LEYDSCHE
COURANT.
VRIJDAG 1 JANUARIJ.
1857-1858.
De Courant wordt Maandags Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar j
de afzonderlijke Hommers worden tegen 10
Centen afgegeven
Dij de eerste verschijning van ons Blad in dit jaar, willen wij een vlug-
tigen blik slaan op het verledene, en in'een kort bestek de gewigtigste
gebeurtenissendie in bet afgcloopen jaar plaats haddente zamen vatten.
Met een dankbaar gevoel zien we terug op de voorreglen aan ons vader
land te beurt gevallen. In vrede met bet buitenland, ging het onder genot
van rust en orde op de baan der omwikkeling voort. Het zag zijne bron
nen van bestaan gezegend en daardoor de volkswelvaart in vele opzigten
toenemen. Konden wij bij den aanvang van liet vorige jaar de vrees niet
onderdrukken, dat het geschokte vertrouwen tusschen de Regering en de
Volksvertegenwoordiging moeijelijkheden zoude opleverenvooral bij de toen
aanhangige wet op hel onderwijs; die vrees verdween allcngskens en ecne
wet op dat gewiglig punt kwam lot stand, die, moge zij ook bier en daar
iels te wcnschen overlatennoglansnaar ons inzien goede vruchten voor
de natie zal kunnen dragen. Ook omtrent andere punten zag men eene
gêwenschte toenadering, veel misverstand weggenomen en bet gemeen over
leg, lot hel welzijn des lands zoo noodig, weder op hechtere grondslagen
gevestigd. Niet minder is het eene dankbare vermelding waardig, dal,
terwijl hier ecne onverwacht verschenen ziekte vreeselijke verwoestingen
aanrigtte, daar eene aanzienlijke stad door eene noodlottige kruidonlploffing
bijna in cenen puinhoop veranderde, elders de aarde op hare grondvesten
schudde, en duizenden als in een oogwenk werden weggemaaid, ons vader
land voor algemeene rampen gelukkig bewaard bleef. Groot was ook
voor Nederland liet voorregl d* de overzeesche bezittingenvoor zijnen
bloei van ecne zoo onschatbare waarde, bevrijd bleven van de besmetting
van eenen opstanddie in nfliurige streken zoo dreigend was uitgebarsten
dat ook daar rust en orde bleven heerscbcnen uit die verwijderde oorden
bij toeneming weldadige vruchten werden ingeoogst. Moge echter door
lien, die met bet beheer der zaken in onze koloniën zijn belast, het ge
beurde niet uit liet oog worden verloren, maar een spoorslag zijn om steeds
met behoedzaamheid en beleid liet aan hunne zorg toevertrouwde pand te
bewarenen Nederland meer en meer zijne verpligting aan Java beseffen
en dankbaar trachten te vergelden.
Europa's algemeene toestand onderging weinig verandering. De donkere
wolken die zich nog oen jaar geleden aan den staatkundigen gezigleinder
vertoonden, zijn gelukkig, dank zij der gevoelde behoefte aan vrede en der
gematigdheid van de belanghebbende regeringenopgehelderd. Wel zijn de
overgeblevene moeijelijkheden van den betrcurenswaardigen Oosterscben krijg
nog niet geheel uil den weg geruimd, maar deze zijn niet van dien aard
dat zij tot bezorgdheid aanleiding kunnen geven. Niet alleen boorde men
geen krijgsrumoer, maar men zag zelfs dat de begeerte meer en meer leven
dig wordt, om de strijdkrachten te verminderen en om door uitbreiding van
handel, gemcenschapswegen cn nijverheid, de stoffelijke belangen der bevol
kingen te bevorderen. Vorsten die voor een tweetal jaren nog vijandig
tegen elkander over stondengaven elkander broederlijk de hand; en al
heeft de ondervinding maar al te dikwijls geleerd dat op zulke bijeenkom
sten weinig is te bouwenmen is toch geneigdvooral in de tegenwoordige
omstandighedener cenigc hoop voor de toekomst aan te onlleenen. Dit
vrede-ademend tafereel is echter niet van toepassing op Grool-Brillannië.
Naauwelijks adem scheppende van den oorlog met Ruslandwerd bet ge
dwongen alle ter beschikking staande middelen aan te wenden tot demping
van eenen opstand in Britseh-Indië, eene parel die aan de kroon der Koningin
dreigde te ontvallen. Veelvuldig zijn de oorzakenwelke tot dien opstand
aanleiding gaven, maar onder deze is de onverzadelijke zucht van Engeland
om het Indisch gebied te vergroolenvoorzeker niet als de geringste aan te
merken. Van deze zucht die, vooral bij de aanhechting van het rijk van
Oude, algemeene ontevredenheid verwekte, wisten de volgelingen van Maho
med listig partij te trekken, om de llindosehe bevolking in den waan te
brengen dat hunne godsdienst door de Europeanen werd bedreigd. Dat vele
misbruiken in liet bestuur, alsmede onregtvaardige handelingen omtrent de
inboorlingen hierbij in rekening gebragt moeten wordenzal wel ieder er
kennen die geachte schrijvers over Indië heeft geraadpleegd. Doch waaraan
ook toe te schrijvende opstand werd van dien aard dat Engelandjuist
voornemens om het Chinesche rijk door eene ernstige tuchtiging tot een
vrijgeviger handelsstelsel te dwingenzich haasten moestzijne strijdkrach
ten naar Indië over te brengen. Het hart krimpt in een bij de gedachte aan
de menigvuldige cn ongehoorde gruwelen aldaar gepleegd, en met het oog op
de beschaving van een zoo aanzienlijk deel der wereld, was het ieder wei-
Kom te vernemendat reeds vóór de aankomst der troepende Europesche
krijgskunde over de opstandelingen had gezegevierd en men verwachten kan
dat de opstand zelf weldra geheel zal onderdrukt zijn. Mogen de overwin
naars nu ook toonen Chrislenen te zijn en door hunne gedragingen den
geest des Evangelies bij deze Heidenen doen uitkomen. Zulk eene prediking
zou naar onze mcening aan die der zendelingen eene niet geringe kracht
bijzetten.
Wat de overige staten van Europa betreft, zoo bleef Italië tot nu toe
(cn hoe lang zal het dit nog?), op de invoering van een aantal noodzake
lijke hervormingen vergeefs wachten. Spanje was steeds het tooneel van de
kuiperijen der talrijk aldaar aanwezige partijen; zoo daar nu cn dan eenig
licht doorbreekt dan is het slechts om weldra weder voor duisternis plaats
te maken. Portugal's jeugdige Koning gaf, te midden der ellende in zijne
hoofdstad, een zeldzaam voorbeeld van zelfopoffering en toonde alzoo bij de
koninklijke waardigheid een koninklijken inborst te bezitten. België einde
lijk gaf bij het einde des jaars een schitterend blijk dat men ook daar, ten
spijt van eene aanzienlijke partij die voor teruggang gestemd is, de hand
having der vrijzinnige regeringsbeginselen op prijs stelt.
In de laatste maanden des jaars werd Europa onverwachts door moeije
lijkheden van finanliëlen aard overvallente groot dan dat wij ze hier stil
zwijgend zouden voorbijgaan. Die moeijelijkheden had men aan Noord-
Amerika te danken en kwamen van daar als een storm opzetten. In Amerika
gewoon alles op grootcn schaal te ondernemen, wil men ook door over-
drevene cn aanhoudende speculatiënwaarbij soms onbeduidende kapitalen
ten grondslag liggen, fortuin maken en zijne door ecne al te weelderige
levenswijze geknakte fiuantiën herstellen. Dat een gebouwop zulke
grondslagen opgeirokken, ten laatste instort en dat zijn val voor velen
noodlottig kan zijn, behoeft niet gezegd te worden. De gevolgen waren
dan ook allertreurigst en Europadat in zoo uitgebreide handelsbetrek
kingen met de nieuwe wereld staat, ontving daarvan een ruim aandeel.
"Ontelbare faillissementen hadden er in Amerika plaatsen werden door
een niet geringer aantal in Europa gevolgd. Kleinere en grootereop
wrakker cn steviger grondslagen staande handelshuizen vielen zonder on
derscheid. Personen die zich bezitters van milliocnen waandenzagen zich
in écnen dag van alles beroofd. Als in onafscheidelijk verband daarmede
staandeontving ook dc nijverheid eenen gcvoeligen slag en duizende werk
lieden, zoowel in Amerika als in Europa, waren plotseling van bestaan
beroofd. De schok was zoo hevig dat teil laatste dc Regeringen tusschen
beide treden en door buitengewone maatregelen den handelsstand te hulp
moesten komen, en hoewel aanvankelijk de toestand daardoor is verbe
terd, zullen de gevolgen zich nog gedurende geruimen tijd levendig doen
gevoelen.
De bovenstaande schels zal, vermeenen wij, voldoende zijn, om ons den
loop der gebeurtenissen van het afgcloopen jaar voor oogen te stellen. Veel
verblijdends moglen wij opmerken, dat, gevoegd bij nog menig opbeurend
verschijnsel, door ons, om niet uitvoerig te worden, onvermeld gelalen, ons
met vertrouwen de toekomst doet te gemoet gaan. Moge dat vertrouwen
niet worden te leur gesteld, en het ingetreden jaar voor alle landen in het
algemeen en voor ons vaderland in het bijzonder een in alle opzigten ge
zegend jaar zjjn.
Hier zouden wij kunnen eindigen, zoo niet de omstandigheid, dat dit
blad met den aanvang van dit jaar in handen van een' anderen Uitgever
is overgegaannog een enkel woord vereïsclile. Dc vorige Uitgever werd
in dit jaar aan zijne betrekkingen en talrijke vrienden door den dood ont
rukt, cn hem werd in dit blad eene buide gebragt, waarop zijne ver
diensten zonder twijfel aanspraak hadden. Den weg, door zijn' Voorgan
ger met cerc bewandeldwcuschende te betredenzal de tegenwoordige
Uitgever zijne krachten inspannen om de Leydsche Courant aan hare
roeping te doen beantwoorden en haar die belangrijkheid trachten te geven
welke men van een blad, dat op geen liooger titel dan op dien van Stads
courant aanspraak maakt, mag verwachten. Deze Courant zal dus onder
een' anderen Uilgever (en dit eerste nommer levert er reeds het bewijs van)
aan eene bepaalde partijin het godsdienstige of in liet staalkundige even
min zich aansluitenals zij het onder den vorigen gedaan heeft. De nieuwe
Uitgever vat zijne taak op in het vertrouwen dat hemvooral door zijne
sladgcnootendezelfde welwillendheid zal worden geschonken, als aan zijn'
geachtcn Voorganger ten deel viel. Mogt hij er in slagen de belangstelling
van het publiek meer en meer voor zijn blad te winnen, en door zijn
arbeid eenig nut te slichten, hij zou zich gelukkig rekenen.