LEYDSCHE COURANT. VRIJDAG 25 MAART. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt +iit Zaturdag Avond, De Prijs der Courant is f 12 in liet jaar de afzonderlijke Nommers worden tegen 10 Centen afgegeven BINNENLANDSCHE BERIGTEN. LEYDEN24 Maart. De reeks van Volksvoorlezingendie alhier van wege het departement der maatschappij tot Nut van 't Algemeen gedurende de wintermaanden out de j 14 dagen werden gehouden, is Dingsdag avond 11. gesloten. Door een drietal leden van de rederijkerskamer Vondel werden op dien avond onder scheidene dichtstukken voorgedragenop eene wijze die hen de goedkeuring van al de aanwezigen in rnime mate deed wegdragen. Deze voordragten werden aangenaam afgewisseld door het gezang der kinderen van de Volks zangschool van hel departement. De wis- en natuurkundige afdecling van de kon. akademie van weten schappen zal op Zaturdag aanst. le Amsterdam eene gewone vergadering houden. Volgens nadere opgave zijn nog, wegens de beantwoording der prijs vragen door de Utrechtsehe hoogcschool uitgeschreven, toegewezen: eene gouden medaille aan den heer G. Wicherlink, jur. cand. te Utrecht; eene zilveren medaille aan den heer A. Ballot, student aan hel seminarie der doopsgezinden te Amsterdam (deze heer had even als de heer F. L. Rutgers aanspraak op de gouden medaille, maar bij het lol is die aan den laatstge noemden ten deel gevallen)en eene zilveren medaille aan den beer W. R. Poolman, student aan bet seminarie der evang. lutherschen te Amsterdam. In het geheel zullen er 5 gouden en 3 zilveren medailles en 3 getuigschriften worden uitgereikt. Blijkens circulaire van den staatsraad commissaris des konings in de provincie Zuidhollandbedroeg het totaal der wettige bevolking op uit. De cember 1858 022,882 zielen het totaal der feitelijke bevolking 027,684 z. In Leydcn was het cijfer der wettige bevolking 30339 zielen; in Delft 18985 z.in Dordrecht 22710 z.in 's Gravenhagc 79513 z.in Rotterdam 1Ü4724 z.en in Schiedam 15240 z. De algemeene vergadering van het Nederl. onderwijzers-genootschap zal op 20 en 21 Julij aanst. te Nijmegen worden gehouden. Naar men verneemt heeft de vergunning aan de hecren Sloet en Renchlin verleend voor den aanleg van een noorder-spoorweg, met goed vinden dezer hecren, belangrijke wijzigingen ondergaan, en zal deze nieuwe vergunning eerstdaags weder bij de kamer worden ingediend. Omtrent het nieuw gewas voor den oogst van 1859, in de provincie Zuidholland wordt gemelddat het koolzaad uitmuntend schoon te velde staal, en dat ook de rogge en wintertarwe dc gunstigste vooruilzigten ge ven op eenen gezegenden oogst. Uit Dordrecht wordt gemeld dat jhr. Janlzon van ErfFrenten van Ba- byloniënbroek aan dc diaconie der Nederd. lierv. gemeente aldaar dc aan zienlijke som van ƒ8000 heeft ter hand gesteld, om die onder hare armen te verdeden. Het berigt uit Werkendam omtrent het verdrinken van 7 personen die te Brakel aan boord cencr stoomboot werden gebragtis nader geble ken onwaar te zijn. Men schijnt het er dezer dagen op te hebben toege legd, om ten opzigte van de veerbooten allerlei onheilen te verzinnen. Men verneemt dat het verzoek om gratie, aan Z. M. den koning door S. A. llirsch ingediend, die, gelijk men weet, door de arrond. reglbank te Amsterdam, wegens den bekenden aanslag op den heer Schwartz is ver oordeeld, is gewezen van de hand. Bij vonnis van het hoog militair gereglshof te Utrecht is de vroeger tot de straffe des doods veroordeelde officier van gezondheid A. II. Delting- meycr vrijgesproken en van alle regtsvervolging ontslagentevens is zijne onmiddellijke invrijheidstelling bevolen. lil Friesland heerseht er onder de paarden eene besmettelijke keelziekte, die men toeschrijft aan het gebruik van bet verhittende voedsel, dat men genoodzaakt is die dierenbij gebrek aan hooitoe te dienen. Ook de 'koeijen worden met zaden in plaats van hooi gevoed, waardoor zij minder melk geven. Gedep. staten hebben de afmaking der zieke paarden aange raden, ten einde de verdere verspreiding voor te komen. In het wets-ontwerp ter regeling van de zaken der maatschappij van •weldadigheid komen o. a. de volgende bepalingen voor: De staat verleent aan de maatschappij van weldadigheid eene som van /3,G50,000, ten einde de maatschappij van weldadigheid in staat te stellen, daarmede al hare tegenwoordige schuldeischers (de staal daaronder niet be grepen) te voldoen. Be staat ontheft dc onroerende goederen der maatschappij van weldadig heid van de hypotheek, die daarop ten behoeve van den staat drukt. fot toelichting dezer bepalingen wondt liet volgende aangevoerd: Voor het belangrijk geldelijk offer, door den slaat te brengen, verkrijgt hij in vrijen en onbezwaarden eigendom: a. de onroerende goederen te Ommerschans en te Yeenhuizen, die in 1844 zijn geschat op eene waarde van ƒ1,152,874.74; b. de onroerende goederen, bedoeld in art. 12 der nevensgaande overeen komst bij de maatschappij van weldadigheid in boekwaarde gesteld op ƒ38,480.00; c. hel meubclairde klecding- en liggingstukken de werktuigen en ge reedschappen te Ommerschans en te Vcenliuizen voorbandendie kunnen worden geschat op eene waarde van plus minus ƒ450,000.00, te zamen ƒ1,041,354.74; wijders: d. den le Ommerschans en te Veenliuizeii voorhanden veestapel, dc levens middelen, brandstoffen, geneesmiddelen, grondstoffen en al wat, behalve bet onder lit. c vermeldeverder lot de roerende goederen behoort. Dc waarde daarvan wisselt echter dagelijks te zeer af, om haar hier onder een bepaald cijfer te brengen e. de op het tijdstip van ingang der scheiding voorhanden reeds geheel of ten decle vervaardigde koffijzakken en de dan beslaande vorderingen wegens dan reeds afgeleverde koffijzakken; en dc gelden op hetzelfde tijdstip voorhanden bij dc plaatselijke direction te Ommerschans en te Vcenliuizen, en de helft der gelden, die dan bij den kassier te Amsterdam en bij de algemeene directie te Frederiksoord voor handen zullen zijn. Onlangs is door dc regering aan de staten-generaal het verslag aange boden omtrent den slaat der liooge-middelbare en lagere scholen over 1857/1858. Uit dit verslag laten wij hier cenige bijzonderheden volgen. 1. Uoogescholen. Na eene uitvoerige opgave van de onderwerpen door dc hoogleerarcn aan de onderscheidene hoogcscholcn in hunne collcgies be handeld, worden in 't algemeen de volgende inededeelingen gedaan. Met be trekking tol de vlijt en de vorderingen van de studenten der drie hooge- scholen had men over het algemeen redenen van tevredenheid. Ook liet gedrag gaf geene aanleiding tot klagtencuratoren van de Utrechtsehe hoo gcschool drukken echter den wensch uit, dat eene eenvoudiger levenswijze door de studenten gevolgd moge worden, die stellig op hunne studiën gunstig zoude werken. Zij voegen er nogtans bijdat het gemakkelijker is het kwaad aan te wijzen dan middelen om het te verbeteren. Reglementaire of wettelijke bepalingen zonden niet balen; eene verstandige leiding zal waar schijnlijk veel nut kunnen doen. Vooral zouden de ouders hierop krachtigen invloed kunnen uitoefenen. Velen schijnen er echter eene eer in te stellen hunne zoons op eene kostbare wijze aari de hoogcschool te doen leven waardoor dezen haar meer als eene plaats van uitspanning beschouwen dan als eene gelegenheid om kundigheden voor het leven te verzamelen. Het getal der studenten aan de drie hoogcseholen bedroeg den 31»len De cember 1857 slechts 1327, tegen 1441 in 1856 en 1430 in 1855. De ver mindering heeft de Leydsche hoogeschool nagenoeg niet getroffen, daar het getal der aldaar ingeschrevenen in 1857 slechts 0 minder bedroeg dan in 1850. Evenwel mag niet onopgemerkt blijven, dal het getal van lien die zicli te Leyden bevonden met 17 verminderd is, terwijl er 11 meer waren ingeschreven, die elders studeerden. Het aantal studenten in de godgeleerd heid en in de regten bleef nagenoeg onveranderd; dat der studenten in de geneeskunde was met 12, in de wis- en natuurkunde tnel 4 verminderd. Daarentegen waren er 5 meer, die in de letteren studeerden. Te Utrecht waren 90 studenten minder ingeschreven dan in het vorig jaar, waarvan 37 aldaar studerenden en 53, die elders hunne studiën volbraglen en te Utrecht waren ingeschreven. De vermindering is het sterkst bij de studenten in de godgeleerdheidwelke dit jaar 65 minder in getal waren dan in het vorig jaar; bet getal der te Utrecht in die faculteit studerenden was met 33 verminderd, dat der aldaar ingeschreven en doch elders stu derenden met 32. Bij de beoordeeling dezer daadzaak mag evenwel niet uit het oog verloren wordendat het aantal studenten in de godgeleerdheid aan deze hoogcschool in dc laatste jaren bijzonder groot is geweest, en dat het thans, in weerwil van de aanzienlijke vermindering gedurende het laatste jaar, nog grootcr is dan in 1851, toen hel getal der aldaar studerenden 171 bedroeg. In dc volgende jaren bedroeg hel 207, 201, 234, 229, 227 en thans weder 194; het getal der elders studerenden doch te Utrecht inge schrevenen bedroeg in 1851 slechts 12, en in de volgende jaren 15, 22, 30, 20, 43, terwijl het nu weder tot 11 is gedaald. De jaren 1854, 1855 en 1850 kunnen dus eer als in eenen huitengevvonen toestand verkccrendc beschouwd worden, dan hel jaar waarover dit verslag loopt. Uit eene ver gelijking met de andere hoogescholen blijkt bovendiendat het getal stu denten in dc godgeleerdheid te Utrecht nog het aanzienlijkste is. en dat, terwijl aldaar ruim 41 ten honderd der ingeschrevenen tot dc theologische

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 1