ggglT MAATSCHAPPIJ VOOR TOONKUNST TE LEIDES. Lord John Russell laakte insgelijks de uitvallen der Engelsche dagbladen tegen Frankrijk en hoewel hij van keizer Napoleons goede trouw overtuigd was, meende hij evenwel dat Engeland zijne militaire toerustingen moest voortzetten. In denzelfden geest sprak lord Palmerslon; hij voegde er bij, dat Italië's tegenwoordige gesteldheid bewees dat de vrede even zoo ver schrikkelijk kon zijn als de oorlog, liij zeide ook dat lord Malmesbury, de vorige minister van builenlandsche zakenzoo hij bekwamer ware ge weest, het uitbreken van den oorlog zou hebben kunnen verhoeden, en dat het van de omstandigheden afhankelijk was of Engeland deel aan het congres zou nemen. Hier te lande hebben de woorden van keizer Napoleondie hij lot de hooge staatsligchamcn heeft gerigtniet minder indruk gemaakt dan te l'arijs. Vooral is de aandacht gevallen op de beweegredenen die den keizer hebben doen besluiten om zijn werk te eindigenen op zijne betuiging van j leedwezen dat hij dit werk heeft moeten staken om de belangen van zijn land niet aan gevaar bloot te stellen. Men meent in 's keizers woorden eenigen wrok tegen Europa te ontdekken, vooral tegen Engeland en Pruis- scn, en eenen hcimelijkcn toeleg om den militairen geest in Frankrijk niet te doen insluimeren. Uil dien hoofde vermaant de Timesdie niet op de hand des keizers is, om op zijne hoede te zijn en hij voorziet reeds het oogenblik dat Engeland genoodzaakt zal zijn om aan Frankrijk' opheldering te vragen omtrent de uitbreiding zijner zeemagt. De woorden van dit blad zijn in zeker opzigt de reglvaardiging van een opmerkelijk artikel in het Joum. des Débats. De Punch heeft in cene caricaluurplaat getracht den tegenwoordigen toestand van Italië aanschouwelijk voor oogen te stellen. Italië, een vrou wenbeeld, staat gekluisterd aan den regtervoet en de regterhand; de kluis ters zijii gesmeed aan Venetie; op Venetië drukt de keizer van Oostenrijk zijnen regtervoet, terwijl bij de sleutels in de hand houdt; links van Italië staat keizer Napoleon en drukt de Pauselijke kroon als een domper Italië op het hoofd, en dit hoofd verdwijnt er geheel onder, zoodat alleen de gesloten lippen nog zigtbaar zijn; in de ongeboeide linkerhand houdt Italië i een slaak waarop de vrijheidsmuts is geplaatst; het onderschrift is: Free Italy met een vraaglceken. Dr. Winlcrboltomdezer dagen te South Shields overleden, heeft zijn vermogenten bedrage van 22,000 bestemd tot oprigting eener school voor zeevarenden in genoemde plaats. FRANKRIJK. PARIJS, 22 Julij. Het corps diplomatique heeft thans ook den keizer zijne gelukwen- schingen gebragt met den gesloten vrede. De Pauselijke nuntius voerde bij die gelegenheid het woord en de keizer heeft op zijne aanspraak hoofdza kelijk het volgende geantwoordEuropa heeft bij het begin van den oorlog een zoo onregtvaardig oordcel over mij geveld, dat ik mij gelukkig rekende door het sluiten van eenen aar. Frankrijks eer en belangen voldoenden vrede te hebben kunnen bewijzen, dat het geenszins mijn voornemen was de orde van zaken in Europa omver te werpen en een algemeenen oorlog te doen ontstaan. Ik hoop dat alle geschillen zullen verdwijnen en dat de vrede van langen dtinr zal wezen. Deze verklaring des keizers is uit een tweeledig oogpunt belangrijk. Men ziet daaruit duidelijker dan in zijne vroegere woorden, dat de keizer den vrede heeft gesloten om eenen algemeenen oorlog te vermijdenen dat het wantrouwen van Europa hem mede daartoe gedrongen heeft. Ten anderen heeft de keizer met ronde woorden gezegd dat hij hoopte dat de vrede in lang niet zou gestoord worden. Europa zal deze uitdrukking met blijd schap vernemen: want Frankrijk vermag veel, indien het den vrede wil bewaren. De toestand van Italië blijft voortdurend dc aandacht bezig houden. Alles is daar in verwarring, en zoowel in de legalien als in Toskane vol hardt men in het besluit om de herstelling van liet vroegere bewind te wei geren. Al die zwarigheden zullen den keizer noodzaken zijn uitstapje naar Plombières vooreerst op te geven. Het Joum. des Déb. beval een artikel door den secretaris der redactie onderteekend, dat is op de wijze waarop dit blad gewoonlijk artikelen, die uit ecne officiële diplomatische bron vloeijenmededeelt. In dit artikel wordt een blik geworpen op hetgeen in Engeland en Duilschland, ten op- zigle van dc Italiaansche zaak en de staatkunde van Frankrijk, is voor gevallen. Vervolgens wordt betoogd dal het bondgenootschap tusschen Frankrijk en Engeland noodig is, zoowel in hel belang van Europa als in dat der beide landen, maar dal hel niet kan bestaan dan onder beding dal het oprcgl gemeend cn vertrouwend is. Aan die vcreischlen heeft wel Frankrijk maar niet Engeland in den jongstcn lijd voldaan. Wij weten welleest men o. a. in dit artikeldat hel eene oude gewoonte in Enge land is, bij de behandeling der bcgrootingen van oorlog cn marine, aan het volk een inval in het land als schrikbeeld voor te stellen, en door ver grootglazen te doen zien hoe men te Cherburg, Hrest en Toulon gereed staat om eskaders, ruimschoots van soldalen voorzien, naar alle zeeën, die in Fransche mceren worden herschapen, heen te zenden. Wij weten ook dat deze list altijd gelukt en dat de gevraagde ponden worden toegestaan. Tot nu toe geloofden wij dal die handeling slechts van weinig belang was, en beschouwden wij haar als ecne verouderde behendigheid van personen die met eene verhitte verbeeldingskracht waren begaafd; maar de omstandigheden, waaronder nu dezelfde rol weder gespeeld wordt, het staatkundige gewigt der personen die daarbij het tooncel betredenen de ontknooping die daarvan het gevolg zou kunnen zijn, veroorloven ons niet een gevaar onopgemerkt te laten dat wij altijd getracht hebben van ons af te wendenDat Engeland gemeend heeft zich onzijdig te moeten houden, dat het, zijne vrij gevige staatkunde vergelende, niet medegewerkt heeft om Italië te bevrij den, willen wij niet beoordeclen, maar dat zijne onzijdigheid zigtbaar tegen ons gerigt is, dat kunnen wij niet begrijpen, dat is niet te verklaren en niet te reglvaardigenAan dc verdachte onzijdigheid van Engeland en Duilschland stelt Frankrijk gematigdheid tegenover. De overwinnende keizer hergeeft den vrede aan liet verbaasde Europa; zal Europa nu minder gema tigd en minder vredelievend zijn dan de keizer? Prins Napoleon is alhier aangekomen cn heeft zich met zijne gemalin naar het kasteel van Meudon begeven om zijnen vader te bezoeken. De Patrie berigt dat dc keizer cer.ige vlottende batterijen aan den koning van Sardinië zal afstaannaar men zegt a 50,000 frs. per stuk. Aan den Constitutionnel wordt uit Milaan geschreven: Alhier en in geheel Lombardye is eene inschrijving geopendten einde uit dankbaarheid voor keizer Napoleon, den overwinnaar van Magenta cn Solferino, een ruiter-standbeeld op te rigten. De lijsten zijn spoedig volteekend, en men is reeds van het noodige geld verzekerd. De heer Leblond, kapitein der infanterie, die dezer dagen is overle den, heeft zijn vermogen, 350,000 frs., aan de stad Vesoul vermaakt, na aftrek van eenige legaten, ten bedrage van 80,000 frs. ITALIË. De Sardinische commissarissen en ambtenaren, welke naar de hertog, dommen cn dc legaliën waren gezondenzijn door den koning teruggeroepen. De heer d'Azeglio heeft in die betrekking te Bologna slechts een dag door- gebragt. Hij heeft echter voor zijn vertrek aldaar een bestuur gevestigd en het beleid der militaire zaken aan een Sardinisch kolonel opgedragen. AI de troepen uil Bologna, vcreenigd met de vroeger aldaar aangekomen Tos- kaners, zijn onder bevel van generaal Mezzacappo naar Rimini opgerukt, alwaar men een treffen met de pauselijke troepen te gemoet zag. Men hield de herstelling van het pauselijk gezag in die stad bijna voor onmogelijk. In Toskane wil men thans het vraagstuk betreffende de verecniging met Sardinië aan cene stemming des volks onderwerpen. Men verzekert dat Venetië een Italiaansch bestuur zal hebben en dat uitsluitend Italiaansche troepen daarin zullen gelegd worden. De aartsher tog Maximiliaan zou lot gouverneur-generaal van Venetië benoemd worden. Te Rome is dc correspondent van het Joum. des Déb. voor den di recteur-generaal van policie ontbodendie hem ten strengste heeft aanbevo len om zich ten opzigle van de pauselijke regering in meer bezadigde woorden uit te laten, met bedreiging, dat hij anders uit de stad zou verwijderd worden. OOSTENRIJK. WEENEN, 21 Julij. De keizer heeft den generaal von Hess tot veldmaarschalk en den gene raal Bcnedek tot luitenant-veldmaarschalk benoemd. Er worden reeds maat regelen genomen om het leger langzamerhand op den voet van vrede terug te brengen. De uit Milaan verdreven jezuiten, ten getale van 25, zijn alhier aangekomen. Naar onderscheidene plaatsen in Bohème zijn bevelen gezondenbe treffende het ontslaan van den eed van getrouwheid aan den keizer der aldaar in bezetting liggende Lombardysche regimenten, die vervolgens naar hun vaderland zullen worden teruggezonden. TFRKÏE. De Sultan heeft, naar gemeld wordt, van zijne reis naar Egypte afge zien hij zal zich tot een uilstapje naar de Dardanellen bepalen. Als oorzaak van het opgeven van dit reisplan wordt geldgebrek genoemddat zich thans te dringender doet gevoelen, daar de Sultan, die eene betrekkelijk groote leening wil sluiten, er slechts met moeite in geslaagd is, om legen zeer hooge rente twee millioen fr. magtig te worden. In Bulgarye moeten de Turken wederom buitensporigheden hebben ge pleegd. Eenige vrouwen zouden weggevoerd zijn cn onder de christelijke gezinnen heerschle er eene groote verslagenheid. STAOS. BER1KTEN. BURGEMEESTER ex WETHOUDERS van LEYDEN bepalen dal, van af den 24slen Julij aanstaande lot nadere bekendmaking, gccne Honden, anders dan behoorlijk voorzien van een ijzeren of koperen muilband, waar van het model op het bureau van de politie te bezigligen is, op straat mogen gelaten worden. En zal deze door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. TIEBOEL SIEGENBEEKBurgemeester. Levden, 19 Julij 1859. v. PUTTKAMMER, Secretaris. Diakenen der Ned. Hcrv. Gemeente alhier maken, met dankbaarheid aan den edelmoedigen gever, melding, dat bij hunnen medebroeder II. Zaalberg ten behoeve der armen is bezorgd een bankbillet groot ƒ200, N». 918, 8 October 1849. G. J. ROLLANDET, Pracses. 21 Julij 1859. 11. ZAALBERG, Scriba. ADVERTENTIEN. Voor de vele bewijzen van deelneming, ondervonden bij het smartelijk verlies van mijnen Zoon, betuig ik, ook namens mijne Kinderen en zijn beminde, mijnen hartelijkcn dank. Leyden, 22 Julij 1859. H. la RIVIÈRE. Ouders of Voogden verlangende Kinderen, met het nieuwe vierdejaars, de Lessen der Muziekschool te doen genieten of niet langer te doen volgen, worden verzocht zich aan te melden op Maandag 25 en Donderdag 28 Julij, des namiddags tusschen twee en vier ure, in het Gebouw tot Nut van 't Algemeenbij den Commissaris Secretaris der Maatschappij, Leiden, 21 Julij 1859. P. C. LEZVVYN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 2