de andere zijde de zorg voor roekeloos bezwaar van de toekomst; de we tenschap dat ook andere behoeften vervuld moeten wordenbehoeften welke groote offers vorderen. Onder de middelenwelke van staatswege kunnen worden aangewend om de ondernemingen van particulieren te ondersteunen, is het haar gebleken dat één volstrekt noodzakelijk is om het kapitaal voor eenigzins uitgebreide ondernemingen bijeen te brengen: het middel van waarborg van renten. Tot haar leedwezen ondervond zij dat tegen waarborg van lage renten geene kapitalen voor dergelijke ondernemingen beschikbaar zijn. Zij moest zich dus beijveren die bezwaren zoo veel doenlijk uit den weg te ruimen; door het verleenen van eenige ondersteuning, in de eerste plaats ter bestrijding van de kosten, verbonden aan den overgang van de groote rivieren. Het geheel bedrag aan kapitaal, dat noodig zal zijn om te voldoen aan de voorwaarden, waaronder de concessie voor den noorder-spoorweg is ver leend, kan worden gerekend op hoogstens 13 millioen. Het bedrag voor den waarborg van rentendat voor het overige gedeelte van het kapitaal benoodigd kan worden bevonden, bedraagt hoogstens 900,000 'sjaars. De onderhandelingen ten aanzien van de spoorweglijnwaarvan de re gering den aanleg in het zuiden des rijks wenschelijk acht, hebben haar volledig beslag nog niet gekregen. De bijdrage in kapitaal bij wijze van ondersteuning met bet zoo even aangewezen doel, welke daarvoor, gelijk straks zal blijkenthans beschikbaar zou wezenbedraagt 8 millioen. De garantie van renten, voor deze onderneming benoodigd, kan worden ge raamd op een bedrag van één millioen min of meer. Zoo even werd nog eene buitengewone uitgave door mij genoemd. Het is n bekend dat door de regering aan de maatschappij van weldadigheid een aanbod is gedaan, strekkende"om voor goed een einde te maken aan den verwarden toestandwaarin zich die maatschappij bevindteen toestand die voor hel rijk zoo veel lasten na zich sleept. De somdaartoe aangebo denbedraagt niet minder dan 3,650,000. 2°. Ik moet thans melding maken van de middelen welke kunnen worden aangewezen om in al deze behoeften te voorzien. De kosten voor de emancipatie der slaven benoodigd, zullen aangewezen moeten worden op de opbrengst van de koloniale geldmiddelen. Uit de be rekeningen, bij de wel op de middelen gevoegd, zal het u blijken dat bij cene zeer matige raming van de opbrengst der koloniale producten in 1859, de bate, welke de koloniën in dat jaar zullen opleveren, berekend wordt op eene som van ƒ22,300,000. Steit men, gelijk boven is gezegd, dat daarvan 8 millioen benoodigd zullen zijn voor de kosten van emancipatie der slaven, dan blijft van die som 14,300,000 beschikbaar, welke vermoedelijk in haar geheel benoodigd zal zijn tot dekking van de uitgaven, in de staatsbegrooting voor 1859 begrepenof in die voor 1860 te begrijpen. Ten aanzien van de dekking der overige straks genoemde uilgaven, heeft de regering het volgende op het oog. Bij de voordragt van de laatste wet tot amortisatie van schuld, welke in de vorige zitting der kamer is behan deld, had ik het genoegen haar mede te deelen, dat het overschot van hel dienstjaar 1857 eene som van ruim 9 millioen bedroeg, na aftrek van de som, destijds lot schulddelging aangevraagd. Het is later gebleken dat deze som grooter is. Vereenigd met hetgeen nog aan batige sloten van 1855 en 1856 aanwezig is, bedraagt zij thans ruim 11 millioen, en men zal derhalve hoogst vermoedelijk in den loop van 1859 over ruim 28 millioen aan baten hebben te beschikken. Op die baten zou de regering vooreerst de som wil len aanwijzen, welke eventneel voor de maatschappij van weldadigheid be noodigd zal zijn. Er blijft dan een bedrag van 21 millioen min of meer spoorwegen te bestemmen. Maar behalve deze ondersleuning in kapitaal zal ook waarborg van ren ten gepraesteerd moeten worden. Yoor de voltooijing der bedoelde wegen wordt een tijdsverloop van hoogstens 5 of 6 jaren noodig geacht. Het is derhalve de vraag, of de vooruitzigten onzer finanliën van dien aard zijn, dat men tegen dat tijdstip in de betaling des noods van de volle som dier renten zal kunnen voorzien zonder verhooging van lasten, want het behoeft wel geen beloog dat het onverantwoordelijk zou zijn, de eventualiteit dier betaling niet bij het opmaken van latere begrootingen voor oogen te hou den voor de aanwijzing der middelen lot dekking geene zorg te dragen. Die vraag nu meent de regering toestemmend te mogen beantwoorden. Van uwe beslissing zal het thans in de eerste plaats afhangenof men zal kunnen overgaan tot den aanleg van twee groote spoorweglijnenen daardoor over 5 of 6 jaren twee groote werken tot stand zal kunnen bren gen, dan wel of men zich zal vergenoegen met op kleinere schaal werk- j zaam te zijn, volstrekt niet verder te gaan dan de omstandigheden van het j oogenblik toelaten, en cene meer uitgestrekte verbinding door middel van spoorwegen in een meer verwijderd verschiet te plaatsen. 3". Ik kom nu tol het derde onderwerp: de regelen voortaan in acht te nemen ten aanzien van het verband tusschen de geldmiddelen van het moe derland en die der overzecsehe bezittingen. Het beginsel, dat men daarheen moet streven, om de geldmiddelen van het moederland minder afhankelijk te maken van die der koloniën, wenscht de regering getrouw te blijven. Zij stelt u daarom voor om voortaanonder de som benoodigd tot dek king van de uitgaven op de begrooting te brengen, waarop moet gerekend worden uit de toekomstige koloniale batenniets meer te begrijpen dan het bedrag van ƒ9,800,000, hetwelk voor de rentebetaling sedert een aantal ja ren op de koloniale geldmiddelen is aangewezen, en om voorts hetgeen daar boven noodig is tot dekking dier uitgaven, uil de verkregen koloniale batcr te nemen. Neemt men dezen regel aandan zal men het voordeel hebben dat men geene zoo groote zorg meer behoeft te koesteren voor de wisselval ligheid der koloniale baten. 4°. Thans moet ik overgaan tot de mededeeling van de voorstellen dei regering betreffende de belastingen. Zij stelt voor den accijns op de brand sloffen in den loop van het jaar 1859 af te schaffen en eene meermalen ge wenschle verbetering te brengen in den accijns op bet geslagt. Wanneei ook al de gemeenten den af te schaffen rijksaccijns op de brandstoffen wil den voegen bij hare inkomsten, een zoodanige maatregel zoude niet gelice aan den wensch van velen beantwoorden. Het is nuttig te achten dat mei baar eene ruimere gelegenheid verschaffe om in de bestaande bezwaren l> voorzien. Daartoe stelt de regering voor haar 10 van de rijksopcenten op he personeel af te slaanen haar te vergunnen om een liooger bedrag aan op centen op de grondbelasting der gebouwde eigendommen te heffen, dan d< gemeentewet thans toelaat, eindelijk haar toe te staan om, vóór anden belastingen, door middel van opcenten op den rijks accijns op het gedistil leerd in hare behoeften te voorzien. Van wege deze opofferingen is het onvermijdelijk andere bronnen vai inkomsten voor dc schatkist te openen. Daartoe stelt de regering voor di gelijkmatige heffing van de grondbelasting in het gelieele rijk naar de uit komsten van het kadaster, en de uitbreiding van het beginsel, in de be staande wet op het successieregt ncdergelegdten aanzien van de buitenge wone belasting op vreemde effecten, in zijdlinie en tusschen niet verwant I! personen verervende. Zij stelt voor de gedeeltelijke verbooging van succes sieregt te vervangen door een overgangsregt op alle effectendie tusschen collateralen en niet verwante personen bij overlijden in eigendom overgaan. I Voorts stelt de regering voor om de opcenten en het collectief zegelwaar- mede de hoofdsom der accijnsen en van het waarborgsregt sedert vele jaren is verhoogd, met de hoofdsom te vereenigen. 5°. Ik ga eindelijk over tol de voordragt van begrooting voor 1859. Het eindcijfer der begrooting voor 1858 bedraagt thans ƒ85,884,448,74, waaronder begrepen de som van 12 millioen, door de wet van 3 Junij jl. tot amortisatie bestemd. Trekt men deze laatste af, om tot eene meer juiste vergelijking te komen, dan vindt men, met inbegrip van de overige credieten na het vaststellen der begrooting toegestaan een eindcijfer van ƒ73,884,448.74. Het eindcijfer der thans voorgedragene begrooting voor 1859 bedraagt slechts 72,615,036.54jen dus 1,269,412.19j minder. Het eindcijfer van de i raming bedraagt thans 73,575,364.05, en dus ƒ960,327.509-, meer dan het bedrag der geraamde uitgaven. De slotsom van het gezegde laat zich in de volgende punten zamenlrekken. j De uitgaaf, voor de emancipatie der slaven te doen, meent de regering uit de koloniale baten te kunnen bestrijden. Onder den 31stcn December 1858 kan men op goede gronden aannemen, 28 millioen aan batige sloten beschikbaar te zullen hebben. Aan die fondsen wordt de volgende beslemming toegedacht: 3,650,000 ten behoeve van de maatschappij van weldadigheidƒ3,800,000 ter vervan ging van het te verwachten batig slot der koloniale geldmiddelen, dat an ders onder de middelen van een volgend dienstjaar werd begrepen. Het bedrag van 21 millioendat dan nog zal overblijvenstelt de regering voor te bestemmen ter ondersteuning van den aanleg van spoorwegen. De garantie van renten van de kapitalentot den aanleg van spoorwegen benoodigd, zal zich kunnen uitstrekken, naar het ontwerp der regering, tot eene som van 2,000,000 min of meer 'sjaars. Het eindcijfer der begrooting van uitgaven is bijna 13 ton gouds lager dan dat van het vorig jaar. De somvoor de dienst der openbare schuld begroot, bedraagt 19 tonnen gouds minder dan voor 1858; voor ver het grootste gedeelte ten gevolge van amortisatie van schuld. Er wordt eene vermindering van lasten voorgesteld, levens met het doel om aan de gemeenten de gelegenheid te schenken om wenschelijk geachte wijzigingen in haar belastingwezen te brengen. De baten der koloniale dienst over 1859 worden geraamd op ƒ22,300,000. Daarvan aftrekkende 9,800,000 voor betaling der renten ten laste der ko loniën gebragt en 8,000,000 voor de eventuele kosten der slaven-emanci- palie, blijft er ruimte genoeg over om ook in de behoeften van het jaar 1860 te voorzien. De kamer heeft tot voorzitters der afdeelingen gekozen de hh. Thorbecke, van der Linden, Meeussen, van Zuylen van Nyevelt en Duymaer van Twist; I lot leden der commissie voor de verzoekschriften de hh. Lyclama a Nyeholt, Schimmelpenniuckvan Eek, Idzerda en Olivier, en tot leden der com missie voor het ontwerpen van het adres van antwoord op de troonrede de hh. Winlgens, Gevers Deynoot, Poortman, van Zuylen van Nyevelt en Duymaer van Twist. Zitting van Vrijdag 24 September. De heer Anemaet was thans in de vergadering tegenwoordig en lieeft na het afleggen van den eed zitting genomen. l-non.'n ffot ffo oomml-jolo Lolcvnt mol lac t opctolloil Vflff een ontwerp-adresdaarmede gereed is. Het concept-adres wordt naar de afdeelingen verzonden en zal uitsluitend voor de leden gedrukt worden. Vervolgens is besloten de werkzaamheden in de vorige zitting onafgedaan gebleven, geene wets-ontwerpen zijnde, voort te zetten. Voorts zijn als leden der huishoudelijke commissie herkozen de heer Winlgens en baron Mackay en als leden der commissie voor de stenographic de hh. Wintgens en de Brauw, terwijl als derde lid, in de plaats van den heer van Bosse, thans minister, werd benoemd de beer Gevers Deynoot. Zitting van Zaturdag 25 September. Het ontwerp-adres van antwoord op de troonrede is na onderzoek in de afdeelingen gewijzigd en daarna vastgesteld. De beraadslaging daarover is bepaald op Maandag aanst. Bij acclamatie is aangenomen een voorstel van den voorzitter, dat de kamer en corps bij Z. M. den koning en bij Z. K. H, den prins van Oranje bare opwachting zal maken, tot herhaling van dé verzekering van gehechtheid aan het koninklijk huis en van belangstelling in de gebeurtenis op 4 September 11. door de natie gevierd. IHJI 'F[ij L A MtSC 11E 11E It IG T E ENGELANffl. LONDEN, 21 September. De regering heeft besloten om in October nog 2000 man naar Indië te zenden. Zoowel hier als te Liverpool hebben in de laatste 14 dagen een aantal faillissementen plaats gehad. De meeste der gefailleerde huizen waren be trokken in den houthandel op Honduras. Van hel huis Carmichaelte Liverpool, bedraagt het passief 325,000 Alhier is het berigt ontvangendat de walvischvaarders Heroine en Eclipse in Davis-slraat zijn vergaande bemanning van omtrent 150 kop pen is gelukkig gered. Te Grantham heeft de inwijding plaats gehad van het standbeeld ter cere van Newton. Door de policie te Manchester is een zekere Th. Tole gevangen geno men, naardien het bewezen is, dat bij op 22 Maart 1855 van het 7dc reg. infanterie, destijds voor Sebastopol liggende, tot de Russen was overgeloo- pen en na eenige jaren te Petersburg te zijn verbleven, heimelijk naar Engeland teruggekeerd. Door zijn verraad waren destijds 40 man in han den der Russen gevallen. In de Iersche graafschappen Limerich en Kerry hebben, tengevolge van veel regenoverstroomingen plaats gehadwaardoor zelfs eenige men- schen zijn omgekomen. FRANKRIJK. PARIJS, 23 September. De zoon van Ftiad-Pacha is alhier aangekomen. Hij brengt de ralificatien over van het verdrag betreffende de organisatie van de vorstendommen. Zoowel van hier als uit Londen is op staalkundig gebied geene nieuws tijding mede te deelen. De voordeden van het met China gesloten verdrag zijn het hoofdonderwerp der beschouwingen. Men heeft opgemerkt dat cr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1858 | | pagina 2