bjj het Doopsgez. seminarium le AmsterdamH. Oort, lilt. cand. tc Leyden
en W. R. Poolmanstudent bij het Luth. seminarium te Amsterdam. Eer
volle getuigschriften werden verleend aan de hh. H. Kuiper, med. student
te Utrecht, J. E. Moltzer, theol. cand. te Leyden, en W. J. van Weide
ren Rengers, jur. cand. te Utrecht.
Men verneemt dat er onderhandelingen worden gevoerd met mevr.
Ristori, de beroemde treurspeelster, om haar over te halen in de maanden
Junij en Julij Nederland te bezoeken en aan enkele schouwburgen in hare
voornaamste rollen op te treden.
Te Amsterdam had eergisteren de openbare aanbesteding plaats van
het maken van den bovenbouw voor het palcis van volksvlijt. Negen in-
schrijvingsbilletten waren daartoe ingekomen, als van de heeren:
Volgens bestek. 1 jaar later.
Van der Made C°.te Dordrechtƒ1,048,000 ƒ994,000.
J. II. Kttyper K. Kooy, tc Amsterdam - 998,000 - 896,000.
Wedc. A. Sterkman Zoon, le 's Ilage - 845,000 - 782,000.
Corn. Iioef, te Rotterdam- 830,000 - 770,000.
Ms. Vermaes, te Ilellevoelsluis- 815,000 - 715,000.
L. J. Enthoven C°.te 's IIage- 794,000 - 699,000.
D. A. Schrcllen Zoonte Leyden - 783,900 - 706,000.
P. van Limburg, tc Rotterdam- 783,627 - 675,000.
W. C. en K. de Wit, te Amsterdam - 745,500 - 674,500.
l)e gunning zal over 8 dagen plaats hebben.
Volgens een schrijven uit 's Dage aan de U. C. zou de waarborg-
termijn van de spoorweg-vergunning Sloel-Reuchlin thans op 50 jaren ge
steld en de eerst toegezegde subsidie van 10 millioen ingetrokken zijn.
Aan de leden van de tweede kamer is een adres ingezonden door de
heeren G. P. F. Groshans, J. R. Molewater, M. Polano, C. A. J. A. Oude
mans, Q. J. Goddard en E. A. van der Burg, geneeshecren of leden van de
openbare gezondheids-commissie te Rotterdambedenkingen inhoudende te
gen de nadere wets-ontwerpen lot regeling van het geneeskundig bestuur.
Na onderzoek is bij adressanten de overtuiging levendig geworden, dat door
de aanneming van deze nadere ontwerpen veel van het goededat in
de tegenwoordige geneeskundige staatsregeling bij al het gebrekkige en
onvoldoende nog gevonden wordtzou verloren gaan. Op nieuw ver
wonderen zij zich er over, dat de regering thans reeds voor den derden
keer niet heeft geaarzeld voor den aandrang te zwichten en ontwerpen in
te zendenwaarbij het eenige beginselwaarop alles had moeten berusten
de zoo diep gevoelde en zoo dringende noodzakelijkheid van uitbreiding en
verbetering van het onderwijs in de geneeskunde, geheel is voorbijgezien.
Ook hebben de bestuurders der vereeniging tot bevordering van de belan
gen des boekhandels zich tot de kamer gewend, en in een adres hunne be
zwaren tegen de genoemde ontwerpen blootgelegd. Die bezwaren gelden de
strafbepalingen tegen drukkers, uitgevers enz., die daarin zijn opgenomen.
Te Breda overleed dezer dagen zekere weduwe, eene vrouw, die,
naar het uiterlijke, in de grootste armoede verkeerde. Reeds tijdens het
leven van haren man voorzag zij met dezen al bedelende in hun onderhoud
en dit bedrijf hield de ongelukkige weduwe ook na diens dood aan. Niet
gering was echter aller verwonderingtoen men ƒ500 baar geld in haar
kluisje verborgen vond, alsmede eenige kostbare meubelstukken, die op
minstens ƒ700 kunnen geschat worden.
Het eerste vrije Nederl. handelschip de Cornelia Hendrikamet eene
rijke lading diverse goederen van Amsterdam en Rotterdam naar Japan ver
trokken is op 3 Sept. des vorigen jaars te Decima aangekomen en thans
met eene volle lading op de terugreis naar Amsterdam. Dit schip is onmid
dellijk gevolgd door het schip Jacob en Annavan dezelfde reederijdat
volgens heden ontvangen beriglen mede aldaar met eene volle lading van
Amsterdam en Rollerdam is aangekomen, en na gelost te hebben met eene
lading Japanschc voortbrengselen van Decima naar Shanghac is vertrokken.
Wij hebben in ons vorig nommer slechts met een enkel woord melding
kunnen maken van de indiening bij de tweede kamer van 4 ontwerpen van
wet, uilmakende het eerste boek van een welboek van strafregt. Dit eerste
boek bevat 4 titels, handelende: 1°. van misdrijf en straf in het algemeen,
2". van opheffing, vermindering en verhooging der strafbaarheid, 3°. var.
poging lot misdrijf, en 4°. van deelneming aan misdrijf. In de eerste titel
zijn als straffen aangenomen: de doodstraf, zware tuchthuisstraf, gewone
tuchthuisstraf, verbanning, gevangenisstraf en geldboete. Bijkomende straffen
zijnontzegging van bepaalde reglen of bevoegdheden en verbeurdverklaring
van bepaalde voorwerpen. De doodstraf zal worden ten uitvoer gelegd op
een schavot, met den strop, op eene plaats ontoegankelijk en onzigtbaar
voor het algemeen, in tegenwoordigheid van den ambtenaar, met de uit
voering belast, van twee leden en den griffier van het eollegie, 'twelk het
vonnis heeft geveld, en 10 ambtenaren, door den voorzitter van het eol
legie daartoe aan te wijzen, er. met bepaling, dat, zoolang de uitvoering
duurt, de klokken zullen worden geluid. De zware tuchthuisstraf wordt
opgelegd van 12 lot 20 jaren. De lot deze straf veroordeelden zullen gedu
rende de eerste 5 jaren worden opgesloten zoo bij dag als bij nachtin
afgezonderde cellenonder verpligting tot arbeiden gedurende den overi
gen straftijd in een tot gemeenschappelijke opsluiting ingerigt gebouw, met
afzondering des nachts. De gewone tuchthuisstraf wordt opgelegd voor
5 tot 12 jaren, met gelijke bepaling omtrent de opsluiting, als ten aanzien
der zware tuchthuisstraf is voorgesteld. De verbanning wordt opgelegd
voor 1 tot ten langste 10 jaren. Gevangenisstraf kan niet worden opgelegd
voor korteren tijd dan 1 dag en voor langeren dan 5 jaren le ondergaan in
afzonderlijke cellen zoo bij dag als bij nacht, onder verpligting tot arbeid.
De geldboete kan voor niet minder dan voor ƒ1.en voor niet hooger dan
ƒ3000 worden opgelegd. Lijfsdwang kan worden toegepast, indien de op
gelegde geldboetebinnen eene maand na dat het vonnis uitvoerbaar is ge
field, niet is voldaan.
Tot toelichting van het bovenstaande wordt in de memorie van toelich
ting o. a. het volgende gezegd. De minister heeft de overtuiging, dat de
godsdienstleer de doodstraf niet veroordeelt, en hij meent ook dat de toe
stand en behoefte onzer maatschappij hare afschaffing voor alsnog niet ge-
doogen. Alleen moet hier gezegd worden dat, naar het algemeen gevoelen,
die straf slechts zeldzaam behoort plaats te hebben, en dat het voornemen
bestaat, ze enkel op zeer zware misdrijven te stellen, als op hoog verraad
en op doodslag met voorbedachten rade. De ondervinding hier te lande
doet het de regering wenschelijk achtende hier voorgestelde verandering
in de uilvoering der doodstraf te brengen. Wat toch geschiedt nu? Tegen
den daarvoor bepaalden tijd sluiten de meeste menschen zich in hunne wo
ningen op; daarentegen verdringen zich lieden uit de lagere klasse der be
volking lang te voren om en bij het straf plein, ten einde in tijds eene plaats
te bezetten. Is eindelijk het noodlottig oogenblik daar, dan wordt de on
gelukkige in al zijne bewegingen bespiedde indruk bij de toeschouwers
is niet als men zou wenschen, terwijl vóór en na de strafoefening twisten
en ongeregeldheden voorvallenals gewoon gevolg van volksverzamelingen
van dien aard. Is de veroordeelde in de stemming welke men hem toebidt,
gewis zijn jongste uur wordt zeer verbitterd door den aanblik dier tallooze
nieuwsgierige menigte. En is zijne stemming anders, dan heeft hij in die
openlijke tentoonstelling gelegenheid zich als held of martelaar aan het volk
voor te stellen. Om die bezwaren te ontgaanwerd wel eens deze straf
vroeger dan op het aangekondigc uur voltrokken. Gewis eene krachtige
vcroordeeling van de openbaarheid dezer strafvoltrekking. De thans voor
gestelde maatregelen strekken om te beletten dat zelfs de gedachte opkome,
dat, wat gebeuren moet, als ter sluik zoude geschieden. Die maatregelen
moeten het volk doen gevoelen, dat de uitvoering der straf slechts aan zijn
oog, niet aan zijne kennis wordt onttrokken: zij zullen den indruk van
ernst vermeerderen die aan hel oogenblik past.
De gezamenlijke opsluiting klemt voor vele misdadigers te weinig, vooral
voor de meest verdorvenen onder hen. Zij doet de minder slechten in den
regel tot het peil der slechtslen afdalen. Zij is een gruwel voor hen, die,
nog eene goede gezindheid hebbendedoor den dagelijkschen omgang met
diep zcdeloozen besmet wordenkwade zamensprekingen bederven goede
zeden. Bij onderlinge afzondering daarentegen ligt de zwaarte der straf
vooral in de eenzaamheid, zoo strijdig met 's menschen gezelligen aard; die
straf klemt dus op zich zelve zwaarder. Zij behoedt de beteren tegen de
besmetting van kwade voorbeelden. Zij maakt den gevangene, aan zijne
gedachten overgelaten en slechts afgeleid door toespraken die ten doel heb
ben iets goeds in zijn hart achter te laten, vatbaar voor zedelijke verbete
ring. De ondervinding heeft de vrees van sommigen, dat die afzondering
krankzinnigheid of verstomping le weeg zoude brengenniet bevestigd. Het
is echter noodig dat er eene grens bepaald worde tot hoe lang de afzonde
ring kan durenwant naar mate die tijd langer achter elkander voort
duurt, klemt de druk dier straf in sterker toenemende mate. Het is in
overweging genomen om 3 jaren als uitersten tijd daarvoor aan te nemen.
Volgens den 2dcn titel is geen daad als misdrijf strafbaar, binnen de gren
zen van noodweer begaan.
In titel 3 wordt door misdrijf verstaan elke daad, welke met het te ple
gen misdrijf in zoodanig verband staat dat zij als een begin van uitvoering
daarvan moet beschouwd worden. Zij is niet strafbaar, wanneer zij door
den wil des daders zeiven hare uitwerking geheel gemist heeft.
De 4dc titel onderscheidt bij deelneming aan misdrijf daders, mededaders
en medepligtigen. Bij misdrijf, door openbaarmaking van gedrukte geschrif
ten gepleegd, is de uitgever of de drukker dan alleen vervolgbaar, wanneer
de schrijver onbekend of onvervolgbaar is.
De regering koestert den wensch, dat de sta ten-generaal zich met hare
zienswijze mogen kunnen vereenigen, en is bereid om, zoodra met dit
eerste bock de grondslagen zullen zijn vastgesteld, onverwijld al het ove
rige, in een tweede boek vervat, aan de kamer in te dienen.
's GRAVENIIAGE 31 Maart.
Z. M. heeft den heer baron A. de Senarclens de Grancy, gevoïmagligd
minister van Z. K. H. den groothertog van Hessenbenoemd tot komman-
deur der orde van den Nederl. Leeuw.
Z. M. heeft goedgevonden in afwachting van nadere voordragten tot
belooningen aan officieren en manschappendie zich bij de roemrijke expe
ditie in November 1858 tegen lteleh hebben onderscheiden, den luitenant
ter zee l!tc kl. A. J. Kroef, ter zake van zijn beleidvol en moedig gedrag
als bevelhebber bij genoemde expeditie, le benoemen tot ridder der 4de kl.
van de Militaire Willemsorde, hem vervolgens te bevorderen tot ridder der
3de kl. dier orde en, te gelijker tijd, als een blijvend aandenken voor dc
Nederl. zeemagt aan die roemrijke expeditie, te bepalen, dat de naam van
het schroefstoomschip der 4de kl. de Sprinkhaanin aanbouw op de werf
tc Amsterdam, zal veranderd worden in dien van Reteh.
Tot adjunct-commies bij het dep. van binnenl. zaken is benoemd de
heer J. Margadant, thans adjunct-commies ter prov. griffie van Zuidholland.
Z. M. heeft den kapitein jhr. W. F. G. L. van der Dussenvan het
lslc reg. infanterie, in zijnen rang overgeplaatst bij het reg. grenadiers en
jagers; den officier van gezondheid 3d0 kl. bij de zeemagt II. P. J. van der
Steen, bevorderd tot officier van gezondheid 2de kl.; en lot ridmeesler 3d0
kl. bij hel 2de reg. dragonders benoemd den lsten luit. J. M. Blanken,
van het corps.
Tot ontvangers der directe belastingen zijn benoemd te Leeuwarden de
heer A. G. Metzlar, thans ontvangers der in- en uitgaande regten aldaar,
en te Zundert de heer A. G. J. Hamming, thans te Nieuwkoop, verder tot
directeur van het postkantoor tc Lemmer de lieer W. A. Simon, le Leeuwar
den. De heer A. Vissers is als burgemeester der gemeenle Dintler ontslagen.
Tot griffier bij het kantongeregt te Nieuwer-Amstel is benoemd mr.
G. B. lleydemanadvocaat te Amsterdamen lot schoolopziener in het lllc
schooldistrict van Gelderland dr. S. II. Rinkcs, le Arnhem.