LEYDSCHE COURANT. 1850. MAANDAG 11 JULIJ. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vtijdag uitgegevenDie van Maandag komt „U Zaterdag Avond. N°. 82. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke Hommers worde?i tegen 10 Centen afgegeven BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN, 9 Julij. Wij vernemen dat hel adres van onzen gemeenteraad, op den 5dco dezer bjj de provinciale staten van Znidholland ingekomenluidt als volgt Geeft met allen verschuldigden eerbied te kennen de gemeenteraad van Leyden dat hjj op 28 Maart 1859 met algemeenc stemmen heeft vastgesteld een adres aan Zijne Majesteit den koning en aan de staten generaal dat dit adres luidt als volgt: [Do inhoud van dit adres is reeds vermeld in ons nommervan29 Junij.] dat de gemeenteraad, bij deze mededeeling van gemeld adres, schijnt te kunnen volstaan met zich daaraan te refereren dat nu alleen nog noodig kan worden geacht daarbjj te voegendat vroe ger door velen niet eens betwijfeld werd, of de lijn van Leyden op Woer den wel de voorkeur verdiende, zoodat voor het aanleggen daarvan zelfs concessie is aangevraagd; maar dat langzamerhand het denkbeeld van die lijn verdrongen is door de voorstelling eener lijn van's Gravenhage op Gouda dal thans sommigen zelfs geen de minste kennis schijnen te dragen van eene Ijjn als de eerstgemelde; dat echter deze lijn vooral daarom eene stellige voorkeur verdient, omdat zij 1°. voor 's Gravenhage ongeveer even goed is als de andere, en 2°. be paaldelijk is van veel meer algemeen belang dat het eerste punt duideljjk wordt door eene vergelijking van afstanden; dat de afstand van den weg tusschen 's Gravenhage en Utrecht over Gouda zou zijn van CO mijlen, terwijl de afstand van den weg tusschen 'sGravenhage en Utrecht over Leyden 63 mijlen zou bedragen, zoodat slechts een niet noemenswaardig verschil van 3 mijlen (4 a 5 minuten spo- rens) bestaal dat het tweede puntomtrent het meer algemeene belang eener lijn van Leyden op Woerden, duidelijk wordt, wanneer men in aanmerking neemt, dat, behalve de vele andere gemeenten, wel niet aan den liollandschen spoorweg, maar bjj Leyden gelegen, vooral Haarlem en de tusschen deze gemeente en Leyden gelegene plaatsen van het gemakkelijk vervoer over Leyden naar Utrecht voordeel zullen trekken; dat derhalve eene spoorwegljjn van Leyden op Woerden te verkiezen is Loven die van 's Gravenhage op Gouda; dat wel is waar de ljjn van 's Gravenhage op Gouda in verband wordt gib.-agt met eene zuidelijke lijn en wel met die van Gorkum op Breda maar dat eene dergelijke lijn wel nimmer tot stand zal komen dat toch de overtuiging vrij algemeen en bij den waterstaat gevestigd is, dal voor de riviers-overgangen Gorkum is hel gevaarlijkste puut, en dat, reeds van Tiel af tot aan den Moerdijk toe, geene bruggen mogen worden toegelaten dat alzoo, door eene lijn van Gouda over Gorkum naar Breda als moge lijk voor te stellenaan een zeer beperkt lokaal belang slechts den schijn van meer algemeen belang wordt gegeven; dat in allen opzigte wenschelijk is, dat hel wezenlijk meer algemeenc belang niet, ten gevolge eener onjuiste voorstelling, worde verdrongen; Redenen waarom de gemeenteraad van Leyden eerbiedig verzoekt, dat liet aan de provinciale staten van Zuidholland moge behagen, het aanleg gen van een spoorweg van Leyden op Woerden te bevorderen, zooveel zulks kan en behoort te geschieden. 'tWelk doende, enz. De commissie uit den gemeenteraad benoemd, ten einde de bevordering van eenen spoorweg van Leyden op Woerden bjj den heer commissaris des konings in Zuidholland aan te bevelen, beslaande uit de bh. P. H. baron Taets van Amerongenmr. N. Sikkel Groos en mr. C. W. Hubrechtis beden door genoemden heer commissarisin het lokaal van het provinciaal bestuur, ontvangen. liet getal der in het W'erkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dageljjks van 91 tot 98 personen. Gisteren is de eerste nieuwe haring te Vlaardingen aangebragt. Uit den Haarlemmermeer-polder schrijft men het volgende: Het weder en vooral de overvloedige regenwelke bij afwisseling van warmte gedurende twee maanden is gevallenhebben allergunstigst op de te veld staande vruch ten gewerkt. Rogge, haver, tarwe, erwten, boonen en vlas staan overal zeer goed. Ook de oogst van hooi is zeer ruim en overvloedig. Er worden reeds arbeiders voor het zigten en maaijen van graangewassen aangenomen voor de tarwe wordt ƒ8, 9 en zelfs ƒ10 per bunder beloofd, hetwelk aan een goed arbeider een daggeld van ƒ4 a 5 geeft. Vergelijkende Staat van de zuivere opbrengst der opcenten en eigene middelenten behoeve dezer gemeente gehevengedurende de maanden Junij 1858 en 1859, alsmede van die opbrengst over de 6 eerste maan den dier beide jaren. MIDDELEN. iGeslagl(6yV)/)ce)ite» en invoer jBinnenl. Gedistilleerd (idem) Buitenl. Gedistilleerd (idem) Likeuren (idem) jGemaal (eigen middel Wijn, Fruit-enKunstwijn(jrf Turf (idem) 'Steenkolen (idem). Brandhout (idem). Zuivere opbrengst over! de maand Junij. 1858 1859 1625 3269 38 91 92 98; 80; 571 96; 95 50 f\3698.61 5751. 1372.! 1129.! 88.! 420.1 1601.80) 3477.64 131.08; 4436.63 1374.67; 1316.33 117.15 291.05 Zuivere opbrengst over de 6 eerste maanden. 1858 1859 11566.65; 22491.36 1376.72 J 225 66 31252.83; 9092.32; 4521.94; 2498.45 1184 57; ƒ12746.36;! 84210.53 10928.49 25193.22; 909.53 237.90 31012 74; 8446.72; 6699.43; 1868.15 1482.65 86778.85 Ingevolge artt. 283—286 van het wetboek van strafregt, heeft de offi cier van justitie te Utrecht aldaar doen in beslag nemen de tot dusverre uitgegeven nummers van een volksblaadje (a 2 cents), getiteld: De oorlog in Italië, als zijnde niet voorzien van den naam van den drukker of van den schrijver. Deze laatste is thans bekend geworden als te zijn Jean Louis Bernhardi, te Utrecht woonachtig. Gisteren is te Rotterdam de tentoonstelling geopend van de kon. maatschappij tot aanmoediging van den tuinbouw. Deze tentoonstelling wordt thans gehouden in den vorm van een prachligen tuinde bloemen zijn in de open lucht onder 5 tenten tentoongesteld. Door de zeldzaamheid van vele ingezonden planten en de zorgvuldige kweeking waardoor de bloe men uitmunten moet deze tentoonstelling tot eene der schoonste behooren die men tot hiertoe gezien heeft. Men verneemt met eenig leedwezen, dat er ernstig wordt gedacht aan het sloopen van het huis Zwanenburg, het gemeenelands-huis van Rijn land, te Halfweg, in de gemeente Houtrijk en Polanenwelk monumentaal gebouw in vroegere dagen door het bestuur van het genoemde hoogheem raadschap is geslichten waarvoor in de tegenwoordige dagen geen gebruik schijnt te kunnen worden gevonden. Welligt zal menigeen wenschen, dat deze slooping nog op de eene of andere wijze worde verhoed. (II. C.) De heer mr. A. J. van Beeck Calkoenonlangs door de prov. staten van Utrecht tot lid dcr eersle kamer benoemd, heeft thans aan de stalen berigt dal hij die benoeming niet kan aannemen. Ook heeft jhr. mr. M. C. Paspoort van Grypskerke, aftredend lid der eerste kamer, aan de prov. sta len van Zeeland kennis gegeven dat hij voor die betrekking niet meer in aanmerking wil komen, omdat zijn gezondheidstoestand hem verbiedt de vergaderingen geregeld bij te wonen. Van het garnizoen te Utrecht, nameljjk van het depót van het 1>,C en 7de reg. infanterie en van het hataillon mineurs en sappeurs, zullen de noodige detachementen ter beschikking worden gesteld van den Iuit.-kolonel von Metz, van den generalen staf, die belast is met het in orde brengen van de legerplaats te Zeyst. Door Z. M. is bepaald dat er ook een regiment kavalerie aan de manoeuvres zal deelnemen, en daartoe zijn aangewezen twee eskadrons van het le reg. dragonders, te Arnhem in garnizoen, en twee eskadrons van het 4C reg. dragonders, in garnizoen te Znlphen. Tc Rhenen had eergisteren een treffend ongeluk plaats. Drie jonge lingen, van 21, 17 en 13 jaren, zonen en kostwinners hunner moeder, onlangs weduwe gewordenwilden zich in de rivier den Rijn badendoch werden door den stroom medegesleeptmet het noodlottig gevolg, dat de beide oudsten hun graf in het water vonden, terwijl de jongste zich heeft weten te redden. De ongelukkige weduwe blijft thans met 5 onverzorgde kinderen achter. Uit Deventer schrijft men dat eenige onder-officieren en korporaals van het 5de reg. kavalerie op werving zullen worden gezondenten einde ge meld regiment door vrijwilligers op de vereischle sterkte te brengen. Dezer dagen werd hel eiland Walcheren bezocht door den hoogleeraar in de wis- en natuurkunde P. Ilarting, die met een 10 tal zijner leerlingen, studenten aan de hoogeschool te Utrecht, voornemens is 14 dagen te be steden aan zoölogische en botanische onderzoekingen in Zeeland. Na een paar dagen op Walcheren doorgebragt te hebben, vertrok het gezelschap naar Zuidbevelandom daarna aldaar terug te keeren terwijl het voorne men bestaat om later met een vaartuig een togtje langs de kusten te onder-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 1