lord Palmerston tegengesproken. Volgens dit blad bestaat er lusschen de beide mannen ecne volkomen overeenstemming over het voorzitterschap in hel kabinet, bijaldien lord Derby mogt vallen, en hij die door de koningin met de vorming van een ministerie wordt belast, zal niet den minsten te genstand van zijn mededinger ontmoeten. Hierbij moet opgemerkt worden dat de optreding van lord Palmerston als hoofd van bel bewind veel tegenstand zal vinden bij de onafhankelijke libe ralen. Bij gelegenheid van een gastmaal te Miiford-Havenop Zaturdagll. heeft de heer Roebuck verklaarddat bij het behoud van het tegenwoordige ministerie verkoos boven een bestuur van lord Palmerston. Dit ministerie zou toch beter de onzijdigheid bewaren dan inen zulks van lord Palmerston kon verwachten. De optreding van den laatste zou slechts leiden tot eene Europcsche coalitie of tot ecnen algemecnen oorlog. liet Court Journal meent uit eene goede bron te mogen verzekeren dat Pruissen, voor het geval dat Kossuth en zijne medestanders er in sla gen mogten een opstand in Hongarije aan te stoken, aan de Oostenrijksche regering zijnen bijstand op gelijke wijze als vroeger Rusland heeft toegezegd. Aan de Times wordt uit Marseille geschreven dat de oorlogsuilgaven der Fransche regering alle denkbeeld te boven gaan. Dagelijks worden al leen van Marseille 3 millioen francs naar Italië afgezonden en door een ge heel jaar genomen zou men de uitgaven voor den oorlog op 80 millioen kunnen stellen. De Fransche natie, voegt de briefschrijver hierbij, zal dan toch wel spoedig oordcelen dat dit te veel is ont te voldoen aan de eerzucht van een enkel man. FRANKRIJK. PARIJS31 Mei. De keizer heeft generaal Forey, die bij Montebello het hevel over onze troepen voerde, tot groot-officier van het legioen van eer benoemd, en den gekwetsten kolonel Lespard tot generaal bevorderd. Er is vroeger gesproken van het vertrek van graaf Walewski naar het hoofdkwartier des keizers. Dit berigt wordt thans tegengesproken. Er bestaan nu op dit oogenblik nog geene redenen die tot die reis aanleiding kunnen geven. De tegenwoordigheid van den minister op het oorlogslooneel zou dan alleen nuttig kunnen zijn, wanneer de Franschen en de Sardiniërs aan de Mincio zullen gekomen zijn, want dan zullen waarschijnlijk de overige mogendheden nog eenige diplomatische stappen doen om beide par- tjjen lot eene schikking over te halen. Aan den lieer Horace Vernet is opgedragen de vervaardiging eener schilderijvoorstellende het gevecht van Montebellodat bestemd is voor het museum van Versailles. ITALIË. Op het tooneel des oorlogs hebben thans de Sardinische troepenonder de aanvoering van koning Victor Emanuel, een belangrijk voordeel op de Oostenrijkers behaald. De eerstgenoemden zijn de Sessia overgetrokken en hebben de vijandelijke stellingen te Paleslro, Vinzaglio en Casalino, drie dorpen op eenigen afstand van Vercelli, aangevallen. Van beide zijden moet dapper gestreden zijn, maar de overwinning is aan de Sardiniërs verbleven. De verschansingen der Oostenrijkers werden met de bajonet veroverd. Twee kanonnen en een groot aantal krijgsgevangenen zijn levens in handen der Sardiniërs gevallen. Ilct getal der gesneuvelden en der gewonden wordt nog niet opgegeven. De koning van Sardinië heeft na het gevecht den nacht te midden zijner troepen op het slagveld doorgebragt. Van de Oos tenrijksche zijde wordt alleen gemeld dat er een voorpostengevecht te Paleslro heeft plaats gehad, maar worden geene bijzonderheden daaromtrent medegedeeld. Keizer Napoleon heeft zijn hoofdkwartier van Alessandria naar Vercelli verlegd. Voor zijn vertrek heeft Z. M. de gekwetsten in de hospitalen be zocht en hun woorden van troost toegesproken. Te Vercc-lli vond hij bij zijne aankomst de stad in volle feestvreugde wegens de overwinning te Pa leslro behaald. Des avonds had aldaar eene algemeenc verlichting plaats en de keizer heeft deze te voet bezigtigd. Omtrent Garribaldi is het moeijelijk iets met zekerheid te zeggen. De berigtcn uit Bern blijven zijnen lerugtogt melden, llij zou te Como aange komen zijn en aldaar de aankomst van Fransche en Sardinische troepen af wachten; hunne voorposten waren reeds in aantogt. De opstand in Lombardye, in die oorden waar Garribaldi is verschenen, neemt meer en meer toe. Overal worden de Oostenrijksche ambtenaren ver jaagd, en het gewapende landvolk trekt in massa naar Sondrio, alwaar een legercorps wordt te zamen gesteld. Te Vercelli zijn de troepen, even als te Alessandria, in de kerken gelegerd, met dit onderscheid dat de Franschen te Alessandria ruimte heb ben gelaten voor de eeredienst. De Italianen zien zoo naauw niet; de hoofd kerk te Vercelli is geheel door hen bezet. In 'l midden ziet men op eene tafel een vat met wijn, omringd door drinkers; aan de wanden hangen al lerlei voorwerpen, een tapijt van stroo dekt den vloer en de banier met het kruis van Sovoye wappert op het altaar. Een berigtgever zegt dat hij ge zien heeft dat een soldaat op den predikstoel zich stond te scheeren, terwijl een ander schoon linnengoed aantrok in een biechtstoel. Te Genua is men verwonderd over de godsdienstigheid der Fransehen. Men had aldaar duivels verwacht en men heeft daarentegen heiligen ontmoet. Beriglen uit Rome melden, dat de gisting in de Iegatiën meer en meer toeneemt. Den 26stcn had te Rome weder eene demonstratie plaats ten gunste van Frankrijk; de fransche opperbevelhebber liet daarop de volks menigte door de gendarmerie uitnoodigen om uit een te gaan, waaraan het volk dadelijk gehoor gaf. PRUIS SE1V. BERLIJN, 30 Mei. Men verzekert dat onze regering nabij Erfurt een legercorps zal bij eenbrengen, omdat van daar, zoo noodig, zeer gemakkelijk troepen naar alle punten kunnen gezonden worden. Door een dagblad van Dresden wordt medegedeeld dat de versland houding lusschen Oostenrijk en Pruissen thans op beleren voet staat dan vroeger, hetgeen in het belang van Duitschland zeer verblijdend is. Door Fransche oorlogschepen zijn, naar ntcn zegt, dezer dagen pei lingen gedaan aan de monden der Wezer en Elve. De omstreken van het stadje Nassau, ongeveer een uur boven Ems aan de Lahn gelegen, zijn laatstleden vrijdagavond door eene wolkbreuk vreeselijk geteisterd. liet water steeg zoo geweldig dat het over vier voe len hooge tuinmuren heenstroomde. De zaad- en aardappelvelden en tuinen zijn verwoest en de grond, in zoo ver die niet weggespoeld is, ligt met zware rotsblokken en steenen overdekt. OOSTENRIJK, De keizer is op 30 Mei, des avonds ten 6 ure, te Verona aangekomen. Z. M. ontving op zijne reis de hartelijkste blijken van de toegenegenheid der bevolking. liet aantal vrijwilligers in de hoofdstad bedraagt reeds 3217. i ai ci e z o arent. Jeugdige emigranten naar de Kaapkolonie. Wij kunnen wederom van eenen der uit Leyden vertrokken jongelieden W. H. van der Laaken, die de reis in October met de Bulgerstein onder nam, berigt mededeelen, dat wij ontleenen aan eenen brief, dien hij, op 20 Maart jl. uit Wolfskraal, (Lange kloof, dislrikt George) aan zijne moeder heeft geschreven. Ilij was de eenige uit Leyden die met het genoemde vaar tuig kaapwaarls stevende, en wij willen daarom ook zijn geluigens om trent de levenswijze aan boord hooren. Gelijk gij welen zult" dus schrijft hij, «zijn wij Zondag den 24slfn Oct. van Rotterdam gezeild. Wij waren zeer blijde, want dat stil liggen ver veelde ons zeer. Het eten en drinken dat wij op het schip gekregen heb ben, beviel mij zeer goed. Wij kregen somtijds kaas en eiken avond boter. Ook kregen wij des Zondags een glaasje wijn. Verder hebben wij ver scheidene schepen ontmoet, welke wij, of zij ons, praaiden. Op den 7dc" Januarij des namiddags kregen wij land in het gezigt maar het duurde tot des anderen dags avond eer wij het anker voor de Kaapstad lieten val len. Op den lldcn Januarij werden wij allen met bootjes naar den wal geroeid, en naar den tuin van den Hollandschen consul geleid, waar wij goed onthaald zijn. Des namiddags gingen wij wederom naar het schip, en den anderen dag werden wij naar onze bazen of hecren verwezen. Wij zijn met ons beiden; mijn kameraad is in 'sGravcnhage geboren. Ik ben voor huiswerk en hij is voor stal en buitenwerk. Wij zijn 14 dagen in de Kaapstad gelogeerd (geweest) en van daar naar de Mosselbaai vertrokken. Hier hebben wij 8 dagen gelogeerd en zijn van daar naar de plaats onzer bestemming vertrokken, waar wij het (bij den heer Wgoed ge troffen hebben." Om te doen zien dat de commissie aan de Kaapdie met de voogdij over de jongelieden belast is, voortdurend in het belang dezer laatster, werkzaam blijft, vermeld ik, dat, even als in het vorige jaar, zoo ook in het loo- pende, eenige commissieleden de, in den omtrek van de Kaapstad geplaatste jongens en meisjes bezocht hebben, om zich omtrent hunnen toestand, hun gedrag, en ook naar de wijze waarop zij in de familiën behandeld werden, in te lichten. Dat onderzoek zou, met betrekking tot hen die in de Kaap stad geplaatst waren, door de commissie worden voortgezet, terwijl deze laatste de berigten te gemoet zag van de subcommissiënaan wie gelijke taak voor de verder afgelegen distrikten was opgedragen. De Nederlandschc consul, de heer Imtcr, had met twee commissieleden 83 der jongelieden in den omtrek der Kaapstad, te Slellenbosch enz. bezocht, en allen tevreden en welvarende bevonden. Aan hen die een jaar en langer in de kolonie geweest waren, en bijzondere redenen van tevredenheid hadden gegeven, werd tot aanmoediging een verecrend getuigschrift uitgereikt, dat hun als aanbevelingsbrief voor het vervolg gelden kan. Een aantal van 34 hadden zieh deze bijzondere onderscheiding waardig gemaakt. In slechts den huis onder zoo velen, had de commissie zich verpligt gezien den meester haar ongenoegen te kennen te geven. Wanneer het algemeen verslag door de commissie wordt overgemaakt, en mij daarvan, gelijk waarschijnlijk is, mededeeling geschiedt, stel ik mij voor, ook daarvan naar gelang van omstandigheden, het een en ander alhier ter algemeene kennis te brengen. Leyden, 29 Mei 1859. C. LEEMANS. gTAIHS-BERIGTEN. HER-IJK. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEY DEN, gezien hebbende bet be sluit van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, in dato den 15de" Februarij jl., n°. 41, 2de afd. [Prov.-Blad n°. 21), betreffende den lier-ijk der maten en gewigten in Zuidholland, en gelet op de voordragt van den Arrondissements-IJkcr alhier, van den 2dtn dezer maand; herinneren bij deze den Ingezetenen dezer Gemeente hunne verpligting, tot het doen her-ijken van alle de bereids te voren geijkte lengte- en inhoudsmaten en gewigten benevens de bij de inhoudsmaten van drooge waren be- hoorende strijksels, waarmede deze, overeenkomstig art. 8 van Z. M. besluit van den 21stcn December 1822 [Staatsblad n°. 54), moeten worden afgestreken. En worden zij ten dien einde opgeroepen ter bezorging der gemelde maten en gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverd, aan liet Lokaal van den Ijk, in dc Lange School steeg; zullende daartoe, tegen dadelijke betaling, worden gevaceerd: Voor Wijk Iop den 3 en 4 Mei. II, van den 5 tot den 7 Mei. UI, van den 0 tot den 12 Mei. IV, van deu 13 tot den 19 Mei. V, van den 20 tot den 28 Mei. VI, van den 27 Mei tot den 6 Junij. VII, van den 7 tot den 17 Junij. VIII, van den 18 tot den 24 Junij. de Buitenwijk van den 25 tot den 30 Junij. met uitzondering echter van de goud- en zilversmids-benevens de apothekers-, of

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 3