KORT VERSLAG ZITTING VAN l)KN GEMEENTERAAD VAN LKYDEN. (Bchoorendc bij de Leydsche Courant van. 27 December 0858, N°. ;t55.) DER Zitting van 33 December. Tegenwoordig de heeren Stoffels, Taels van Amerongende MocnTollens, ten Sande, van der Boon Mesch, Ysselsteyn, Bucaille, Krantzdu liien, le Poole, Lisman, van dei- Hoeven, Hubrecht, Luzac, Cock, Gevers en de Voorzitter. De aanteekeningen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd waarna de Burgemeester mededeelt 1°. eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, van den 8sten dezer, n°. 30, waarbij de begrooting der dienstdoende Schutterij voor 185D wordt goedgekeurd. 2°. eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidbolland, van den 21sten December jl., n°. 8, houdende bedenkingen tegen het kohier der plaat selijke directe belastingen voor 1858. Deze worden aangenomen voor kennisgeving. Vervolgens heeft de Burgemeester overgelegd 1°. een adres van het Bestuur van den Broek- en Simontjespolder om ge meentegrond. 2°. Een adres van R. van Baakom vrijstelling van de betaling der huur voor het gebruik van bonzeilen. 3°. Adressen van J. W. GansJ. H. HaakD. Hof kesJ. J. Ingenee- ger, P. Moolhuijzen, S. Nieuwenburg, C. A. Verschuur en J. P. de Water, om tot ambtenaar bij de plaatselijke belastingen te worden benoemd. Overeenkomstig de voordragt is beslotende stukken sub n". 13 te stelleu in banden van Burgemeester en Wethoudersten fine van berigt en raad. De Burgemeestermedegedeeld hebbende datom daartoe geldende rede nen het voorstel tot opheffing van het stedelijk gymnasium en de verdere stukken betreffende de vervulling der bij die inrigting bestaande vacature, hoezeer aan de orde van den dag gesteldop heden niet in deliberatie kan worden gebragt, brengt in behandeling: 1°. a. Het raadsbesluit regelende de heffing eener belasting voor het opha len of openen der bruggen. Daar geen der leden eenige algemeene consideratien heeft in bet midden te brengenwordtnaar aanleiding van door het lid Sikkel Groos aan den Burgemeester kenbaar gemaakte bemerkingen, hoofdzakelijk daartoe leiden de, dat hetgeen bij het concept meervoudig is genomen in het enkelvoud zou worden gesteldin rondvraag gebragt of in deze het enkelvoud zal worden aangenomenwaartoe met 9 tegen 6 stemmen (het lid Cock was inmiddels ter vergadering verschenen) is besloten. Vóór stemden de leden du Rlen Lisman, Hubrecht, Stoffels, Taets van Amerongende Moenvan der Boon MeschYsselsteyn en de Voorzitter. Tegen de leden BucailleKrantzle PooleLuzacTollens en ten Sande terwijl de leden van der Hoeven en Cock zich buiten stemming bielden. Dientengevolge wordt dit raadsbesluitmet de daarinnaar aanleiding van het voorgestelde door het lid Sikkel Groos, gebragte wijzigingen, in rond vraag gebragt en met algemeene stemmen vastgesteldluidende als volgt De RAAD der gemeente Ley den Gezien art. 232 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsbl. n°. 85) Heeft besloten Er zalte beginnen op den derden dag na dien waarop dit besluit en de voorschriften betreffende de invordering zijn afgekondigd, geheven worden een bruggeld binnen deze gemeentevoor het ophalen of openen van alle losse bruggen. Dit bruggeld bedraagt van zonsopgang tot zonsondergangwanneer eene ophaalbrug slechts moet worden gewipt, voor elk schip of elke schuit met liggende masttelkens2J cents. Wanneer eene ophaalbrug ten dienste der doorvaart moet worden opge haald voor elk schip of elke schuit5 cents. Voor elk schip of elke schuitwaarvoor eene draaibrug wordt geopend 5 ets. Voor elke opening van de Schrijversbrugliggende buiten de Zijlpoort over den Rijn is 10 cents verschuldigd. Van zonsondergang tot zonsopgang wordt deze belasting aan alle ophaal- of draaibruggen dubbel geheven. b. De verordening regelende de invordering der belasting voor het ophalen of openen der bruggen. Gcenc algemeene consideratien medegedeeld zijndewordt art. 1met weglating der woorden: schipper met zijn," op voorstel van het lid Sikkel Groos, met algemeene stemmen aangenomen. Ten gevolge het voorstel der Commissie vanFinantiën wordt besloten art. 2 dus te lezen: »De voldoening heeft plaats bij het doorvaren. Ingeval van «weigering wordt de verdere doorvaart belet;" nadat met 9 tegen 8 slem- men verworpen was een voorstel van het lid Hubrecht, om te lezen: «wordt »de doorvaart verder belet." Vóór stemden de leden le Poole, van der Hoeven, Hubrecht, Luzac, CockTaets van Amerongende Moen en Tollens. Tegen de leden Bucaille, Krantz, du Rieu, Lisman, Stoffels, ten Sande, van der Boon Mesch, Ysselsteyn en de Voorzitter. Het voorstel van de Commissie van Finantiën, om art. 3 te lezen: «Deze «belasting wordt door de daartoe aangestelde personen ingevorderdwordt verworpen en dit artikel, zoo als het geconcipieerd is, vastgesteld. Eindelijk wordt de gehcele Verordening regelende de invordering der be lasting voor het ophalen of openen der bruggen in rondvraag gebragt en met 16 tegen 1 stem die van bet lid Lismanvastgesteld. Zij luidt dus Art. 1. Deze belasting is telkens verschuldigd, wanneer tot bet doorlaten van een vaartuig eene brug wordt gewiptopgehaald of geopend. Art. 2. De voldoening heeft plaats bij bet doorvaren. Ingeval van wei gering wordt de verdere doorvaart belet. Art 3. Deze belasting wordt of door de daartoe aangestelde personen of door eenen pachter ingevorderd. 2°. de voordragt van Curatoren van het Stedelijk Gymnasium, tot uitbe taling der jaarlijksche gratificatie aan den Claviger dier instelling. Gelet op het rapport der Commissiën van Finantie, is na deliberatie, met 16 tegen 1 stem, die van het lid Luzac, besloten tot de uitbetaling dier gratificatie de noodige magtiging te verleenen. 3°. een adres van de 4 jongste beambten aan het algemeen kantoor van ontvangst der plaatselijke belastingenom verhooging hunner jaarwedden. En gelet op de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Com missie van Finantiën, het eerste strekkende om die jaarwedden te bepalen als volgt: voor den len beambte op 750, voor den 2cn op 700, voor den 3cn op 600en voor den 4™ op 550 het tweedeom aan de adressanten te kennen te geven dat in hun verzoek thans niet kan worden getreden, daar de nadere bepaling hunner bezoldiging afhankelijk is van de definitive regeling van het plaatselijke belastingstelsel en het kantoor van den Gemeente-ontvanger Is na deliberatie het adres in rondvraag gebargt en nadat het lid Gevers mede ter vergadering was verschenen, inct 12 legen 5 stemmen, die van de leden Krantzdu RieuLismanTaels van Amerongen en de Moen (het lid le Poole hield zich buiten stemming), besloten de navolgende jaar wedden toe te kennen, als: aan den beambte J. Kehl 750, aan den beambte C. A. Seyn buiten zijne gratificatief 700aan den beambte A. J. Verhoog f 600aan den beambte P. de Vries f 550cri zulks in te gaan 1° Januarij 1859. 4". Eene voordragt tot verbooging der jaarwedde van den commies-roeijer P. J. van Sonderen inet ecnë som van f 100. Gelet op bet rapport van Burgemeester an Wethoudersstrekkende cm zijne jaarwedde met 50 te verhoogen en op dat van de Commissie van Finantiën om deze voordragt voor geene gunstige beschikking vatbaar te achten Is na deliberatie de conclusie van het rapport van Burgemeester en Wet houders in rondvraag gebragt en met 13 legen 5 stemmen die van de leden Krantz, du Rieu, Lisman, Taets van Amerongen en de Mocn, aangenomen, en mitsdien besloten zijne jaarwedde te bepalen op 600. 5°. Een adres van C. J. van Pijpen, torenwachter, waarbij hij verzoekt dat, in geval van ziekte, wanneer de adsistent-torcnwachter hem vervangt, deze uit de stedelijke middelen daarvoor bezoldigd en bij alsdan van die ver- pligting ontslagen moge worden. Gelet op de rapporten van Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Finantiën, is na deliberatie met algemeene stemmen besloten, den adressant te kennen le geven dat hij, in geval van ziekte of andere wettige verhindering in de waarneming zijner betrekking, ontslagen wordt van de verpligting om daarvoor aan zijn noodhulp een redelijk loon te betalen, on verminderd diens gehoudenheid tot de waarneming der alsdan onvervulde dienst. 6°. Eene missive van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam, daarbij, onder medcdeeling dat de Raad dier gemeente besloten heeft alle beurtver dragen te herzien, met bet oogmerk eerslens om daarin de bepaling op te nemen, dat met wederzijdsch goedvinden afgezien wordt van het regt van uitsluitende vaart en voorts om daarin die wijzigingen le brengen, welke in het belang van den handel wenschelijk worden geacht; opgave verzoekende of de Raad dezer gemeente zich met die beginselen kan vereenigen en alzoo genegen is, in dien geest tot de herziening van het bcurlverdrag tusschen deze beide gemeenten over te gaan. ..i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1858 | | pagina 3