COURANT.
LEYDSCHE
WOENSDAG 13 OCTOBER.
De Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar
de afzonderlijke Nommers worden tegen 10
Centen afgegeven
De Courant wordt MaandagWoensdag en
■Vt ijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaiurdag Avond.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 12 October.
Bij kon. besluit van 7 dezer is lot plaatsvervangend kanlonregter le
Noordwijk benoemd jhr. mr. U. A. C. de la Bassecour Gaan, burgemeester
der beide Noordwijken.
Bij bet ontwerp lot herziening van de tabel der kiesdistricten wordt
voorgedragen het getal leden der tweede kamer van 68 te brengen op 72,
cn door toevoeging van omliggende gemeenten de districten. Amsterdam
Botterdam, Dokkum en Gorinchem zoo te vergroolendat elk dier dis
tricten een lid meer kunne afvaardigen. Tevens wordt voorgesteld om de
titans bij Haarlem gevoegde Znidhollandsche gemeenten en de gemeente
Haarlemmermeer te voegen bij Leydcn en van dat district Benthuizen en
Hazerswonde te voegen bij Delft en Bodegraven, Zwammerdam, Alphen en
Aarlandcrveen bij Gouda. Van de 38 tegenwoordige districten zullen er 24
genoegzaam onveranderd blijven bestaan.
Vergelijkende Slaat van de zuivere opbrengst der opeenten en eigene
middelen, ten behoeve dezer gemeente geheven, gedurende de maanden
September 1857 en 1858, alsmede van die opbrengst over de negen eerste
maanden dier beide jaren.
MIDDELEN.
(jQi\agl(bijopcentcn cn invoer)
Binnenl. Gedistilleerd {idem)
Buitenl. Gedistilleerd (idem)
Likeuren (idem)
Gemaal eigen middel
Wijn, Fruit-enKnnslwijn(jW
Turf (idem)
Steenkolen (idem)
Brandhout (idem)
Zuivere opbrengst over
de maand September.
1857
1799.
3233.
129.
5246.
1602.
1603
099
360
44}
39
64}
45}
37
12}
25
ƒ14079.08
1858
Zuivere opbrengst over de
9 eerste maanden.
1857
1859.67 15118.5
4491.74} 35507.94}
164.00} 1308.41}
3.14' 11625
4387.58" 42496.40}
1327.87} 12648.15
1886.67} 4419.05}
1223.95 3795 02}
425.47} 2000.45
ƒ15770.12 I ƒ117470.81
1858
10727.30
36086.22
1988.54
244.96
46064 20}
13102.50
8731.25}
4788.60
2151.85
ƒ129885.43
Gedurende de winterdienst van de Iloli. ijzeren spoorweg-maatschappij
is het telegraafkantoor alhier geopend van 8 ure des voormiddags tot 9 ure
30 min. des avonds.
Zaturdag 11.toen de spoortrein die ten 4} ure van Amsterdam was
vertrokken, aan het slation Vogelenzang stilhield, heeft er eene ontploffing
plaats gehad, waardoor de stoker achterover van de locomotief is gestort.
Hij is naar Haarlem vervoerd en schijnt inwendig gekwetst te zijn. De
machinist en een paar andere personen zijn er met ligte wonden en den
schrik afgekomen.
Naar men verneemt, zijn door de regering, de heeren Brcdius en van
Sypestein, aan de eene, en den heer Suermondt aan de andere zijde, de
voorwaarden kenbaar gemaakt, op welke zij zich met elkander zouden
vvensehen te verstaan voor den aanleg van een spoorweg in Limburg, Noord
brabant en Zeeland, met een verband van Rotterdam, langs Dordrecht.
De loodsen uit het Nieuwe Diep, die men verloren achtte (zie ons
vorig nommer) zijn later, tot groole blijdschap hunner betrekkingen, aldaar
behouden teruggekeerd.
De brigadier van de rijks-veldwacht te Zierikzee, die den bekenden
Stokkel te Sleeuwijk gevangen heeft genomenheeft eene belooning van
den minister van justitie ontvangen cn van den notaris E. het gouden
horologie met dito ketting, die de dief had medegenomen.
Het logement en veerhuis te Sleeuwijk, alwaar Stokkel werd gevangen
genomenis in den nacht van Donderdag op Vrijdag 11. afgebrand. Een
paard, twee varkens en 15,000 hooi werden daarbij een prooi der vlam
men. De oorzaak is onbekend.
Uit Roozcndaal wordt aan de IV. R. C. gemeld dat het stelen van
kocijen in dien omtrek nog blijft voortduren. Bij een boer schijnt men ge
rucht gemaakl te hebben, waardoor de dieven gevlugl zijn, doch bij den
landbouwer J. Haast, slechts 5 minuten van de kom van het dorp wonende,
is wederom eene koe medegenomen. Omstreeks middernacht werd men
aan het loeijen der beesten gewaar, dat er onraad in den stal was en bij
onderzoek ontdekte men dan ook spoedig den diefstal. Dadelijk deed men
hiervan aangifte bij de maréchausseesdie onmiddelijk zoo te paard als te
voet in alle rigtingen vertrokken, maar wederom is geene de minste ont
dekking gedaan, die op het spoor der daders leiden kan.
Te Tilburg is eergisteren avond een zware brand uitgebarsten
waar
door de vvollen-manufacturen-fabriektwee huizen van de gebr. Jansen
en de groote leerlooijerij van den heer Lombarls werden in de ascli gelegd.
Ook het bovenste gedeelte van de wollen fabriek van laatstgenoemden heer
stond in vlam en wegens gebrek aan water was men voor het behoud van
dit gebouw beducht. De schade zal zeer aanzienlijk zijn.
In ons vorig nommer door plaatsgebrek verhinderd, dcelen wij thans
uit de algemeene memorie van toelichting van de 5 wets-onlwerpenstrek
kende tol wijziging van het belastingstelsel, nog de hoofdpunten mede:
De rigting, welke in de laatste jaren door de wetgeving ten aanzien van
de verbetering van het belastingstelsel is gevolgd, is niet te miskennen.
Al de maatregelen, welke in dit opzigl genomen zijn, strekken ter berei
king van één doelde belastingen op de eerste levensbehoeften uit de rij
onzer belastingen te doen verdwijnen. Op dien weg verlangt de regering
voort le gaan. Groote veranderingen in de grondslagen van bet geheele
stelsel zal zij niet voordragen; geene belastingen, waarbij van de ingeze
tenen blootlegging van hun vermogenanders dan door de bestaande wet op
het successieregt wordt gevorderd, of van hunne inkomsten wordt gevraagd.
Toen de rijks-accijns op het gemaal werd afgeschaft, vond deze maat
regel geen onverdeelden bijval. Velen die hem in beginsel goedkeurden,
vonden bezwaar in zijne uitgebreidheid. Voor 's rijks inkomsten heeft die
afschaffing geene schadelijke gevolgen opgeleverd. Maar bet voorbeeld, door
het rijk gegeven, vond navolging bij vele gemeentebesturen. Terwijl het
rijk zijne inkomsten kon verminderenmoesten de gemeenten de hare door
andere belastingen aanvullen. Daaruit ontstond wat men den fïnanliélen
nood der gemeenten noemt. Van de zijde van sommige gemeentebesturen
wordt nu met aandrang gevraagd, dat 's rijks schatkist aan de gemeenten
le hulp kome, en de wetgever moet nu de rigting kiezen, waarheen bij
zich bewegen wil. Is het raadzaam de gemeente-accijnsen het eerst af te
schaffen? Of is bet verkieslijk in de eerste plaats te zorgen voor de af
schaffing van de rijks-accijiisen op de eerste levensbehoeften Kiest men
het eerste stelsel, dan moet men de gemeenten in de gelegenheid stellen om
hare accijnsen door directe belastingen le vervangen. Daartoe is geen andere
weg open dan vermindering van 's rijks directe belastingenomdat anders
de last van de directe belastingen le zwaar zou drukken. Maar dan moet
bet rijk zijne accijnsen behouden. Kiest men het tweede, dan moet het
rijk zijne directe belastingen behouden, en voor zooveel noodig die uilbrei
den of verbeteren. Men laat dan aan de gemeenten de vrijheid welke de
gemeentewet haar schenkt; men geeft haar de gelegenheid om de accijn
sen, welke het rijk missen kan, ten haren behoeve te heffen, indien zij
deze heffing verkieslijk achten boven de heffing van eigen directe belastin
gen. Men bevordert het stelsel, dat op voorwerpen van eerste behoefte niet
door het rijk en door de gemeenten beide belastingen worden geheven.
Aan het laatste alternatief alzoo geeft de regering de voorkeur.
Vermits nu de toestand van 's rijks schatkist toelaat aan verligting van
lasten le denken, valt thans te onderzoeken, welke maatregelen genomen
kunnen worden.
De rijksbelasting, waarvan de afschaffing het meest, en le regt, wordt
verlangdis de accijns op de brandstoffen. Voor de ingezetenen is de be
lasting op de brandstoffen nevens de belasting op de haardsteden inderdaad
eene dubbele belasting op hetzelfde voorwerp. Bovendien is de perceptie van
die belasting voor het rijk omslagtig en kostbaar. Indien deze accijns wordt
afgeschaft als rijksbelasting, dan verkrijgen de gemeenten de bevoegdheid
om hare belastingen op brandstoffen, des verkiezende, te verhoogden. Zij
zijn dan bij magte het bedrag van den rijks-accijns ten haren behoeve le
heffenbijaldien zij aan deze heffing de voorkeur geven boven die van eigen
directe belastingen en kunnen alzoo bel bedrag van deze laatste verminderen.
Wat het belang van de gemeenten eindelijk betreft, indien baar geene
andere hulp wordt geboden dan die kan voortvloeijen uit de vervanging van
een deel barer directe belastingen door verhooging van haren accijns op de
brandstoffendan is het le vreezen dat vele daarvan geen gebruik zullen
kunnen maken. De regering is dus bereid, ook aan de gemeenten te ver
gunnen een grooler getal opcenten op de grondbelasting der gebouwde eigen
dommen te heffen, dan haar door art. 246 der gemeentewet wordt vergund;
anderdeels om, vóór alle andere belastingen, 100 opcenten op den rijks
accijns op het gedistilleerd te heffen; eindelijk dat bel getal opcenten, dat
voor het rijk op de personele belasting wordt geheven, met de helft worde
verminderd en dus lot op 10 teruggebraglen dat aan de gemeenten, met
wijziging van de gemeentewet, worde vergund, het getal opcenten op die
belasting tot op 35 te verhoogen. 's Rijks schatkist zou mitsdien aan in
komsten verliezen ƒ3,830,000.
Er moeten nu ook andere bronnen van inkomst voor 's rijks schatkist
worden geopend, indien men aan dit ontwerp gevolg zal kunnen geven.