LEYDSCHE «jam COURANT. MAANDAG 8 MAART. 18!) 8. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdas Avond. M.. 0 (Sf) fe.i N. 29.(« De Prijs der Courant is f 12 l» het jaar de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven RINNMLANDSCSE RERIGTEM. LEYDEN 6 Maart. Gisteren werd ter zitting der arrondissements-reglbank voor correctionele zaken behandeld de aanklagt tegen den gewezen binnenvader en zijne vrouw, gedurende 1G jaren in het gereformeerde Minnehuis belast met de zorg en het toezigt over de aldaar verpleegde armen en gcbrekkigcri. Uit het getuigenverhoor is gebleken, dal op het magazijn en in den kelder van het gesticht waren gevonden zekere hoeveelheden rijst en gruttenwelke lot voeding der verpleegden hadden moeten strekken; voorts dal door leveranciers ten behoeve van die suppoosten aardappelen waren geleverd van betere hoedanigheid dan voor die voeding waren aangenomen te leveren, en dat voor begrafeniskosten en wascWoon van vrouwenrokken aan het bestuur meer was in rekening gebragt dan daarvoor was uitbetaald. Het publiek ministerie qualificeerde die feiten als diefstalgepleegd door loonbe diendenaangezien de beklaagden voor een vast loon iti dienst warén van hel gesticht en de verschillende als bewezen aangenomen feiten het karak ter van diefstal droegenterwijl ook de laatstgenoemde feiten als misbruik van vertrouwen konden worden aangemerkt. De substituut-officier mr. L. Eyssonius Wichers ontwikkelde deze onderscheidene deelen der beschuldi ging en begreep daarop eene strenge straf te moeten etscheiiaangezien hier bleek van strafbare onthouding aan armen van bet lnin toekomend voedsel, terwijl zoo menigmaal straf werd gevorderd wegens bedelarij voor personen die door den nood waren gedrongen dit misdrijf te plegen. Op grond daar van strekte zijn requisitoir, dat de binnenvader zou gestraft worden met 3 en de binnenmoeder met 2) jaren gevangenis, krachtens art. 386 van hel strafwetboek, in verband met art. 14 der wet van Junij 1854. De advocaat mr. J. E. Goudsmit, met de verdediging der beschuldigden belast, ving zijne pleitrede aan met de opmerking dal het gerucht van ge pleegde kwade trouw algemeen en dus ook bij hem verontwaardiging had opgewekt en het daarop gevolgd ontslag der beklaagden uil hunne betrek king meerder waarschijnlijkheid bijzette aan de waarheid der geruchten, dat zij zich hadden verrijkt, met hetgeen voor de verpleegden was bestemd tot eigen voordeel uit het gesticht te vervoeren en jU? gelde te maken, waar voor hulzen en effecten waren aangekocht; dat de inhechtenisneming der beklaagden op al die vermoedens het zegel had gezetmaar dat nu toch uit het getuigenverhoor gebleken was, dat alle feiten ziel) oplosten in een kopje slappe thee, in een bordje getaptemelk en eenige ongevvasschen onder rokken. i'leiter ging daarop over tot de ontwikkeling der volgende vijf algemeene stellingen, als: 1°. de voeding was volgens getuigenis der regen ten goed en in verhouding tot de daarvoor beschikbaar gestelde levensmid delen; 2°. niets van betgeen aan de verpleegden onthouden was, bleek uit het geslicht te zijn vervoerdwaarvan zelfs na het microscopisch on derzoek der regenten, tot in de ingewanden zelfs van het gesticht, geen schijn bestond; 3°. de hoeveelheden levensmiddelen, die aan hunne beslemming schenen onttrokken te zijn, waren aanwezig en bevonden zich op het magazijnin de kast en in den kelder tot berging daarvan be staande; 4°. wat gevonden was, zooals rijst en grutten, betrof juist waren van een leverancier, over wiens eerlijkheid bij regenten geen de minste twijfel bestoud; 5°. de voeding was geregeld door regenten voor eiken dag, maar de verdere zorg voor de hoeveelheid was geheel aan den binnenvader overgelaten. Alsr.u overgaande tot de punten van beschuldiging toor.de pleiter aan dal hier aan geene bcdriegelijke toefiigening (soustraction frau- duleuse) kon worden gedacht, evenmin aan poging daartoe, nog minder aan misbruik van vertrouwen (abus de confiance). Voorts werd betoogddal de beklaagden volgens hunne acte van aanstelling of instructie niet waren loonbedienden, maar ambtenaren in een privaat geslicht. Eindelijk werd door pleiter aangevoerddat de suppoostenhet keukenpersoncel en de verpleegden uit één pot werden gespijzigdmaar aan de eersten boven de laatslen een grootcr en beter deel werd toegekend, terwijl de meerdere begrafeniskosten dan werkelijk was uitbetaaldlot een eisch tot teruggave len civile zouden kunnen leiden. Noch in het een, noch in het ander, hoe onpligtmatig ook, kon het kenmerk van diefstal worden gevonden en pleiter erkennende dat pligtverzuim billijke reden gegeven had tot ontslag, meende ■echter, dal dit ontslag gevolgd door cene preventieve gevangenis van 3 maan den als een voldoend zoenoffer voor het gepleegde pligtverzuim kon gelden maar niet door eene nieuwe straf moet worden verzwaard. Na re- en du pliek, waarin de regtskundige qualiiicatie der feilen werd behandeld, be paalde de regtbank de uitspraak op 12 Maart. In de maand Februari) 1858 zijn binnen deze gemeente overleden 105 perso nen als: 20 mannen, 22 vrouwen, 27 zoons en 36 dochters, daarenboven als levenloos aangegeven 3. Geboren 121 kinderen, als: 63 zoons en 58 doch ters, waaronder zijn begrepen 2 paar tweelingen. AroIlrokkcn 23 huwelijken. Met zekerheid kunnen wij berigten dat, even als zulks voor twee jaren in de Hooglandsche kerk heeft plaats gehader dit jaar op tweeden Paasch- dag een plegtige zangstond zal gehouden worden in de Pielers kerk, onder de leiding van ds. E. Lauriliard. Een honderd-vijftigtal weezen oefent zich reeds sedert gentimen tijd om naar vereischle het koor te bezetten. Daar de opbrengst wederom strekken moet om den uitgcpuilen voorraad Gezang- en Psalmboeken, welke voor behocfligen bestemd zijn, aan te vullenzullen voorzeker velen zich geroepen voelen aan deze plegtigheid hunne deelneming te schenken, liet collegic van diakenen der Ncd. herv. gemeente heeft zich met de regeling van hei geheel belast. Het getal der in het Werkhuis alhier opgenomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 344 tol 376 personen. Dc letterkundige afdeeiing van de kon. akademie van wetenschappen zal op maandag aanslaande te Amsterdam eene gewone vergadering houden. Uit Nieuwveen wordt het volgende gemeld als een waarschuwend voorbeeld dat bet onvoorzigtig omgaan met buskruid soms ernstige gevolgen kan na zich slepen. Een dienstmeisje bezig zijnde met liet afnemen van stof van cenig huisraadwaarop zich onder anderen ook een mei bus kruid gcvulden kruidhoorn bevond, lag dezen zonder argwaan op de bran dende kageheimet dat ongelukkig gevolg dat het kruid, door welk toeval ook, vuur vatte en ontplofte. Men verneemt dat de ontploffing zoo hevig wasdal er een raam uit het vertrek gesprongen is en bet meisje zich deerlijk bezeerd heeft, en op dit oogenbiik van haar gezigt beroofd is. De olifant, voor de Rollerdamsche diergaarde bestemd, bevindt zieh nog al 1 ijd te Falmouth aan boord van het zeeschip, dat door dc aanhou dende ooslewinden aldaar wordt opgehouden. De gezagvoerder moest alle zorg aanwendenom liet dier voor de gevolgen der strenge koude te vrijwaren. Op dit oogenbiik scheen het gelukkig daarvan nog niet veel nadeel ondervonden te hebben. Te Nieuwe Liep wordt eene kanonneerboot gereed gemaakt om te Groningen geslationneerd te worden, ten einde daarop jongelingen onder wijs te geven, tot opleiding voor 'slands zeedienst. lil de Dr. Cour. leest men het volgende: Men hoort thans bijzonder veel van braad in liet heideveld, het veen en zelfs in de !iooila.nden, alles is even droog als midden in den zomer, daarbij is hel weinige water, dat er nog is, bevroren, en zweept een hevige wind den brand voort. Giste ren avond kon men ten oosten en ten zuiden van uit Assen een vuurgloed zien, waarschijnlijk veroorzaakt door veen- of heidebrand, terwijl gisteren middag eene zware rook uit hel zuidoosten opging, die mede aan veen- of turfbrand wordt toegeschreven. Zoo op 'loogenbiik verneemt men, dat er Donderdag nacht brand is geweest in liet tweede gesticht te Veenbui- zende brand is aangekomen op eene ziekenzaal; een gedeelte van den noor delijken vleugel, benevens de weslelijke vleugel voor een deel zijn afgebrand. In het ambt Vollenboven bij het S'. Janskloosler is eene boerenhof stede afgebrandwaarbij 38 stuks vee zijn omgekomen. Een zekere M. Koonen, landbouwer te Wieuw-Scboonebcek (Drenthe) heeft zijne bezittingen verkocht en begeeft zich met der woon naar Uou- garye, ten einde aldaar zijne fortuin te beproeven. Burgemeester en wethouders van Middelburg hebben aan den gemeente raad aldaar het voorslel gedaan om de belasting op liet gemaal met het jaar 1859 weder in te voeren. 'sGRAVENH AGE 6 Maart. Door Z. M. zijn benoemd lol ridder der orde van den Nedcrl. Leeuw, de lieeren: G. II. M. Delprat, lid van de kon. akademie van wetenschap pen, te Rollerdam; dr. 0. G. Heldring, pred. te Hemmen; mr. J. H. Phi- lipse, hoogleeraar in de faculteit der reglsgeleerdheid te Groningen, en dr. II. E. V'inke, hoogleeraar in de faculteit der godgeleerdheid te Utrecht. Aan den luit.-kolonel C. M. Nabal is eervol ontslag verleend als kom- mandant van het corps mariniersmet toekenning van pensioen en den rang van kolonel. Het bevel van genoemd corps is thans opgedragen aan den kapt. ter zee A. J. Voetdie cenol uil liet corps zee-officieren wordt afgevoerd. Met betrekking tot de ministeriële crisis verneemt men dat hoewel slechts vijf ministers hun ontslag hebben verzocht, echter al de overige mede hunne portefeuilles Ier beschikking des konings hebben gesteld, zoo dat Z. ffi. nil in dit opzigt de handen vrij heeft. De heer Rochussen is herhaaldelijk bij den koning ten gehoore toegelatenof hem dc zamenstel- Iing van een nieuw ministerie is opgedragen is onzeker. Aan onderscheidene personen moeten aanbiedingen zijn gedaan, waarvan echter sommige niet geneigd waren de ministeriële betrekking te aanvaarden. Gisteren is in de fabriek van de hecren L. J. Enlhovcn en C". alhier, een ijzeren spil gegoten ter zwaarte van ongeveer 16,000 ned. ponden. Deze spil is bestemd voor eene kolossale ijzeren wcegkraan welke door gezegde fabriekanten naar Rusland moet geleverd worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1858 | | pagina 1