De Regering zal eene reddingboot ten geschenke geven aan de Repu
bliek Chilials erkenning van de gewigtige diensten door Chilische zeelieden
aan Britsche varensgezellen bewezen. De boot is reeds gereed en trekt van
wege den schoonen bouw en doelmatigheid ieders aandacht.
Het regtsgeding wegens den diefstal van goudin het vorige jaar op
den spoorweg tusschen Londen en Folkestone gepleegd, is geëindigd. Een
der schuldigen is tot 10 jaren tuchthuisstraf, 1 lot levenslange en 2 anderen
tot 14 jaren verbanning veroordeeld.
De Secretaris van den grooten Noordelijken spoorweg, Redpach, is mede
tot levenslange verbanning veroordeeld,
In eene vergadering van de maatschappij ter wering van den sluikhan
del in opium, onlangs gehouden, is door den Voorzitter ceil overzigt van
dien handel gegevenwaaruit bleek dat er nog jaarlijks 78,000 kistenter
waarde van 7 mill. in China worden ingevoerd.
De lading van het stoomschip Tyne is zoo veel mogelijk aan wal ge-
bragt, waaronder ook 2 leeuwen, bestemd voor de Koniukl. diergaarde.
Zoodra het schip geheel ledig is zal men trachten bet met vereenigde kracht
van verscheiden sloombooten in vlot water te brengen.
De schroefstoomboot Britonvan Londen naar Sevilla bestemdis bij
kaap üshant vergaan. De bemanning is gered.
Onder meer andere tijdingen door de Baltic uit New-York te Liver
pool aangebragt, was ook hel berigt dat de Senaat te Washington ecu
voorstel heeft aangenomen, strekkende dat langs diplotnalieken weg bij de
Nederlandsche Regering opheldering zal worden gevraagd, betreffende de
weigering van den Nederlandschen Minister-Resident bij de Vereenigde Sta
ten van Noord-Amerika, om getuigenis af te leggen voor het criminele Hof
ie. de zaak van Herbert, die te Washington door een pistoolschot een op
passer vermoorde. Bedoelde Minister-Resident (de Heer Mr. II. C. Dubois)
is sedert naar Kopenhagen overgeplaatst.
Te Halifax heeft op 1 dezer eene brand gewoed, waardoor 20 ge
bouwen onder welke eene kerk geheel en 13 andere gedeeltelijk verwoest
zijn. Verscheidene menschen zijn bij die gelegenheid gekwetst geraakt, en
de schade wordt op 100,000 dollars geschat.
Deberigten uit China vermelden uitvoeriger het deel, dat de Amerikanen
aan de gebeurtenissen te Canton hebben genomen. Van de Chincsche for
ten was op een Amerikaanseh vaartuig herhaaldelijk geschoten, in weerwil
dat de Amerikaansehe vlag was geheschen. De Amerikaanscbe Bevelhebber
had daarop de forten beschoten, en het geschut der Chinezen lot zwijgen
gebragt, maar alvorens de forten door storm in te nemen, eene behoorlijke
voldoening van de Overheden gevraagd. Die voldoening schijnt niet verleend
te zijnwant bij de Times is berigt ontvangen dat de forten ingenomen en
verbrand, en de stukken, ten getale van 165, onbruikbaar zijn gemaakt.
Drie uren waren daartoe voldoende, en het verlies was onbeduidend. Thans
dacht men dat de Amerikanen den uitslag der handelingen van den Admi
raal Seymour zouden afwachten; de Fransehe Vlootvoogd had van zijn kant
zijne schepen terug getrokken, en was naar men verzekerde in het bezit
van de forten Leptataan een der armen der rivier gelegenwaar hij zich
voorstelde zich staande te houden, tot de beslechting van eenige hangende
quacslien. De Vlootvoogd hield zich bezig de buitenlandsche factorijen te
versterken.
TJit eene proclamatie van den Gouv.-Generaal van de beide provinciën
Kwang, Yeh, blijkt dat de Chinezen niet zullen toegeven; want hij zegt
daarin van den Keizer bevel te hebben ontvangenom vol te houdenman
moedig te strijden en den oorlog op kosten van 's Rijks schatkist voort te
zettenom de rivier en de zee voor het verkeer te sluiten en ze schoon
te vegen.
Er was sprake van het aanleggen van een bedekten weg van de Engel-
sche factorij tot aan het zuidwestelijke gedeelte der stad. De Franschcn
en Amerikanen, die zich van Canton hadden teruggetrokken, waren door
eene voldoende strijdmagt der Engelschcn vervangen.
Men wil dat aan Admiraal Seymour last is gegeven de vijandelijkheden
te schorsen tot nader order, die hem zal worden gezonden na de opening
van het Parlement. De Regering zou aan liet Parlement aanvrage doen om
een buitengewoon crediet, ter versterking van de land- en zeemagt in die
streken.
FRANKRIJK.
PARIJS18 Januarij.
De Moniteur verklaart voor onwaarheid het beweren dat de Regering
eene verhooging van de civiele lijst des Keizers heeft voorgesteld.
lieden avond zal de Perzische Gezant alhier aankomenen in het
hotel van den lieer de Lesseps in de Champs Elysées zijn intrek nemen.
De Regering heeft het weder noodig geacht een oorlogsschip af te
zendenten einde eenen krnistogt langs de Napelsehe havens te doen. Het
fregat de Isly is daartoe van Toulon in zee gegaan.
De dagbladen Presse en Estafette zijn voor de reglbank gedaagd,
wegens bet mededeelen van een brief, welken men op eene logenachtige
wijze had beweerd, afkomstig te zijn van hel Keizerlijk Secretariaat.
Het berigt van de benoeming van den Heer de Salinis, tot Aartsbis
schop van Parijs is voorbarig geweest. Die benoeming is nog niet ge
schied en voortdurend moeten er onderhandelingen worden gevoerd met
den lieer Morlot, Bisschop van Tours, die zich thans te Rome bevindt. Op
dezen Prelaat is de keuze des Keizers gevallen, en dit is over 'talgemeen
met genoegen vernomen, want de Heer de Salinis staat als onverdraagzaam
bekend, en zijne benoeming zou de partij van Vllnivers op het kussen
brengen. Men gelooft dat de Heer Morlot, op aandrang van den Paus, zich
de benoeming zal laten welgevallen.
De algemeene aandacht is gisteren geheel bezig gehouden met het
regtsgeding van Verger, dat voor het llof van Assises van de Seine werd
behandeld. Ilij had nog eenigen lijd uitstel verlangdvoorgevende dat zjjnc
verdediging nog niet gereed was; maar dit was hem geweigerd. Reeds
vroeg in den morgen had zich eene aanzienlijke volksmenigte voor het Pa
leis van Justitie verzameld, die slechts met moeite door de policie werd
tegengehouden, daar voor het binnentreden des gebouws toegangkaarten
waren afgegeven. Vele aanzienlijke personen waren ter bijwoning opgeko
men, o. a. de Turksche Gezant met gevolg; Prins Murat en verscheidene
Dames, maar, en dit is opmerkelijk, weinig Geestelijken.
Ten half elf ure trad Verger in de zaal, voorafgegaan door 2 gendarmes.
Hij is klein van gestalte en zijn bleek en mager voorkomen drukt eene
groote kalmte maar levens veel gevatheid uit. Op de bank der beschuldig
den gezeten, begon hij terstond zijne verdedigings-stukken in orde te
brengen.
Op de tafel werden de stukken ter overtuiging dienende, in een servet
gewikkeld, nedergelegd. Men zag de doorboorde priesterlijke klceding van
den Aartsbisschop, en het mes waarmede de moord geschied was, nog ge
heel met bloed bevlekt. Al deze voorwerpen, treurige en onloochenbare
bewijzen, deden het gevoel der omstanders pijnlijk aan.
Nadat het Hof zitting had genomen, verklaart de beschuldigde, dat zijn
naam is Arerger, 30 jaren oud en van Neuilly sur Seine geboortig te zijn.
Hij begon terstond te eischen dat een 60-tal getuigen a décharge, die hij
zeide aangewezen te hebben, werden opgeroepen, en waarvan de Proc.
Gen. er slechts één had toegelaten. Hij sprak veel van zedelijke dwang
hem aangedaan, en dat alles in zulke hevige bewoordingen, dat de Voor
zitter hem herhaaldelijk tot bedaardheid moest aanmanen.
Nadat het Hof beslist had, dat de oproeping van de door den beschuldigde
verlangde getuigen niet zou plaats hebben, nam het getuigenverhoor een
aanvang. Bijna iedere getuige werd door den beschuldigde gesmaad. Zijne
woorden grensden aan die eens waanzinnigen en zijne woede was dikwijls
niet te bedaren. Eenmaal moest de Aroorziiier zelfs de zitting opheffen en
hem doen verwijderen, als wanneer hij het volk tot zijne verdediging op
riep, dat hem slechts antwoordde met de woorden: moordenaarellen
deling." De verklaringen van de getuigen strekten slechts tot bevestiging
van de reeds bekende daadzakenen om aan te toonen tot welk eene
diepte de beschuldigde gevallen was.
Onder de getuigen was ook de Heer Montandon, Protestantsch lecraar,
die het volgende verklaardeVoor een jaar ontving ik een bezoek van den
beschuldigde als leek gekleed. Hij wilde Protestant en Protantseh leeraar
worden. Hij zeide mij dat bij zich zeer te beklagen had over zijne over
lieden. Ik bragt hem onder het oogdat dit geen reden was om van gods
dienst te veranderen. Hij verliet mij, en ik meende te mogen opmerken,
dat hij niet geheel gezond van geest was. Ilij kwam inlichtingen vragen.
Ja, inlichtingen, riep Verger uit, en toen ik zag dat bij de Protestanten
dezelfde moeijelijkheden bestonden als bij de Katholieken, zag ik van mijn
voornemen af. Protestanten en Katholieken beide verkeeren in dwaling.
Na afloop van het getuigenverhoor kon de Proc.-Gen.van wege de he
vige uitvallen van Verger, slechts met moeite aan het woord komen. Ilij
zeide o. a.Iedereen verlangt dat dit tooneel van rouw en schande een
einde neme. Ik zal slechts weinig spreken. Zullen wij moeten bewijzen
dat hij niet krankzinnig is. Hij heeft dit zelf gezegd. Hij is een monster
door de hel uitgebraakt, wiens leven slechts eene leerschool voor de on
deugd is geweest. De Jury zal beslissen of bij met voorbedachten rade
heeft gehandeld. Verger heeft in de persoon van den Aartsbisschop de kerk
en de maatschappij willen treffen. Zijne misdaad is niet die legen een per
soon, maar tegen het algemeen. Zijne straf kan nooit aan de misdaad
geëvenredigd zijn. Dat hij het schavot beklimme, waardoor bij berucht
heid heeft willen verkrijgen, en als bij dan nog een beroep op het volk
doet, zal hij gelijk zoo even slechts ten antwoord ontvangen «moordenaar."
De Heer Nogent S'. Laureus droeg de verdediging van den beschuldigde
voor. Ilij noemde zulks eene treurige pligt. Hij trachtte te betoogen dat
de beschuldigde in geheel deze zaak en ook in liet verhoor blijken had ge
geven van volslagen krankzinnigheid.
De zaak werd vervolgens door den Voorzitter aan de Jury opgedragen,
die na eene beraadslaging van 25 minuten op het vraagstuk van boos opzet
en voorbedachten rade hel ja uitsprak.
Het Hof heeft daarna Verger op het requisitoir van den Proc.-Gen. ver
oordeeld lol de straf des doods en hem 3 dagen toegestaan om zich in
cassatie te voorzien.
Het geheele regtsgeding vervulde het publiek met afgrijzen. Het was als
of men een redeloos dier met spraakvermogen begaafd, op de bank der be
schuldigden zag zitten.
Hel doodvonnis is aan Verger in de gevangenis bekend gemaakt door
de Griffiers van het Hof. Zij vonden hem schijnbaar kalm en hij zeide in
staat te zijn hen aan te hooren. Na de lezing van bet vonnis werd hij
wederom heftig en hij voegde de Griffiers toe: «Gaat nu heen, mijne
Heercn! oefent gcregtigbeid. Ook gij zult veroordeld worden, ga weg, ik
jaag ulieden met verachting weg." Na het vertrek van de genoemde Heeren
deed men Verger als naar gewoonte hel dwangbuis aan, dat hij toeliet
zonder toorn te doen blijkenalleen zeggendeik weet dat ik nu mij zei
ven niet meer toebehoor. Ilij bragt den nacht gerust door en verklaarde
den volgenden morgen aan den opzigter der gevangenis dat hij zich in cas
satie wilde voorzien. De opzigter herinnerde hem dat het Zondag was,
maar dat hij Maandag morgen vroeg den Griffier zou laten roepen. Dan
heb ik een ander verzoek aan u, zeide Verger, ik wil mij tot den Keizer
om genade wenden, maar ik kan door het buis dat men mij heeft aange
trokken, niet schrijven. De opzigter gaf hem te kennen dat hij zijn adres
aan den Keizer kon opgeven en dat men hem dan in staat zoude stellen
om het te teekenen. Ook vroeg hem de opzigter of hij wilde toestaan dat
de Aalmoezenier van de gevangenis hem bezocht, daar die verlangde hem
te zien. Met veel genoegen was het antwoord, en de Abt Noltelet daarop