NEDERLANDSCHE GAM0VE1M SPOORWEG. (Vervolg der beschouwingen over liet N. I. drukpers-reglement). II. De Heer Thorbecke heeft op eene uitmuntende wijze zijne roeping als Vertegenwoordiger verstaantoen hij 17 Februarij 11. het voorstel in de Kamer deed dat aan den Minister van Koloniën zou gerigt worden het ver zoek om mededeeling van het drukpers-reglement met de noodige inlichtin gen. Minder gepast kwam het ons voor, dat die hooggeachte Vertegen woordiger vooraf zijne gedachten over het onderwerp, aan een boekhandelaar medegedeelddoor dezen liet drukken en verspreiden. Er is eene parlemen taire welvoegelijkheiddie zoo wel builenals in de Kamer bare eischen heeft: niet al wat geoorloofd is kan voor betamelijk gehouden worden. In de Kamer heeft de Heer Thorbecke toen gesprokenmet eene allezins ge paste gevoeligheidover de bewuste verordeningals of men niet ten onregte ongerust ware geweest «voor eene inbreuk op eene der edelste Ne- derlandsche vrijheden;" en hij heeft er bijgevoegd, dat het hier gold «de uitoefening (waarschijnlijk zal hij gemeend hebben, de uitvoering,) eener wet omtrent een gewiglig belang, waarbij de zedelijke ontwikkeling der maatschappij in hooge male betrokken is." De geachte spreker boude het ons ten goedemaar het beroep op de Nederlandsche vrijheden is hier even min op zijne plaats, als de daarmede in verband gebragte zedelijke ontwikkeling der maatschappij. De wetgever (om met het eerste te begin nen) heeft in ontelbare artikelen van het Regering-Reglement erkend en aangenomen het beginsel, dat er in Nederlandsch Indië andere waarborgen in het belang der openbare orde gevorderd worden, als in Nederland; dat is, (vermits geene openbare orde kan bestaan zonder eenige inkorting van vrijheid) dat vrijheden, die men hier in Nederland geniet, ginds door andere regelen moeten beperkt wordenzoodal er in lndië geen sprake meer kan zijn van Nederlandsche vrijheden. Vordert het belang der openbare orde zelfs in Nederlanddat sommige vrijheden door de wet beperkt worden (bijv. art. 10 Grondw.), veel meer nog is aan zulke beperkingen behoefte in Nederlandsch lndië, beperkingen die niet zoo zeer door de bijzondere toestand van lndië (zoo als in het Verslag der Commissie gezegd wordt) geboden of geduld worden, maar die aangewezen worden door den aard en het karakter van ons gebied over die bezittingenen door de juiste op vatting van het doel dier heerschappij. De meeste verkeerde voorstellingen en eischen op dit punt hebben bunnen oorsprong in het beginsel, dat Ne derlandsch Indië een integrerend deel zou zijn van het Rijk. Niets is intusschen minder waarwilde men dat beginsel in deszelfs uilgestrekten zin toepassen, de ongerijmdste uilkomsten zouden er het onnatuurlijke en onmogelijke van in het licht stellen. Nederlandsch Indië mag zelfs niet als grondgebied van bet rijk beschouwd; en die fout bespeurt men in de redactie van art. 57, 3Je alin. der Grondwet. In 1842 drukte Sir Robert Peel in het Parlement den wensch, als zijn gevoelen, uit, dal koloniën zoo veel moge lijk mogten behandeld wordenals of ze integrerende deelen van het Koning rijk waren. De beroemde Staatsman zal, wij twijfelen er niet aan, bij dat algemeen gevoelen onderscheid gemaakt hebben tusschen verschillende toe standen, en, bij voorbeeld, Ceylon, waar het getal der blanken en vreem delingen te zamen genomen tot dat der overige bevolking staat als 1 tot 62, niet in den algemeenen regel hebben willen opnemenin onze bezittingen kan men, zonder overdrijving, de verhouding aannemen van j tot 62! Wij merken hierbij aan, dat Nederlandsche vrijheden niet gedeeltelijk en stuks gewijze kunnen toegestaan worden: en, zoodra de wetgever zelf heeft be grepen dat men ze niet alle kan toeslaandan is het besluit natuurlijk dat voor het bepalen van regten en vrijheden in Indië een ander beginsel moet gelden. Niemand, ook niet de Nederlandsche drukkers en uilgevers, heeft er eenige de minste aanspraak op dat dezelfde vrijheid, die hij hier geniet, ook daar geëerbiedigd worde. Wij kunnen ons dus niet genoeg verwon deren over eene min gelukkige uitdrukking, waarvan zich de Commissie in het Verslag bediend heeft. Zij oordeelt dat het doel van de lslc alinea van art. 110 is. voor de Indische drukpers waarborgen in het leven te roe pen." Als of bel om de drukpers was dat wij over die schoone bezittingen gebied voeren! Neen; het doel van het geheele art. 110 is, de openbare orde, het Nederlandsch gezag, te waarborgen tegen de gevaren van eene ongebreidelde drukpers, en daarvoor vaste regels te stellen in de plaats van de onbeschreven beginselen vroeger gevolgd. Even min kunnen wij der Commissie toestemmen, wanneer zij elders zegt, dat «het reglement schijnt van het begrip van vrijheid uit te gaan." Deze miskenning van den aard van iedere wetgeving is vreemd. Geen enkele wet zou noodig zijn, wan neer daarbij niet het besef ten grondslag bestonddat eene of andere vrij heid behoorde geregeld en beperkt te worden. Zelfs de erkenningbij de wet, van deze of gene vrijheid, verraadt het beginsel dat die sanctie van de wetgeving afhankelijk was. Nu kan met het regelen en beperken te ver worden gegaan; en het is in 'lgeheel ons oogmerk niet alle de artike len van het Reglement te verdedigen: om ze goed te beoordeelen zouden wij even goed bekend moeten zijn met den toestand van zaken in Indië, als de leden der Commissie waarschijnlijk zijn. Wij bedoelden niets an ders dan eenige algcmeene beschouwingen mede te deelendie welligt van invloed kunnen zijn op de beoordeeling der geheele zaak. Maar wij hebben nog iets te zeggen over de zedelijke ontwikkeling der maatschappijdie zoo als de Heer Thorbecke zeide, in hooge mate bij deze wet betrokken is. Moge het ons vergund zijn dit in een volgend artikel te behandelen. 16 Maart. J. B. AS AB EIHE-KIEUWS PROMOTIE AAN DE EEYDSCHE HOOGESCIIOOL. Den 26sten Maart de Heer W. W. van Lennep, in de Regten, na open bare verdediging van zijn Akademisch Proefschrift: De leer der opzeggin gen en stilzwijgende wederinharing, van woningen en landerijenvolgens ons Burgerlijk IVelboek. KERKNIEUWS. Door Z. M. zijn goedgekeurd de beroepingen van Predikanten, door de Kerkeraden van de navolgende Ilerv. gemeenten: van 's Grevelduins-kapellc en Vrijhoeven, op A. P. A. du Cloux, Pred. te Oud Alblas; van Garderen, op J. Koster, Pred. te Winterswijk; van Rockanje, op II. W. Terpstra, Cand. van Eovencarspelop F. H. Moorrecs, Pred. te Bedijkte Schermer; van Kerkwerve, op A. van der Mcy, Cand.; en van Sledum, op A. Buning, Pred. te Ee. Te Steenderen en Bronkhorst (Gelderland) is lol Predikant beroepen de Ileer J. G. Blaauw, thans te Eist bij Amerongen. STA8S SSEltlGTElS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, Gezien het adres van de Fiaamlooze Vennootschap der Bierbrouwerij de Posthoorn en Azijnmokerij de Twee Sleutels alhier, om vergunning tot liet ver plaatsen van haren moutmolenvan de Haven in Wijk VIII. N°. 138 naar het per ceel op de Ondevest geteekend Wijk VI. N°. 916. Gelet op Zr. M'. besluit van den 31st™ Januarij 1824 (Staatsblad N°. 19), ra kende vergunningen ter oprigting van sommige Fabrijken en Tralijken. Doen te wetendat tot het liooren der eigenaars en bewoners van de naastbijge- legene en belendende pandenten opzigte der informaliën de Commodo et Incom- niododoor Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerdop het Raadhuis dezer Gemeente, op Maandag den 30st™ Maart aanst.des voormiddags ten 11 ure zullende de belanghebbenden verpligt zijnhunne bezwaren tegen dit verzoek op dien tijd in te brengen, terwijl bij verzuim daarvan, zij gehouden zullen wordenzich tegen de inwilliging niet te hebben verzet. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Letden, 26 Maart 1857. VAN LIMBURG STIRUM, Burgemeester. v. PUIT KAM M ERSecretaris. öurgctiijfoc 5»tanb. "Van den 19 tot en met den 25 Maart 185?. BEVALLENM. Somcrwi!geb. van der ZwiepD. J. van Gclderen geb. van Dokknm Z. II. G. Kwestroogeb. van Harteveld Z. J. Wagemans geb. Slaffeleu, D. J. Nieuwenburg, geb. de Wever, Z. C. van Polaneu geb de Kier, Z. A. M. Zwarts, geb. Stikkclman Z. G. E Timmerman geb. Rietstap, D. H. M. van Zijp,geb. Ouwerkerk, Z. L J. Bonnet, geb. Lem D. C. E. Kapaan geb. Schamper, D. J. Martyngeb. Kramers, Z. G. van Buggen, geb. de Vrind, Z. E. Bronsgeest. geb. van der Plas, Z. J. E. Kuage, geb. Hamakers, 1). J. Kriest, geb. van TolD. J. F. Baron" Taets van Amerongen geb. Gevers Leuven D. J. E. Dreef, D. A. G. van der Meer, geb. Garrer, D. A. G. van der Meer, geb. Garrer, D. levenl. M. E. BuskensD. levenl. J. Liefrinck geb. RoversD. C. Vermeergeb. den Heeten, Z. P. van der Keur, Z. A. II. Kropff, geb. WilleinseZ. J. Sommelinggeb. van Houten D. A. M T. Paulidesgeb. Stalling-aD. D. W. M. Mulie'geb. MussertD. D. van DijkD. GEHUWD H. C. LeusvcldJm. en J. Kooien Jd. J. Korenhof, lm. en E. TaffijnJd. W. T. HogendoornJm. en A. Vlasveld, Jd. OVERLEDEN M». Calh*. Uiderich59 j. T. TefyZ.5 m. J. Verstra ten geb. Mieremet, 27 j. J. C. van Oijen75 j. J. P. van Gulik, 24 j. J. van der Putten Z.10 vv. J. Gyzeny, Z.5 m. M. P. Oudshoorn 49 j. M. C. A. van der DriftD.6 w. S. Marsmangeb. van der Heyden77 j. S. Udinggeb. Straaten30 j. N. KokZ.4 m. J. van der Wilk, Z.l j. M. F. GublingD.2 j. en 10 m. P. van CampenZ.4 m. P. RibotZ. 3 w. W. EtienneZ.15 m. C. Siebert, geb. Blolbeel, 85 j. N. M. E. Leget, D.3 j. en 6 m. C. M. Korcnliofgeb. Melkstop46 j. M. Chrispyn D.8 d. A. H. van Beek Z.5 m. 232ste gtaats-Uoterij. Trekking der Eerste Klasse. 2dc Trekking. N°. 15009 een prijs van ƒ1,500. N«. 6711 een prijs van ƒ1,000. 3de N°. 7653 een prijs van ƒ20,000. N°. 10G8 een prijs van ƒ2,000. Nos. 1360 en 14390 ieder een prijs van ƒ1,000. A S9 VKRTKNTIKN Levden 23 Maart 1857. Bevallen van eene DOCHTER, Vrouwe Baronesse TAETS van AMERONGEN, Geb. Gevers Leuven. Eenige Kennisgeving. De Ondergeteekendcn voldoen met deze aan het verlangen van den Heer L. R. BISCHOFSHEIMte Amsterdamom de Inschrijving in het Kapitaal voor den aanleg van bovengenoemden Spoorweg bij hen open te stellen, en even als ten zijnen Kantore zal geschieden van 3 lot 6 April en met gelijk regt van voorrang. LEZWYN EIGEMAN. srp^- Inschrijvingsbillelten en Conceptslatiifen zijn bij hen te verkrijgen. OPENBARE YERIÏOOPJNG, a In het Ueeren-Logement aan den Burg binnen Legdenten over staan van den Edel Achtbaren Heer Kantonreglerbij Opbod en Afslag, op Zaturdag den 4Jcn April 1857, des avonds ten 7 ure, van: N°. 1. Een hecht, sterk en weldoortimmerd WINKELHUIS, ERF en TUIN, staande en gelegen te Legdenaan de noordzijde van de Lange- gracht, tusschen de Prinsenstraat en de Oostvolderslceggeleekend Wijk V. N°. 871, Kadastraal bekend, Sectie B. N°. 1304. N°. 2. Twee WOONHU1SJES en ERF, staande en gelegen als voren in de Prinsenstraat, geteekend Wijk V. N°s. 8720 ea 872c, Kadaster Sectie B. N«. 1365 en 1306. N°. 3. Een hecht, sterk en weldoortimmerd HUIS en ERF, staande en gelegen te Legden, aan de oostzijde van den Delflschen Vliet, aan den hoek der Molensteeg, geteekend Wijk II. R°. 18, Kadaster Sectie E. N». 43. De percelen zijn te bezigtigen daags vóór en op den dag der Veiling. Zijnde inmiddels nadere inlichtingen te bekomen ten Kantore van den Notaris Mr. H. OBREEN, te Legden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1857 | | pagina 3