LEYDSCHE COURANT. 1858. VRIJDAG 19 NOVEMBER. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vt ijd'ig uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zat ur dag Avond. De Prijs der Courant is ƒ12 in liet jaar de afzonderlijke Nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. EINNENLANDSCFIE BERIGTEN. LEYDEN18 November. Bij kon. besluit van 15 Nov. is aan J. Irish Stephenson, gepensioneerd majoor met rang van luit.-kolonelop zijn daartoe gedaan verzoek, met den 31stc" Maart aanst.eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van liommandant van bet huis van militaire detentie nabij deze stad. Gisteren heeft voor het prov. gereglshof in Zuidholland de nieuw be noemde officier van justitie bij de arr.-reglbank alhier den gevorderden ambtseed afgelegd. De met het einde dezes jaars aftredende leden der kamer van koop handel en fabrieken alhier, ter vervulling van wier plaatsen op Woensdag den 24 dezer maand eene vergadering van kiesgeregtigden zal worden ge houdenzijn de heeren Abraham Hartevelt Jz.Pieler van Geer en Samuel Jacob le Poole, die echter, ingevolge art. 7 van het kon. besluit van 9 November 1851 (Staalsbl. n°. 142), op nieuw benoembaar zijn. De Staats-Cour. bevat een overzigt van de opbrengst van 's lands mid delen over de tien eerste maanden van 1858, waaruil blijkt, dat die be dragen heeft 47,828,874.88 J zijnde ƒ833,275.83 meerder dan in genoemd tijdvak van 1857. Te Rotterdam en le Dordrecht is een vereenigd spoorweg-comité ge vormd ten einde den aanleg van spoorwegen in het zuiden des rijks te bevorderen. Te Utrecht is Dingsdag 11.in den ouderdom van 84 jarenoverleden de heer mr. G. Dornséiffenoud-rector van het gymnasium en lector aan de hoogeschool aldaar. De overledene, bekend als schrijver van een Hand boek der Algetneene Geschiedenis en meer andere werken werd in 1822 benoemd tot lid van de maatschappij der Ned. letterkunde alhier. De beruchte HilfT of ook zich noemende Schullz, die onlangs ccnc poging heeft gedaan om uit de gevangenis te Arnhem te ontsnappen, is dientengevolge door de correctionele regtbank aldaar veroordeeld tot gevan genisstraf van 3 maanden, na het eindigen der hem opgelegde 20-jarige tuchthuisstraf te ondergaan. Hij moet daarop te kennen hebben gegeven, dat hij dien lijd niet in de gevangenis zoude doorbrengendoch wel mid del zonde vinden om te ontsnappen. Door het prov. gereglshof van Overijssel is een ontslagen rijksveld wachter, die zich aan eene afpersing van ƒ2.50 had schuldig gemaakt, ver oordeeld lot twee jaren correctionele gevangenisstraf en 80 cents boete. In de vorige week is voor het prov. gereglshof van Zeeland de zaak behandeld van 11 dijkwerkers, beschuldigd van in Mei 1857 deelgenomen te hebben aan plundering van 6 zoelelaarstenten enz.alsmede het slaken van het werk waarmede zij zich bezig hielden, ten einde daardoor hooger loon te bekomen. Het openbaar ministerie heeft de schuldigverklaring van al de beklaagden geêischt en veroordeeling van sommigen hunner tot eene gevangenisstraf voor den tijd van minstens 5 en hoogstens 15 jaren, bene vens eene geldboete van minstens ƒ100 en hoogstens 2500. De Staats-Courant heeft uitvoerige beriglen medegedeeld over de Ljambische expeditie, getrokken uit het rapport van den bevelhebber der troependie daaraan hebben deelgenomenden majoor van Langenaan den opperbevelhebber van het Indisch leger. Daaruit blijkt mede dat de strijd zeer hevig is geweest. Omtrent de inneming van den kraton of het sterkste punt des vijands wordt daarin het volgende gezegd: Reeds waren 8 benlings, al de achtergelegene versterkte kampongs en huizen door de onzen met betrekkelijk weinig verlies genomen; maar nu zou het er eerst regt beginnen te spannen. Hel scheen als of de vijand de woning van zijnen vorst niet wilde ontruimen. Uit de schetstcekening zal uwe excell. kunnen ontwaren de wezenlijke sterkte en de bijna slormvrijheid van den kraton, welke buitendien nog gedekt werd door twee steile en moeijclijk te beklim men en zwaar bewapende voorwerken. Te vergeefs werden eenige grenaat- worpen in den kraton gedaan. Te vergeefs stormde achtereenvolgens de 3dc comp. 12dc balt. infanterie, een groot gedeelte der lste comp. van dat corps en de geheele marine-divisie. Ik stond met nog een 25-lal manschap pen der ls,e comp., het hoornmuziek, het detachement artillerie en den com missaris met zijn gevolg op een 50 passen van den kratonwaar ons het geweer- en kartetsvuur om de ooren vloog. Tc gelijk zond ik ordonnance op ordonnance naar de achterhoede, om met den looppas op te sluiten, om, zoodra die genoegzaam bij was, zelf met de laatste Europeanen den storm te proberen; te vergeefs had ook de kapitein Kroesen al beproefd om den kraton om te trekken. De kapitein Kroesen stelde zich met den kapitein Backerus nogmaals aan het hoofd zij spraken den troepen eenige woorden van opwekking toe en voor de vierde utaal ging het er, onder een luid hoerah! op los. Zij kwamen tot onder de benting, terwijl de marine-divisie een der voorwerken ver meesterde. Verschrikkelijk was het vuur van den vijand en waren hunne schoten beter aangebragt geweest, dan hadden wij enorme verliezen geleden. Een groot aantal werpspiesen werden door hen over de borstwering gewor pen, zoodal het wel iets van een regen van lansen had. YVij hadden echter post gevat aan den voet, maar de groote quaestie was nog om er in te ko men. Een paar inlandsche fuseliers der keurcompagnie, Sodrono en Napio, beklommen, gevolgd door den lslcn luit. Pluim Mentz, den kapitein Backe- rns en den 2dco luit. de Bruynelkander helpendeden kraton. De keur- hoornblazer Saiden werd er door den kapitein Kroesen opgeholpen en een geweer toegestokenwaarop de kapitein zich met eenige soldaten naar de poort begaf, ze open liet loopen en toen naar binnen stormde. Verschrik kelijk was hier een oogenblik het vuur, doch het gelukte om den vijand uit den kraton te verdrijven, en ten 10 ure waren wij meester van dcnzelve. Nadat dus de kraton genomen en dezelve behoorlijk bezet was, gelastte ik den kapitein Gallas om den vijand te vervolgen en de vlak aan den kra ton grenzende doesson te doorzoeken. Aanhoudend werd er uit de huizen gescholen. De lstc luit. Ilöfeli bemerkte dat de vijand hem wilde omtrek ken dat echter belet werd. Omtrent le zelfder tijd werd de lste luit. van Leersum deerlijk en droevig gebrand, als ook een 12-tal Europeanen der lsle comp., door het ontploffen eener mijn. De vijand koos ook hier het hazenpad en liet vele dooden op het slagveld achter. Onder hendie zich bij deze expeditie bijzonder hebben onderscheiden wordt vooral genoemd de matroos 3de kl. Schreuder. Een geweerschot ver brijzelde hem twee vingers van de linkerhand; niettegenstaande deze wond. laadde hij zijn geweer en Irgde op nieuw aan, doch een tweede schot trof hem in de borst. IIij nam alstoen zijn mes en liep op den kraton los, zeggende: nik wil een Djambinees dooden," maar de krachten begaven »bem en hij zeeg neder. De regering heeft in hare memorie van beantwoording over het Vde hoofdstuk der slaatsbegrooling voor 1859 verklaard, dat in den loop van het tegenwoordig zittingjaar zullen worden voorgedragen wetsontwerpen nopens de militie, het middelbaar onderwijs en de bewaarscholen. Zij heeft verder te kennen gegevendat zij niets onbeproefds laathetgeen de invoe ring der nieuwe onderwijswet kan bevorderen, en daardoor de verbeterin gen te verkrijgen welke uit die wet kunnen voortvloeijen. Bij de beantwoording der bedenkingen, in de afdeeliugen der kamer ge opperd nopens het nieuw op le riglen gebouw voor den hoogen raadge waagt de regering van hare bedoeling, om bij de nieuwe regterlijke orga nisatie voor te dragen, dat dit hoog reglerlijk eollegie tevens een hof van appel in burgerlijke zaken worde, en dat de provinciale kaïner vervalle. In afd. VII (onderwijs) leest men het volgende: Over de vervulling der betrekking, opengevallen door het den hoogleeraar van Assen verleende emeritaat, heeft sedert gertiimeu tijd eene briefwisseling iusschen curatoren en den minister van binnenl. zaken plaats, welke eerst dezer dagen tot het besluit heeft geleid om de taakdusverre door gemelden hoogleeraar ver vuld, aan twee docenten toe le vertrouwen. Het voornemen zou zijn, de lessen over het Ncderl. burgerlijk regt en die over het Romeinsch regt aan twee verschillende personen, een gewonen en een buitengewonen hoogleeraar op te dragen. Deswege heeft dit artikel der begrooling eene verhooging ondergaan. De regering vertrouwt, dat de bezwaren, die de afdoening dezer zaak dusverre hebben vertraagd, eerstdaags opgeheven zullen zijn en er tot eene spoedige benoeming der twee nieuwe docenten zal kunnen wor den overgegaan. In de onder dagleekening van den 21!,cn April jl. door den minister van binnenlandsche zaken gegeven inlichtingen op het verslag der commissie uit de kamer betrekkelijk de regeringsvcrslagen is medegedeeld, dat de zaak der stichting van een stads-ziekenhuis te Leydendat levens als noso- comium academicum dienen moest, onlangs eindelijk zoo ver gekomen was, dat het gebouw zou worden aanbesteed; dat evenwel de aanneming niet was gegund, doch liet gemeentebestuur middelen bleef beramen om het doel te bereiken. Hoewel de medische faculteit, nadat dit ter harer kennis was gekomen, zich tot curatoren en dezen zich tol hel gemeentebestuur hebben gewend, met dringende aanbeveling om, in het belang der wetenschap en van het onderwijs, het aanhangige plan te bevorderen, zijn bij curatoren tot heden toe geene nadere mcdedeelingen omtrent de verdere inziglen van dat bestuur ontvangen. Dat de gemeente Leyden zich aan de aangegane verpligtingen tracht te onttrekken is der regering niet bekend en, naar zij vertrouwt, niet te wachten. Bij art. 118 (museum van nat. historie le Leyden) wordt in hel verslag gezegd: dat men aan strijdige aanspraken het hoofd niet heeft durven bieden." Deze woorden zijn vermoedelijk bij vergissing aan mond of pen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1858 | | pagina 1