de staat zijner gezondheid, zijn ontslag uit de dienst te vragen, hetgeen echter maar tijdelijk was. Als luitenant-kolonel gepensioneerd, keerde hij naar Ierland terug; doch in 1821 verliet hij het land zijner echtgenoot en vestigde zich met zijne familie in het vaderland. Hij werd in 1823 tot plaatselijken kommandant der 2de klasse te 's Itosch aangesteld, en in het begin van 1827 tot kolonel bevorderd. In November van dal jaar ging hij in dien rang over hij den gerieralen staf van hel leger, en werd geplaatst bij het departement van oorlog. In Maart 1830 werd hij chef der afdce- ling hij dat departement voor hel personeel en de militaire zaken, en vier jaren later tot generaal majoor bevorderd. In April 1840 werd hem op verzoek een eervol ontslag verleend uit zijne betrekking bij het depart, van oorlog. Eenige jaren later werd hem de rang van luitenant-generaal ver leend. Hij overleed alhier den 6de™ April 1858, in den ouderdom van ruim 83 jaren. De commissie uit het prov. geregtshof van Zuidholland, belast met het afnemen van hel examen van hen, die de titulatuur van candidaat-nolaris willen verkrijgen, zal daartoe zitting houden op Vrijdag, 28 Mei aanst. Naar men verneemt zijn dezer dagen aan het herv. diaconie-gesticht alhier de volgende legaten vermaakt, als: van wijlen de douairière Heene man ƒ2.000, van mej Smits ƒ2,000 en van mej. Hraams 500. Het overwulven van den Fluweelen Burgwal en de Heerengracht alhier is gegund aan den heer van Zanten. Hel geheele werk zal binnen den tijd van 3 jaren moeten gereed zijn. Ttveetla 1ïusner tier Slat en-Generaal. Zitting van Dingsdag 13 April. Al de ministers zijn tegenwoordig. De tribunes zijn talrijk bezet. Ingevolge de bepaling van het reglement van orde, neemt de heer Dul ler!, bij ongesteldheid van den heer Band, het voorzitterschap waar. Nadat de geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden, de hh. Olivier en van Voorlhuyscnonderzocht, en in orde waren bevonden, leggen zij in handen van den voorzitter den gevorderden eed af en nemen daarna zitting. De voorzitter geeft daarna liet woord aan den minister van koloniën, den lieer Rochussen, die in eene uitvoerige rede inlichtingen geeft van de grondslagen waarop het nieuwe ministerie is gevormd en omtrent zijne be doelingen. (Deze rede bij het ter perse gaan van ons blad ontvangende, kunnen wij slechts de hoofdpunten mededeelen). Z. Exc. zeide o. a. Hel kan aan de aandacht van niemand ontgaan, dat er nog altijd zijn, en daaronder hoogst achtingswaardige mannen, die, getroffen door den in druk der gebeurtenissen van 1848, de veranderingen, gedurende dat jaar in onze staasregeling gebragt, beschouwen als verderfelijk voor koning en vaderlanden die wenschen de grondwet in zooveel mogelijk beperkten zin te zien toegepast. Opdat te dien aanzien geen twijfel zou beslaan, hebben de eerslbenoem- den der nieuw opgetreden ministers in een schrijven, voor hunne benoeming tot den koning gerigthunne staatkundige denkwijze aan Z. UI. medegedeeld. Zij hebben verklaard dat er eene volkomen eerlijke uilvoering der grondwet en een openhartig gemeen overleg lusschen de kroon en de staten-generaal bij hel bestuur der zaken op den voorgrond moet staanen dat er bij gcene regeringsdaad op het uitsluitend belang van eenige partij of van eene gods dienstige gezindte, maar enkel op 's lands belang moet worden gelet. Een be stuur in dien zin komt ons voor het gematigd liberaal bestuur te zijn. dat thans door den koning wordt verlangd. In die door ons voorgestane be- g nsclen zien wij geen verderf voor het land en inbreuk op de regten der kroon geen nadeel voor het door elk onzer geliefd huis van Oranje. Wat nu onze voornemens betreft, alzoo vervolgde Z. Exc., wij wen- rchen ons te onthouden beloften te doen, welke in hare verwezentlijking zelve schipbreuk lijden op onvoorziene en onoverkomelijke moeijelijkheden. (De minister deed daarop eene opgave der onderwerpen die spoedig regeling vereischen waartoe volgens hem gebragt moeten worden de Indische comp tabiliteitswetten hel belastingstelsel en de spoorwegen.) De minister eindigt zijne mededeeling met den wensch dat het aan het ministerie zal mogen gelukken door zijne handelingen dat .vertrouwen te verwerven en te behoudenhetwelk als eene eerste voorwaarde voor de t oede en geiegelde werking van onze grondwettige instellingen is te be schouwen. De voorzitter bedankt den minister voor zijne mededeelingen en stelt voor op morgen de candidatenlijst voor het voorzitterschap te maken. AMSTERDAM, 12 April. De taal- en letterkundige afdeeling van de kon. akademie van weten schappen hield lieden eene gewone vergadering. Tegenwoordig waren de lib. van Ilall, Koenen, Bake, Ackersdyck, G. de Vries Azn., Karsten, j Hoffmann, Opzoomer, Hulleman, Boot, Janssen, de Wal, Leemans, Knoop, Dirks, Nyhoff, Millies, van hennep en Moil. Van de natuurkundige afdee- j liitg was tegenwoordig de heer Mulder. Om onderscheidene redenen is het uitbrengen van het verslag der commis sie voor de uitgave van het vervolg op van Loonalsmede dal van de com- j missie omtrent het voorstel van den heer Knoop, betreffende de krijgsge schiedenis van Nederland, uitgesteld. De heer Karsten deed eene mededeeling omtrent eene gebrekkige plaats in eene der redevoeringen (die ntgi oirfdrov, de Corona) van Demosthenes, zijnde een epigramma ter eere der gesneuvelden bij Chaeronea. De spr. meent, dat dit epigramma niet in de oorspronkelijke codices van Demosthenes voor kwam maar later door een ander daarin voor het ontbrekende ecliie graf schrift is ingelaseht. Hierover voerde de heer Bake eenige oogenblikken het woord. Het stuk, bestemd voor de verslagen en mededeelingen, is gesteld in handen der hh. Bake en Hulleman. Daarna heeft de heer Boot eene bijdrage geleverd over de in de werken der akademie opgenomen brieven van Justus Lipsius, door den heer G. 11. M. Delprat uitgegeven. Hij wenschl dat die brieven aan eene nieuwe collatie met de handschriften worden onderworpen. De bijdrage zal in handen ge- 1 sleld worden van den heer Delprat en van de commissie, die vroeger het werk van den lieer Delprat in handen heeft gehad. De verdere verspreiding van het werk der akademie zal niet geschiedenten einde de uoodig geachte verbeteringen daarin te brengen. De heer Hulleman las ten slotte het programma voor van de prijsvraag voor hel legaat van Hocnffl. Dezelfde prijsvraag als ten vorigen jare is uit geschreven, vermits de ingekomen prijsverzen der bekrooning niet waardig zijn gekeurd. Dit programma werd goedgekeurd, en daarna de vergade ring gesloten. zoldiging van 400 maar moet ook de koningin steeds op hel slagveld i ter zijde staan. Umtreni de bemagliging van Lucknow zijn nog de volgende meer uit- i voerige berigien ontvangen. Nadat de generaal Oulram de linie der vijande- Iijke werken aan het kanaal omgeirokken was, werd het groote gebouw, bekend onder den naam van de Martinièredoor sir Edward Lugard stor- j mender hand ingenomenen de linie van vijandelijke werken op den 9de" vermeesterd. Ook het Bankhuis werd bezel. Op den ildeo nam de vorst van Nepaui, Jung Bahadoor, plaats in de linie der Eugelschenen het 93ste reg ondersteund door hel 42slenam met storm het paleis der konin gin. Hel verlies was minder dan 100 aan dooden en gewonden terwijl dat van den vijand 500 bedroeg. Gelijktijdig is door den generaal Oulram de sleenen brtig ten noorden der rivier Goomtee vermeesterd en een 500-lal vijanden neêrgeveld. Op denzclfden dag trok hel geschut voorwaarts, en werden de gehouwen voor hel paleis der koningin bezet. Den 14de" werd de konink lijke burgt met hulp van hel Nepaulsche krijgsvolk bestormd en vermeesterd. Daarop drongen de Eugelschen den Kaiserbagh, een ander koninklijk slot, I binnen en kregen er vaslen voet na een gevecht hetwelk den ganschen dag aanhield; 24 stukken geschut werden door hen genomen. Toen trok de generaal Outram over de ijzeren brug en opende het vuur op den vluglen den vijand. Op den 15dcn werd de vijand, terwijl hij iu grootcn getale uit de stad vlugtte, door de artillerie zwaar geteisterd. Twee kolonnes ruiterij, onder bevel van de brigadegeneraals Campbell en Hope Grant, werden uit gezonden 0111 den vijand 11a te zetten. Maun Singh de aanzienlijkste onder de inlandsche grondeigenaren van Oude (die vroeger tusschen de twee par- 1 tijen weifelde), heeft zich, toen de zege der onzen verzekerd was, in het legerkamp van Jung Bahadoor vervoegd. Miss Orr, eene Engelsehe dame, die Maun Singh een tijd lang gevangen gehouden maar voor mishandeling j behoed had, was vooraf door hem teruggezonden. Door deze wapenfeiten was de stad nagenoeg geheel in de magt der Eugelschen. De generaals Penny en Chamberlain slelden al het mogelijke in het werk om aan de nog in de stad overgebleven Cipayers den aftogt af te snijden, i Te Calcutta was de bezetting in den nacht van 2 Maart onder de wapenen gekomen, omdat men vernomen had dat twee regimenten inlandsche solda ten van Birrackpoore legen de stad in aantogt waren. Beide regimenten moeten echter tegengehouden zijn en op die wijze is alles rustig afgeloopen. Het is gebleken dat het vroegere berigt omtrent den afloop van het regls- gediug tegen den koning van Delhi voorbarig is geweest. Dit proces is eerst den 9dcn Maart, na 22 zittingen, geëindigd. Hel is als bewezen aangeno men dat er overeenstemming bestond tusschen de Perzische regering en de opstandelingen in Indid. De vorst van Kennedy, een der hoofden van de muiters, is opgehangen. Hij liet hij zijn sterven eene groote standvastigheid blijken en had zijn feestgewaad aangetrokken. Volgens het verslag van directeuren van de Uollandsch-Bclgische spoor wegmaatschappij (Rotterdam—Antwerpen) hebben de ontvangsten voor 1857 bedragen 46,751 en de uitgaven 28 043 gevende eene winst van 18,108 De uitvoering van onderscheidene nieuwe openbare werken te Wool wich, waarvan de gezamenlijke kosten op 40,000 werden geschat, zal als middel van bezuiniging voorloopig worden geschorst. Ook is aldaar aanschrijving ontvangen om 1500 arbeiders te ontslaan omdat de buitengewone werkzaamheden, waarvoor zij in dienst waren genomen, afgeloopen zijn. Het tegenover Edinburg aan de Forth gelegen kasteel van den graaf van Moray, genaamd üonibristle House, is door brand vernield; het was voor 18,000 verzekerd. Alleen heeft men een gedeelte der boekerij en i schilderijen kunnen redden. Het schip Flora Kerr van Berbice naar deze stad bestemd is op de hoogte van de W'estern-Isles afgebrand. De bemanning is gered. Ook in het Iersche kanaal zijn verscheidene schepen verongelukt. In het kamp te Colchester is eene boekerij opgerigtwelke reeds 1752 doelen bevat, hoofdzakelijk krijgs- en letterkunde, wetenschap, his torie, doch ook dichtkunst en godsdienst betreffende. Die boekerij is van 's namiddags 2 lot 's avonds 8 ure geopend voor elk soldaat, die een penny (5 cents) per maand betaalt, en wordt 11a de exercitie druk door de krijgs lieden bezocht. Het bestuur is ook bedacht op andere uitspanning, door het aanschaffen van dam- en schaakborden en dominospelenen ook door thee en koffij in de bibliotheek verkrijgbaar te stellen, waardoor men hoopt de manschappen van het bezoeken van herbergen af te houden. BIJITENLANDSC'IE HEKH.TCA. a K1. o. LONDEN 10 April. De prins van Wallis zal tegen het einde van den zomer eene reis naar het vaste land ondernemen. Zijne reisroute is nog niet bepaald, want die is van de staatkundige gesteldheid van Europa afhankelijk; echter zal hij zich stellig naar Berlijn begeven, om zijne zuster te bezoeken. De jonge vorst is thans naar Ierland vertrokken. Uit de thans openbaar gemaakte begrooling voor het depart, van ma rine blijkt dal men voornemens is tot groote bezuiniging over te gaan. Voor die dienst is thans 319,000 minder geraamd dan onder hel vorig ministerie. Volgens de Medical-Press van Dublin is de heer Lawrence benoemd tot militair-chirurgijn van 11. M. Hij geniet daarvoor eene jaarlijksche be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1858 | | pagina 2