LEYDSCHE COURANT. MAANDAG 12 OCTOBER. 18!>7. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is ƒ12 in liet jaar de afzonderlijke Nommers worden tegen 10 Centen afgegeven Bij deze Courant behoort Bijblad IV". 25. BINNENLANDSCHK BERÏÜTEN. I l.EYDEN 10 October. j liet zal aan beoefenaars en vrienden der toonkunst hier ter stede niet onaangenaam zijn, te vernemen, dal onze Sladgenoolende Ilccren A. J. Welrens en H. M. de Graaf, aangemoedigd door de deelneming die zij op hun streven in den laaislen winter ondervondenzich hebben voorgenomen, om ook in den naderenden winter eenige avonden aan de uitvoering van slrijk-quarlel-composilien, nu en dan met piano-partij, te wijden, en den toegang lot die uitvoeringen tegen oenen matigen prijs, tot dekking der onkosten, open te stellen. Bij hen die vroeger de uitvoeringen hebben bijgewoond is gecne aanbeve ling noodig, maar moge alleen de verzekering dienen, dat de oefeningen onafgebroken voortgezet zijn de voordragten dus althans niet minder belo ven en hen die zich tot nog toe niet lot deelneming hadden verbonden, behoeven wij slechts naar de toehoorders van den vorigen winter te verwij- zen om te vernemen welk een hoog en rein kunstgenot hun op de quarlet- avonden van dezen winter verbeidt. 0 Bij Kon. besluit is aan Dr. S. II. Rinkes, op zijn verzoek, uil hoofde van verandering van woonplaats, eervol ontslag verleend als 2<lc Luitenant j bij de dienstdoende schutterij alhier, met benoeming tol 2de Luitenant a la suite bij de dienstdoende schutterij te Arnhem. l)e Letterkundige Afdeeling van de Kon. Academie van Wetenschap pen, zal op Maandag aanst. Ie Amsterdam cene gewone vergadering houden. liet getal der in het Werkhuis alhier opgeuomenenbedroeg gedurende deze week dagelijks 103 tot 127 personen. Tc Amsterdam werd in den loop dezer week eene verkooping gehou den van fonds-artikelen, uil hel fonds van den Boekhandelaar A. C. Kruse- mante Haarlem, waarbij onderscheidene artikelen aanzienlijke prijzen ophraglcn. Die verkooping hadzoo als gewoonlijkplaats onder leiding van den Heer J. C. van Keslercn, boekhandelaar te Amsterdam, en was de 77s,e verkooping van dien aard, die door hem geleid werd. Zijne han delsvrienden hebben hem bij deze gelegenheid een blijk van hoogachting ge schonken door de aanbieding van eeuen fraaijen Voltaire. Eergisteren heeft aan de Groningsche floogcschool de overdragt van het Rectoraat plaats gehad. De aftredende Hector, de Hoogl. P. J. van KerckhofT, hield daarbij eene rede over den aard en het streven der heden- daagsche scheikunde. Vervolgens had de uitdeeling der medailles en getuig schriften plaats, wegens de beantwoording der uitgeschreven prijsvragen, en wel: in de Wis- en Nat. Faculteit, aan A. Drielsma, te Groningen, cene gouden medaille; in de Letterkundige Faculteit, aan J. ten Brink, te Utrecht, eene gouden medaille; in de Godgeleerde Faculteit, aan E. R. Borgesius, te Groningen, de gouden medaille en aan J. Knappert, teLeyden, een getuigschrift; in de Regtsgeleerde Faculteit, aan S. J. llingst, te Amster dam de gouden, aan de 1111. J. Lobman Janssonius en S. M. S. de Ranitz, beiden te Groningen, elk eene zilveren medaille, er, G. F. Sichel, te Leyden een getuigschrift, en aan II. P. G. Qnack, te Amsterdam, eene gouden medaille; zijnde de Hecren A. G. A. Sloet lol Oldhuis, te Groningen en G. Wicherlinkte Utrecht, die loffelijke getuigschriften verworven hadden, afwezig. Van den Moerdijk wordt gemeld, dat 11. Zondag avond de bliksem is geslagen in een wagen van den spoortrein, beladen met 15 balen katoen, welke met nog eenige balen van een anderen wagen verbrandden. Door tijdig aangebragte hulp zijn de overige wagens, welke ook met soortgelijke goederen waren beladenbehouden gebleven. De goederen waren voor België bestemd. Tc Bingelrade (Limburg) is in den nacht van 4 Oct. de R. K. kerk opengebroken. De dieven hebben zich van al de voorwerpen van waarde meester gemaakt en de offerblokken geledigd. 'sGRAVENHAGE10 October. 11. M. de Koningin-Moeder en de Prins van Oranje worden in het begin en II. M. de Koningin tegen het laatst van November alhier terug verwacht. Alhier is berigl ontvangen dat te Parijs is overleden Jhr. Mr. Th. G. van de Poll, Secretaris bij hel Nedcrl. Gezantschap aldaar. Het volgende is de hoofdzakelijke inhoud der rede van den Heer Sti- priaan Luïscius, ter verdediging van de Maleijers uitgesproken voor hetProv. Geregtshof in Zuidholland, die in ons vorig nommer wegens plaatsgebrek niet kon worden opgenomen. In de inleiding herinnerde hijhoe zich in September 185C de mare verspreide over het voorval, dat op de Twenthe had plaats gehad. Een ongelukkige Kapitein was het slagtoffer geworden van eene bende Maleijers, die zonder eenige aanleiding brand gesticht had den en moord hadden willen plegen. Langzamerhand heeft zich de waar heid doen kennenen nu mogt men wel wcnschendat het gebeurde met den sluljer des geheims ware bedekt gebleven. Immers, nu is het van al- gemecne bekendheid geworden, dal die Kapitein aan de Javanen willekeu rig voedsel heeft onthouden, hen heeft uitgehongerd en uitgedorst. Hij vraagt hel, wie geen medelijden gevoelt voor hen, die nu als beschuldigden tercgl staan. Zij missen, wat de grootste boosdoeners hebben, dat is, de mogelijkheid, om zich zelvcn te kunnen verdedigen. Ver van hun vader land verwijderd, staan zij voor eenen rcgler die hen niet verstaat, terwijl zij geen besef koesteren van de instellingen en vormen, hier van kracht. Aan de ccr.c zrjde achten de verdedigers zich gelukkigdal hun die taak is opgedragendat zij hunne hulp aan deze ongelukkigen kunnen verleenen maar aan den anderen kant kennen zjj de buitengewone verantwoording die op hen rust, gevoelen zij den grooten pligt dien zij te vervullen hebben. Hel gewiglig oogenblik van de openbare verantwoording is geslagen. Na eene zoo langdurige praeventivc gevangenis, nadat maanden lang alle pun ten van beschuldiging zijn opgezocht, nu is hel de beurt om verantwoording van den Kapitein te vragen; deze moge hen honden genoemd hebben, de Nederlandsehc regtcr zal leeren, dal het hier menschcn geldt, die dezelfde regten als de Kapitein hebben. Ilij doet zienhoe algemeen de kreet van verontwaardiging in Nederland is over de behandeling, die deze beschuldig den hebben ondervonden. Alleen uit sympathie heeft men van vele zijden bouwstoffen aan de verdediging verstrekt, omdat men de innige overtuiging heeft, dat het hier wel ongelukkige wezens, maar gecne snoode misdadi gers geldt. De verdediging heeft hare laak in vier declen gesplitst, en aan hem is opgedragen de wederlegging van de beschuldiging van feitelijken wederstand. Hij vestigt een blik op hel karakter der Javanen, en blijkt het uit aanhalingen, dal zij zich door opreglheid en waarheidsliefde onder scheiden. Dat ook deze beschuldigden zich door gehoorzaamheid hebben onderscheiden, bewijst hij uit de verklaringen van Kapiteins, met wie zij de reis herwaarts gemaakt hebben. Pleiter is daarna in het brcede in een onderzoek van al de feiten gelreden. Hij beriep zich o. a., op de monster rol, waaruit blijkt, welk voedsel aan de schepelingen zou worden gegeven, zonder dat daarin eenig onderscheid ttisschen Europeanen of Javanen ge maakt werd. De Kapitein had hel voornemen opgevat, de besch. niets anders dan viseh te geven entoen hem opgemerkt werddat zij daarop niet konden werken, heeft hij gezegd, dat hij hun dit wel zou leeren. Zij kregen dan ook niets anders dan zoutevisch en rijst, niettegenstaande zij regt op heter voedsel hadden. Reeds van het begin van de reis af, klaagden zij over de slechte voedingmaar zij onderwierpen zich. De klagten werden tot den Kapitein overgebragt, maar vonden geen ingang. Slechts zeldzaam was er eene uilzondering op de dagelijksche voeding. Op den 11 Aug. kon men den zoutevisch niet meer door de keel krijgen; men klaagde op nieuw, men weigerde te werken; maar het weder-antwoord was: die niet werkt krijgt geen eten, en die werkt krijgt zoutevisch. De Kapitein liet zelfs de pomp uit het watervat nemen, ten einde de besch. zelfs geen droppel water zouden kunnen verkrijgen. Het was dien dag niet rustig in het gemoed van den Kapitein, die de Javanen op deze wijze naar zjjne pijpen wilden doen dansen. De pistolen werden geladenze werden uitgedeeld of beschikbaar gesteld; Hollandsche schepelingen trach ten den Kapitein te bewegen toe te geven en slechts twee malen 's weeks vlecsch te doen schaften, maar hij zou hun de brokken wel doen eten, die ze nu versmaadden. Na deze uiteenzetting trad de Pleiter in het verder aan boord van het schip gebeurde. De Javanen waren volgens hem lol het uiterste gedreven zij waren.razend gemaakt en in die omstandigheid kent hunne razernij gcene grenzen. Wat zij dan doen is hun niet toe te rekenen. Uit dit al les trok hij de slotsom dat er van geen wederspannigheid sprake kon zijn. Aan hel einde zijner rede liet Pleiter zich aldus uit: Bij ons staat het vertrouwen vast, dat 's Ilofs uitspraak het zegel zal hechten op de verde diging, dat niet de besch., maar wel de Kapitein van de Ttoenthe gehan deld heeft tegen regt, wet en billijkheid, daarom durven wij eerbiedig ver wachten, dat hier de regter, ten aanhoore van Nederland en zijne kolo niën, de mindere schepelingen tegenover hunne meerderen, den Javaan tegen den Nederlander, regt zal laten wedervaren; daarom vertrouwen wij, dat gij, regt doende in naam der wet en der menschheid, al de beschuldigden, te dezer zake, zult vrijspreken, en daarbij tevens verklaren, dat in Neder land het regt niet toelaat, dat beschuldigden worden veroordeeld wegens feiten, waarvoor zij niet lereglslaan cn waaromtrent zij luide en plegtig verklaren zich niet te kunnen verdedigen. Gisteren is het Prov. Geregtshof in Zuidholland in Raadkamer ver gaderd geweest over de zaak der Maleijers. De zitting heeft van des voor middags 11) ure lot des namiddags ten 3) ure geduurd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1857 | | pagina 1