Door het dagblad le IVord wordt melding gemaakt van nieuwe oproe
ren die in Indië zouden zijn ontslaan. Door den berigtgever van den Times
worden deze berigten echter tegengesproken. Hij verklaart dat de opstand
ten einde is, maar voegt er bij, dat de Britsche heerschappij in Indië in
bestendig gevaar verkeert, zoo lang zij daar te lande op een leger van
250,000 man inlandsche troepen steunt.
In verscheidene vlasspinnerijen te Belfast heeft menten gevolge van
den ongunstigen staat van zaken op het vaste land, besloten de werk-uren
te verminderen.
FRANKRIJK.
PARIJS30 Mei.
De Moniteur deelt het volgende berigten uit Alessandria mede: De keizer,
zooveel mogelijk de rampen van den oorlog willende verzachten, heeft be
sloten dat al de gewonde krijgsgevangenen, zonder uitwisseling, aan den
vijand zullen worden teruggegeven. De keizer geniet eene goede gezond
heid. De gekwetsten schijnen spoedig te herstellen en bij de troepen zijn
weinig zieken. Al de manschappen zijn vrolijk en opgeruimd. Het weder
is voortreffelijk en de warmte matig. De oogst heeft reeds een aanvang
genomen.
Ook deelt genoemd blad mede, dat de regering lot nu toe steenkolen
nooit als oorlogscontrabande heeft beschouwd. Zij zal ook gedurende den
tegenwoordigen oorlog overeenkomstig deze zienswijze handelen.
Het ontslaan der gewonden krijgsgevangenen zal niet alleen een goeden
indruk maken, maar tevens eene niet onaanzienlijke besparing van onkos
ten opleveren.
Op last van den minister van oorlog zullen de kasernen met geschut
worden gewapend. Men zegt, dat dit geschiedt om de infanterie te oefenen
in de behandeling van het grof geschut.
Te Toulon is vee! belegerings-materieelwaarbij 60 kanonnen met ge
trokken loopen, ingescheept. 40 schepen waren daartoe noodig.
De zoogenaamde belegeringsvlootdie van Toulon zal uitzeilen, staat
onder het bevel van den admiraal Bouet Villanmez en is zamengesleld uit
32 schepen en kanonneerbooten. Zij zal waarschijnlijk de krijgsbewegingen
van prins Napoleon in Toskane ondersteunen.
Uit ons hoofdkwartier in Italië wordt berigt dat twee grenadiers der
garde bij een wijnhandelaar te Marengo zijn binnengedrongen en aldaar eene
opening gemaakt hebben in een wijnvat, ten einde hunne veldflesschen met
dat vocht te vullen. Dc keizer heeft, zoodra hij dit had vernomen, bevo
len dat de beide grenadiers naar Frankrijk moeten terugkeeren en, als
straf, geen deel aan de eer des strijds mogen hebben.
Volgens berigten uit Madrid zijn er te Valencia ongeregeldheden voor
gevallen. Een 18-tal personen hebben Karei VI als koning uitgeroepen. Het
plaatselijk bestuur heeft terstond de noodige maatregelen genomen om de
rust te herstellen. De onruststokers hebben de vlugt genomen.
ITALIË.
De voordeelen door Garribaldi in Lombardye behaald zijn, indien men de
berigten van het oorlogstooneel in hun geheel mag aannemenallerbelang-
rijkt, en gaan de stoutste verwachtingen te boven. Hij heeft op zijnen
togt naar Varese een Oostenrijksch fort, dat met 18 stukken bezet was,
bemagtigd, en reeds Vrijdag avond ten 10 ure is hij, na een hevigen strijd
met de Oostenrijkers, Como binnengerukt. Bij zijne komst werden de
klokken geluid en waren de stralen verlicht. De Oostenrijkers hebben zich
naar Camerlata op den weg naar Milaan teruggetrokken, maar ook van
daar door de troepen van Garribaldi verdrevenhebben zij post gevat te
Mariano. De geheele bevolking in die streken voegt zich bij genoemd
opperhoofd.
Door deze gebeurtenissen was de toestand van de Ooslenrijksche stoom-
vaartuigen op het Lago Maggiore zeer moeijelijk geworden. De oeverbe
woners hebben zich lot den strijd toegerust. Door de stoomboot Radetzky
is Canobbio beschotenmaar zonder aldaar schade aan te rigten en genoemd
vaartuig heeft voor het hevig vuren van den oever moeten wijken. Reeds
wordt gemeld dat al de Oostenrijksche vaartuigen zich hebben moeten
overgeven.
Naar luid van berigten uit Bern ontvanger., die echter nadere bevestiging
verdienen, had Garribaldi eene versterking van 8000 Sardiniers ontvangen
en stonden zijne voorposten te Cantu. De geheele provincie Valtelina was
in opstand gekomen. Van eene andere zijde waren ook in die stad geruch
ten in omloop gebragt dat Garribaldi door de overmagt der Oostenrijkers
gedrongen was geworden om weder over den Tessino terug te trekken.
Dc stellingen van de hoofdlegers der beide partijen zijn dezelfde gebleven.
Alleen heeft er tegen over Vercelli nog eene kleine schermutseling plaats
gehad. Men verneemt ook dat de Oostenrijkers met aanzienlijke strijd
krachten te Bobbio slaanalwaar zij dus den regtervleugel van het leger
der bondgenootente Tortone, Voghera enz. bedreigen. Zij moeten thans
eene groole behoedzaamheid in acht nemenwant indien het waar is dat
Garribaldi op den voet door generaal Niel wordt gevolgd, dan zouden de
troepen die in Sardinië zijn gerukt afgesneden kunnen worden. Naar luid
van sommige berigten bevond de generaal Niel zich reeds te Sesto Calendo
op Lombardysch grondgebied.
Te Venetië zijn eenige schoten gewisseld lusschen het fort Lido en het
Fransche eskader met de blokkade belast. Aldaar heeft het gemeentebestuur
aan den keizer vermindering gevraagd van het aan de stad opgelegde deel
der leening.
De vertegenwoordigers van Rusland, Pruissen, Engeland en Turkye te
Florence, hebben hunne vlaggen ingetrokken. Het voorloopig bestuur in
Toskane wordt dus niet door die regeringen erkend.
In het hertogdom Parma is mede een gewigtig feit voorgevallen: Eene
provincie is opgestaan en heeft zich voor koning Victor Emanuel verklaard.
De Sardinische generaal Ribolti was daarop, aan het hoofd van eenige
Toskaansche troepen, Parma binnengerukt. Dit laatste zou, volgens een
ander berigt, het gevolg zijn van de vergunning door de hertogin-regentes
aan Oostenrijk verleend, om zijne troepen door Parma naar Toskane le
doen trekken. De getrouw gebleven troepen in Parma zijn, zonder zich le
verzetten, teruggetrokken.
Een dagblad van Turyn bevat de proclamatie, die door de buiten
gewone commissarissen der Sardinische regering le Massa en Carrara is
uitgevaardigd. Daaruit blijkt, dat die provincie, te weten het voormalige
hertogdom Massa-Carraradat Napoleon I in 1806 aan zijne zuster Eliza
schonk, aan Sardinië is toegevoegd. Men verwacht dat deze aanhechting,
zoo niet een protest, ten minste het vragen van ophelderingen door de mo
gendheden, die het verdrag van 1815 hebben onderteekend, ten gevolge zal
hebben. Sommigen zien in dezen maatregel sleehts eene onberaden hande
ling der Sardinische gevolmagtigdendie later afgekeurd zal worden.
Volgens een berigtgever uit Turyn is de schadedoor vriend en vijand
aan de moerbeziënboomen te weeg gebragt, die gebezigd worden om ver-
hakkingen te maken tegen het doordringen van kavallerie, in geen 30 jaren
te herstellen waardoor alzoo aan de zijde-voortbrengende streken van Sar
dinië onberekenbaar nadeel is berokkend.
PRUISSEN.
BERLIJN29 Mei.
De eerste ban der landweer is thans opgeroepen. Zij zal gedurende
14 dagen in de behandeling der nieuwe geweren geoefend worden.
De prins-regent heeft aan den heer Schmidt eene jaarlijkschc toelage
van 300 th. voor den tijd van drie jaren toegelegd, als eene hulde aan zijn
talent als schrijver van kinderwerken.
In eene uitgebreide landstreek in het groothertogdom Posen heeft
op den 17den dezer een hagelslag plaats gehad, die eene grootc verwoes
ting heeft aangerigt. Het nitzigt op het gelukken van den oogst is daar
door in 12 plaatsen geheel en al verloren. Duiven en jonge ganzen werden
door de hagelkorrels, die zoo groot als eene noot waren, gedood. Ook in
zuidelijk Beijeren had den 18dc" dezer een hagelslag plaats, die den 20sten
door een nog erger onweder gevolgd werd.
Uit Stuttgardt wordt gemelddat de koningin der Nederlanden den
23sten dezer in groot gevaar heeft verkeerd. Bij gelegenheid, dat zij in de
nabijheid van het Berenmeer reed werden de paarden schichtigtengevolge
van eene opgekomen donderbui. Met de grootste inspanning gelukte het aan
de bedienden de paarden meester te worden, die zich in het meer dreigden
te werpen.
OOSTENRIJK.
WEENEN, 29 Mei.
De keizer is Zondag morgen naar Italië vertrokken. Op zijnen weg werd
hij door de bevolking levendig begroet. Het doel der reis des keizers is
Verona. Hij wordt vergezeld door de gezamenlijke algemeene directeuren
der militaire administratie, door de geheele centrale kanselarij en door de
adjudanten-generaal von Hess, Hauslab, Schitter, Grune, Keiler en de
aartshertogen Willem en Leopold. Het gevolg des keizers beslaat uit 500
personen.
De minister van oorlog heeft dezer dagen bij verscheidene fabriekanten
120,000 stukken laken, ten behoeve van het leger, besteld.
De troepen die uit Bohemen naar Tyrol en Voorarlberg worden verlegd
zijn reeds grootendeels door Beijeren getrokken. Te Munchen zijn zij door
de bevolking met geestdrift begroet en aan het station van den spoorweg
werden officieren en manschappen van regeringswege op verversehingen
onthaald.
Hel sneuvelen van den generaal Benedeck, door het officiële blad van
Toskane medegedeeld, is later bevonden onwaar te zijn.
TURKTE.
De Porte heeft thans, naar men verneemt, stellig beloofd vorst Couza
als hospodar der beide Vorstendommen te erkennen. Meer en meer bespeurt
men toenadering tusschen de Russische en Turksche regeringen. De Sul
tan heeft den brief des keizers reeds beantwoord, en te kennen gegeven
dat hij gezind is zijne welwillende raadgevingen op te volgen. Bij de
Slavische bevolking in de noordelijke gewesten ontstaat eene vijandige ge
zindheid tegen Oostenrijk. Naar de Adriatische zee zijn drie Turksche
oorlogschepen afgezonden.
Men verneemt dat de Monlegrijncn, die moeijelijk binnen de palen der
orde zijn te houden, zich van de Turksche vesting Clobuck hebben meester
gemaakt
OOST-IN DIE.
BATAVIA, 9 April.
Z. Exc. de gouverneur-generaal heeft de tijdelijke waarneming van het
ambt van vice-president van den raad van Ned-Indië, opengevallen door het
overlijden van den titularis den heer P. J. B. de Perezopgedragen aan
het oudste in benoeming van de aanwezige leden van den raad mr. A. Prins.
Aan den luitenant ter zee 2dc kl. P. Rootzant, bevelhebber van het
stoomschip Admiraal van Kinsbergen, zal namens den koning een eere
sabel uitgereikt worden, met het opschrift: «Koninklijk eereblijk voor be
toonde dapperheid," wegens zijn gedrag bij de verovering van Djambie.
Omtrent de kina-cultuur op Java ontvangt men thans mededeelingen
waaruit blijkt dat het gewigtige vraagstuk of de kina aldaar met goed ge
volg kan geteeld worden, bevestigend is opgelost.
Omtrent den brand, die in den nacht van 7 op 8 Maart op Decima
heeft gewoed, wordt nog medegedeeld dat de lage waterstand de voor
naamste oorzaak is geweest van de groole uitgebreidheid welke die brand
heeft verkregenhet water moest met emmers ver uit de baai gehaald wor
den. Het verschil van den waterstand bij hoog en laag water bedraagt