LEYDSCHE
COURANT.
1857.
N°. 23.
MAANDAG 23 FEBRUARIJ.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar
de afzonderlijke Nommers ivorden tegen 10
Centen afgegeven.
Bij deze Courant behoort Bijblad IV". 4L
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 21 Februarij.
Z. M. heeft benoemd tót Adjudant van Z. K. H. den Prins van Oranje,
Jhr. K. AY. de Koek, lstc Luitenant bij het regement grenadiers en jagers.
Dit besluit moet genomen zijn ten gevolge van den ziekte-toestand waarin
de Ordonnans-Officier Jhr. de Geer thans verkeertwelkemogt hij al her
stellen, hem toch een geruimen tijd verhinderen zal zijne betrekking waar
te nemen.
Het getal der in het AVerkhuis alhier opgenomenen, bedroeg gedurende
deze week dagelijks 238 lot 283 personen.
De Nederl. Handelmaatschappij zal bij inschrijving aanbestedende
levering van 200 stuks vlaggen, 4,200 N. el vlaggedoek en 11,000 stuks
dekens. De inschrijvings-hilletten moeten op 12 Maart, voor 12 ure, aan
het locaal der Maatschappij te Amsterdamingeleverd worden.
Omtrent het ontwerp van wet op de regterlijke organisatie, leest men
in het Weekhl. v. h. Regt van 11. Donderdag, in een stuk geteekend met
de bekende letters d. P., o. a.Hoe er in de politieke wereld over zal
gedacht worden, weten wij niet; maar zeker is het, dat het ontwerp in
de regtsgeleerde wereld bij zeer velen, en bij zeer vele geheel onpartijdi-
gen, grooten bijval vindt.
»AYij wenschen dat de Heer van der Brugghen daarvoor onpartijdige, en
vooral door geen politieken hartstogt verblinde reglers vinden zal. Wij
wenschen dat niet voor hemmaar voor het land."
Omtrent de Maleijers die dezer dagen hier te lande zijn aangebragt en
voor het Prov. Hof in Zuidholland wegens oproer en brandstichting zullen
te regt staanverneemt men nog dat die lieden zich aan boord uitertst
zachtmoedig, vreedzaam en zeer geschikt hebben gedragen, dat zij ten
hoogste gevoelig en dankbaar waren voor de menschlievende behandeling,
die onze zeelieden hun deden ondervinden. De mandour of hun opper
hoofd was door een pistoolkogelaan boord van het schip Twenthege
troffen, en droeg die kogel nog in zijn ligchaam. Ervaren zeelieden, met
de geaardheid der Javanen bekend, zijn niet vreemd van het denkbeeld,
dat welligt harde bejegening, hoon of mishandeling hen in dien staat van
woede hebben gebragt, die hen tot zulk een ontzettend vergrijp hebben
doen besluiten.
Het plan dat men te Gonda had gevormd, om in het tekort van de
sted. begrooting over 1857, ten bedrage van ruim ƒ14,000, door vrijwillige
bijdragen van de ingezetenen te voorzien, is niet gelukt. Er is slechts door
226 van de 1000 ingezetenen voor omtrent 6,000 ingeschreven.
De Philotechnische maatschappij te Parijs, wier doel is het verstrek
ken van kosteloos onderwijs aan ambachtslieden en jongelingen, die tot
werktuigkundigen wenschen te worden opgeleid, en welk onderwijs door
1500 personen wordt genoten, heeft onlangs twee eerste prijzen toegekend
aan onzen landgenoot Philip Holmgeb. te Zaandamwerktuigkundige.
Reeds vroeger zijn aan denzelfden verdienstelijken jongeling onderscheidin
gen van dien aard ten deel gevallen.
Met het schip Aximis van Hellevoetsluis naar Sl. George d'EImina
vertrokken, de Heer C. Schmidt, benoemd Adsistent-Resident ter kuste
van Guinea.
Te Haamstedein Zeelandis dezer dagen een arend geschotendie
eene vlugt had van 7| Rijnl. voeten.
Omtrent het schip Zalt-Bommel wordt uit de Kaapstad gemeld, dat
het lek is geworden, en dat men bezig was de lading te lossen. Omtrent
het lot der passagiers behoeft dus geene ongerustheid te bestaan.
- Het Nieuws- en Advertentieblad van Zeeuwse h- Vlaanderen meldt, dat
de Vlaamsche gemeentebesturen, naar het schijnt, hunne laalregten begin
nen te begrijpen, daar de Regering van Zelzaete een in het Fransch ge
schreven ambtelijk stuk heeft terug gezonden, opdat het in de moedertaal
opgesteld worde.
Het Verslag nopens den staat van het onderwijs 1855—56, (zie. ons
vorig nommer) vangt aan met onze Hoogeschool.
De Bibliotheek heeft vele aanwinsten gedaan, werd druk bezocht en gaf
aanleiding lot drukke briefwisseling met buitenlanders.
Het Academisch gasthuis verpleegde 180 volwassenen, 250 kinderen en
100 kraamvrouwen. Bovendien werden er 144 aan hare woningenonder
toezigt van den Hoogleeraar Simon Thomas, door 22 candidaten in de ge
neeskunde verlost.
Onder de wetenschappelijke verzamelingen blinkt inzonderheid uit 's Rijks
Museum van Natuurl. Historie, dat schier algemeen als het voornaamste in
Europa wordt beschouwden weder aanzienlijke aanwinsten bekwamter
wijl de nieuwe verdieping eene zeer gewensehte aanmerkelijke en goed ver
lichte ruimte heeft aangebragt.
liet getal der verdedigde dissertatiën was 52 waarvan 34 in de Nederl. taal.
Voor de behoefte van het onderwijs in de ontleed-, natuur- en scheikunde
en plaatsing der werktuigen voor den landbouw, wordt door de stichting
van een groot gebouwdat men binnen 2 jaren hoopt voltooid te ziengezorgd.
Te Utrecht werden 12 dissertatiën verdedigd, waarvan 4 in de Nederl. taal.
Van Groningen vindt men deswegens geen opgave.
Na de mededeelingen omtrent de Lalijnsche scholen en Gymnasiën, volgt
een berigt van het onderwijs bij het leger, waaraan ruim 3000 Onder
officieren Korporaals en soldalen deelnamen. Bij het instructie-bataillon
werden aangenomen 465 jongelingen, en de wetenschappelijke cursus bij de
corpsen werd mede geregeld voortgezet.
Omtrent de Kon. Acad. voor zee- en landmagt te Breda, wordt o. a. ge
meld dat 55 Adelborsten voor de zeedienst aan boord der instructie brik de
Zeehond 6 weken lang in de Noordzee hebben gekruisden daarbij verschei
den eilanden benoorden Schotland en Schotland zelf hebben bezocht. Verder
wordt zoo van deze instelling als van die te Willemsoorduitvoerig verslag
gegeven.
Daarna volgt eene kortere vermelding van den staat der Kon. Acad. te
Delft, en 's Rijks Kweekschool voor militaire geneeskundigen te Utrecht.
Hierop volgt het verslag der Klinische scholen te Rotterdam, Amster
dam, Haarlem, Hoorn, Alkmaar en Middelburg; van 's Rijks Veeartsenij
school te Utrecht, de Landhuishoudkundige school te Groningen, deinrigting
voor Onderwijs Koophandel en Nijverheid te Amsterdamomtrent wel
ker instandhouding zulke zwarigheden bestonden, dat het blijvend bestaan
er van onzeker was.
De school voor de Zeevaart te Amsterdam telde Sept. 1855 82 kwee-
kelingen, die op Ameland 31, te Harlingen 86 en te Groningen 61.
Het geslicht voor doofstommen te Groningen telde 1 Jan 1855 147 kwee-
kelingen; dat te Herlaar in Noordbrabant 86; dat voor blinde kinderen tc
Amsterdam 60, en dat voor volwassene blinden aldaar 34 personen.
Omtrent het lager onderwijs vindt men vermeld, dat er in 1855 waren
3405 lagere scholen, waaronder 2479 openbare, 260 bijzondere der eerste
en 666 der tweede klasse, waaronder ook de kostscholen begrepen zijn.
De scholen van bijzonderen aard en strekking bestonden, voor zooverre
de opgaven reiken, uit 714 bewaar-, kleine kinder- of maitressenscholen
150 herhalingscholen111 Zondagscholen, 66 werkscholen, 127 volkszang
scholen en 22 gymnastiescholen.
Van de 35 kostscholen waren 21 voor jongens en 14 voor meisjes, van
de 295 dag- en kostscholen 170 voor jongens, 114 voor meisjes, en 11, in
de provincie Zuidholland, voor jongens en meisjes. De meeste kostscholen
zijn tevens dag- en kostscholen, terwijl in onderscheidene aan kinderen
van beide geslachten onderwijs gegeven wordt.
Het getal leerlingen bedroeg op alle lagere scholen op 15 Jan. 387,565,
waaronder 216,752 jongens en 170,813 meisjes; op 15 Julij 323,058, of
of 173,616 jongens en 149,442 meisjes.
Hieronder zijn begrepen de leerlingen welke de dag- en avondscholen te
vens en die welke enkel de avondscholen bezoeken. Het getal der eersten
bedroeg op 15 Jan. 23,929, waaronder 17,363 jongens en 6566 meisjes, op
15 Julij 16,081, waaronder 11,390 jongens en 4691 meisjes; dat der Iaatsten
op 15 Jan. 22,371, waaronder 15,421 jongens en 6950 meisjes; op 15 Julij
9664, waaronder 5364 jongens en 4300 meisjes.
Van de 387,565 leerlingen, die op 15 Jan. de lagere scholen bezochten,
genoten 143,793 kosteloos onderwijs.
De toestand van het schoolwezen onderging ook dit jaar in het algemeen
weinig verandering. In afwachting der wettelijke regeling van het onder
wijs werd alles nagenoeg op denzelfden voet gelaten. Hoewel het weg
blijven dier regeling eenen nadeeligen invloed bleef uitoefenen, daar vele
gemeentebesturen het nemen van maatregelen in zaken, die nu reeds voor
ziening zouden vorderenvan het tot stand komen der nieuwe wet af
hankelijk maaktenof dit als voorwendsel bezigdenmag nogtans met lof
worden gewaagd van enkele besturen, die, alleen lettende op den legen-
woordigen toestand, met grooten ijver de belangen van het openbaar on
derwijs in hunne gemeente hebben behartigd en alles gedaan wat in hun
vermogen was om dat onderwijs te verbeterenuit te breiden en te doen
bloeijen. Ook vele onderwijzers zijn voortgegaan, niettegenstaande hun toe
stand steeds ongunstiger werd, met onverllaanwden moed hunne gewiglige
taak te volbrengen. Aan hunne zorg en inspanning is het dan ook hoofd
zakelijk te danken, dat het onderwijs in het algemeen rijker vruchten heeft
gedragen dan in de gegeven omstandigheden had mogen worden verwacht
en zelfs op onderscheidene plaatsen merkbaren vooruitgang heeft ondergaan.