61. den ls!™ lult. jhr. J. L. von Weiier, van het corps; bij het lst« reg.
■vesting-artillerielot majoor, den kapitein der lste kl. C. G. A. van Gorkum
van het reg. veld-artillerie.
Z. BI. heeft aan den kapitein-kwartiermeester W. R. van der Meer,
van het instructie-bataillonpensioen verleend en hem benoemd tot maga
zijnmeester van 's rijks magazijn van militaire kleeding enz. te Delft. Voorts
heeft Z. BI. nog goedgevonden te benoementot lste" luit.-kwartiermeester
bij den staf der infanterie, den 2dcff luit.-kwartiermeester J. C. Evers,
werkzaam bij het dep. van oorlog; en tot 2dcn luit.-kwartiermeester bij het
4de reg. infanterie, den sergeant-titulair A. R. von Römer, van het instruc
tie-bataillon. Ook zijn de officieren van gezondheid der 2de kl. bij de Ned.
marine J. G. Slieker, BI. J. P. van Prooijen en W. Rnisch, bevorderd tot
officieren van gezondheid der lstó kl.
Z. II. heeft aan den heer II. Bouman, die door het bereiken van den
70-jarigen ouderdom emeritus is geworden, op zijn verzoek eervol ontslag
verleend als gewoon hooglceraar in de godgeleerdheid aan de hoogeschool
te Utrecht.
Z. BI. de koning zal morgen ochtend met een extratrein naar het Loo
terngkeeren.
Door den minister van binnenl. zaken is tot surnumerair bij den wa
terstaat benoemd de heer J. AI. F. Wellan, kweekeling van de kon. aka-
dcmie te Delft.
De ministerraad heeft lieden ten 2 ure eer.e buitengewone vergadering
gehouden.
De personen die verzocht hebben als leerling-telegrafist in aanmer
king te komen, zijn aangeschreven, om zich voor het vergelijkend onder
zoek aan het ministerie van binnenl. zaken te doen vinden op Vrijdag den
3den Junij aanst.des voormiddags ten 8 ure.
Gisteren morgen is alhier in het locaal der leekenacademie de tentoon
stelling geopend van kunstwerken van levende meesters, in tegenwoordig
heid van den minister van binnenl. zaken en den commissaris des konings
dezer provincie. De burgemeester dezer gemeente hield bij die gelegenheid
eene gepaste rede, die door den minister werd beantwoord, liet getal
ingezonden werken bedraagt 700.
Op den 4dcn dezer is alhier de jaarlijksche algemeene vergadering ge-
honden van de INederl. maatschappij tot bevordering van de afschaffing der
slavernij. In die vergadering werd het verslag uilgebragt nopens den toe
stand en de werkzaamheden der maatschappij in 1858/59, waarbij tevens
medcdeeling werd gedaan van cenige bijzonderheden omtrent den vrijkoop
van 27 slaven in den loop van dat jaar, met gelden door de maatschappij
beschikbaar gesteld. Andermaal is eene som van ƒ2000 aangewezen om tot
vrijkoop van slaven gebruikt te worden.
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zitting van Maandag 23 Mei.
Aan de orde van den dag zijn de beraadslagingen over het ontwerp van
wet tot zamenstelling der regterlijke magt en het beleid der justitie. Daar
over voerden in deze zitting het woord de hh. van Reede van Oudtshoorn,;
Godefroi, van Lynden en Sander.
De heer van Reede van Oudtsdoorn behandelde de vraag of de hooge
raad moet zijn hof van appel en gaf daarop een ontkennend antwoord. Hij
verlangt: 1°. behoud van den hoogen raad als hof van cassatie; 2°. afschaf
fing van het appel in strafzaken; 3°. verbetering op andere punten in ons
reglswegen. Door den heer Godefroi werd breedvoerig betoogd dat de voor
gestelde regeling van den werkkring van den hoogen raad in strijd is met
eene goede regtspleging. De lieer van Lynden kou zich over 't algemeen
wel met de voordragt vereenigen en is hel niet eens met het stelsel van den
heer Godefroi. Hij acht het stelsel om den hoogen raad uitsluitend hof van
cassatie te maken niet wenschelijk. De heer Sander kon zich wel vereenigen
met de afschaffing van het appel in strafzaken; hij is echter legen de op-
dragt van appel in burgerlijke zaken aan den hoogen raad.
Zitting van Dingsdag 24 Mei.
Voortzetting der beraadslagingen over bovengenoemd wets-ontwerp. Daar
aan namen deel de hh. van Deinse, van Eek, Wintgens, van Wintershoven
Olivier en Dirks. De heer van Deinse is niet ongunstig voor het ontwerp
gestemd. Hij heeft wel ecnige bezwarenmaar in vele opzigten zal de wet
aanmerkelijke vereenvoudiging aanbrengen. De heer van Eek is het gevoe
len van den vorigen spreker toegedaan en hij gelooft dat men door de wet
goedkoop, goed en snel regt zal verkrijgen. Ook de heer Wintgens gelooft
dat de wet vele verbeteringen zal aanbrengen. De heer Olivier heeft zich
tegen hel wets ontwerp verklaard en is in eene ontwikkeling zijner bezwa
ren getreden.
BUITENLANDSCIIE BER1GTEN.
tf K Ij g i sa.
BRUSSEL, 23 Blei.
De Mon. deelt het volgende besluit des konings mede: Door een openlijk
eerbewijs hulde willende brengen aan de nagedachtenis van den dichter Jakob
van Blaerlant en een nieuw blijk van onze belangstelling in de Vlaamsche
letterkunde willende geven, bepalen wij op voorstel van onzen minister van
binnenl. zaken het volgende: Art. 1. In de stad Damme zal met medewer
king van het gouvernement een gedenkteeken ter eere van den dichter Jakob
van Blaerlant worden opgerigt. Art. 2. Er zal eene premie worden uitge
loofd voor de beste schets in het Vlaamseh en in proza van het leven en de
werken van dien dichteralsmede voor het beste Vlaamsche lofdicht op
Blaerlant. Voor ieder van deze twee werken zal de premie bestaan in eene
gouden medaille van 200 fr. en in eene geldsom van 1000 fr.
Naar men verneemt zullen er twee vroegere liglingen worden opge
roepen ten einde de krijgsoefeningendie gewoonlijk des zomers worden
gehouden, bij te wonen.
KNGELAVD.
LONDEN, 22 Blei.
Prinses Frederik Wilhelm legt thans een bezoek af bij hare moeder,,
onze koningin. Zij zal slechts 10 dagen hier vertoeven. De prins kon^
van wege de tijdsomstandigheden, zijne gemalin niet vergezellen.
De Fransche en Oostenrijksche gezanten hebben beide het diner bijge
woond dat Donderdag 11. door lord Blalmesbury werd gegeven.
De Times berigt dat lord Blalmesbury, in weerwil van de vroegere
besluiten van het parlement, het verdrag met Hanover omtrent de betaling
van den Stade-tol heeft vernieuwd. Indien dit berigt waar iszal door dien
maatregel de impopulariteit van den minister niet weinig toenemen.
Lord Clyde, de opperbevelhebber van ons leger in Indië, zal spoedig
herwaarts terugkeeren.
In de city brak Vrijdag II. in een grooten oliewinkel brand uit, welke
met verschillende ontploffingen gepaard ging. De inhoud van een der vaatjes ter
pentijn was op de gaz-pijpen gevallen, waardoor in een oogwenk het zes
verdiepingen hooge gebouw in brand stond. Zeven arbeiders werden met
groole moeite gered1 ander verbranddeterwijl 3 zwaar gekwetst werden.
De onlangs te Bombay overleden Indische bankier Jamsetjee Jejeebhoy,
die voor eenige jaren door de koningin in den Engelschen adelstand werd
opgenomen, heeft aanzienlijke sommen, omtrent 300,000 geschonken voor
liefdadige en algemeen nuttige doeleinden.
Omtrent het overlijden van den voormaligen onderkoning van Canton,
Yeh, verneemt men nog dat hij gedurende drie weken zeer lijdende is ge
weest, hoewel hij over geene bepaalde kwaal klaagde. Tot aan zijn einde
toe heeft hij volhard in de eenmaal door hem aangenomen houding. Wel
verre van eenig berouw te loonen over de ter dood brenging van 100,000
zijner natuurgenootenwaartoe hij, naar eene matige berekening last heeft
gegeven, deed het hem altijd nog leed dat hij al de opstandelingen en
hunne kinderen niet had kunnen verdelgen.
Kapitein Burton is van zijne reize door Arabië en Afrika teruggekeerd.
FRANKRIJK.
PARIJS 23 Blei.
De Monitenr deelt een berigt mede uit Alessandriavan gisteren
waarin gezegd wordt dat hel weder steeds gunstiger werd en dat de keizer
eene goede gezondheid genoot.
Genoemd blad zegt dat de regering reeds op den 3den dezer eene nota
aan de buitenlandsche mogendheden heeft gezonden, waarin kennis wordt
gegeven, dat Frankrijk het grondgebied en den handel der onzijdigen zal
eerbiedigen en overigens de beginselen, door het Parijsche congres gehul
digd, zal naleven.
Naar men zegt zal graaf Walewski zich eerstdaags, op verlangen des
keizers, naar ons hoofdkwartier in Italië begeven.
De keizerin heeft, door tusschenkomst der markiezin Viilamarina, na
mens de Genuesche dames, een monsterruiker ten geschenke ontvangen.
Deze ruiker heeft eene el in omvang en is in de zaal der maarschalken
ten toon gesteld.
Volgens een brief van een onzer officieren in Italië, in de Ind. Beige
opgenomen, zijn de klagten over het gedrag der Oostenrijkers in Sardinië
ongegrond. De Franschen zonden, indien ze in Oostenrijk waren, niet an
ders handelen.
Blen verzekert dat de koning van Griekenland den eerstgeboren zoon
van den grootvorst Constantijn als kind zal aannemen en dat Frankrijk
zijne toestemming gegeven heeft lot dezen voor de troonsopvolging van
Griekenland zoo belangrijken maatregel.
De akademie heeft den uitgeloofden prijs voor het beste dichtstuk, ten
onderwerp hebbende: La Soenr de Charité, toegewezen aan mad. Ernestine
Drouet, onderwijzeres alhier.
Van den beroemden leeuwendooder, den heer Ge'rard, is een belang
rijk verhaal wegens eene nieuwe overwinning ontvangen. Zekere Auguste
Leforl, pikeur van graaf Braniki, heeft, met eene Devismes karabijn gewa
pend, op een afstand van 30 schreden een prachligen leeuw, met zwarte
manen, gedood. Zijn geweer was met een ontploffenden kogel geladen, die
eene groote verwoesting in de ingewanden des leeuws aanrigtle, in welke
niet minder dan 7 kogels gevonden werden, die tegen zijne beenderen plat
waren gedrukt.
ITALIË.
Op 20 Blei heeft er tusschen de Fransche en Oostenrijksche troepen een
nog al hevig gevecht plaats gehad. 15,000 man Oostenrijkers hadden een
aanval gedaan op Casleggio en die plaats, als ook het dorp Blontebello, die
slechts door detachementen Sardinische kavalerie bezet warenbemagtigd.
De maarschalk Baraguay d'llilliers, wiens legercorps in den omtrek van
Tortona staat, had bij het vernemen van den aanval de divisie Forey afge
zonden om bovengenoemde plaatsen te ontzetten. Tusschen deze divisie,
10 a 12,000 man sterk, ondersteund door de afdeeling Sardinische kavalerie,
en de Oostenrijkers is het dientengevolge tot eene bloedige worsteling ge
komen, die 4 uren heeft geduurd en ten voordeele der Franschen is geëin
digd. Blaar die overwinning hebben zij duur moeten betalen en de Oosten
rijksche soldalen hebben door hunne dappere houding geloond dat zij niet
te verachten zijn. Volgens eene depêche door keizer Napoleon aan de
keizerin gezondenhebben de Franschen 500 a 600 dooden en gekwetsten
en zouden de Oostenrijkers, behalve 200 gevangenen, wel 2000 man hebben
verloren. De generaal Beuret en de kolonel Duchet zijn gesneuveld, ter
wijl er zich 3 kolonels en 2 majoors onder de gekwetsten bevinden. Een
jagercorps der Franschen heeft zwaar geledenmaar ook een Ooslenrijksch
regiment, dat op het kerkhof van Blontebello post had gevat, is op eene
verschrikkelijke wijze geteisterd door het vuur der nieuwe gegroefde kanon
nen des vijands. De Oostenrijkersten slotte door eenen aanval met de
bajonet uit hunne stellingen verdrevenzijn naar Slradella teruggetrokken.
De hertog van Charlres heeft aan bovengenoemd wapenfeit deelgenomen.
Daags nadat het bovenstaande op den regtervleugel van het Fransch-