'I liee-Iïcpót. OTTO ROELOFS en ZOONEN, te Amsterdam, van den Sultan aldaar is onthoofdten einde wraak te nemen voor het plunderen van een karavaan zijner onderdanen te Bengazie. PKVIS§EK. BERLIJN, 24 Mei. De Heer v. Hnmboldt, door Keizer Napoleon benoemd tot Officier van het Legioen van Eer, heeft de Fransche Regering opmerkzaam gemaakt dat hij daartoe reeds onder Koning Lodewijk Filips was benoemd. Men ge looft dat hij thans tot Grootkruis zal worden bevorderd. Prins Napoleon heeft voor zijn vertrek van hier een aantal kostbare snuifdoozen uitgedeeld en 2000 th. aan het dienst-personeel van het Ilof geschonken. Het gerucht dat Keizer Napoleon Duitschland zal bezoekenwint meer en meer veld. Men wil dat hij hier de herfstoefeningen van het leger zal hijwonen. Ook te Augsburg in Beijeren zouden reeds toebereidselen voor zijne ontvangst gemaakt worden. Volgens een dagblad van Bonn zal de Prins van Wallis de maanden Julij en Augustus te Koningswinler, in het aan den Rijn gelegen Hotel de l'Europe, doorbrengen, hetwelk daartoe voor 12,000 th. is afgehuurd. De Jesuïlen-orde heeft thans Posen tot het voorwerp barer bemoeijin- gen uitgekozen. Talrijke missiën hebben daar te lande plaats en de invloed der orde moet, zelf onder de hoogere klassen, verbazend zijn. De landverhuizing naar Ruslandvooral onder de werkliedenneemt meer en meer toe. De Koning van Saksen, die eene buitenlandsche reis gaat ondernemen, heeft het beleid der regeringszaken gedurende zijne afwezigheid aan het Ministerie opgedragen. Het Concordaat tusschen Wurtcmberg en Rome is openbaar gemaakt. In vele zaken komt het met het Oostenrijksche overeen. In Oppcr-Silezie is de tunnel van eenen in aanleg zijnden spoorweg, die door een berg loopt, ingestort. Balken van 2 voet dikte, die men tot ondersleuning had aangebragt, braken als slokken. Gelukkig hadden de arbeiders den tijd zich uit de voelen te maken. OOSTENRIJK. WEENEN, 23 Mei. De Keizer heeft den Baron v. Krauss op zijn verzoek ontslagen als Mi nister van Justitie en hem benoemd lol Voorzitter van het Opperste Geregls- hof. Tot Minister van Justitie is benoemd Graaf v. Nadasd. RUSLAND. De toestand der Keizerin is zeer voldoende. II. M. zal spoedig hersteld zijn. Het huwelijk van den Grootvorst Michaël zal in October plaats heb ben, als wanneer de Keizerin-Moeder die plegligheid zal komen bijwonen. TURKTE. Te Konstantinopel heeft wederom eene vergadering plaats gehad van bankiers en kooplieden ten huize van den Heer Baltazzimet oogmerk om op nieuw pogingen in het werk te stellen, tot oprigling eener Bank. A. Halberstadt, Vrijverklaring der Slaven in Suriname en opheffing van het meesterschap, volgens de Staats-Commissie, Amsterdam, H. C. Meijer, 1856, 115 bl. in 8». Het boek van den Heer Halberstadt verdient de opmerkzaamheid van allen die belang stellen in het lot der kolonie Suriname. Vooral heeft het mij geboeid, door de talrijke treffende bijdragen tot betere waardering van den aard en het karakter van hel negerras, of liever van de 40,000 slaven in Suriname, die men in 't algemeen wel niet meer «negers" kan noemen, dewijl ze met zooveel ander, vooral Nederlandschbloed vermengd zijn. De bestrijding van het eerste rapport der Staats-Commissie, ingesteld bij Kon. besluit van 29 November 1853, n°. 66, stelt de Heer Halberstadt zich lot doel, en behalve de aantooning van de onuitvoerbaarheid der voorstellen dier commissie, is het vooral de miskenning van de inborst, de neigingen en de eigenschappen der slaven waarlegen bij te velde trekt. Gedurende een bijna 20-jarig verblijf in Suriname heeft de schrijver gelegen heid gehad, om den toestand en de behoefte dier kolonie te leeren kennen. Deze ondervinding en eigen aanschouwing komen hem thans uitnemend te stade, om aan te loonen, dat de groote ncgergemeentenwaarin de com missie de slaven wil zamendrijvenen waaraan de leden al hunne indivi dualiteit moeten ten offer brengen, om weder slaven der communauteit te worden, een droombeeld is, voor geene verwezenlijking vatbaar, of liever een karikatuur van het gemeentewezen op Java, met zijne heerediensten en kultuur-inriglingen. Stuk voor stuk wordt de arbeid der Staats-Commissie ontleed en meedoo- genloos gekastijd. En nadat de schrijver dit vernielingsproces heeft ten einde gebragt, deelL hij ten laatste eenige hoofddenkbeelden mede van een, door hem zeiven uitgedacht, plan van emancipatie der slaven. Dit is alzoo bij de duizend en een reeks bekende planneneen nieuw en als men dan toch een plan wil, lang niet verwerpelijk. Wat is het doel van al die plannen? Men wil de slaven vrij verklaren, maar op zulk een wijze, dat overigens in de maatschappij van Suriname alles blijve gelijk het is. Ofschoon vrij, moeten de slaven toch blijven werken, en wel het zelfde werkdat ze gedurende hunne slavernij hebben verrigt en leeren ver vloeken. Ziedaar het groote raadsel dal men tracht op te lossenzonder schokken, zonder eenige beroering, wil men Suriname van eene slaven- kolonie in eene kolonie van vrijen herscheppen. De overgang moet zoo zacht en ongemerkt zijn, dat elke krisis worde vermeden, en na de vrij verklaring, dezelfde slaven hetzelfde werk, en zoo mogelijk, nog meer produceren, alleen met dat onderscheid, dat die slaven nu vrijen zijn geworden. Zou dat doel te bereiken zijn? In Engeland heeft men het beproefd. Vijfjaren lang moesten de meesters nog in 'tbezit blijven hunner slaven, om hen in dien tijd geschikt te maken voor de vrijheid, om hun te leeren, Hoe .zoet de arbeid is en wel bovenal de kuituur van stapelproducten voor ■de Europesche markt, om hen voor te bereiden, te leiden en op te voeden voor den nieuwe toestand, waarvan ze 5 jaren later 't genot zouden hebben. Maar men kent de uilkomst. De meesters waren slechte opvoeders voor de vrijheid, de slaven slechte, en vooral zeer ongeduldige leerlingen, en men heeft de opvoedingsperiode tot de helft van den lijd moeten inkrimpenniet omdat de opvoeding voltooid was, maar omdat de leerlingen en opvoeders elkander dood sloegen. In Frankrijk daarentegen heeft men, in Februarij 1848, met een enkel regel schrifts de slaven vrij verklaard. En met welk gevolg? Eerst volgde natuurlijk de krisis, zoodat in 1848 de productie der koloniën tot een derde verminderde. Maar reeds in 1849 was er weder vooruitgang, en thans bedraagt de productie het dubbele van 't geen zij in 1847 was. Alleen Cayenne maakt hierop eene uitzondering, doch dit is toe te schrijven aan oorzakenonafhankelijk van de emancipatie. En is het niet natuurlijk, dat de slaven voor de vrijheid niet kunnen worden opgevoed, ten zij men hun eerst de vrijheid schenke? Kunt gij ook zwemmen leeren vóór gij u te water begeeft Overigens komt ons oordeel over het boek van den Heer Halberstadt overeen met dat van een onzer uitstekendste regtsgeleerden, die het in de volgende woorden uitsprak: «Ik vind daarin zooveel originaliteit, naïviteit, malice, goedhartigheid, zaakkennis, gebrek aan vorm, ernst, satyre en, ten aanzien van de ge- wigtige vraag, daarin behandeld, zoo veel waars en goeds, en, ten aan zien van de personen, zoo veel hards en bitters, zoo meêdoogelooze heke ling en zoo diep gevoel van humaniteit, dat ik, in weerwil van al hetgeen mishaagt, het werk niet anders dan prijzen kan, en, in weêrwil van al het belangrijke en nuttige den schrijver niet vrij kan spreken van groote stoutheid. Van ganscher harte wensch ik, zonder het te durven hopen, dat het edel doel moge bereikt wordenom duizende van mishandelde en verdrukte natuurgenoolen van het schandelijke en door niets te regtvaardi- gen juk der slavernij te verlosseneene slavernijwelke den meester meer onleert dan den slaaf." Dv. W. R. van HOËVELL. Uit Themis, Regtskundig Tijdschrift 2de verz. 4de deel IV". 1.] VERGADERING van den Gemeenteraad van Leyden, Donderdag den28,lc" Mei 1857, 's namiddags ten 2 ure. Onderwerpen: 1°. Benoeming van 2 leden voor de Commissie bij de loling van de Schutterij. 2°. Benoeming van 2 leden en 2 plaatsvervangers voor de Commissie van onderzoek voor de Schutterij. 3°. Verzoek van den Stads chirurgijn G. Aalbersberg, om continuatie. 4°. Stukken omtrent de rangschikking der Instellingen van Weldadigheid. 5°. Rekening van den Schuttersraad over 1856. 6°. Rekening van het Werkhuis over 1856. 7°. Aanvrage van Regenten van het II. G. of Armen Wees- en Kinderhuis, om een renteloos voorschot uit de Bank van Leening, en suppleioire begrooting. 8°. Requeslen van J. W. van den Aardwegh en anderen omtrent de afslui ting der Binnenvestgracht. 9°. Request van de erfgenamen van P. J. M. van Went, houdende bezwaren tegen de ligging van de brug aan de Haven. AK A.I9EMÏ E-ÏSIE tTlVS promotie aaw de leydsciie iioogeschool. Den 26sle0 Mei de Heer B. Stephan, van Koog aan de Zaan, in de Ge neeskunde, na verdediging van zijne Akademische Proeve: Bijdrage tot de kennis van den Tijpus. 232stt Staats-LoteriJ. Trekking der Vijfde Klasse. 5de Trekking. N°. 2946, een prijs van ƒ1,000. ADVERTUNTIEN lieden beviel van een' ZOON, A. W. VLAANDEREN, geliefde Echt- genoote van Leyden 25 Mei 1857. J. COUVÉE Az. Eenige Kennisgeving. Voor de menigvuldige bewijzen van belangstelling, ter gelegenheid van ons Huwelijk ondervonden, beluigen wij, mede uit naam van weder- zijdsche Betrekkingen, onzen dank. Dr. A. SASSE. Zaandam, 26 Mei 1857. A. J. A. SASSE, ten Cate. Voor de vele bewijzen van deelneming, bij gelegenheid der bevalling mijner Echtgcnoolc ontvangen, betuig ik mijnen liarlelijken dank. Leyden, 27 Mei 1857. J. 11. MARONIER. De Ondergeteekenden betuigen bij deze hunnen opregten dank aan Vrienden en Bekenden voor de belangstelling en deelneming, welke zjj hebben ondervonden tijdens de ziekte, die hun Huisgezin in de laatste weken getroffen heeft. W. 11. D. SURINGAR, 25 Mei 1857. It. P. SURINGARLos. de diverse soorten uit het magazijn van Zijn te Leyden te bekomen bij de Wed. W. C. BOCKtot gelijken prijs als zij dezelve te Amsterdam en détail verkoopenverpakt in pakjes van 2j en 5 Oneen, waarop het nommer der soort en de prijs van elk pakje gedrukt is, ten einde alle vergissing te voorkomen. Prijs-Courant, op aan vrage verkrijgbaar. Intrekking van toestemmingdoor den Echtgenoot aan zijne Vrouw gegeven, om de Tapperij en Stalhouderij uit te oefenen of Paard en Rijtuig te mogen verhuren. GOVERT van VLIET, Bouwman, in de Gemeente Bodegraven., maakt opentlijk bekend, dat hij intrekt de toestemming, vroeger door hem aan zijne Vrouw MARIA REYKEIV (eerder Weduwe T. Knaap) gegeven, out de Tapperij en Stalhouderij te Leyden aan de Haven bij dé Zijlpoort, te mogen uitoefenen, of Paard en Rijtuig te mogen verhuren. Leyden, 26 Mei 1857. G. van VLIET.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1857 | | pagina 3