KORT VERSLAG
ZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEYDEN.
BIJBLAD JV°. 5.
DER
{Behoorende bij de Leydsche Courant van 2d February d8.59, F". 22.)
oooo-oQo^oo-c
Zitting van 17 Februarij.
Tegenwoordig de H. H. Bucaille, Luzac, Tollens, Stoffels. duRieu, Kluit,
Sikkel Groos, de Moen, Tichler, Krant/., Driessen, Ilubrecht, Huyser, ran
der Koon Meschvan der Hoeven en de Voorzitter.
Nadat de notulen van de vorige vergadering zijn gelezen en goedgekeurd
heeft de Burgemeester medegedeeld dat de leden ten Sande en Lisman had
den kennis gegeven verhinderd te zijn deze vergadering bij te wonen, en
voorts overgelegd:
1°. Een adres van dr. A. Hasehroek, waarhij deze het ontslag verzoekt
als stadsdoctor.
2°. Een adres van P. C. Timmerman om vergunning tot het leggen van
een duiker van zijne fabriek'in de Rijnstraatuitloopende in den Nieuwen Rijn.
3°. Een adres van D. A. Schretlen en C°.houdende verzoek tot wijziging
van het raadsbesluit van den 27 der vorige maand.
Overeenkomstig de voordragt is beslotendeze stukken te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders ten fine van berigt en raad.
4°. Een adres van C. Vollehregt c. s.regenten van het gesticht «de
Voorzienigheid" waarbij deze verzoeken met andere armeninrigtingen in het
gebruik van gaz volgens het tarief gelijk gesteld te worden.
Gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders en Commissarissen voor
de gazfabriek ten fine van berigt en raad.
5°. Een adres van S. J. Ie Poole, executeur in den boedel van wijlen
vrouwe G. Sandifort, om teruggave van betaalde plaatselijke belasting over
1858.
Gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders en de Commissie van
finantiën ten fine van berigt en raad.
6°. Een rapport van de Commissie van finantiën op het adres van de
Commissie tot de Armkerk.
7». Eene voordragt van Regenten der armbakkerij ter vervulling der bij
dat collegie bestaande vacature.
Overeenkomstig de voordragt is besloten deze beide laatste stukken ter
inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen.
8°. Een adres van A. H. de Doeswaarbij deze verzoekt óf ontheffing van de
plaatselijke directe belasting over 1858, óf wel gelijkstelling in bedrag met
die over 1857.
9". Adressen van L. Platteel en S. de Graaf wed. J. C. Walle. houdende
verzoek tot ontheffing van de betaling der plaatselijke directe belasting over
1858.
En is besloten hierop over te gaan tot de orde van den dag, vermits deze
adressen thans geen onderwerp van beraadslaging bij deze vergadering kun
nen uitmaken.
De Burgemeester stelt aan de orde van den dag:
1». De benoeming van een 2dcD pracceptor aan het stedelijk gymnasium.
En gelet op de ingekomen adressen
Gezien de aanbeveling door Curatoren van het stedelijk gymnasium over-
gelegd
Zijn, nadat de leden Tichler, Huyser en van der Hoeven waren aangewe
zen om met den Burgemeester het bureau van stemopneming uit te maken
bij 16 stembiljettenovereenkomende met het getal aanwezige leden, uit-
gebragt op: van der Mey G, de Graaff 5, Pompe van Meerdervoort 2, Mul
der en Romeyn ieder ééne stemmen terwijl een billet blanco was gelaten.
Niemand alzoo eene volstrekte meerderheid van stemmen op zich vereenigd
hebbende, is tot eene tweede vrije stemming overgegaan en zijn daarbij bij
16 stembi 1 lettenovereenkomende met het getal aanwezige leden, uitgebragt
op: de Graaff 7, van der Mey 7, en Pompe van Meerdervoort 2 stemmen.
Wederom geene volstrekte meerderheid van stemmen verkregen zijnde,
wordt tot eene derde stemming overgegaan, welke zich bepaalde bij de 2
personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen verkregen en zijn
alsnn bij 16 stembilleltenovereenkomende met het getal aanwezige leder.,
uitgebragt op: de Graaff 10, en van der Mey 6 stemmen.
Weshalve tot 2d™ pracceptor aan het stedelijk gymnasium alhier benoemd
is: Frans Arie de Graaff, candidaat in de letteren.
2°. De voordragt van Curatoren van het stedelijk gymnasium om
a. Den onderwijzer in de hoogduitsche taal en letterkunde Dr. K. A. X. G. F.
Sicherer te belasten met het onderwijs in de latijnsche taal afd. B,'vroeger
opgedragen aan den onderwijzer in de fransche taal en letterkunde, en daartoe
de bezoldiging van eerstgenoemde met 200 te verhoogen.
b. Het tractement van den te benoemen onderwijzer in de fransche taai
en letterkunde vast te stellen op 800 en in de bestaande vacature op de
gewone wijze bij oproeping te voorzien.
c. Staande deze vacature het onderwijs in de fransche taal- en letterkunde
voorloopig op te dragen aan den onderwijzer in de hollandschc taal- en let
terkunde dr. L. A. te Winkel.
En gelet op de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Commis
sie van Finantiën
Zijn na deliberatie deze drie punten achtereenvolgens in rondvraag gebragt
en is het lstc aangenomen met algemeene stemmen, het 2de met 15 tegen
1 stemmen, zijnde die van het lid Ilubrecht, cn het 3dc met algemeene
stemmen.
3°. Het raadsbesluit regelende de heffing eener plaatselijke directe be
lasting.
b. De verordening regelende de invordering eener plaatselijke directe be
lasting.
En gelet op het rapport van de Commissie van Finantiën
Is na deliberatie met eenige wijziging met 14 tegen 2 stemmen, zijnde
die van de leden Sikkel Groos en van der Boon Meschbesloten deze vast te
stellen, luidende als volgt:
RAADSBESLUIT regelende de heffing eener plaatselijke
directe belasting te Leyden.
De RAAD der gemeente Leyden
Heeft besloten
Art. 1. Over het jaar 1859 wordt, met inbegrip van 12 ten honderd
voor kwade posten, eene directe belasting, ten bedrage van ƒ55,000, gehe
ven van het vermoedelijk inkomen der inwoners, naar de volgende regelen,
onder vergunning zoo noodig hoogstens 15 percent bij suppletoire kohieren
te mogen omslaan.
Art. 2. Het vermoedelijk inkomen der belastingschuldigen wordt berekend
naar het twintigvoudig bedrag van de hoofdsom, voor welke zij in de Rijks
personele belasting zijn aangeslagen, met verlaging voor elk kind, dat zij
boven de vier en ouder dan drie jaren, ten hunnen laste hebben. Bij die
berekening komen echter, wat de dienst- en werkboden betreft, alleen die
der eerste en tweede klassen, en wat de paarden betreft, alleen die der eer
ste klasse in aanmerking.
Art. 3. Van dat inkomen wordt drie ten honderd betaald.
Art. 4. Voor elk kind boven de vier en dat onder dan drie jaren is
wordt de belasting met twee ten honderd verminderd.
VERORDENING regelende de invordering der plaatselijke
directe belasting te Leyden.
Art. 1. De belastingschuldigen zijn verpligt, nadat Burgemeester en Wet
houders door openbare afkondiging daarvan aan de ingezetenen kennis heb-
ben gegeven bij behoorlijk ingevuld billetaan de woningen rond te zen
den en acht dagen later terug te halen het aantal kinderen boven de drie
jaren op te geven, hetwelk zij ten hunnen laste hebben. Die zoodanig bil
let niet mogt ontvangen hebbenmoetter bckoming daarvanaanvrage
doen ter secretarie der gemeente.
Art. 2. Die verzuimd heeft het aantal zijner kinderen op te gevenwordt
gerekend zoo vele kinderen te hebben als, volgens de bevolking-registers
bekend staan in minderjarigen leeftijd ten zijnen huize hun verblijf te houden.
Art. 3. Die meer kinderen boven de drie jaren ten zijnen laste heeft
opgegeven dan hij werkelijk heeft, wordt beschouwd dit ter ontduiking der
belasting gedaan te hebben.
Art. 4. De berekening van hetgeen de belastingschuldigen op 1 Januarij
1859 in de hoofdsom der Rijks personele belasting betalen, geschiedt volgens
de opgave van den Rijks-ontvanger van dat middel.
Art. 5. De invordering der belasting geschiedt door den Gemeente-ontvan
ger, krachtens de door Gedepuleerde Stalen goedgekeurde kohieren.
Art. 6. De ontvanger zendt daartoe, zoodra mogelijk en kosteloos, aan
ieder belastingschuldige een gedagteekend aanslagbillet. Dit billet moet in
houden den naam van den belastingschuldige, hel bedrag waarvoor hij is
aangeslagen, de termijnen en de plaats van betaling, de dagen en uren, op
welke de Gemeente-ontvanger tot ontvangst der belasting zitting houdten
de uitnoodiging tot betaling vóór of op den vervaldag op straffe van ver-
volging.
Art. 7. De Gemeente-ontvanger is verpligt van iedere betaling onmiddel
lijk op de aanslagbilletten quitantie te stellen.
Wanneer het aanslagbillet in het ongereede is geraakt, moet daarvan een
duplicaat opgemaakt en tegen betaling van vijf cents, behalve het zegelregt,
als dit verschuldigd is, aan den belastingschuldige uitgereikt worden.
Art. 8. De toerekening en afschrijving der betalingen geschiedt in deze orde
1°. op de kosten van vervolging
2°. op de zegelregten der quitanliëu
3°. op de oudste der openstaande aanslagen of verschuldigde
termijnen.