LEYDSCHE
COURANT.
MAANDAG 28 SEPTEMBER.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar
de afzonderlijke No turners worden tegen 10
Centen afgegeven.
Bij «leze Courant behoort Bijblad IV0. 24.
BINNENLANDSCHE BEKIGTEN.
LEY DEN, 20 September.
De Hoogleeraar W. H. de Vricse heeft zijne voormalige toehoorders op- i
geroepen tot eene zamenkomst in het Groot Auditoriumlegen Dingsdag
29 dezer, des namiddags te 2 uur. Naar wij vernemen, is zijn voornemen,
b(j die gelegenheid, afscheid te nemen van zijne Studenten, vóór zijn aan
staand vertrek naar Nederlandsch Indië.
Z. K. II. de Prins van Oranje heeft van de Koningin van Spanje de
Orde van Karei III ontvangen.
"Werd hel Hoofdbestuur der Ned. Gustaaf-Adolf-Verceniging onlangs
verblijd met een legaal van ƒ100, ten behoeve der Vereeniging, door wijlen
den lieer de Kruyff te Rotterdam geschonken, dezer dagen ontving bet de
tijding, dat wederom een legaat aan de Vereeniging is vermaakt, ten be
drage van ƒ500, door wijlen den Heer F. W. Karthaus te Arnhem, vrij
van successie-regtenmaar onder beding van vruchtgebruik voor de weduwe j
gedurende haar leven. Deze ruime giften strekken tot een voldoend bewijs
dat de belangstelling in de werkzaamheid der Ned. G. A. V. steeds meer
algemeen wordt.
Naar men verneemt bestaat hel voornemen bij de Regering, om eene
voordragt te doen tot wijziging van den accijns op het geslagt, en wel met
ingang van 1 Jan. 1858. Middelerwijl is er last gegeven om de werking,
welke voortvloeit uil eene vroeger genomene resolutie, Ie schorsen en alzoo
rle rerhooging van het tarief huilen toepassing te laten.
De lieer J. Knappert, Student in de Godgeleerdheid alhier, heeft zich
bekend gemaakt als schrijver der verhandeling, waaraan de Theologische
Faculteit te Groningen eene loffelijke vermelding heeft toegekend. Aan den
lieer J. ten Drink, Student in de Godgeleerde Faculteit te Utrecht, is de
gouden medaille toegewezenvoor de beantwoording der prijsvraag over
den blijspeldichter G. Az. Bredero. De verhandeling, onder de zinspreuk: I
't Kan verkeeren, is eene eervolle melding waardig gekeurd.
Hel getal der in het Werkhuis alhier opgeuomenenbedroeg gedurende 1
deze week dagelijks 89 lol 118 personen.
De li. C. meldt dal de Ilooge Regering eene nieuwe vcrdeeling des
lands in schooldistricten noodig acht, en dat daarbij het tegenwoordige
aantal schooldistricten en schoolopzieners vermoedelijk eeuigermale vermeer
derd zal worden.
De Minister van Binnen). Zaken heeft bepaald, dat de herstemming
tot benoeming van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Gencraal in
liet kiesdistrict Amersfoort, zal geschieden op den 6Jcn October aanst.
De Aigemeene Tentoonstelling van de Doll. Maatschappij van Landbouw
te Amsterdam wordl algemeen bewonderden legt hel getuigenis af dat er
zich in Noord- en Zuidholland vele geoefende landbouwers bevinden. Ook
de rangschikking der tentoonstelling draagt aller goedkeuring weg. De
Catalogus bevat 983 nommers, ingezonden door 310 personen. Uit het
Proces-Verbaal der toewijzing van de uitgeloofde prijzen blijkt dat o. a.
toegekend zijn: aan J. v. d. Bregghen, te Noord-Waddingsveende eerste
prijs voor winler-rogge, de tweede prijs voor paarden- of koepcen en idem
voor nieuwe hooisoorlcn; aan L. van Leeuwen, te Nieuwkoop, de eerste
prijs voor rogge; aan D. M. v. d. Hoef, te Oegslgccst, de derde prijs voor
duivenboonenaan D. T. Gevers van Endegeest, de eerste prijs voor kocijen-
hooiaan L. Kranenburg, te Voorschoten, en C. Roest, te Leimniden, de
tweede en derde prijs voor Nedcrl. boter; aan D. Kapteyn, te Zwammcr-
damG. Vreeburg, te Lisse, en G. Spruyt Az., te Noord-Waddingsveen,
de eerste, tweede en derde prijs voor Leydsche boter; aan P. v. d. Bosch,
te Rijnsaterwoudede tweede prijs voor inlegboler ter verzending naar
O. en W. Indië; aan van den Hoorn, te Nieuwveende eerste prijs, mede
voor boter; aan F. Brunt, te Bodegraven, de tweede prijs voor weiboter;
aan C. W. Hoogendijk, te Zwammerdamde eerste prijs voor Ilijnl. ko-
cnijnde kaas; aan L. C. G. Bopp, te Bodegraven, de eerste prijs voor zoele
melks he kaas; aan J. Bosman, te Boskoop, de derde prijs voor dito; en
aan F. Bruut, te Bodegraven, de eerste prijs voor Goudsche Derby kaas.
Aan de harddraverij op eergisteren aldaar gehoudennaar prijzen ter
waarde van ƒ1000, hebben 32 paarden deelgenomen. De eerste prijs, een
zilver bouilloir en ƒ50, werd behaald door het paard De Deugd, van den
lieer D. S. Feenstra. De tweede prijs, een paar zilveren trommels en blad,
door hel paard Victoriavan den Heer K. A. Wassenaar. De derde prijs, een
zilver olie- en azijnstel, door hel paard Witvoet, van den Heer Heringa Cats.
Dijkgraaf en Hoogheemraden van de Sehardamsche en Nieuwcrdamsche
«lijken, hebben zich met een aantal genoodigden op Dingsdag 11. in de Rijp
vercenigdom het 500-jarig bestaan van het Dijkbestuur feestelijk te
gedenken. Genoemd bestuur is op 22 September 1357 ingesteld door Hertog
Willem van Beijeren, Graaf van Holland.
De A. C. berigl dat de Heer Wollschliiger den groolen circus te Ber
lijn voor den aanstaanden winter heeft gehuurd, voor eene som van ƒ20,000.
Het Prov. Gereglshof van Zeeland heeft verklaard dat er geene vol
doende bewijzen van schuld voorhanden zijn, om den persoon van van
Eersel te regt te doen staan, als verdacht zijne woning te Middelburg op
28 Julij 11. in brand te hebben gestoken.
Uit Ooslerhoul wordt gemeld, dal de woniug van een arbeider in het
gehucht Steenhoven, die in Julij 11. was afgebrand, maar door de bijdragen
van eenige ingezetenen weder was opgebouwdthans op nieuw is afgebrand.
Een 12-jarig zoontje van den bewoner had met een zwavelstok het slroo in
den stal aangestoken. Men heeft nu liet vermoeden opgeval dal de eer
ste brand mede door hem is aangestoken.
Het volgende zijn de hoofdpunten van de redevoering, door den Mi
nister van Finantien Donderdag 11. in de Tweede Kamer uitgesproken, bij
de aanbieding der Staatsbegroeting voor 1858. Dit stuk was door ons te
laat ontvangen, om in het vorig nommer te worden medegedeeld:
Het heeft Z. M. den Koning behaagd, aan mij op nieuw de laak op te
dragen de ontwerpen der aigemeene begrootingswetten voor het dienstjaar
1858, den Staten Generaal aan te bicden. Aan die vereerende lastgeving
voldoende, heb ik gemeend die aanbieding te mogen doen vergezeld gaan
van eenige beschouwingen over den algemecnen toestand onzer finantien.
Ten opzigle van het dienstjaar J85C ben ik thans in staal het volgende
aan deze vergadering mede te dcelen.
Voor zoo verre thans kan worden opgegeven, hebben 's Rijks inkomsten en
middelen over het vorige dienstjaar gezamentlijk opgebragt 101,818,328.02.
Daaronder bevinden zich echter 3,634.3(52 50 uil iicl fonds voortspruitende
uit koopprijzen van Domeinen en ƒ13,977.525.39 uit de batige sloten van
1853, 1854 en 1855, aan de dienst van 185G toegevoegd voor amortisatie en
aflossing van schuld, benevens 28j- millioenen uit de opbrengst der ovcr-
zeesche bezittingen. Wanneer men deze buiten beschouwing laat, benevens
de onvervreemdbare rente ten laste van België, ten bedrage van ƒ400,000.
dan hebben de overige middelen opgebragt ƒ58,306,440 13. Zij waren geraamd
op 50.356,705.93 en hebben dus de rami:.g overtroffen met 1,949,734.20.
De oorspronkelijke bcgrootingen van uilgaven bedroegen 73 433 257.50.
Zij zijn later verhoogd met ƒ20,594,099.80, waaronder echter ƒ20,022,525.39
voor schulddelging. Bovendien wordl u nog eene wel aangeboden tol ver
hooging van hel lXde hoofdstuk li met ƒ47.262 G9j. Hierdoor stijgen de
begrootingen van uilgaaf in 1850 tot 94,074,020.05£.
Even als in vorige jaren echter worden de cijfers voor de uilgaven toe
gestaan, geenszins door de werkelijkheid bereikt. Voor zoo verre men
thans kan nagaan, wordt daarop bespaard 1,300,282.90j.
Hieidoor worden de werkelijke uitgaven gebragt op het cijfer van
ƒ92,714,337.09. Wanneer men dit aftrekt van het cijfer der middelen en
inkomsten hierboven vermeld tot een bedrag van '104,818 328.02, dan
geeft het dienstjaar 1850 reeds thans een vermoedelijk voordeelig slot van
ƒ12,103,990 93. Aan eene som van ƒ11,725,000 tot dit saldo behoorende,
is echter reeds eene beslemming gegeven, te weten ƒ1,725,000, ter gedeel
telijke voldoening van het aandeel van Nederland in de afkoopsom van den
Sondtol en 10,000,000 lot inkoop van nationale schuld, waarvan de be
stemming nader bij de wet is te regelen, liet vermoedelijk alsdan nog over
blijvende voordeelig slot over 1850, kan dus gesteld worden op 378,990.93.
Bovendien zal dit saldo nog eene aanzienlijke vermeerdering ondergaan
wanneer in 's Rijks schatkist zal gestort zijn eene som van ƒ1,800,000, af
komstig van de koloniale bijdragen en die nog tot de dienst van 1850 be
hoort. Uit de rekening toch over het afgeloopen jaar blijkt dat de koloniale
bijdragen aan 's Rijks schatkist over 1850 in ronde cijfers zullen bedragen
ƒ30,300,000, en daar 1111 hiervan aan 's Rijks schatkist slechts is uitgekeerd
ƒ28,500,000, zoo zal thans nog moeten gestort worden 1,800,000betrek
king hebbende tol de dienst van 1856, terwijl op de dienst van 1857 reeds
12 millioen in 's Rijks schatkist uit de koloniale baten zijn overgebragt.
Ten gevolge van de voormelde omstandigheid zullen derhalve van de dienst
van 1856 nog bijna 22 tonnen gouds beschikbaar blijven.
Mogt het verleden jaar gedeeltelijk door opbrengst der middelen boven de
raming, doch vooral door het mild vlocijcn der Oost-Indische baten weder
een aanzienlijk batig slot aan de schatkist verschaft hebben, zoo is het mij
aangenaam u, Mijne Heeren, te kunnen berigten dat uit dit dubbel oog
punt ook de eerste 8 maanden van dit jaar zich door gunstige uilkomsten
hebben doen kennen. Zoodat de toestand onzer finantien op dit oogenbiik
zoo als het geëerbiedigde Hoofd van den Staat u zulks reeds in deze zaal
heeft verkondigd, allczins gunstig mag genoemd worden.
Hoe voldoende die toestand ook moge zijnzoo mag hij echter niet uit
lokken de uilgaven hooger op te voeren, dan de dienst van den Staat
volstrekt vordert. De Regering vleit zich dan ook dat de verschillende be
grootingen van uitgaven de bewijzen zullen opleveren, dat waar meer geld
dan vroeger wordt aangevraagd, zulks door voldoende bewezen behoefte,
dikwijls te lang onvervuld gebleven, wordt geregtvaardigd.
Het eindcijfer van al de begrootingen van uitgaven, die tl ter overwe
ging worden aangeboden, bedraagt ƒ73,325,537.74. Van de 13 hoofdstuk
ken van uitgaaf, die aan uw onderzoek worden onderworpen, zijn twee,
liamelijk dat van Koloniën en van Onvoorziene uitgaven, lot hetzelfde be
drag als ten vorigen jare uitgetrokken. Vijf hoofdstukken, namelijk die
van de Hoogc Collegien van Staat enz., van Buitenl. Zaken, Binnenl. Za-