dochter van den consul en nog 20 andere personen op de Cycloop ont komen. Te Mekka werd de lijding van deze gebeurtenissen met vreugde ontvangen en met een feest gevierd. In die streken is de opgewondenheid zeer groot. Van 15 April lot 30 Junij 1859 zal alhier ecne tentoonstelling van kunststukken van levende meesters plaats hebben. Wegens het ongeluk, dat den 28sle0 Julij 1857 op den oostelijken spoorweg nabij Epernay voorviel, is de maatschappij voor dien spoorweg veroordeeld tot het betalen yan schadevergoeding aan onderscheiden perso nen, tot een gezamentlijk bedrag van bijna 120,000 fr. SPASJE. MADRID, 11 Julij. In eenc vergadering van den ministerraad is thans bepaald, dat de cortes op 19 Augustus zal ontbonden worden. De nieuwe verkiezingen zullen op 1 November plaats hebben, en de opening der nieuw gekozene vergadering op den 19den daaraanvolgende. Voorts is, volgens mcdedeeling der dagbla den, in eene bijeenkomst der ministers ook voorlezing gedaan van eene nota, waarin de Spaansche regering aan de Engelschc ophelderingen vraagt betreffende de voor Spanje beleedigende zinsneden, welke door lord Malmes- bury in het hoogerhuis gesproken zijn bij gelegenheiddat het regt van onderzoek en de slavenhandel in die vergadering ter sprake kwamen. De expeditie die naar Cochin-China moet vertrekkenom zich met de Fransche krijgsmagt in die streken te vereenigenzal bestaan uit het regi ment infanterie Ferdinand VII, onder bevel van den kolonel Ruiz de Lan- zarote, 2 compagniën jagers en ecne brigade artillerie, te zamen uitma kende 1400 man. Het dagblad Iberia berigt, dat de Portugesche zeemagt eenige Fran sche schepen, verdacht van den handel in negers, heeft aangehouden en doorzocht. Dien ten gevolge had de Fransche gezant te Lissabon aan den minister van buitenl. zaken verklaarddat ingeval een zoodanig gevalonder welk voorwendsel ook, weder plaats had, de Fransche schepen in last had den die van Portugal in den grond te boren. De Portugesche regering zou reeds hare kruisers aangeschreven hebben hunnen ijver in deze zaak een weinig te matigen. PISriSSEN. BERLIJN, 13 Julij. Naar men verzekert zal de koning tijdens zijn verblijf te Tegernsee een bezoek van den keizer van Oostenrijk ontvangen. Uit den Elzas wordt berigt dat de vrees voor het mislukken der aard appelen thans, na het vallen van regen, geheel is verdwenen. Door het hoog gereglshof in Zwitserland is dezer dagen uitspraak ge daan in eene zaak, die reeds in vergetelheid was geraakt. De kantons LucernZug en Freiburg hadden namelijkna de nederlaag en de ontbin ding van den zoogenaamden Sonderbundgeweigerd hun deel in de oorlogs kosten te betalen en konden niet bewogen worden deze zaak in der minne te schikken. Voornoemd hof heeft nu, regt doende op den eisch van Schwyz, Uri, Unterwalden en Walliserlandeerstgenoemde kantons ver oordeeld lot betaling van hun aandeel in de uitgaven voor dezen oorlog. OOSTENRIJ H. WEENEN, 12 Julij. De keizer heeft aan de evangelisch-gereformeerde geestelijkheid in Zeven bergen een voorschol van 80,000 tl. uit de staatskas toegestaanom die later uit de opbrengst der tienden terug te betalen. Van regeringswege is eene verordening uitgevaardigd, betrekkelijk de uitvoering van het met het hof van Rome gesloten concordaat, ten opzigte van de oprigling van nieuwe klooster-orden. De regering heeft daarbij zooveel thans nog mogelijk was, de regten van den slaat gewaarborgd. Geene nieuwe verecniging van eene in Oostenrijk bestaande orde mag wor den opgcrigt, zonder goedkeuring van de plaatselijke overheid, en in som mige gevallen van het ministerie. Geene niet aldaar erkende orde mag uit het buitenland worden ingevoerddan met goedvinden van den keizer zei- ven, en voor het erlangen van grondbezit door de bestaande vereenigingen zijn bepalingen gemaakt, strekkende om aan het burgerlijk verkeer in dezen de vereischte waarborgen te verzekeren. Op de Zuid-Duitsche markten hebben de graanprijzen eene aanzienlijke daling ondergaan. TBRKÏE. De Engelsche gezant, de heer Bulwer, is te Konstantinopel aangekomen. De berigten van Candia zijn nog niet zeer geruststellend. Het zijn thans niet meer de Christenendie aan het gezag van de Porte wcèrstand biedenmaar de Turkenvol wrevel over de aan de Christenen toegezegde voorrcgtcn. Een zoodanige staat van zaken was te voorzien want in het oog van een dweepziek Muzelman is de toestand waarin de Christenen zullen geplaatst worden iets ongehoordsdat maar niet zoo gemakkelijk door lietn wordt begrepen en aangenomen. Onophoudelijk vormen de Turken zamenscholingen en dreigen zij de rust op nieuw te verstorenzoodat Achmet- Pacha de strengste maatregelen heeft moeten nemen Om eene uitbarsting te verhinderen, die op dit oogenblik noodlottig zou zijn. Onderscheidene bel hamels zijn gevangen genomen. Met de thans ontvangen versterking van twee balaillons infanterie hoopt men nu aan alle mogelijke gebeurtenissen het hoofd te kunnen bieden. Latere berigten doen echter zien dal deze verwachting is te leur gesteld en dat de rust thans door de Turken op ecne ergerlijke wijze is verstoord. Een jong Griek van Lacancum had het ongeluk bij zijne zelfverdediging cenen Turk te dooden. Uet lijk van dezen laatsten werd naar de moskee gedragen en alstoen ontstond er een algemeen oproer. De Europesche con sulaten en de katholieke kerken werden beleedigdmen schoot op de Fran sche vlag en op de woning van den admiraal, en dreigde zelfs het laatst genoemde gebouw omver te halen, indien de Griek niet werd ter dood gebragt. De admiraal beval toen den Griek te worgen en zijn lijk werd voorbij de consulaat-gebouwen gesleept. De Christenen verlaten in menigte de stad. Ook te Rhitianne zijn door de Turken de kerken verwoest en eenige priesters verwond. Zij hebben ook aldaar de citadel, door verraad van de bezetting, in handen gekregen. Te Suez is de Turksche bevolking mede zeer vijandig tegen de Chris tenen gestemd. De onder-koning van Egypte heeft reeds troepen derwaarts gezonden. Ook in de provincie Bagdad zijn onlusten ontslaan, ten gevolge van de opgelegde verpligling tot de krijgsdienst. De overheden zijn uit de dorpen gejaagd. Omer-Pacha heeft ook troepen derwaarts gezonden. De spoorweg van Suez op Cairo en Alexandrië zal binnen 2 a 3 maan den geheel gereed zijnzoodal men voor het einde van dit jaar in 10 a 12 uren van de Middellandsche zee naar de Roode zee zal kunnen overgebragt worden. Ujfschutten van Prins Willem I a°. 1575. De stadsrekeningen van Leydenvan den jare 1575Ieeren ons eene bij zonderheid kennen, die wel der moeite waardig is hier te vermelden, te wetendat Prins Willem I zijn verlangen aan de Regering van Leyden te kennen had gegeven, om tien lijfsehutlcn bij zich te hebben, doch ge kozen uit Leydsche burgers of burgerskinderen. Na een zoo merkwaardig beleg, kon de Prins geen grooter blijk van vertrouwen aan de Leydsche burgerij schenken dan juist eene zoodanige keuze. In de bedoelde rekening van 1575 leest men Noch aen Comeüs Willemszin den Hoornin voldoening van de costen bij de tien geëligeerde personen en burgerskinderenlot lijfsculten voor zijne Excic op ten xxiij April leslledcnte zijnen huyse gedacn en van dezelve tot een eerlic afscheyt gedefroyeert zijn, als blijck bij de ordonnantie van burgermeeslren hier met quilantie ovcrgclcvert bctaelt de somme van 12 d£- 10 st. Noch aen Willem Wassenaer en Jan Baerntsz, schuylvocrderster cause dat zij luyden met haer scuyten tot Delft gevoert hebben de tien lijfsentten wesende burgers en burgerskinderenbij de burgermeeslren voor Zijne Excic volgens zijn f. g. begeerte verwillichl, als blijet bij de ordonnantie van burgermeestrenvan dato den lesten April, belaell 2 12 st. De namen dier schutters zijn niet vermeld. In het oudste Charter van Leyden van 19 Dec. 1266, waarvan het oor spronkelijke reeds in 1602 niet meer bestond en waarschijnlijk bij den val van den Sl. Pielerstoren vernietigd zal zijnwordt op de volgende wjjze van de Leydsche schutters gesproken: »Tot den oorlog, hij zij met mijne eigen onderneming of van liet gehele landt, zal men ten mijnen dienste (Floris V) geven vijf en twintig mannen, die tot mij komen zullen op hunne eigene kosten; maer zoo haest zij bjj mij zijn, zullen zij, hoe lange den oorlog ook duurt, ten mijnen kosten onderhouden worden en alle nachten omtrent mijn tent de wacht honden (Zie v. Mieris, Charterb. I. bl. 345 en idem Besch. van Leyden, II deel; bl. 427.) R. E. STABS - KERB GTE NI. SCIiVTTERIJf. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen te weten, dal dc Com missie, volgens art. 15 der wet op de Schutterijen van den llden April 1827, benoemd tot het onderzoeken van, en beslissen omtrent de redenen van vrijstelling en uitsluiting, zal vaceren op bet Raadhuis dezer Gemeente, op Woe/isilag den 21stcn Julij aanstaande's namiddags ten zes ure En worden diensvolgens opgeroepen 1°. Alle de zoodanigen, welke aan de loting van dit jaar deel genomen hebben; 2°. Degenen, die sedert de vorige inschrijving alhier zijn komen wonen en gebo ren zijn in de jaren 1824 tot 1832 ingesloten 3°. Zij, die ambtshalve zijn ingeschreven en eenige redenen tot vrijstelling ver ineenen te hebben 4°. Degenen, die na hunne indienst-slclling bij dc Schutterijregt op vrijstelling heihen verkregenalsmede die bij het hataillon om ligchaamsgebreken tijdelijk zijn vrijgesteld, en 5". Degenen die, volgens art. 3. L. en M. der YVet, als tot dc Nacht-of Brandwacht behoorende, lijf- of huisbedienden zijnde of bedeeld wordende, vrijstelling kunnen erlangen om zich voor gemelde Commissie te vervoegen, op bovengemcldcn dag, al ware het, dat bij hen geen oproepings-billet was ontvangen, ten einde over de ingediende reclames uitspraak worde gedaan, terwijl zij, die alsdan niet verschijnen, geacht zullen worden geene redenen tot vrijstelling te hebben en mitsdien overeen komstig art. 16 van Zijner Majesteit besluit van den 28stc" Junij 1828, voor zoo verre zij dienstpligtige nommers getrokken hebben, bij de Schutterij zullen worden ingelijfd. En zal deze door aanplakking en plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. C. BUCAILLE, Wethr. 1. Burgemeester. Leyden, 14 Julij 1858. v. PUTTKAMMER, Secretaris. ftutrgctrlijjfcc &tanb. Van den 8 tot en inct den 141 Julij 185§. BEVALLENC. de Niegeb. VerkerkZ. J. G. C. Pracht, D.tweel. M. Wetselaar, Z. J. M. Haarlem, geb. van Born, Z., levenl. --A. M. M. Franchimon geb. VerbruggeD. N. Hoopc geb. PolmaD. M. J. Blom- mestein geb. lleins, D. E. van der Blom geb. Neuteboom D. J. Slikke- lorum, geb. Bey, D. M. Sluis, geb. van der Geer, Z. M. E. Rietbergen, geb. KruseZ.levenl. J. Gorsgeb. Walle, tweel. P. Flamman geb. van DisselZ. A. U. Lensgeb. SchullerD. S. A. van Rijn geb. Sonne- veldt, D. C.E. van Ouleren geb. Schuurman Schimmel, Z. M. M. Hun- telman geb. Chaudron D. J. Vijlbricfgeb. Bij D. A. van der Linden geb. de HaasD. A. J. Ederzeelgeb. LoebcrD. GEHUWD A. P. B. Ileyman Jm. en W. E. G. Pielers, Jd. A. J. van der HoevenJm. en S. C. van der HorstJd. J. J. Midler, Jin. en H. PersoonJd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1858 | | pagina 3