Art. 9. Die in deze belasting niet zijn aangeslagen en binnen bet jaar onbewoonde hnizen betrekken, alsmede die zich in den loop van het jaar 1859 binnen de gemeente vestigenworden op suppletoire kohieren naar tijdsgelang aangeslagen. Bij de berekening van bunnen aanslag wordt het kohier der Rijks perso nele belasting van 1859 op 1860 tot maatstaf aangenomen. Art. 10. De aanslagen zijn invorderbaar in zoovele termijnen als er na de dagteekening van bet aanslagbillet maanden tot 1 Maart 1860 verloopen moeten. Art. 11. Wanneer een belastingschuldige in staat van faillissement of kennelijk onvermogen wordt verklaardis zijn geheele aanslag in eens en dadelijk invorderbaar. Art. 12. Bij de invordering moeten de bepalingen van de arlt. 345, 258 tot en met 262264 tot en met 266 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85) opgevolgd worden. 4°. Eene verordening omtrent bet rijden door de Donker-Maarsman- Mandenmaker- en Vrouwestegen binnen deze gemeente. En is na het wisselen van algemeene consideratien met eenige wijzigingen deze verordening met 15 tegen 1 stemmen zijnde die van het lid du Rieu vastgesteld, zijnde van dezen inhoud: VERORDENING omtrent het rijden door de Donker-, Maarsman-, Mandenmaker- en Vrouw e-stegen binnen de gemeente Leyden. Art. 1. Voor rijtuigen, wagens van twee of meerdere wielen voorzien, en sledenop welke wijze ook in beweging gebragtis de passage door de Donker- en Maarsman-stegenin de rigting naar de Breedestraatverboden. Art. 2. Eveneens is door de Mandenmaker- en Vrouwe-stegenvoor bo venbedoelde rij- en voertuigen de passage, anders dan in de rigting naar de Aalmarkt en Haarlemmerstraatverboden. Art. 3. Bij elke overtreding dezer verordening, worden de bestuurders der rijtuigenwagens en sleden gestraft met eene boete van 3.tot 25.en eene gevangenis van één tot drie dagen, te zamen of afzonderlijk. Art. 4. Aan de bewoners van panden in voormelde stegen gelegen, kan bij uitzondering, om gewigtige redenen, door Burgemeester en Wethouders vergunning worden verleend, orn die stegen in de tegenovergestelde rigting te berijden. Art. 5. De commissarissen of andere beambten van politiewaken stipte- lijk tegen elke overtreding dezer verordening en doen daarvan bij proces verbaal blijken. 5°. De verzoeken van a. W. C. de Sain, waarbij deze voor 6 maanden afschrijving verzoekt van plaatselijke directe belasting over 1858 ter zake dat hij gedurende dien tijd van dat jaar binnen deze gemeente niet zoude hebben gewoond of zijn verbleven. b. J. C. Swagers weduwe J. Graaswaarbij deze afschrijving verzoekt voor 5 maanden van de plaatselijke directe belasting over 1858 als hebbende deze gemeente in den loop der maand Julij van dal jaar verlaten. c. L. van Reeuwen als executeur van wijlen M. Tragoo weduwe J. van Leeuwen om teruggave van betaalde plaatselijke directe belasting over 1858 over 5 maanden, als zijnde deze boedel in den loop der maand Julij geheel opgebroken. d. W. Gerristen als executeur in den boedel van wijle A. de Jong wed. J. den Honterdaarbij verzoekende afschrijving van plaatselijke directe be lasting over 1858 over 6 maandenals zijnde gezegde wed. den 29 Junij 1858 overleden. Gelet op de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Commissie van finantiën Isnadat het lid Krantz de vergadering had verlatenmet algemeene stemmen besloten a. Het verzoek van W. C. de Sain te wijzen van de hand. b. Het verzoek van J. C. Swagers wed. J. Graas in te willigen en baar mitsdien afschrijving te verleenen voor 5/12 of 3.54. c. Het verzoek van L. van Leeuwen in zijne qualiteit van executeur in den boedel van wijle M. Tragoo wed. J. van Leeuwen in te willigen en hem als zoodanig teruggave te verleenen voor 5/12 of 11.20. d. Het verzoek van W. Gerritsen in zijne qualiteit van executeur in den boedel van wijle A. de Jong wed. J. den Honter slechts in te willigen voor 5 maanden, als kunnende de boedel niet eerder geacht worden te zijn opge broken en alzoo tot een bedrag van 16.07. 6°. Eene voordragt tot het verleenen van afschrijving op de plaatselijke directe belasting over 1858 aan officieren, die gedurende den loop van dat jaar de gemeente hebben verlaten of zich aldaar hebben gevestigd. Gelet op het rapport van de Commissie van Finantiën Is met algemeene stemmen besloten deze afschrijving te verleenen aan F. W. Wttewaal van Stoetwegen, voor 7/12 of 40.73; C. Maclean, voor 8/12 of 15.02; F. Kneppers, voor 10/12 of 4.88L. J. L. de Moulin, voor 5/12 of 34.86; L. van Boecop, voor 8/12 of ƒ16.74; J. C. Evers, voor 8/12 of ƒ11.52; C. Pippinghegenvoor 8.12 of 26.64; AV. van Ilopbergen voor 8/12 of 30.60. 7". De voordragt tot onderhandsche verhuring van het gebouw in de Pie- terskerkslraat tot bewaarschool dienendegeteekend wijk 4n°. 672 en 669, kadaster sectie G, n°. 1105 en 964, voor den tijd van één jaar, in gaande den 1 Mei 1859 en zullende eindigen den 30 April 1860, aan F. J. Staats huisvrouw van G. J. van den Hooft, voor de som van 110.00. En is na beliberatie met algemeene stemmen dienovereenkomstig besloten en het vereischle raadsbesluit vastgesteld. 8°. Een adres van de Commissie van oppertoezigt en beheer van de Kweekschool voor Zeevaartdaarbij het gratis gebruik van de Stadsgehoorzaal verzoekende op den 4 Maart dezes jaars tot het houden eener openbare lezing door den Heer Cremer ten behoeve dezer inrigting. En is hiertoe met 12 stemmen besloten, hebbende de leden Kluit, Driessen en Hubrecht als leden dezer Commissie ingevolge art. 46 der wet van 29 Junij 1851 (Stbl. n°. 85) zich van medestemming onthouden. Niets meerder te behandelen zijnde sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBË.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1859 | | pagina 6