De nermeling gcscnieat aoor wee ambtenaren, door den Burgemeester aan te wijzen. Wanneer naar bet oordeel dier ambtenaren de hermeting niet naar behooren kan plaats hebben, moet het verschil door liet tonnen van den turf worden nitgewezen. Wanneer de meting le hoog blijkt geweest te zijn en het verschil minder dan Txr gedeelte bedraagt, komen de kosten voor rekening van hem die de hermeting heeft aangevraagd; doch als het verschil ineer is dan komen de kosten voor rekening van de gemeente; zullende het te veel betaalde aan den eigenaar of invoerder moeten worden teruggegeven. Bij bevinding van meer turf dan bij de eerste meting, is de eigenaar of invoerder verpligt, behalve de kosten der hermeting bijbetaling te doen der tc weinig betaalde belasting. Art. 10. Teruggave van betaalde plaatselijke belasting. Teruggave van betaalde plaatselijke belasting, bij uitslag van turf binnen de gemeente aan fabrieken, vrijdom van belasting genielende, mitsgaders bij uitvoer naar buiten de gemeente, geschiedt niet dan bij hoeveelheden van tien tonnen en daarboven. Art. 11. Boe lang men op de bewijzen van wettigen inslag billetten krijgen kan. Om op de bewijzen van wettigen inslag bil lellen te kunnen verkrijgen, mogen zij niet ouder dan zes maanden zijn. VERORDENING op de invoering der belasting op den turfwelke op den dagivaarop de nieuwe plaatselijke belasting in werking zal komenopgeslagen zal zijn te Leyclen. Art. 1. Van den bij bandelaars en neringdoenden in turf en schippers, die turf vervoeren, op den dag, waarop de nieuwe plaatselijke belasting op den turf in werking zal komen, aanwezigen voorraad van turf moet de belas ting worden betaald. Art. 2. Van dien voorraad moet door de handelaars, neringdoenden en scbippeis op den dag, waarop de nieuwe plaatselijke belasting in werking zal komen, vóór negen ure des voormiddags, aan liet algemeen kantoor van ontvangst eene schriftelijke aangifte gedaan worden. Van het doen dier aan gifte wordt hun een bewijs afgegeven. Art. 3. De ambtenaren der plaatselijke belastingen zijn bevoegdalle winkels, werk- en bergplaatsen, alsmede de met deze gemeenschap hebbende bebouwde en onbebouwde erven van bandelaars en neringdoenden in turf en schepen en vaartuigen met turf te onderzoekenvoor zooverre art. 276 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad N°. 85) dit toelaat. Bij het bevinden van overmaat, inaken zij daarvan een proces-verbaal op hetwelk zij den belastingschuldige uitnoodigen te onderteekenen. Bij weige ring dier onderteekening, wordt dit in het proces-verbaal vermeld. Art. 4. AVanneer dit onderzoek niet binnen de eerste acht dagen, na het in werking komen van de nieuwe belasting, heeft plaats gehad, strekt dit lot bewijs, dat met de aangifte genoegen is genomen. Met bet einde dier acht dagen nemen de termijnen tot betaling der belas ting in art. 7 opgegeven, eenen aanvang. Ait. 5. Het staat aan de belastingschuldigen vrij een tweede onderzoek op kosten van ongelijk te eischen. Zij moeten zich echter daaromtrent ver klaren vóór het vertrek der ambtenaren, die in dat geval de noodige maatre gelen nemen lot bewaking der plaats, waar bet onderzoek geschied is. Tot dat onderzoek worden door den Burgemeester andere ambtenaren aangewezen. Een derde onderzoek wordt niet toegelaten. Art. 6. Overmaat van ten hoogste tien ten honderd boven de aangege ven hoeveelheid, heeft alleen bijbetaling der belasting ten gevolge. Overmaat van meer dan tien ten honderd wordt als overtreding ter zake van belasting beschouwd. Art. 7. Tot voldoening der verschuldigde belasting worden de volgende termijnen gegeven: voor sommen van tien galden en daar beneden, drie dagen; van tien lot en met vijftig golden, acht dagen; van vijftig tot en met honderd gulden, veertien dagen; van honderd lot en met vijf honderd gulden, ééne maand; voor sommen boven de vijf honderd guldentnee maanden. Zij, aan welke een termijn van twee maanden gegeven wordt, moeten het door hen verschuldigde in gelijke maandelijksche deelen afdoen. Art. 8. AVanneer de belastingschuldige in gebreke blijft op den verschijn dag aan zijne verpligting te voldoen, verliest hij het genot der hem gege- vene termijnen, en moet hij de gebeele door hem verschuldigde belasting in eens en dadelijk voldoen.. De invordering der achterstallige belasting geschiedt volgens de bepalingen der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad K°. 85). RAADSBESLUIT regelende de heffing eener plaatselijke belasting op de steenkolen en cokeste Legden De GEMEENTERAAD van Ley den Gezien de 6 Titel der wel van 29 Junij 1851 (St. bl. N°. 85). Heeft besloten: Er zal, le beginnen van bet hieronder vermelde tijdstip, eene belasting geheven worden op de steenkolen, van 4.00 per 1000 ponden schaalkolen, dat zijn dc zoodanige, wier omvang niet toelaat om in de maat le worden opgenomen, van 30 cents per mud maat- of grove kolen, van 20 cents per mud kolengruis, en van 5 cents per mud coke (sintels of einders. Meerdere of mindere hoeveelheden naar evenredigheid, wordende 16ir°ir en daarbeneden voor de helft en daarboven voor één geheel berekend. Van deze belasting wordt aan fabrieken, trafieken en andere inrigtingen van nij verheid vrijdom verleend, die krach lens de wet van het Rijk vrijdom genieten, mits door de fabriekantenwelker woningen, kantoren of werkplaatsen belenden aan of gemeenschap hebben met deze fabriekenbij den inslag zoodanig ge deelte der plaatselijke belasting betaald zij, als door Burgemeester en AArct- houders voor elk hunner zal zijn bepaald, om te strekken voor het huiselijk of ander geen vrijdom genietend gebruik, dat zij van de op dien voet inge slagen steenkolen kannen maken. Deze belasting treedt in werking op den derden dag na dien, waarop bet besluit van invoering en de voorschriften betreffende de invordering zijn afge kondigd. VERORDENING regelende de invordering eener plaatselijke belasting op de steenkolen en cokes binnen de gemeente Legden Art. 1. JVanneer de belasting wordt gelieven. De plaatselijke belasting op de steenkolen wordt ingevorderd bij den invoer binnen dc gemeente: die op de cokes bij invoer en bij aflevering uit fabrieken. Art. 2. Wijze van verificatie. De verificatie van eene hoeveelheid schaalkolen geschiedt door weging; die van eene hoeveelheid maatkolen, kolengruis en cokes door meling. Art. 3. Over den Rijn-ijk van vaartuigen AVauneer bij invoer van steenkolen of cokes, de hoeveelheid van den rijks- accijns wordt berekend naar den Rijn-ijk der vaartuigen, kan die berekening mede tot grondslag strekken voor de plaatselijke belasting, mits de belang hebbenden hiervan ten genoegen van den ontvanger doen blijken, en er geene weging of meting bij de lossing of inslag plaats heeft. Art. 4. Plaats van verificatie. Bij invoer van steenkolen of cokes, geschiedt de verificatie door de ambte naren aan de kantoren an toezigt en invordering lot eene hoeveeliieid van 50 pondan schaalkolen of twee mudden andere kolen of cokes; daarboven door den meter onder toezigt van ambtenarenbij de lossing binnen dc gemeente. Art. 5. Invoer van steenkolen en cokes onder vrijdom. Bij invoer eener lading steenkolen of cokesgeheel bestemd voor fabrie ken trafieken en andere inrigtingen van nijverheid, aan welke vrijdom der belasting is toegekendworden door de gaarders aan de kantoren van toezigt en invordering geene billetten afgegeven dan na verlooning eener door den belanghebbende onderteekende verklaringdat die steenkolen of cokes voor zijne inrigting bestemd zijn. Die verklaring moet tevens de hoeveelheid in ponden of mudden bevatten. Zij wordt, na door den gaarder voor gezien te zijn geteekend, teruggegeven en na de lossing aan bet algemeen kantoor van ontvangst overgelegd. Art. 6. Uitslag van steenkolen uit bergplaatsen van kooplieden aan fabriekentrafieken en andere inrigtingen van nijverheid vrij- dom van belastingen genietende. Bij uitslag van steenkolen of cokes uit bergplaatsen van kooplieden binnen de gemeente, aan fabrieken, trafieken en andere inrigtingen van nijverheid, welke vrijdom genieten, heeft geene teruggave der belasting plaats, ten zij de uitslag geschied zij met toestemming van den ontvanger, tegen overleg ging der verklaring in art. 5 vermeld en onder toezigt der ambtenaren. Art. 7. Uitslag van steenkolen of cokesonder vrijdom ingeslagen aan andere fabrieken trafieken en andere inrigtingen van nijverheidmede vrijdom genietende Uitslag van steenkolen of cokes uit fabrieken, trafieken en andere inrigtin gen van nijverheid, welke vrijdom genieten, aan andere fabrieken, aan welke gelijke gunst is toegekendmag niet geschieden dan met toestemming van den ontvanger, tegen overlegging der verklaring in art. 5 vermeld, en onder toezigt der ambtenaren van de plaatselijke belasting. Art. 8. Uitslag van steenkolen of cokes uit fabrieken trafieken en andere inrigtingen van nijverheidwelke vrijdom der plaatselij ke belasting genieten aan bijzondere personen. Uitslag van steenkolen of cokes uit fabriekentrafieken en andere inrig tingen van nijverheid, welke vrijdom der plaatselijke belasting genieten, aan bijzondere personen is verboden. Van deze bepaling is de gazfabriek wat de cökes betreft uitgezonderd. Art. 9. Uitslag van cokes uit de plaatselijke gazfabriek. De belasting op de cokes, door de plaatselijke gazfabriek te leveren, wordt door deze bij de aflevering ingevorderd en aan den ontvanger ver antwoord. Art. 10. Teruggave van betaalde plaatselijke belasting. Teruggave van betaalde plaatselijke belasting, bij uitslag van steenkolen of cokes uit de bergplaatsen der kooplieden binnen de gemeente aan fabrie ken, vrijdom van belasting genietende, geschiedt niet dan voor schaalkolen 1000 ponden, maatkolen of kolengruis, 15 mudden, en bij uitvoer naar builen de gemeente, voor schaalkolen 80 ponden, maatkolen of kolengruis, 1 mud, cokes, 1 mud. Art. 11. Hoe lang men op de bewijzen van wettigen inslag billetten krijgen kan. Om op de bewijzen van wettigen inslag billetten le kunnen verkrijgen, mogen zij niet ouder zijn dan zes maanden. VERORDENING op de invoering der belasting op de steenkolen en cokes welke op den dagwaarop de nieuwe plaatselijke be lasting in werking zal komenopgeslagen zullen zijn te Ley den. Art. 1. Van den bij de bandelaars en neringdoenden in steenkolen en cokes en schippers, die steenkolen of cokes vervoeren, op den dag, waarop

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1857 | | pagina 7