LEYDSCHE COURANT. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. LRIJDAG 28 AUGUSTUS. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke Nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. RINNENLANDSCIIE BERIGTEN. LEYDEN, 27 Augustus. Wij hebben dezer dagen ontvangen N°. 4 en 5 van de illedcdeelingen van Dr. A. Pelermann, uitgegeven door de Geographisehe Inrigting van J. Perthes te Golha, waarvan wij gewoon zijn eenig verslag te geven. In deze nommers wordt weder een schat van bijzonderheden op het gebied der aardrijkskunde geleverd, namelijk een verslag der Franschc expeditie naar het midden-gedeelte van Zuid-Amerikaonder de leiding van Graaf de Caslelnau in 1843—1847 (met eene keurig uitgevoerde kaart); een over- zigt van de reizen van Ladislaus Magyar in Zuid-Afrika, in 1843 en 1852, en een berigt over de onderzoekingstogt van Gregory in het noordelijk deel van Australië, door Dr. F. Miiller, die als kruidkundige daaraan deel nam. In het tweede hierboven genoemde reisverhaal, door Dr. Petermann uil. liet gehouden dagboek opgemaakt, vindt men eenige bijzonderheden over weinig bekende streken van Afrika. l)e reiziger onderzocht o. a. Punta da Lenba, de faktorij der slavenhandelaars, alwaar men hem een Oostenrijkschen hond noemde, die slechts gekomen was om hunne handelingen aan de Engelschc kruisers te verraden. Het klimaat is aldaar zeer ongezond. De sterkste natuur kan het er niet langer dan 3 jaren uithouden, en alleen de zucht naar groot gewin is de drijfveer om zich daar te vestigen. Uit alle oor den worden daar de slaven hijeengebragt. Op het oogenblik dat de reiziger aldaar vertoefde, schatte hij de waarde der voorhanden zijnde slaven op 2 millïoen Spaansche daalders, en het getal der naar Amerika uitgevoerde slaven op 20 000. Volgens hem is de hoogopgevijzelde waakzaamheid der Engclsehen niet bij magie dien schandelijken handel te verhinderen. De tweede helft der genoemde Mededeclingen bevat een aantal aanteeke- ningen van gemengden inhoud o. a. vindt men daarin een kort overzigt van het leven van den Zweedschen natuuronderzoeker Wahiberg, die op de oliphanten-jagtwaarvan hij een hartstogtelijk liefhebber was, den dood vond, en eene opgave van den goud-rijkdom van de kolonie Victoria. Die kolonie heeft 20,444 millioen (Eng.) vierk. ellen goud hevattendcn grond; indien nu 100.000 arbeiders jaarlijks 90 millioen vierk. ellen ontginnenzoo zouden er 2240 jaren noodig zijn om al het goud bijeen te verzamelen. De waarde van het goud in den grond aldaar verborgen, wordt op 26,783 mil lioen geschat. In 1856 was liet getal der arbeiders in de mijnen 100.000 en de opbrengst 12; millioen Op deze aantcekeningen volgt een uitvoe rig verslag omtrent de werken uitgegeven door het Russisch aardrijkskundig genootschap, en een aantal beoordeelingen van aardrijkskundige werken, waaronder wij met genoegen de pennevruehten van Nederlanders vermeld vonden, zooals: van de Velde, Le Pays d'Israël, en VethBorneo's Weder-Af deeling. Met eene opgave der in Januarij tot April 1857 ver schenen aardrijkskundige werken en kaarten wordt deze aflevering besloten. Onder het afdrukken dezes ontvangen wij N°. 6 van genoemd werk. Dit nommer is niet minder belangrijk dan de vorigen. Daarin treft men eene bjjdrage aan tot dc land- en volkenkunde, getrokken uit de onlangs uit gegeven ontdekkingsreis van Dr. Barth eene schels namelijk van zijn ver blijf onder den volksstam der Imoscharh of Tuareg in Afrika. Zeer naauw- kenrig teekent de schrijver den toestand, de zeden en gewoonten van dezen volksstamwaartoe een verkeer van 7 maanden hem in staat stelde. Deze schels is opgeluisterd door uitmuntende houtgravuren en eene kaart. Het geheel doet den lezer verlangen om met het groote werk van Dr. Barth kennis te maken. Dit nommer bevat ook nog een verslag van Dr. Roth's reis van Jerusalem en de Doode zee tot aan de Roode zee, gedaan in April en Mei dezes jaarsen wordt besloten met korte aantcekeningen en boek beschouwingen. Onder de eersten vindt men eene loffelijke vermelding van den arbeid van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te Utrecht, en onder de laatsten een verslag van Staring's werkDe bodem van Nederland. Wij hopen dat deze aankondiging moge bijdragen om dit zoo voortreffelijk wetenschappelijk werk meer algemeen bekend te doen worden. De steenen brug, liggende over den Rhijn in de gemeente Katwijk, zal, uit hoofde van daaraan noodzakelijke herstellingen, afgesloten zijn van en met Woensdag den 2den September tot en met Donderdag den 10den Sept. daaraanvolgende. De Ministers van Koloniën en van Oorlog hebben ter kennis gebragt, dat in de eerstvolgende jaren alle kadets voor de dienst in Oost-Indië ge heel voor rekening der koloniale geldmiddelen aan de Koninklijke Militaire Akademie zullen worden geplaatst, onder gehoudenheid nogtans, dal de ouders oT voogden zich bij borgtogt verbinden om de sommenten behoeve van hunne zonen of pupillen le verstrekken, terug te betalen, ingeval die jongelingen hunne bestemming niet volgenhet geval van overlijden alleen uitgezonderd. Onlangs hebben wij medegedeeld dat sommige bnitenlandsebe bladen gesproken hebben van een protest, dat door den Gouverneur-Generaal van Ned. Indie zou ingeleverd zijn legen de inbezitneming van een gedeelte der Vriendschaps-eilanden door de Engelschen. Men verneemt thans dat er van genoemd protest, evenmin als van de inbezitneming nimmer sprake is geweest. Te Rotterdam is gisteren brand ontstaan bij een doozenmaker, van Dool genaamd, die ook tevens vuurwerk vervaardigde. De oorzaak moet naar uien zegt in het volgende gezocht worden. Een knaap deed aldaar een boodschap, en terwijl van Dool zich verwijderd had, roerde hij in een op de tafel staande kopje met eenig praeparaat, ten gevolge waarvan dit ont vlamde, welke vlam zich terstond mededeelde aan eenig daar in de nabij heid liggend kruidmet het ongelukkig gevolg dal binnen weinige oogen- blikken hel geheele huisje in ligte laaije vlam stond en geheel uitbrandde, terwijl ook de buren meer of minder schade leden. Van Dool heeft eenige brandwonden bekomen, en de knaap, hoezeer deerlijk in het gelaat en vooral aan de handen gekwetst, verkeert echter in geene zorgelijke omstandigheden. In de genoemde stad zijn ook eergisteren twee verdiepingen van een pand, ingerigt lot bergplaats van goederen en lol kuiperij, ingestort. Nie mand heeft gelukkig daarbij eenig letsel ontvangen. De tijd, waarop de antwoorden der prijsvraag voor een le bouwen raadhuis te Gorinchem moeten zijn ingekomenis door den Gemeenteraad aldaar verlengd tol den Ist™ December 1857. Nabij Utrecht heeft eergisteren een treffend ongeluk plaats gehad. Terwijl de miliciens van het l"e reg. infanterie binnen de batterijen van het Vossegat bezig waren met schijfschieten, werd de Sergeant Stevcls, van genoemd reg., die de wacht bij de schijf had, door eigen onvoorzigheitl door een kogel in het hoofd dermate getroffen, dal hij, na een paar zuch ten, onmiddellijk den geest gaf. Bij gelegenheid van bel feest onlangs door den Koning aan de inge zetenen van Apeldoorn gegeven, ontdekte Z. M. een 4 jarig knaapje aan dc hand zijner zuster, dat slechts de reglerhand ten gebruike had. De Koning heeft bepaald, dat het voor zijne rekening tot School-Onderwijzer zal wor den opgeleid, met verdere verzorging, aangezien het kind te ver buitenaf woont, om anders dagelijks dc school op het Loo te kunnen bezoeken. Naar men verneemt zal de Zoölogische verzameling van den Hoogleeraar van Lilh de Jeude, in het volgende jaar in 'lopenbaar worden verkocht. Dit kabinet bevat een aantal van 6000 opgezette en in liquor bewaarde zoogdierenvogels en vissclicn3000 geraamten van gewervelde dieren en ruim 1500 repliliën. Genoemd kabinet is nu reeds tegen billijken prijs uit de hand tc koop. Menigvuldig zijn de branden die dezer dagen in de turfveenenin Overijssel en Drenthe, plaats hebben. Op de Pruissische grenzen, nabjj Enschedé, zijn duizende dagwerken turf vernield, en men is niet bij magie den voortgang van het vuur te sluiten, zoodat sommige bedreigde personen hunne huizen reeds hebben verlaten. Uil floogeveen wordt gemeld dal al daar brand is ontstaan in de zoo uitgestrekte turfvelden, die zich ook medegedeeld heeft aan een groot dennenbosch. De schade zal aldaar onbe rekenbaar zijn. Aan de Asscherwijk is eene aanzienlijke hoeveelheid turf, loehehoorende aan de Heeren Gralama en C°. verbrand. Te Schoonoord is voor eene waarde van ƒ2,000 turf verbrand. Men was aldaar zeer beducht ivoor de woningen, die zeer ligt gebouwd zijn, en vele inwoners hadden ze reeds verlaten. Ook uit Coevordeu wordt berigt dal men de rook van het brandende veen allerwege zag opstijgen. Nabij Nieuw Schoonebeek was men ijverig bezig door afgraving het vuur te stuiten, daar liet bijna de woningen had bereikt. Hoewel de aanhoudende droogte de oorzaak is dat die branden zoozeer in uitgebreidheid toenemen, moet men echter erkennen dat de arbeiders dikwijls door onvoorzigtigheid daartoe aanleiding geven, vooral door het niet goed uildooven van het door hen gebruikte vuur. In de Prov. Overijss. Cour. leest men het volgendeOfschoon de hooge dagloonen der turftrekkersenz. in hel voorjaar bij velen het ver moeden deden ontslaan, dat ook de prijzen van den turf dit jaar nog weder aanmerkelijk verhoogd zouden wordenzoo meenen wij toch met zekerheid te kunnen mededeelen, dat zulks niet dien invloed heeft, waarvoor men vreesde. Door de felle hitte namelijk, is de turf spoedig droog en voor het gebruik geschikt geworden, zoo zelfs dat sommige percelen te vee! zijn uitgedroogdomdai het de eigenaars aan bekwame arbeiders ontbrak om ze naar behooren tijdig te bergen. Ook vernemen wij van geloofwaardige schippers, dat dc prijzen van den langen turf te Hoogeveen en te Smilde reeds eenigzins gedaald zijn. Omtrent het onlangs in dc gemeente den Ham vermiste kind, wordt thans gemelddat het lijkje toevallig in een kuil nabij de ouderlijke woning

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1857 | | pagina 1