19, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van den 18dcn dier maand, waarbij aan regenten van het Coninckshof in eigendom wordt afgestaan de open grond of tuin bij het Elisabeths gasthuis. En zijn deze allen aangenomen voor kennisgeving. Voorts heeft de Burgemeester overgelegd 1°. De begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor 1860. 2°. De navolgende begrootingen voor 1860, als: van a. het H. G. of armen wees- en kinderhuis; b. het Gereformeerde minnehuis; 'to IovaÜl icr'Kf^ ürmpn D e. den schuttersraad der dienstdoende schutterij de onderwijzers-kweekschool der maatschappij' tot Nut van 't Algemeen g. vrouwen-kraammoeders. Overeenkomstig de voordragt is besloten, de stukken sub n°. 1 en 2 te stellen in handen der Commissie van Financiën, ten fine van berigt en raad. 3°. Een adres van S. Bronsgeest, waarbij deze den eigendom verzoekt der gronden in de Verwerstraathem bij dispositiën van 15 Julij 1826 en 5 September 1836 in gebruik verleend en zulks tegen afkoop der daarvoor gestelde recognitiën. 4°. Een adres van K. in 't Hol Az., executeur van het testament van wijlen G. in 't Holom teruggave van betaalde plaatselijke belasting over 1859. En is overeenkomstig de voordragt besloten de stukken sub n°. 3 en 4 ten fine van berigt en raadte stellen in handen van Burgemeester en Wet houders en de Commissie van Financiën. 5". Rapport van de Commissie van Financiën op de rekening van het R. C. armbestuur over 1858. 6°. Voordragt van de Commissie tot de Strafverordeningen, houdende maat regelen tegen hen die zich op de openbare straat in een kennelijken staat van dronkenschap bevinden of, door het aanheffen van geschreeuw en onstui mig of zedeloos gezang, ergernis verwekken. Overeenkomstig de voordragt is besloten, deze beide stukken ter inzage vah de leden in de leeskamer neder te leggen. 7°. Een adres van de wed. F. van der Laken, daarbij vrijstelling verzoe kende van de betaling van haren aanslag in de plaatselijke directe belastin» over 1859, uil hoofde van onvermogen. D Is overeenkomstig de voordragt besloten hierop over te gaan tot de orde van den dag, als niet behoorende tot de bemoeijingen dezer vergadering. Vervolgens wordt de vergadering gedurende cenigen tijd met gesloten deu ren voortgezet. Nadat deze weder geopend zijn, brengt de Burgemeester in behandeling: 1°. Het lste suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, 1859. Dit wordt, na deliberatie met algemeene stemmen vastgesteld tot een be drag van 482.83. 2°. De rekening van het R. C. wees- en oodeliedcnhuis over 1858. En gelet op het rapport van de Commissie van Financiën is na delibe ratie inct algemeene stemmen besloten deze op te nemen en goed te keuren bij het besluit te dezer zake vastgesteld. 3°. Eene missive van den Staatsraad-Commissaris des Konings in Zuid holland, van den 19<len Julij dezes jaars, lit. B, n°. 3510/2 (1« afd.), daarbij namens Gedeputeerde Stalen, Burgemeester en Wethouders nitnoodi- gende aan den Raad het voorstel te doen, om uit de Verordening tot afwe ring van de besmetting door pokken (zoogenaamde kinderziekte) of door ge- wijzigde pokken (variolae mitigatae), vastgesteld den 20st«n April 1854, te doen wegvallen de verpligtingen aan de geneeshceren opgelegd, als in strijd met art. 150 der gemeentewet. Gelet op het rapport van Burgemeester en Wethouders en dat van de Commissie belast met het ontwerpen der Verordeningen tegen wier overtre ding straf is bedreigduit welk laatste rapport blijkt dat de aangehaalde Verordening, als krachtens art. 347 der Algemeene Politieverordeningvast gesteld den Oden October 1856, vervallen, hier niet kan zijn bedoeld, maar deze aanschrijving moet gelden art. 304 dier Algemeene Politieverordening, gelijkluidend met art. 2 der door den Staatsraad-Commissaris des Konings aangehaalde Verordening; welk artikel echter, op de bij dat rapport aange voerde gronden, niet strijdt met het bepaalde bij de artt. 150, 151 en 153 der Wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85), waarom de Commissie raadt dat door den Raad worde geantwoord dat naar zijn oordeel er geene noodzakelijkheid schijnt te bestaan om dit art. in te trekkenmet welk advies Burgemeester en Wethouders zich vereenigen, Is na deliberatie met algemeene stemmen dienovereenkomstig besloten. 4°. Een adres van regenten van het Evangelisch Luthersch wees- en oude- liedenhuishoudende verzoek om teruggave der betaalde plaatselijke belasting op de turf over 1859. En, gelet op het rapport van de Commissie van Financiën, is na deliberatie met algemeene stemmen dienovereenkomstig besloten, aan de adressanten te kennen te geven dat, vermits van de behoefte aan deze teruggave niet blijkt en ook niet wel vóór het einde van het dienstjaar blijken kanhun verzoek als ontijdig wordt gewezen van de hand. 5°. De voorwaarden van verpachting der brnggelden binnen deze gemeente. Deze worden, na eene geringe bijvoeging, met algemeene stemmen vast gesteld. 6». Een request van M. van Weeren, waarbij deze verzoekt dat de onder n°. 8 van art. 71 der algemeene politieverordening, vastgesteld 9 October 1856, aangewezen hoefslag tot het nederleggen van puin, moge worden ver anderd, als hem hinderlijk ter verkrijging van versch water in zijne fabriek door middel van den duikertot het leggen waarvan hem door den Raad vergunning is verleend. Gelet op het rapport van Bnrgemcesler en Wethouders, waarbij zoo naar aanleiding van dit adres als van andere aan dat Collegie kenbaar gemaakte bezwaren, de wijziging van gemeld art. 71, wat betreft de hoefslagen sub n°. 8, 11 en 24 aangewezen, wordt voorgedragen, Is, na het wisselen van algemeene consideratiëndit gewijzigd art. in rondvraag gebragt en met algemeene stemmen vastgesteld. 7°. Adressen van Pieter AVillem Marinus Trap, Steendrukker alhier, eigenaar van het huis op de Oude Vest, geteekend Wijk VIn°. 951 Kadaster Seclie H, n». 1258, en Mr. Herman Obreen, namens de gezamen lijke eigenaren van het perceel op de Oude Vest Wijk VI, n°. 952 en /08, Kadaster Sectie 11, n°. 1896; daarbij beiden verzoekende den eigendom te Tan |)6.1XJ- „,..i.j„ aan het einde der Zaksteeg, uitma kende een gedeelte van het perceel kadastraal bekend Sectie II, n°. 1260. Gelet op het rapport van Burgemeester en Wethouderswaarbij zijmet eenige wijziging, waarin door de adressanten genoegen is genomen, tot de inwilliging dezer verzoeken raden Is na deliberatie met algemeene stemmen besloten, nadat alvorens, ter voldoening aan art. 230 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85), was verklaard dat ongeveer 30 ellen gemeentegrond aan het einde der Zaksteeg, bij het kadaster bekend als een gedeelte van seclie H, n°. 1260, ter openbare dienst niet meer bestemd zouden wezenaan mr. H. Obreen in zijne gezegde qualiteit, in eigendom af te slaan p. m. 10 ellen gemeen tegrond in de Zaksteeg, tegen betaling eener som van vijfentwintig gulden, en aan P. W. M. Trap ongeveer 20 ellen van dien grond, voor eene som van vijftig gulden, waartoe het vereischte raadsbesluit is vastgesteld. 8». Een adres van commissarissen der sociëteit Amicitia, waarbij zij het gebruik verzoeken van een gedeelte gemeentegrond aan den vestwal, uit makende het geheele terrein tusschen de Rijnsburgerpoort en den molen de Eendragt. Gelet op het rapport van Burgemeester en Wethouders, is bij de delibe- ratiën door het lid Hubrecht voorgesteld, de behandeling van dit onderwerp aan te houden, tot dat het alvorens gebleken zal zijn, in hoeverre Commis sarissen bereid en in staat zijn, aan de door het Collegie van dagelijksch bestuur noodzakelijk geachte voorwaarden te voldoen; welk voorstel, in rond vraag gebragt zijnde, met 17 tegen 3 stemmen: die van deleden Luzac, Bucaille en Geversis aangenomen. Het lid Bucaille verlaat de vergadering. 9°. Een adres van D. J. Brouwer, luitenant ter zee 1»*« klasse, houdende verzoek om teruggave van betaalde plaatselijke directe belasting over 1858, voor 4 maanden, op grond hij eerst sedert 1° Mei van dat jaar alhier woon plaats houdt; b. om afschrijving van die belasting over 1859, mede voor 4 maanden, aangezien hij deze gemeente op 1" September met der woon zoude verlaten. Gelet op het rapport van Burgemeester en Wethouders en dat der Com missie van Financiën, is overeenkomstig de concluciën dier rapporten, met algemeene stemmen besloten, aan D. J. Brouwer voornoemd, teruggave te verleenen van de door hem betaalde plaatselijke directe belasting over 1858, voor 4 maanden of 4/12, lot een bedrag van ƒ13,11, en afschrijving dier belasting over 1859 toe te staan, voor 4 maanden of 4/12 van zijnen aan slag, ter somma van f 9,83. 10°. Een adres van David Veilbrief Junior, waarbij hij vergnnning vraagt om het vuile water uit zijne fabriek in de Raamsteeg, wijk II. n°. 136 rood, door eene gemetselde lozing te mogen doen uilloopen in stadskolk, zich gaarne verbindende om deze telken 14 dagen, of zoo dikwijls zulks noodig rnogt zijn, te doen ontruimen en zuiveren van alles wat aan den afloop van hel water hinderlijk zoude kunnen zijn. Gelet op het rapport van Burgemeester en Wethouders, is na deliberatie met algemeene stemmen besloten, dit verzoek, zoo als het is liggende, te wijzen van de hand. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te I.eyden ter Boekdrukkerij van .J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 5