LEYDSGHE
COURANT.
WOENSDAG 17 NOVEMBER.
De Courant wdPdt MaandagWoensdag en
Vtijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is ƒ12 in liet jaar
de afzonderlijke Nomniers worden tegen 10
Centen afgegeven
RU deze Courant ïselioort Bplad W°. 2®.
BIIVNENLAXDSCHK BKIUGTEN.
LEYDEN, 1G November.
Gisteren namiddag ten 3 ure hield de gemeenteraad eene zitting, uitslui
tend bestemd tot installatie van den nieuw benoemden burgemeester, mr. D.
Tieboel Siegenbeek. Omtrent de bijzonderheden dezer zitting en de rede,
waarmede de burgemeester zijne betrekking heeft aanvaard, verwijzen wij
naar het verslag der zitting, in het bijblad dezer Courant opgenomen.
Des avonds zijn aan den burgemeester bi] fakkellicht luisterrijke serenades
gebragteerst door het muziekcorps der dienstdoende schutterijen daarna
door de vereenigde muziekcorpsen van hel regiment rijdende artillerie en
van hel bataillon jagers, alhier in bezetting.
Naar men verneemt zullen in het begin van het volgende jaar voor
den hoogen raad de pleidooijen gehouden worden in de bekende zaak van
de gemeente Leyden tegen den staat der Nederlanden nopens het Haar
lemmermeer.
Men verzoekt ons het berigt omtrent de excommunicatie van den
nieuwen aartsbisschop der oud-klerezy, in ons vorig nommer gegevenaan te
vullen met het volgende: vooreerst dat het gemelde verzoek om den apos-
tolischen zegen en de daarop gevolgde excommunicatie een geval isdat zich
nu niet voor het eerst heeft voorgedaan (hetgeen trouwens wel bekend is)
maar iets, dat telkens bij de verkiezing van een' nieuwen bisschop of aarts
bisschop herhaald wordt, en ten tweede dat de door den Paus uitgesproken
excommunicatie evenzeer telkens gevolgd wordt van een protest uitgaande
van het kapittel, dat de keuze gedaan heeft, waarbij men, onder betuiging
van verschuldigden eerbied voor Z. II. den Paus als zigtbaar hoofd der kerk,
verklaart tegen die uitspraak te moeten opkomen en zich op een algemeen
concilie beroept.
Ten behoeve van den Rijnspoorweg" is in de fabriek van de heeren
L. J. Enthoven en C°. te 'sUage, eene kolossale dubbele ijzeren draaibrug,
de grootste in ons landvervaardigd en over het Boerengat te Rotterdam
gesteld. Nadat de brug eerst met een zoogenaamden dooden last van
400,000 IS, bestaande uit 100,000 ffi ballast en 6 locomotieven met hunne
tenders, was bezwaard geworden, waarbij de grootste doorbuiging niet
meer dan 11 streep bedroeg, werd later de tweede proef genomen door twee
treinen, elk zamengesteld uit 3 locomotieven, met zoo vele beladene wagens,
dat elke trein 260,000 bevatte en dus de gezamenlijke zwaarte 520,000
beliep. Deze proefrid geschiedde met snelle vaart. De grootste doorbuiging
was gemiddeld 10 streep, terwijl het bestek eene speling van 20 streep toe
stond, en hel verdient opmerking, dat de brug zich dadelijk weder geheel
herstelde, zoodat na de proef geene blijvende doorbuiging, hoe ook ge
naamd was waar te nemen. Hetgeen de waarde van dit voorlbrengsel
onzer nijverheid vooral verhoogt, is, dat de brug, welke eene zwaarte heeft
van ruim 250,000 IS, met de grootste gemakkelijkheid door twee mannen
gedraaid wordt.
Door den gemeenteraad van Haarlem is bepaald, dat, te beginnen met
het jaar 1800, elk jaar een derde der voor 1859 aan de kerkelijke armbe
sturen verleende subsidie zal worden afgetrokken.
Aan het slot der memorie van beantwoordingbetreffende het tractaat
den 30sten Jan. 1856 met Japan gesloten, wordt in een naschrift het vol
gende medegedeeld
Na het ontwerpen dezer memorie zijn nadere beriglen ontvangen, waaruit
blijkt dat het den Nederlandschen commissaris in Japan is gelukt (op den
zelfden voet als dit met den Noord-Amerikaanschen heeft en latei* ook met
andere onderhandelaars schijnt te hebben plaats gehad), te Jedo zelf met
de keizerlijke regering een nieuw handelsverdrag voor te bereidenhetwelk
eerlang door die regering zou worden geteekendwaarbij zoo al niet alle
dan toch de voornaamste bezwaren door de commissie in den thans be-
staanden toestand opgemerktzullen vervallenen weder nieuwe havens
opengesteld en andere vrijheden verleend worden, waaronder in de eerste
plaats vaste regeling en vermindering van inkomende en uitgaande regten
opheffing van het verbod tot uitvoer van gouden en zilveren munt, ophef
fing van de verpligte lusschenkomst der geldkamer, enz. Wanneer dit
tractaat zal zijn tot stand gebragt, zal de regering het te zijner lijd aan
de kamer mededeelen.
Aan de antwoorden der regering op de bedenkingen der afdeclingen
van de tweede kamer, ten opziglc van de staalsbegrooling voor 1859,
doelen wij hier nog eenige bijzonderen mede.
Ten opzigte van de geheele bcgrooting ontkent de regering de verhooging
van het eindijfer niet, maar doet opmerken dat die verhooging uil buiten
gewone werken voortvloeit, daar voor 1859 dc buitengewone uitgaven, door
verkregen baten der koloniën geheel gedekt, meer dan 20 ton bedragen,
tegen slechts 11 tonnen gouds in 1850. Het ligt niet in de bedoelingen der-
regering, voor de toekomst meer dan tol nu toe op de koloniale bijdragen
te steunen. De berekeningen looncn het aan, dat de regering aan alle
voorgedragen behoeften kan voldoen, de emancipatie zoowel in Oost- als
Wcst-lndië daaronder begrepen, wanneer alleen voor dit onderwerp, van
1800 afgerekend, slechts op 12 millioen, verdeeld over 4 jaren, kan gere
kend worden; dus over 3 millioen 'sjaars gedurende dien tijd, om ccncri
maatregel tot stand te brengen welke zich slechts eenmaal voordoet. Zoo
onvoorzigtig als het zijn zou, voor eene lange toekomst op verhoogde bij
dragen als normalen toestand te rekenengelooft de regering niet dat zij
de palen der voorzigtigheid te builen gaat met aan te nemendat de bij
dragenwelke in de laatste jaren zoo aanzienlijk waren, in de eerste 4
jaren nog wei zooveel boven de normaal berekende bijdrage zullen opleve
ren. Omtrent de prijzen van koffrj en tin beslaan vele redenen van ge
rustheid. Zoo ook behoeft de kamer geene bezorgdheid te voeden voor de
vermindering van inkomsten, welke het gevolg zou zijn cener plotselinge
afschaffing van hooge en van differenliele regten. Wegens de zaak der
spoorwegen mag de verbetering van hel belastingstelsel niet uit het oog
worden verloren. Eene spoedige beslissing omtrent het bedrag der offers,
welke de schatkist aan de spoorwegen zal hebben te brengenis zeer wen-
schelijkin verband met eene nadere voordragt tol amortisatie.
Bij hoofdstuk II doet de regering opmerken, dat eerst nadat de ver
bouwing van het Binnenhof zal zijn volbragt of lot zekere hoogte zal zijn
gevorderdde gelegenheid zal ontstaanom geschikte lokalen voor den
raad van state aan te wijzen.
In hoofdstuk III wordt gezegd, dat de zaak der wateraflappingen uit de
rivier dc Maas leregt een hoogst belangrijk vraagstuk genoemd wordt. Zoo
lang er hoop beslaat, om langs den weg van onderhandeling lot eene min
nelijke schikking te geraken, mag de regering niet overgaan lot het bezigen
van middelenwelke de goede verstandhouding en de betrekkingen tusschen
de beide rijken welligt ten laatste aan gevaar van verstoring zouden bloot
stellen. l)e regering is tevens van gevoelen, dal het oogenblik nog niet
daar is, om uit te weiden over de pogingen, welke door sir James Brooke
worden aangewend om zijne vestiging te Serawak op Borneo aan Grool-
Brittannië over te dragen. Zij geeft inlusschen de verzekering, dat zij deze
zaak met al den ernst heeft ter harte genomen, welke haar belang vereischt.
Bij hoofdstuk IXA zegt de minister: In hel ontwerp van wet was
voorts voorloopig eene globale som van ƒ300,000 van dc som voor interesten
benoodigd afgetrokken, vertegenwoordigende de renten van dc schuld, welke
nog in den loop van 1858 door inkoop moest verkregen kunnen worden.
Daar de sommen voor amortisatie beschikbaar gesteld thans alle besteed zijn,
zoo ontstaat dc gelegenheid om het benoodigde voor 1859 met juistheid te
ramen, liet eindcijfer van het hoofdstuk wordt dan ook verlaagd tot
ƒ32,133,987.54, zijnde 06,020 minder dan bij de opmaking der begroo
ting in Augustus jl. noodig werd geacht. Een gewijzigd wets-onlwerp
wordt dienvolgens bij deze memorie gevoegd.
Bij hoofdstuk IX/>' wordt aangemerkt dat dc regering tot eene groolere
uitgifte van muntbiljetten dan voor het vastgesteld bedrag van 10 millioen
gulden geene vrijheid vindt. Hel komt haar voor, dat er geene behoefte
aan eene ruimere circulatie van geldvertegenwoordigend papier beslaat; de
redenen, welke de uitbreiding van het bij de wet vastgesteld cijfer hebben
ontraden, kunnen dus daardoor hare kracht niet verliezen. Het kwaad,
door hel indringen van vreemde koperen en zilveren pasmunt te Weeg ge
bragt, wordt geenszins door dc regering voorbijgezien. Dc mogelijkheid
om middelen lot afwering aan te wenden en de keuze dier middelen wor-
der door haar met zorg overwogen. Doch zij ontveinst nietdal hetgeen
van regeringswege gedaan kan worden in deze aangelegenheidnietsbedui-
dend is tegenover de middelen, welke de ingezetenen zelve, zoo zij maar
wildenkunnen aanwenden. Zoolang men ook hierinalles van regerings
maatregelen verwacht, zal het kwaad niet op krachtdadige wijze kunnen
worden tegengegaan.
Omtrent het postwezen leest men daarin nog hel volgende. Sedert de
invoering van de dus genoemde Zondagsdienst op de postkantoren nu onge
veer een jaar geleden, zijn er in het geheel maar twee reclamation van dc
zijde van het publiek bij hel hoofdbestuur ingekomenin welke beide ge
vallen op eene voldoende wijze heeft kunnen worden voorzien. Men gelooft
die bijzonderheid te mogen aanvoeren als een bewijs van de gemagligdheid
waarmede die maatregel is tot stand gebragt. Wat den maatregel op zich
zelvcn betreft, de regering zal niet ontkennen dat men daartoe eerst schoor
voetende en alleen ten gevolge van den herhaalden aandrang van zeer vele
kanten is overgegaan; maar thans, nu de maatregel in werking is, aarzelt