Na afloop van het gehoor, deden wij eene groote wandeling door de stad en omstreken, bezigtigden tempels en winkels, traden verschillende huizea binnen tot het vragen van vuur om sigaren aan te stekenwater om te drinken enz.wordende overal met de meeste gulheid en goedheid ontvangen. Hakodate is eene kleine plaats met, zooals men mij opgaf, 6000 inwo ners in eene schoone en veilige baai. Wanneer eenmaal de handel vrij wordt, kan die plaats eene stapelplaats worden van koflïj en andere kolo niale producten voor Ruslanden zal het voor Nederland en onze Indische gewesten alsdan hoogst wenschelijk zijn, om in tijds aldaar een stapelplaats aan te leggen. lie handel te Hakodate met vreemden is tot dusver van weinig beteekenis. Het is inlusschen aldaar twee malen aan den super-carga van eene Ame- rikaansche schoener gelukt eenigc gewerenverrekijkers en chronometers tegen lakwerk, porselein en soya te verruilen. Een dezer schoeners, the General Piercebehoorende aan een Duitsch te Hongkong gevestigd huis, en varende onder Amerikaansche vlag, vond ik in de baai van Hakodate ten anker. De super-carga deelde mij mede, dat hij van Simoda gekomen was en aldaar 3000 geweren aan het Japausche gouvernement verkocht had voor 14 dollars het stuk, en hij voor de waarde daarvan lakwerk, aardewerk en soya had ingekocht, doch dat het hem niet mogelijk geweest was goud, zilver of koper tc bekomen. Hij had nu ook te Hakodate op dezelfde wijze het overige gedeelte zijner lading, zijnde 3000 geweren, 2 chronometers en G verrekijkers, aan het Japansche gouvernement overgedaan tegen lakwerkaardewerk en soya. Ook kamfer en hennep waren hem aangeboden als retour, doch de buiten sporige prijzen hadden hem daarvan doen afzien. Anders was hij zeer te vreden over zijnen ruilhandel en roemde zeer dc vrijheden, in de havens van Simoda en Hakodate genoten. Simoda echter leverde geene veilige an kerplaats op, en zou dus nimmer eene handelplaats kunnen worden. Den volgenden voormiddag ontving ik het mij toegezegde bezoek van den Gouverneur, Vice-Gouverneur en, ik geloof, al de te Hakodate aanwezige ambtenaren. Een hun aangeboden dejeuner beviel bij uitstek; champagne was de geliefkoosde drank, doch ook de hun onbekende koffij vonden zij zeer lekker. Aan den Gouverneur gaf ik drie van de medegenomene blik ken koffij ten geschenke, zoomede eene kolfijkan en loebehooren, verder cenige flesschen champagne enz.waarvoor ik als tegengeschenk eenig lak werk ontving. De Gouverneur vernomen hebbende dat ik dc persoon was die in hel vorige jaar twee sabels van den Keizer ontvangen hadverzocht hij die te zien, waarmede hij mij als eene zeer bijzondere eer geluk wenschte. Het gesprek liep over dezelfde onderwerpen als daags te voren. Daarna werd het geheele schip bezigtigd en deed ik eenige exercilien uitvoeren. Het gezelschap verliet na een verblijf van 5 urendes namiddags ten 3 ure, het schip. Onder de zaken, die mij het meeste verwonderden, behooren de vorde ringen die de tolken te Hakodate reeds in dc Engelsche taal gemaakt heb benlasschende zij lusschen zeer gebrekkig Hollandsch eene menigte En gelsche woorden in. Het eiland Jesso, waarop Hakodate gelegen is, schijnt zeer vruchtbaar: de heerlijkste koren- en boekweitvelden ziet men in de nabijheid van de stad: ook vernam ik, dat dit gedeelte van Japan zeer rijk aan koper- en zilvermijnen zijn moet, doch die niet worden bewerkt. Steenkolen zijn pas ontdekt, doch de Gouverneur had nog geene toestem ming uit Jedo, die mijnen te ontginnen en de steenkolen aan vreemden af te leveren. Gedurende een verblijf van 4 dagen, die ik aldaar vertoefde, weid dagelijks in de stad en omstreken gewandeld, de Officieren met hunne jaglgewercn. Nimmer had iemand onzer de minste moeijelijkheid en wij genoten de meest mogelijke vrijheid. Wil men iets koopen, men gaat in een winkel, zoekt vrij uit, bedingt den prijs, schrijft dien zoomede den naam van den kooper er op, en dan wordt het gekochte aan het tolhuis gebragt, alwaar men het, tegen betaling van dollars aan een Japansch ambtenaar, bekomen kan. Het lakwerk, dat ik te Hakodate zag, wordt aldaar grootendeels van Nagasaki aangebrag!is gewoonlijk datgene, wat niet aan onze factorij aldaar verkocht geworden is, en waarvoor te Hakodate de dubbele prijs gevraagd wordt. Ik vlei mij dat de weinige dagen aldaar doorgebragt, een gunsligen indruk omtrent de Nederlanders hebben achtergelaten. Niet een enkel oogenblik heeft iels bestaan, dat aan de volmaakte harmonie hinderlijk was. Den 17dcn September werd Hakodate verlaten en de reis langs Nippons oostkust naar Simoda voortgezet, docli deze logt was hoogst moeijelijk. Eene nagenoeg onbekende kust, sterke stroomen, hevige stormen, twee or kanen slechte kaartenwaarvan de landkaart van Jhr. Dr. von Siebold nog verreweg de beste is, maakten dien logt lang en zorgvol. Den 29s,c" September te Simoda binnenkomendevernam ik dat die plaats in den laalsten orkaandien ik niet ver van de kust drie dagen te voren had doorgestaanvoor een groot deel was verwoest geworden. Het met klippen omzoomde strand lag dan ook bezaaid met verbrijzelde jonken en de huizen waren alle verwoest. Een en ander deed mij besluiten, het verblijf zoo kort mogelijk te maken. Te Simoda waren al die lastige Japansche formaliteiten geheel onbekend of afgeschaft. Dadelijk bij mijne aankomst schreef ik twee brieven aan den Gouverneur, als een om een gehoor en den anderen, om mij zoo spoedig mogelijk van water en steenkolen te voorzien. Ten anker zijnde kreeg ik een bezoek van den Amerikaanschen Consul-Generaal 3Ir. Townsend Harris, eene maand te voren, vergezeld van zijn Secretaris (een jongen Hollander, Ueuskens genaamd) en zeven Chine- sche bedienden, te Simoda aangekomen. Hij beschreef die haven als onge schikt voor verblijf of handel. Daarna kwam de Vice-Gouverneur berigten, dat het Zijner Exc. hoogst aangenaam zou zijn den bevelhebber en het état-major den volgenden morgen ten 10 ure te zien en dat er eene staatsiebark met een opper-officier gezon den zou worden om mij af te halendal den volgenden morgen steenkolen en water zou gezonden wordenterwijl de Gouverneur tevens zijn leedwe zen liet beluigenvan niet eenige ververschingen te kunnen zendenaan gezien alles in den laalsten orkaan verwoest was. Den volgenden morgen kwam de Officier om ons bij den Gouverneur te begeleiden. Voor zijne bark bedankende, gingen de onzen met de groote sloepdoch eenigzins huiverig verliet ik de Medusaaangezien gedu rende den nacht een flaauw zuidelijk windje doorgekomen zijndenu reeds eene zware rolling in de baai begon te loopen, en de Medusa, hoe wel op de zoogenaamde veiligste plaats ten anker zijnde, evenwel geene ruimte tot drijven had. liggende zeer digt bij de klippen en de met ge strande jonken en verwoeste huizen overdekte kust. Verven Slot hierna.) 'sGRAVENHAGE, 9 Junij. Z. M. heeft benoemd lot Grootkruis der Orde van de Eikenkroon, den Hofmaarschalk Sabouroff; lot Commandeur dier Orde, Dr. Haourowitz, Geneesheer; Kolonel Greigt, Adjudant en den Kamerheer Golovnine, tot Ridders van die Orde, den Prins Ouchtomski, Adjudant; en lot Ridder der Orde van den Nederl. Leeuwden Rnssischen Zee-Officier Krüdener. Al deze Heeren behoorden lot het gevolg van Z. Keiz. II. den Grootvorst Constanlijn van Rusland. Door Z. JI. is aan den Heer Mr. C. Ie Clercq, Referendaris bij het Dep. van Buitenl. Zaken, vergunning verleend tot het aannemen en dragen der Ridderorde van den Rooden Adelaar 3de ltl.hem door den Koning van Pruissen geschonken. Naar men verneemt zal Z. BI. de Koning aanst. Maandag van het Loo alhier terugkeerentot bijwoning van de feesten, die van 16 lot 18 Junij zullen plaats hebben ter viering van den 25stcn verjaardag van de verdediging der Citadel van Antwerpen. Het feest dat Dingsdag 16 dezer op het paleis zal gegeven worden aan de verdedigers der Citadelen waarbij ook anderen zullen genoodigd worden, zal zeer luisterrijk zijn. Gisteren middag heeft er bij den Heer Ilomunde, Minister voor de zaken der R. K. Eerediensteen groot diner plaats gehaddat door den Nuntius en andere genoodigden werd bijgewoond. Eergisteren is alhier de gewone jaarlijksche vergadering van het Ned. Groot-Oosten gehoudenwaarbij de Grootmeester en de afgevaardigden uit de verschillende loges en vele leden der orde tegenwoordig waren. Op morgen zal aan den Heer Staatsraad Mr. Faber van Riemsdijk Deken der Orde van Advocaten alhier, het voorregt te beurt vallen den verjaardag te vieren zijner 50-jarige betrekking als practiserend Advocaat. Hij verkreeg den Doctorsgraad in dc Reglen op 15 Mei 1807 en leide op den 10d™ Junij daaraanvolgende den eed af. Eene deputatie uit de Orde der Advocaten alsmede eene uit den Hoogen Raadzullen zich naar de woning van den Heer F. v. R. begeven om hem hunne gelukwenschingcn aan te bieden. Door den jubilaris zal Donderdag aanst. aan de leden van de regterlijke raagt en andere genoodigden op liet badhuis te Sehevcningen een diner worden gegeven. De Minister van Finantien zal op Donderdag aanst. geen gehoor verleenen. Van hier wordt aan de U. C. geschreven: Vrijdag II. had hier een treffend sterfgeval plaats. De Heer E., een jong zeer verdienstelijk Apothe ker, had zich, eenige dagen geleden in zijn scheikundig laboratorium bezig zijnde, door het breken van een flesch met alcohol gevuld, welke ontvlamde, deerlijk gebrand. Aanvankelijk scheen het, alsof de belangrijke brandver- wonding voor zijn leven geen ernstig gevaar zoude opleveren, toen zich later de beginselen van wondstijfkramp openbaarden; alle daartegen gebezigde middelen waren vruchteloos, en de lijder is bezweken. Te Scheveningen is eene tweede bomschnit met 2 ton haring aan gekomen, van betere hoedanigheid als de eerste. Bij verkoop is die vangst opgehouden voor den prijs van ƒ600 per ton. Eerste Hamer der Staten-Generaal. Zitting van Maandag 8 Junij. De Voorzitter heeft medegedeeld dat door de Afdeelingen benoemd zijn tot Voorzitters, de Heeren: van Beeck Vollenhoven, van Nispen van Pan- nerdenvan Rijckevorsel en Cost Jordens, en lot Onder-Voorzitters de Heeren: van Swinderen, Blankenheim, van Uecckeren van Wassenaer en van Aylva van Pallandt. De Commissien van Rapporteurs zijn gereed met hare verslagen over onderscheidene wets ontwerpen. Die verslagen zullen worden gedrukt en rondgedeeld. De beraadslagingen over die wetten zullen op morgen aan vangen. Zitting van Dingsdag 9 Junij. In deze zitting zijn met algemeene stemmen aangenomen de volgende ontwerpen van wet, als: l1. tot wijziging van Hoofdsl. VIII der begrooting van 1856; 2°. tot vaststelling der raming van uilgaven wegens verstrek kingen van het Dep. van Oorlog, dienst 1857; 3°. tot verhooging van Hoofdst. X der begrooting voor 1857, en 4°.20°. naturalisatie van onder scheidene personen. Morgen voortzetting der werkzaamheden. AMSTERDAM, 9 Junij. Gisteren hield de Letterkundige Afdeeling der Kon. Academie de aange kondigde vergadering. Tegenwoordig waren de 1111. van Hall, Janssen, de Greuve, Sloet, Roorda, de Wal, Moll, Bake, Hollius, Dclprat, Nijhoff, Knoop, Godefroi, de Vries Az.Boot, Dozy, llulleman, de Vries, Lee mans, Bakhuizen v. d. Brink, Ackersdijk, Koenen, Millies, Karsten, van den Bergh en van Lennep. De Heeren Rutgers, v. Assen en Juynboll had den zich, wegens hunne niet-bijwoning der vergadering, verontschuldigd. Nadat de Voorzitter de nieuwe leden had verwelkomd, werd het in 1853 gedane verzoek van den Heer Cornet lot uitgave van de werken van den Heer de Superville behandeld en de daarover gevoerde correspondentie gelezen. De Heer Leemans zegt dat bij den Heer Cornet het voornemen niet bestaat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1857 | | pagina 2