len overal zoo schoon te velde, dal mer. noch de beriglen over de roest in
de rogge noch die over de ziekte in de aardappelen zoover mag aanne
men, dat zij op beider oogst een belangrijken invloed zullen uitoefenen.
Men bedenkedat de zoogenaamde roest in tarwegerst en rogge ten allen
tyde heeft bestaan, dal de aardappelziekte sedert 1846 nog geen enkel jaar
is achtergebleven, en dat de oogst er van in 1858, ondanks de ziekte, den
prijs lot 40 a 60 cent het mud in Friesland heeft doen dalen.
Uit de overeenkomst met de maatschappij van weldadigheid, van 27
December 1858, dezer dagen door de wetgevende magt bekrachtigd, vloeit
voort, dat de gestichten te Ommerschans en Yeenhuizen onder beheer komen
van den staat. Om de regering in staat te stellen dat beheer te voeren,
heeft zij aan de tweede kamer aangeboden een wets-ontwerp, waarbij voor
de uitgaven voor dat beheer over de tweede helft van het jaar 1859 aange
vraagd wordt eene som van ƒ464,845.
Te Vlissingen is het bouwen ecner tweede kerk voor de hervormde
gemeente aangenomen door den heer C. de Wolff aldaar, voor ƒ56,000.
Eergisteren is op eene plegtige wijze de eerste steen gelegd van het
nieuwe drooge dok te Willemsoord. De vice-admiraal Bijl de Vroe, direc
teur en kommandant der marine aldaar, hield bij die gelegenheid eene toe
passelijke aanspraak. Des avonds had er op de vloer van het dok een bal
plaats, waartoe een 400-tal personen waren genoodigd.
Te Breda heeft de stemming voor de verkiezing van een lid van de
tweede kamer der statcn-generaalin de plaats van wijlen mr. L. D. Storm
de volgende uilkomst opgeleverd. Van de 1940 uitgebragte stemmen ver
kreeg de heer C. W. Oomen 723, de heer H. Guljé 667 en de heer W. J.
Knoop 339 stemmen; zoodat er eene herstemming tusschen de beide eerst
genoemde heeren moet plaals hebben.
's GRAVEN1IAGE, 30 Junij.
Bij kon. besluit van 27 Junij is de heer dr. W. G. Brill, op verzoek,
eervol ontslagen als schoolopziener in het 3d® district der provincie Gelderland
en tot schoolopziener in dat district benoemd de heer J. Goedhart, te Epe.
Tot ontvanger der directe belastingen enz. te Montfoort is benoemd de
heer J. M. Kleeuwens, thans in die betrekking te Noordwelle.
Z. M. heeft benoemd lot luitenant-kolonel den gepensioneerden majoor
L. Pison, van het Oost-Indisch leger, laatst militairen plaatselijken kom
mandant der stad Batavia.
Z. M. heeft bij besluit van den 12dc™ dezer de commissie, die ter zake
van een op te rigten koloniaal militair invalidenhuis was benoemdontbon
den, onder dankbetuiging voor de door haar volbragte taak.
Op voordragl van de ministers van koloniën en herv. eeredienst zijn
door Z. M. den koning benoemd bij de commissie voor de prot. kerken in
Nederl. Oost- en West-Indië, als lid en secretaris dr. J. C. Zaalberg, pred.
te 's Gravenhage, en als lid de heer T. Jeekel, oud-gouverneur der Molukken.
Naar men verneemt zal Z. M. de koning, zonder dringende omstan
digheden, niet voor den 23s,cn Augustus aanstaande van het Loo in de
residentie lerugkceren.
Z. K. H. prins Frederik is gisteren avond van de badplaats Emswer^
waarts Z. K. H. zijne gemalin had vergezeldin de residentie teruggekeerd.
Naar men verneemt zijn een aantal hoofd- en verdere officieren van de
verschillende regimenten kavalerie overgeplaatst bij het 5d« reg. dragonders.
De minister van binnenl. zaken zal op Zaturdag aanst. geen gehoor
verleenen.
blik van dien lijd. Ik wil hem niet beschuldigenen dit zou ik doen wan
neer ik zeide dat hij eene dubbelhartige rol had gespeeldmaar ik houd hem
voor een zwak man; wel een bekwaam veldoverste, maar als staatkundige
van weinig beteekenis.
Dat men een gedenkteeken voor den graaf van Egmond alleen wil op-
rigtengeef ik nog toe. Ik kan de oprigling goedkeuren van een gedenk
teeken voor den overwinnaar van Grcvelingenvan hem die de overwinning
te St. Quenlin heeft beslist, van een man die als martelaar is gestorven.
Maar ik vraag waarom hierbij de graaf van Hoorne in aanmerking komt.
Deze personen zijn nooit bij elkander gevoegd geweest dan op het oogen-
blik van hunnen dood. Gedurende de onlusten in deze provinciënbegaf de
graaf van lloorne zich naar zijne landgoederen, beladen met schulden, en
zich beklagende bij de landvoogdes dat de koning die niet wilde betalen
niet eene gewigtige gebeurtenis is er waaraan hij een werkzaam aandeel
heeft genomen. Dat was geene waardige rol voor een hoofd van den adel.
Het kan niet groot, niet edel genoemd worden iedereen in beweging te
brengen en aan te zetten, om zich vervolgens te midden van het gevaar
terug te trekken.
«Wanneer men mij van hunnen dood wil spreken, vraag ik of die beide
mannen zich op dat oogenblik zoo bewonderenswaardig hebben gedragen.
Ik bewonder veel meer de 18 slagioffers die twee dagen vroeger werden
onthoofd; zij zijn juichende gestorven; en hunne liederen moesten door het
geroffel der trommen worden verdoofd. Dat noem ik bezield zijn met hel
denmoed voor zijne overtuiging, dat noem ik sterven als martelaar voor
zijne gevoelens. Maar ik kan den graaf van Egmond niet beschouwen als
een martelaar van zijn staatkundig geloof. Ik heb daartoe slechts zijne
verdediging te lezenof den brief dien hij op den dag voor zijnen dood aait
zijne echtgenoot schreef en dien aan den koning, waarin hij verzekerde dat
hij hem altijd getrouw had gediend.
Als men een gedenkteeken wil opriglen voor den graaf van Egntond
alleen, dan kan ik het goedkeuren, omdat hij een bekwaam veldoverste
was en als een slagtoffer der onlusten is gevallen. Wanneer men een ge
denkteeken voor Marnix. van St. Aldegonde wil doen oprijzen, zou dat nog
meer mijne goedkeuring wegdragen. Ook tot oprigling van een gedenktee
ken voor al de slagioffers onzer onlusten wil ik mijne stem geven, maar
nooit tot oprigling van een gedenkteeken voor de graven van Egmond en
Hoorne te zamen. Ik weet dat schrijvers van voor 25 jaren eene lofrede
over hun gedrag hebben gehoudenmaar na dien lijd is er zoo veel ge
schreven. Dit vooroordeel begint te verdwijnen en later zou men wel eens
kunnen vragen waarom er voor beide mannen een gedenkteeken is opgerigt." i
De meerderheid der leden heeft hier tegen aangevoerd dat zij algemeen,
al was het dan ook zonder genoegzamen grond, als martelaren voor de
zaak van 's lands vrijheid werden beschouwd, en dat de vereering hunner
nagedachtenis niet zoozeer hunne personen betrof als wel de beginselen
welke dc overlevering aan hen toegeschreven had.
ENGELAND.
LONDEN, 28 Junij.
De koningin heeft ten gehoore ontvangen eene deputatie uit Canada,
die haar verzocht in het volgende jaar, bij de inwijding der Victoria-brug,
Canada met een bezoek te vereeren.
De prins van Wallis is van zijne buitenlandsche reis teruggekeerd.
De hoofden der conservatieve partij zijn voornemens lord Derby een
grooten maaltijd in Sl. James Hall aan te bieden, die, zoowel ten opzigte
van het aantal als van den rang der genoodigden, zijns gelijken in deze
tijden niet gehad zal hebben. Vooral zal daar de ontzagwekkende voet,
op welken het laatste lory-ministerie de verdedigings-middelen des rijks ge-
bragt heeft, gehuldigd worden.
Nabij Belfast is een sloepdie naar een der oorlogschepen wilde varen
en waarin zich 19 personen bevonden, omgeslagen. 13 menschen hebben
den dood in de golven gevonden.
Beriglen van de Kaap de Goede Hoop van 22 Mei melden, dat in een
groot gedeelte der kolonie eene langdurige droogte had geheerscht, waar
door de schapenfokkers veel geleden hadden en de prijzen der provisien bui
tengewoon hoog waren geworden. Op de middelen van vervoer was die
droogte ook van invloed geweest, daar in sommige streken de wegen door
het gebrek aan water onbruikbaar waren geworden.
FRANKRIJK.
PARIJS, 28 Junij.
Nadere beriglen omtrent den slag van Solferino alhier ontvangen melden
dat behalve de generaal Auger, die een arm heeft verloren, ook nog de
generaals Forlcy, Ladmiranlt en Dieu, hoewel niet gevaarlijk, gewond zijn.
Door den Moniteur worden ook nog eenigc bijzonderheden omtrent den
slag medegedeeldhoofdzakelijk bestaande in een verslag van dc aanvallen
der verschillende corpsenmaar nog geene opgave van het getal der dooden
en gekwetsten. De Oostenrijkers hadden ons, zegt dit blad, door hunnen
eersten terugtogt achter den Mincio tot zorgeloosheid willen verleidenten
einde onze te wijd uitgestrekte liniën met te beter gevolg te kunnen aan
tasten. Maar de keizer heeft geen oogenblik de voorzigtigheid uit het oog
verloren. Naar mate ons leger verder voortrukle hebben de corpsen zich
naauwer aan een gesloten. De slag bij Solferir.o is een van die gevechten
die, zoo zij al aan den oorlog geen einde maken, toch de hoop wettigen
van denzclven weldra ten einde gebragt te zien. De keizer van Oostenrijk,
in persoon het opperbevel gevoerd hebbende, heeft thans kunnen zien welke
natie hij zich tot vijand gemaakt heeft.
Men gelooft hier niet verre van de waarheid te zullen zijn als men rekent
dat bij bedoelden slag, waar 400,000 man met 500 kanonnen tegenwoordig
waren, 8000 der onzen en 30,000 Oostenrijkers builen gevecht zijn gesteld.
Zondag aanst. zal er in al de kerken des lands een pleglig Te Deum
plaats hebbenwegens de b(j Solferino behaalde overwinning op de Oosten-
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
BELGIË.
BRUSSEL, 29 Junij.
De gemeenteraad dezer hoofdstad heeft dezer dagen beraadslaagd over het
voorstel der regering om met liet rijk alhier een gedenkteeken op te rigten
ter eere der graven Egmond en Hoorne. Dit voorstel werd met 23 tegen 2
stemmen (die van den burgemeester en den heer Goffarlj aangenomen. De
burgemeester, dc heer Ch. dc Brouckerc, heeft bij die gelegenheid zijne stem
volgenderwijze gemotiveerd
ln de laatste zitting van den raad hebben al de leden de oprigting van
een gedenkteeken voor de graven Egmond en Hoorne als eene uitge
maakte zaak beschouwden alleen nog maar gesproken over de plaats waar
dit gedenkteeken zou gesteld moeten worden. Hoewel ik de gevoelens van
den minister van binnenl. zaken en van de afdeeling der schoone kunsten
op prijs stelzoowel als die van het geachte liddie reeds over deze zaak
heeft gesproken, kan ik niet lot dezelfde gevolgtrekkingen komen. De heer
Itanwet heeft gezegd: «Morgen zal het 291 jaren geleden zijn dat op de
markt die wij dagelijks, soms wel met onverschilligheid, betreden, op een
met rouwfloers behangen schavot, dc hoofden zijn gevallen van die twee
groote slagtoffers der onlusten van de 16de eeuw, die op die wijze moesten
boeten voor het vurig verlangen der natie en voor den haat dien zij aan
het juk des vreemdelings toedroeg." Indien deze beschouwing de ware
was, zou ik mij gaarne met het voorstel vereenigen. Hoewel ik mij niet
kan beroemen eene grondige kennis onzer geschiedenis te bezitten, kwam
mij deze zienswijze zeer vreemd voor. Ik heb in den laatsten tijd alles
gelezen wat er over deze twee personen is geschrevenen nergens heb ik
gevonden dat de graaf van Egmond beschouwd wordt als een staatkundig
persoon die hel vreemde juk wilde afwerpen. Ik heb alleen gezien dat hij
een bekwaam veldheer was, maar buiten dat van geene beteekenis. De
prins van Oranje noemde hem eens «graaf zonder hoofd;" ik weet wel dat
hij daarmede zinspeelde op de toekomst die hem wachtende was, maar
buiten dat zeide hij toch de waarheid. Wat deed de graaf van Egmond toen
hij zich als gezant in Spanje bevond? Hij hield zich onledig met zijne familie
zaken. Wat deed hij op de bijeenkomst van Herenthals? Hij gaf berigt
van hetgeen daar was voorgevallen aan Margarelha van Parma. Ik ontmoet
hem noch b(j het verbond der edelennoch op eenig ander beslissend oogen-