Men moesl zich ergens aan vast houden om te paard te kunnen zittende h omen werden zelfs gespletenen van beide zijden moest men het gevecht staken Het was een roerend schouwspel. Te midden der lijken die den d 'bedektenen die door eene roode stoflaag waren overdekt, liepen de aarden heen en weder, zich in hunnen angst niet wetende te bergen, liet kanon zweeg, men hoorde niets dan het Ioeijcn van den wind. Vervolgens kwam er een zware regen en na een half uur werd de natuur bedaarder, maar toen ook barstte er een verschrikkelijk onweder los, en men begon iets beter te zien. Oogenblikkelijk voegde zich de stem van het kanon bij die van den donder. O welk een schouwspel de menschen en de natuur vereenigd te zien in het ten loon spreiden hunner woede. De Oostenrijkers hadden zich den lijd ten nutte gemaakt om het hazenpad te kiezen en naai den Mincio te trekkenzij bleven onze aanvallen wederstaanmaar alleen om hunnen aflogt te dekken." ITALIË, Keizer Napoleon schijnt al zijne strijdkrachten thans tegen Verona bijeen te trekkenalwaar de Oostenrijkers eene sterke stelling hebben ingenomen en een geretrancheerd kamp bezitten. De laatsten begrijpen dat van het bezit van Verona ook dat van Venetië afhangt. De bemagtiging van Peschiera is aan het Sardinische leger toevertrouwd, terwijl Mantua door het corps van prins Napoleon wordt in bedwang gehouden. Zoo hel gelukt Verona te bemagtigen, zullen Mantua en Legnano, van alle gemeenschap met Duilschland afgesneden, van zelve moeten vallen. Dat er door de Fransche wapenen eene onderneming legen Venetië zal gedaan worden, in den rug van de verdedigingslinie der Oostenrijkers, is hoogst waarschijnlijk. De uitvoering daarvan is, naar men verneemt, opgedragen aan den generaal van Wimpffendie naar Toulon is gegaan en zich reeds bezig houdt met de organisatie der troepen voor deze krijgsbeweging noodig. Garibaldi en de Sardinische divisie Cialdini zoeken de vallei van de Etscli af te sluiten om op die wijze Verona van Tyrol af te zonderen. Omtrent de wijze waarop de pauselijke troepen het wettig gezag te Perugia hersteld hebbenwordt in een schrijven uit Rome aan het Journ. des Déb. het volgende medegedeeld. Toen de kolonel (thans generaal) Schmidt met omtrent 2500 man voor de stad verscheen, ontving het voor- loopig besluur van den commissaris van het pauselijk bewind aanzegging om de stad over te geven. Het besluur antwoordde met het verzoek dat aan hetzelve eenige uren tijd mogten worden gelalen om het meest opge- wondene gedeelte der bevolking lot bedaren te brengen en verder behoor lijke beschikkingen te maken. Om dit uitstel te verkrijgen begaf de secretaris van het gemeentebestuur zich builen de stadvoorafgegaan door eene witte vlag ten blijke dat hij onderhandelen wilde; maar naauwlijks buiten de poort gekomen zijnde werd hij door 6 kogels doodclijk gelroflen, later werden zijne 4 zonen gedood en de moeder is, naar men verzekert, krankzinnig geworden. Tevens werden de poorten der stad met kanon kogels verbrijzeld, en drongen de troepen in de voorstad. Toen kwamen 70 personen om het levenwerd een groot aantal anderen gekwetst en be gon het krijgsvolk te plunderen en brand te stichten. Aan de Benediclijner monniken werd eene som gelds van omstreeks 80,000 fr. ontroofd. Bijna alle leden van de huisgezinnen TemperiniSanlarelliTabbacono en Belzuui zelfs de vrouwen en de kinderen, werden vermoord. De woestelingen dron gen in eene herberg, vermoordden den herbergier, diens vrouw, dochter en bediende, en ontroofden eene som van 24,000 fr. aan eenen aldaar verblijf- houdenden Noord-Amerikaan, welke met zijn gezin het leven ter naauwer- nood heeft gered door zich 14 uren lang schuil te houden. Na deze over winning is de stad terstond aan de buitensporige strengheid der krijgswet onderworpen en is bevel lot eene tweedaagsche illuminatie gegeven. De soldaten moesten op kosten der stad van alles ruim voorzien worden. Aan de gemeente is eene schatting van 321,000 fr. opgelegd; de heer Guardabassi alleen, die lid van het voorloopig bestuur geweest was, heeft eene bijzon dere schatting van 107,000 fr. moeten opbrengen. Men verzekert dat de Fransche gezant te Romede hertog de Gra- mont, zich naar den Paus heeft begeven, om eene wijziging van het minis terie te vragen, ten einde daardoor aan de bevolking, welke verbitterd is over de slagting te Perugiaeene voldoening te gevenen dat eene depu tatie van hel volk zich bij den generaal Goyon, opperbevelhebber der Fran sche troepen, heeft vervoegd, met verzoek zijne pogingen in het werk te stellen, dat aan het volk vrijheid gegeven worde onbewimpeld zijnen wensch openbaar te maken. In Piemont en Toskane is de verontwaardiging over hel gebeurde te Pe rugia zoo hoog gestegendat zelfs de geestelijkheid daarover luide hare afkeuring te kennen geeft. Uit Bolognc schrijft men dat er verscheidene herderlijke brieven zijn uitgevaardigd, waarin tegen de handelingen van 's Pausen huurlingen wordt geprotesteerd. Op den 20slcn Jnnij heeft de Paus een geheim consistorie gehouden, waarin hij den banvloek heeft uitgesproken over diegenen zijner onderdanen, die zich in onderscheidene plaatsen aan opstand tegen zijn gezag hebben schuldig gemaakt. Al hunne handelingen zijn als onwettig en heiligschen nend veroordeeld. Ook herinnert hij de schuldigen dat zij zich de veroor deelingen en straffen op den hals hebben gehaald, die door onderscheidene kerkelijke vergaderingen en in 't bijzonder door het concilie van Trente (22e zitting hoofdst. 11) zijn uitgesproken, legen diegenen, die op de eene of andere wijze het tijdelijk gezag van den opperpriester hebben aangerand. Nadat de Paus den wensch had uitgedrukt dat de verblindheid zijner onder danen mogt ophoudenzeide hijOndersteund door het vertrouwen op God, troosten wij ons met de hoop dat de vorsten var. Europa, even als vroeger, ook nu nog met verccnigde krachten zullen werkzaam zijn tot de verdediging en het behoud van onze lijdelijke oppermagt en die van den 11. Stoel, omdat het voor ieder hunner van het hoogste belang is dat de opper priester de meest mogelijke vrijheid genietwant daardoor worden de ge moederen der katholiekendie in hunne stalen wonengerust gesteld. Deze I onze hoop neemt meer en meer toe, nu de Fransche legers, die zich in Italië bevinden, ingevolge de verklaringen van onzen beminden zoon in J. C., den keizer der Franschen, niet alleen niets tegen onze lijdelijke magt zullen ondernemen, maar integendeel haar zullen verdedigen en handhaven. De Paus heeft, ingevolge ccner vroeger door de Oostenrijksche rege ring gedane voordragteen aartsbisschop van Milaan en nog twee bisschop pen in Lombardijc benoemd. De koning van Sardinië is daarover zeer onte vreden en zal waarschijnlijk aan de benoemden de magtiging lot aanvaarding hunner betrekking weigeren, uithoofde door die benoeming het regt van Oostenrijk op Lombardije wordt erkend. PRUIISEN. BERLIJN, 1 Julij. Men verwacht dat de minister van binnenl. zaken, de beer Flollwell, wegens zijne vergevorderde jaren en zijne geschokte gezondheid, zal aftre den en vervangen worden door graaf Schwerinvoorzitter van de kamer der afgevaardigdenen hoofd van de vrijzinnige partij. Deze keuze zou veel genoegen geven. De bondsvergadering heeft, nagenoeg eenstemmig, de voorstellen onzer regering, omtrent het stellen van een observatie-corps aan den Boven-Rijn, j en andere militaire maatregelengoedgekeurdhoewel de vertegenwoordigers der verschillende stalen nog geene nadere inslructiën hunner regeringen ontvangen hadden. Na de aanneming heeft onze regering nadere voorstellen gedaanten einde uitvoering te geven aan het besluit tot bijeenlrekking van hel obser vatiecorps. Deze voorstellen hadden voornamelijk betrekking op de punten die door het corps zullen worden bezet en op den persoon die daarover het bevel zal voeren. Uit Soest meldt men dat aldaar eene vreeselijkc gebeurtenis heeft plaats gehad. Den lieer G., gemeente-ontvanger, vond men dood in de schuur zijner woning, terwijl zijne echtgenoot door het openen der polsaderen van het leven was beroofd. Eene vrij aanmerkelijke som gelds was tevens ontvreemd. ©OSTEXïi MK. WEENEN, 1 Julij. Het berigt omtrent de aankomst des keizers op Laxenburg is voorbarig geweest. De aartshertogin Charlotte, gemalin van den aartshertog Maximiliaan, heeft in het paleis te Triëst een hospitaal voor de gewonden van het leger doen inrigten en eene jaarlyksche gift van 20,000 fl. aan dat geslicht toe gezegd. Omtrent het verlies van ons leger in den slag hij Solfcrino wordt voorloopig medegedeeld dat het, voor zoo verre men weet, bedraagt 1900 dooden en 8100 gekwetsten. Eene meer volledige opgave zal later gedaan worden, want de opgegeven cijfers staan in geene verhouding met liet verlies der bondgenooten. Eene latere depêche uit Verona stelt het verlies van ons leger tot op den 24slc0 aan dooden, gekwetsten en krijgsgevangenen op 17,000, waarbij waarschijnlijk gevoegd zijn diegenen, die na den slag tot op dien dag aan de gevolgen hunner wonden zijn overleden. Volgens de Oest. Corr. zijn er 10,000 man Fransche troepen te Ltts- sin-PiceoIo, in de bogt der Adrialischc zee gelegen, geland. Zij hebben eene brug tnsschen het eiland Osero en Cherso vernield. UitTemeswar ontvangt men liet berigt, dat in die omstreken meer dan 80 dorpen zijn overstroomd, ten gevolge van de aanhoudende regens die de rivieren hebben doen zwellen. TüllKYE. Volgens berigt uit Alexandrië, heeft de heer de Lcsseps een gehoor gehad bij den onder-koning, tengevolge waarvan de ambtenaren der rege ring nadere lastgeving hebben ontvangen, om de voorlzetiing der werkzaam heden aan het kanaal van Suez te ondersteunen. Aan de gouverneurs van Damiette en Alexandrië is bevel gezonden de schependie met materialen voor die werkzaamheden zijn geladen vrijheid te geven om te lossen. Uit Erzerum meldt men dal door de jongste aardbeving aldaar zeven achtste deelcn der huizen zijn ingestort. eene poging tot misleiding van het toezigt te vragen, ten einde de betaling der plaatselijke belasting te ontduiken. En is het niet dezelfde reden, die tot het verbruik van jenever uitlokt daar, waar men voor denzclfden prijs grooter hoeveelheid verkrijgt of voor dezelfde hoeveelheid minder geld eischt? Wat we dus gaan berekenen, is altijd verre beneden de som, die werkcljjk besleed wordt, te beschouwen. De plaatselijke belasting op het binnenlandseh gedistilleerd heeft, volgens de officiële opgave in de Leijdsche Couranti an 12 Jan. 11. N°. 5, in bet jaar 1858 opgebragt eene som van 49,604.89en wel zuiver, na aftrek van hetgeen bij uitvoer naar elders is terugbetaald. De plaatselijke belasting 150 opcenten van den rijksaccijns, bedraagt 18 van ieder vat vanlOOpCt. sterkte, zoodat ruim 2750 vat of 49,500 is vcraccjjnsd. De rjjksaccyns beloopt van ieder vat a 100 pCt. ƒ12, benevens 60 opcen- INGEZM» E Bf. De waarde van den Jenever. EI. Men kan zeer gemakkelijk de rekening makenhoeveel in een jaar voor jenever wordt uitgegeven, zoodra men weel hoe groot de opbrengst van den accijns is, die daarvan werd betaald. Maar men moet daarbij in het oog houden, dat de uitkomst slechts het minimum van den werkclijkcn uitgaaf is. Kan wel met ontwijfelbare zekerheid worden aangenomendal van al wat binnen de stad verbruikt wordt de plaatselijke accijns is betaald? Waar men op eenige passen afslands buiten de poort eene zoo gemakkelijk te vervoeren en te verbergen drank bij kleine hoeveelheden kan koopen 25 pCt. minder dan binnen de poort, is de verzoeking te groot, om niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 3