BIJBLAD, behoorende bij de Leydsche Courant van den 30 December 3857, JV°. 356.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEYDEN doen te weten, dat door
den Raad dier Gemeente, in zijne openbare vergadering van den 22slen October 1857
is vastgesteld de volgende
VEKORDE1VIKG
■regelende de peilrekening van het levend rundvee, ter verzekering van
de invordering der belasting op het geslagt te Leyden.
Art. 1. Invoer van levend ru?idvee ter stallingGeen levend rundvee, waar
onder verstaan worden slieren, ossen, koeijen, vaarzen, pinken en kalveren, mag
binnen de gemeente ter stalling ingevoerd worden dan op schriftelijke en onder-
leekende aangifte aan het kantoor van toezigt en invorderingen na aldaar bekomen
consent-billet tot invoer en stalling.
Dit consent-billet moet inhouden: 1°. den naam en de woonplaats van den aan
gever: 2°. het getal en de soort van het vee; 3°. de plaats der stalling; 4°. de
dagteekening en het uur op hetwelk het billet is afgegeven 5°. den tijd tot het
vervoer toegestaan.
Dit billet moet tot dekking van het rundvee daarbij blijven en aan de ambte
naren der plaatselijke belasting op hunne aanvrage vertoond worden.
Art. 2. Het consent-billet tot invoer en stalling te vertoonen op het alge
meen kantoor van ontvangst. Terstond nadat het ter stalling ingevoerde rundvee
in den daarvoor bestemden stal is aangekomen, wordt het consent-billet tot invoer
en stalling aan het algemeen kantoor van ontvangst vertoond, hetwelk van die
vertocning op het billet doet blijken.
Art. 3. Invoer van vee voor de markt. Het rundvee, dat men verlangt ter
markt te brengen, moet aan de kantoren van toezigt en invordering aangegeven
worden. De invoerder ontvangt daarvoor een marktbillet, hetwelk den vervoer van
bet tec naar de markt dekt. Dit billet wordt door de op de markt aanwezige
beambten, na verificatie van het geial en de soort van vee, ingetrokken. Hij
afvoer van de markt naar buiten, wordt een door die beambten onderteekend con
sent billet 1ot afvoer afgegeven, hetwelk aan de kantoren van toezigt en invordering
moet worden vertoond en ingetrokken.
Arl. 4. Overnachting van rundvee voor de markt ingevoerd. Als het rund
vee, voor de markt bestemd, binnen de gemeente in stallen of vaartuigen moet
overnachtenmoet daartoe aan het algemeen kantoor van ontvangst of, als dit
gesloten is, aan het naast bij gelegen kantoor van toezigt en invordering een con-
sent-billet verkregen zijn. In dit billet moet de plaats van overnachting duidelijk
aangewezen zijn.
Art. 5. Van het ter markt brengen van rundvee, dat binnen de gemeente
stalt. Die binnen de gemeente rundvee stalt en dit verlangt ter markt te brengen
moet daartoe aan het algemeen kantoor van ontvangst, ter bekoming van een markt
billet aangifte doen. Dit billet wordt door de zich op de markt bevindende beamb
ten, na verificatie van het getal en de soort van vee, ingetrokken. Bij afvoer van
de markt wordt eendoor die beambten onderteekend consent-billet tot afvoer afgegeven.
Art. 6. Aankoop van vee op de markt. Bij aankoop van rundvee op de
markt, ten einde dit binnen de gemeente te stallen, wordt daarvan aan den kooper
door de op de markt aanwezige beambten bewijs afgegeven. Dit bewijs vertoont de
kooper aan het algemeen kantoor van ontvangst, hetwelk van die vertooning op het
bewijs doet blijken.
Art. 7. Aangifte van kalveren binnen de gemeente geboren. Van de kalveren
binnen de gemeente geborenmoet door den eigenaar binnen 24 uren na de ge
boorte aangifte gedaan worden aan het algemeen kantoor van ontvangst, hetwelk
daarvan een bewijs afgeeft.
Art. 8. Geen rundvee te stallen in andere dan aangegeveti pandenRund
vee mag in geene andere plaatsen gestaldgeborgen of gemest worden dan die op
het consent-billet tot invoer en stalling vermeld en aan het algemeen kantoor van
ontvangst, als stallen of bergplaatsen van rundvee, aangegeven zijn. Overtreding
dezer bepaling wordt als ontduiking der belasting beschouwd.
Art. 9. Aangiften der stallen of bergplaatsen. Ieder die eenig rundvee stalt
of bergt moet, binnen 24 uren na het in werking treden dezer verordening, aan
het algemeen kantoor van toezigt eene schriftelijke en door den aangever ondertee-
hende opgave doen van alle plaatsen binnen de gemeente, in welke hij rundvee
stalt of bergt. Bij latere inrigting van een pand tot stal, gelijk ook bij overneming
van eenen stal of eene bergplaats van rundvee, of bij verandering van den gebruiker,
moet binnen 24 uren gelijke aangifte gedaan worden.
Art. 10. Eeti bord boven den ingang dier stallen of bergplaatsen te stellen.
Boven den ingang dier stallen of bergplaatsen van rundvee, moet door den eigenaar
van het vee een bord gesteld worden, waarop, met duidelijk van de straat te lezen
en in olievcrw geschilderde letters, moet staan: Veestal van (den naam
of de firma van den belanghebbende).
Art. 11. Uitvoer van rundvee. Uitvoer van rundvee, dat binnen de gemeente
stalt, mag niet geschieden dan met toestemming van den ontvanger, die daarvan
een bewijs afgeeft, hetwelk aan het kantoor van toezigt en invordering, langs het
welk de uitvoer plaats heeft, moet afgeteekend worden. De ontvanger bepaalt op
dit bewijs den tijd binnen welken de uitvoer moet volbragt zijn. Het aldus afge-
teekende billet moet binnen 24 uren aan het algemeen kantoor van ontvangst ver
toond worden, hetwelk daarvan op het billet doet blijken. De aanvrager van zulk
een consent-billet tot uitvoer moet zich schriftelijk aansprakelijk stellen voor den
rigtigen uitvoer. De ontvanger kan vorderen dat een tweede persoon ten zijnen
genoegen zich mede daarvoor aansprakelijk stelle. Bij gebreke daarvvan kan hij zake
lijke borgtogt voor de betaling der belasting eischen.
Art. 12. Afschrijvingwanneer het vee van stal verandertgeslagt wordt
of sterft. Wanneer het rundvee van stal verandert, geslagt wordt of sterft, moet
het consent-billet tot stalling ter afschrijving worden aangeboden aan het algemeen
kantoor van ontvangst. Overtreding dezer bepaling wordt als ontduiking der belas
ting beschouwd.
Art. 13. PeilrekeningAan het algemeen kantoor van ontvangst wordt eene
peilrekening gehouden van het levend rundvee, dat zich binnen de gemeente in de
aangegeven stallen of bergplaatsen bevindt. Daartoe wordt door den ontvanger aan
ieder die rundvee stalt of bergt, een peilbevvijs voor zijnen stal of zijne bergplaats
afgegeven houdende aan de ééne zijde 1°. het getal en de soort van het ingevoerde
vee2°. het vee aan de markt gekocht of van anderen overgenomen 3°. het vee
in den stal of in de bergplaats geboren; en aan de andere zijde: 1®. het vee dat
voor slagting aangegeven en waarvan de belasting betaald is; 2°. bet vee. dat, ge
dekt door een consent-biliet van den ontvanger, is uitgevoerd; 3°. het vee, dat gestorven
is, mits daarvan binnen 24 uren na het overlijden aan het algemeen kantoor van
ontvangst aangifte gedaan zij en het begraven of buiten de gemeente voeren in
tegenwoordigheid van eenen ambtenaar der plaatselijke belastingen hebben plaats
gehad; 4°. het vee, dat aan anderen binnen de gemeente in eigendom is overge
gaan of dat uit de stallen naar de markt gevoerd zijnde aan anderen buiten de
gemeente verkocht is. Deze peilbcwijzen moeten aan de ambtenaren der plaatselijke
belastingen op hunne aanvrage vertoond worden.
Art. 14. Voorschrift te volgen bij het overdoen van rundvee. Geen rundvee
mag aan anderen binnen de gemeente overgedaan worden dan na eene schriftelijke,
door den belanghebbenden onderteekende aangifte aan het algemeen kantoor van
ontvangsthetwelk daarvan bewijs afgeeft.
Art. 15. Aa7igifte va?i het zich bij het in iverking komen der verordening
binnen de gemeente bevindende rundvee. Van liet rundvee, dat zich bij bet
in werking komen dezer Verordening binnen de gemeente bevindt, moet binnen
24 uren aan het algemeen kantoor van ontvangst aangifte gedaan worden.
Art. 16. Visitatie. De stallen en andere bergplaatsen van rundvee, gelijk mede
de slagtplaatsen en de winkels der vleeschverkoopers, zijn aan de visitatie der ambte
naren van de plaatselijke belastingen onderworpenvoor zoo verre art. 276 der wet
van 29 Janij 1851 Staatsblad n°. 85) dit toelaat.
Art. 17. Bevinding van meer of minder ru?idvee dan volgens de peiibe
wijzen moest gevonden ivorden. Zij die rundvee stallen of bergen zijn aanspra
kelijk voor de belasting van het rundvee op hunne peiibewijzen voorkomende. Bij
de peiling moet het getal en de soort van het rundvee overeenstemmen met de con-
sent-billetten en de peiibewijzen. Hetgeen bij visitatie te weinig wordt bevonden
wordt geacht met ontduiking der belasting, te berekenen naar de hoogste klasse
van het tarief, te zijn geslagt. Het hebben van een te groot aantal rundvee wordt
gelijk gesteld met ontduiking der voorschriften op de invordering der belasting
op het geslagt.
Art. 18. Vervoer van ?^undvee binnen de gemeente. Het vervoer van rundvee
binnen de gemeente, zonder consent-billet, is verboden.
Vastgesteld door den Raad der Gemeente Leyden, in zijne openbare vergadering
van den 22stcn October 1857.
De Burgemeester, van LIMBURG ST1RUM.
De Secretaris, Y. PUTTKAMMER.
Zijnde deze Verordening aangehaald bij Koninklijk besluit van den 25sten Novem
ber 1857, N°. 63, waarbij andermaal de helling van opcenten op de hoofdsom van
den Rijksaccijns op het geslagt, alsmede eene plaatselijke belasting op hel van elders
ingevoerde versch en gezouten vleesch, vastgesteld bij Raadsbesluit van den 11/24
December 1855 [Gem. blad 1856 N°. 2), is goedgekeurd; onder aanhaling tevens
der Algemeene Verordening vastgesteld den 1855 (Gem. blad N°. 5),
en der Verordening vastgesteld den 10den December 1855 (Gem. blad N°. 7).
En is biervan afkondiging geschied waar het behoort den 29sten December 1857.
Burgemeester en Wel houders voornoemd
van LIMBURG STIRUM, Burgemeester,
Y. PUTTKAMMERSecretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN doen Ie wetendat door
den Raad dier Gemeente, in zijne Vergadering van den 8stcn October 1857, is vast
gesteld en gewijzigd in de openbare Vergadering van den 22stcn dierzelfde maand
het volgende
houdende wijziging van het Raadsbesluit van den 5den Maart 1857, regelende
de heffing eener plaatselijke belasting voor het gebruik van openbare
gemeentewerken en bezittingen te Leyden.
De RAAD der Gemeente LEYDEN,
Besluit
Onder wijziging van art. 1 van het Raadsbesluit van den 5dcn Maart 1857, rege
lende de helling eener plaatselijke belasting voor het gebruik van openbare gemeen
tewerken en bezittingen te Leyden, wordt het verleenen van vergunning, de straat
te beleggen, bezetten of behangen met werktuigen of gereedschappenmet materialen,
kleederen of ccnigerlei andere goederen, aan Burgemeester en Wethouders opgedra
gen, en zal na het bekomen van hunne vergunning, te beginnen met den dag waarop
dit Raadsbesluit en de Verordening betreffende de invordering zijn afgekondigd,
voor dit gebruik worden geheven eene belasting, volgens het tarief vastgesteld bij
Raadsbesluit van den 5 Maart 1857 (Gem. blad N°. 12).
Gedaan te Leyden ter openbare Raadsvergadering van den 8stcn October 1857
en gewijzigd in de openbare Vergadering van den 22steQ October daaraanvolgende.
De Burgemeester, yan LIMBURG STIRUM.
De Secretarisv. PUTTKAMMER.
Zijnde de heffing dezer belasting goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den
25sten November 1857, N°. 63.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort den 29stcn December 1857.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
van LIMBURG STIRUM, Burgemeester.
y. PUTTKAMMER, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS yan LEYDEN doen te wetendat door
den Raad dier Gemeente in zijne Vergadering van den 8sten October 1857, is vast
gesteld en gewijzigd in de openbare Vergadering van den 22stcn dierzelfde maand,
de volgende
VERCmBENING
houdende wijziging van de Verordening van den 9dcn Maart 1857, regelende
de invordering der plaatselijke belasting voor het gebruik van
openbare gemeentewerken en bezittingen te Leyden.
Eenig Artikel. Onder wijziging van art. 1 der Verordening van den 9den Maart 1857,
regelende de invordering der plaatselijke belasting voor het gebruik van openbare
gemeentewerken en bezittingen te Leyden, is het verleenen van vergunning, de
straat te beleggen, bezetten of behangen met werktuigen of gereedschappen, met
materialenkleederen of cenigerlei andere goederenopgedragen aan Burgemeester
en Wethouders, en mag niemand daarvan gebruik maken, dan na daarvoor bij den
Gemeente-Ontvanger te hebben betaald de gestelde belasting, wier invordering ge
regeld is bij de Verordening van den 9 Maart 1857 (Gem. blad N°. 13).
Vastgesteld door den Tiaad der Gemeente Leyden, in zijne openbare Vergadering
van 'den 8ste(l October 1857, en gewijzigd in de openbare Vergadering van den
22sten October daaraanvolgende.
De Burgemeester, van LIMBURG STIRUM.
De Secretarisv. PLTTTKAMMER.
Zijnde deze Verordening aangehaald bij Koninklijk besluit van den 25sten Novem
ber 1857, N°. 63, waarbij levens is aangehaald de Verordening van den 9den Maart 1857.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort den 29stcn December 1857.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
yan LIMBURG STIRUM, Burgemeester,
y. PUTTKAMMER, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS yan LEYDEN doen te weten, dat door
den Raad dier Gemeente in zijne Vergadering van den 14den Mei 1857 is vastgesteld
bet volgende
RAADSBESLUIT,
houdende afschaffing te beginnen niet den jare 1857, der plaatselijke
directe belastingtot welker heffing door den Raad dezer
Gemee?ite den 11/24 December 1855 is besloten.
De GEMEENTERAAD,yan LEYDEN
Gezien art. 232 der Wet van 29 Junij 1857 (Staatbl. N°. 85);
Heeft besloten:
Te beginnen met den jare 1857, af te schaften de plaatselijke directe belasting,
tot welker heffing bij Raadsbesluit van den 11/24 December 1855 is besloten en
die laatstelijk is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 25slen Mei 1856 N°. 75.
Gedaan te Leyden, ter openbare Raadsvergadering van den 14dcn Mei 1857.
De Burgemeester, yan LIMBURG STIRUM.
De Secretaris v. PUTTKAMMER.
Zijnde de afschaffing dezer belasting goedgekeurd bij Koninkliik besluit van
25 November 1857 N°. 63.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 29sten December 1857.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
van LIMBURG STIRUM, Burgemeester.
y. PUTTKAMMERSecretaris.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van de Wed. LA LAU.