geen zijn met de Kroon en niet alleen met de vertegenwoordiging. Wat verder het Ministerie betreft, en de vergelijking met het vorige, kan Z. Exc. zeggen dat liet Ministerie homogeen (eenstemmig) is. Ten opzigte van het tweede deel der rede van den Heer Thorbecke, komt alles neder op het politiek kenmerk van het Ministerie. Ilet is voorzeker niet genoegals het Ministerie zegt, de Grondwet te zullen handhaven; Z. Exc. geeft toe, dat het aankomt op de daden. Hij weet, dat al zijne ambtgenooten bekwame mannen zijn en wat hem zelf ontbreekt, moet hij opmerken, dat, als men bekwaam wil wezen, men dit, onder hoogeren zegen, zijn kan. Be Minister keert nu terug tol de rigting van het Ministerie. Hij staat eerst stil bij de familietrek tusschen de rigting van den Heer Groen van Prinslerer en die van den Heer Thorbecke, welke, hoe hemelsbreed ook verschillendebeide eenigermale idealistisch en daarom beide niet nationaal zijn. Gelijk de anti-revolulionnaire rigting idealiseert, door eene eenzijdige beschouwing van den rnensch tot het Opperwezenals een religieus wezen en den Staal wil idenlifiëren met het leerbegrip van de religieuse afhanke- kclijkheid en realiseren het ideaal van Christclijken Staat; evenzoo ideali seert de tegenovergestelde rigiing, door den mensch alleen als maatschap pelijk persoon te beschouwen; zij vormt zich een' Slaat, die den geheelen mensch absorbeert en alles laat afhangen van den Staat. Zij omhelst het denkbeeld: van een alvermogenden Staat, die zich voorstelt de menschen te hervormen. Van daar hel streven om alle volks-individualismus uit te wisschenalle idealismus van oorsprong en geschiedenis. Z. Exc. vindt overeenstemming tusschen die rigting met de school van Jean Jacques Rous seau, uit wiens werken hij eenige zinsneden aanhaalt, die zijn beloog moe ten versterken. Die rigting leidt lot het Staats-despolismus en die van het zwaard, omdat, waar ze niet meer kan ontmenschen, ze moet onthoofden. Bie rigting is eene fictie, die noch verzoenend, noch nationaal kan zijn, omdat ons volk zeer aan individualiteit hecht in alle phases zijner ontwik keling. liet is verre van hem, dat hij meent, dat deze leer zich altijd in hare uiterste consequentien vertoontmaar de kiem ligt er in en die brengt altijd de uiterlijke verschijnselen mede, zoo als, bijv., het gezegde, dat het Nederlandsche volk dagteekent van 1848, alsof het daaraan zijn ont staan te danken had. Tegenover die rigting staat de politiek der Regering, die strekt tot waardeering en erkenning van den acluelen toestandom daarnaar wetgeving en staatkunde in te rigten, doch niet om nieuwe toe standen te scheppen. De politiek der Regering staat tusschen de beide uitersten, die politiek kan verzoenend wezen en ze mag niet exelusief zijn, omdat zij al het goede uit de andere rigtingen kan op- en overnemen. Die politiek is ook nationaal omdat zij eenzijdigheid builen sluit. Wil men een naam voor die politiek, welnu zij is het ware, gezonde liberalisme, tegen over het eenzijdig, ongezond, valsch liberalisme der rigting die hij zoo even omschreven heeft. Beide sprekers hebben nog weder geantwoord. De Heer Groen zal nooit zijne beginselen aan de vriendschap prijs geven. De Heer Thorbecke merkt op, dat de Minister op eene wijze, zoo als nog nooit geschied is, de anti-revolutionnaire partij heeft verklaard niet na tionaal. Ook de andere rigting, de liberale, is niet nationaal verklaard; alleen de rigting van den Minister zou nationaal zijn. Spreker behoeft niet te zeggen, dat dit geheel afhangt van het begrip, dat men zich van natio nale rigting vormt. Hij zal hierover echter niet meer twisten. Wat van dit Ministerie goeds komt, zal hij dankbaar aannemen. De pligt toch der Vertegenwoordiging brengt medete ondersteunen wat in het algemeen belang, in het belang van het Vaderland, wordt gedaan. Na de sluiting der algemecne beraadslagingen zijn ten slotte Hoofdstuk I. [Huis des Konivgs en Hoofdstuk II Ilooge collegien van Staat en Kabi net des Konings) met algemeene stemmen aangenomen. Zitting van Woensdag 26 November. In deze zitting zijn de beraadslagingen over de begrootingswetten voortgezet. Hoofdstuk lil {Dep. van Duiten!. Zaken) is het eerst in behandeling genomen. Aan de algemeene overweging omtrent dit Hoofdstuk namen deel de Heeren: van Hoëvell, van Heiden Reinestein, van Nispen van Sever.aer, Zjlker, Luyben, RochussenWintgens, Vegilin van Claerbergen, Storm, van der Linden, Dirks, GodefroiBaud, Dommer van Poldcrsveldt, Sloet tot Oldhuis, van Ztiylen van Nyevelt, van Eek, Schimmelpenninck van der Oije en de Ministers van Builenlandsche Zaken en van Marine. Over de onderscheidene deelcn van het Hoofdstuk heeft niemand het woord gevoerd. Het Hoofdstuk werd met 53 legen 11 stemmen aangenomen. Tegen het Hoofdstuk hebben gestemd de Heeren: Storm, Weslerhoff, Mecussen, Dullert, van der Linden, de Lom de Berg, Hengst, van Eek, van Bosse, van Hoëvell en Jespers. Daarna zijn de algemeene beraadslagingen over Hoofdstuk IV [Dep. van Justitie) aangevangen waarbij het woord voerde de Heer Wintgens. Daarna is bepaald dat de verdere behandeling op morgen voortgezet zal worden. De Commissie van Rapporteurs voor het wets-onlwerp verklarende het algemeen nut van den aanleg van een kunstweg van de Lemmer naar Sneek heeft daaromtrent haar eindverslag uilgebragt. De dag der behandeling van het wets-onlwerp zal nader bepaald worden. De Commissie tot onderzoek der Staatsrekening van 1853 heeft daarom trent rapport gedaanover de conclusie zal nader beslist worden. Zitting van Donderdag 27 November. De beraadslagingen over Hoofdstuk IV {Justitie) worden voortgezet. De IIII. Thorbecke, de Branw, Godefroi, Hengst, v. Akerlaken, Sloet lot Old huis, Dullert en v. Eek treden als sprekers op. Bij sommigen merkt de Voorzitter op, dat zij terug treden tot algemeene beschouwingen. Daarna voert de Minister het woord, die hij de afzending van dit berigt nog niet liceft uitgesproken. BUITENLANDSCIIE BEIUGTEN. IS Eli «IE. BRUSSEL26 November. In de Kamer worden de beraadslagingen over het antwoord op de troon rede, bijzonderlijk over de van hel onderwijs, met hevigheid voortgezet. De Heer Tesch heeft met het oog op de geschiedenis, uiteengezet, dat onver draagzaamheid wel degelijk in de bedoelingen der clericalen is gelegendat de Katholieke onverdraagzaamheid onder Philips II het liberale beginsel tot op den brandstapel heeft vervolgden onder Joseph II zelfs tot moord hare loevlugt heeft genomen; bij gebrek aan beter maakte de onverdraagzaam heid, volgens dien spreker, thans gebruik van laster. Ook de Heer de Brouckere heeft met veel talent de vrijheid van onderwijs verdedigd. Hij zeide o. a. dat de redactie van de paragraaf over het onderwijs een raadsel wasder Sibylla van het orakel van Delphi Waardigen dat zoo de Heer Montesquieu Hoogleeraar was aan een onzer hoogescholen hij volgens de ministeriële theorie zijn Esprit des lois niet had kunnen uitgeven. De kweekelingen van de Kon. Acad, van Sehoone Kunsten hebben uit hun midden eene commissie benoemd, om gelden in te zamelen voor de op- rigting van het gedenkteeken van den Nederl. dichter Tollens. ENCIELANO. LONDEN, 25 November. Er is sprake van de benoeming van 4 Veldmaarschalken, de Hertog van Cambridge, Lord Seaton, Lord Gough en Graaf Calheart. Eerstge noemde zou er 3000 bij winnen, maar de overigen, niet in werkelijke dienst zijnde, zullen slechts de bezoldiging van Kolonel ontvangen. Men is hier niet zeer ingenomen met de benoeming van den Sultan tot Ridder der Orde van den Kousebandeene Orde die hij niet kan aan nemen, dan na zich onder cede te hebben verbonden, zijn goed en bloed voor het Christelijk geloof te zullen opofferen. De Ridders verbinden zich ook dieven en roovers te zullen uitroeijen. Men merkt aandat zoo de Sultan hieraan wil voldoenhij vooreerst in zijn land handen vol werks zal hebben. Berigten uil de Vereenigde Staten vermelden drie zware brandeneen te Syracuse en twee te New-York. Door de eerste zijn een 100-tal huizen vernield, waaronder het hötel Grant, het postkantoor, het telegraafbureau, de Bank van Salina en verschillende magazijnen. Men berekent het verlies op bij 2i niiil. gulden. Te New-York is eene fabriek van appelwijn en azijn afgebrand, waarbij 20,000 manden appelen en meer andere voorraad is ver nield. Dit verlies wordt op 75,000 geschat. Dit onheil is echter nog over troffen door een brand in YVarren-Street, mede in genoemde stad, die na twee groole gebouwen van een handelaar in droogerijen en een mode magazijn te hebben vernield, achterwaarts in de Murray-Street is doorge drongen en ook daar twee rijke magazijnen heeft verslonden. Dit verlies kan men op meer dan 2 millioen gulden schatten. Bij al deze branden zijn gelukkig geen menschen omgekomen. De Heer Silvester Lind, te Chicago (aan de zuidwestkust van het meer Michigan in den staat Illinois) heeft in October aan de Protestantsche Universiteit, die te Forest-Lake gesticht wordt, 100,000 dollars (ƒ250,000) tot vollooijing dier onderneming geschonken. 20,000 dollars moeten blijven slaan tot bijdrage voor de bezoldigingen der Hoogleeraren en 60,000 voor studenten-beurzen. De gever is een Schot, hoogsleenvoudig in zijne levens wijze die in 1837 te Chicago aankwam met twee sovcreings (ƒ24.Door vlijt en reglschapenheid heeft hij zich een aanzienlijk fortuin verworven, waarvan men ziet dat hij een goed gebruik weel te maken. FRANKRIJK. PARIJS, 25 November. De Schout bij-Nacht Behrcns, Bevelhebber van hel Russische eskader, hetwelk te Cherbourg binnengeloopen is, heeft van wege den Keizer eene zeer vriendelijke uilnoodiging ontvangen om het Hof te bezoeken. Ter eere van de Russische Officieren is door de Fransche Officieren op het stadhuis te Cherbourg een bal gegeven. Graaf de Morny wordt tegen 20 December uil Petersburg terug ver wacht. Nopens het handelstractaat dat de Graaf te Petersburg zoude slui ten, verneemt men thans dat er slechts sprake is van de herstelling der grondslagen van een verdrag, hetwelk een tiental jaren geleden gesloten, maar door den oorlog is te niet gedaan. Vorst Voessanpoff, Attaché bij het Russische Gezantschap is alhier aangekomen. Hij is een der rijkste personen van den Russischen slaat. Zijn groot vermogen stelt hem in staat de grootste weelde ten toon tc spreidenen daarom heeft Keizer Alexander hem lot Attaché alhier be noemd. Vorst Voessanpoff had aan zijnen zaakgelastigde 300,000 fr. ge zonden alleen om voorloopig de kosten van inrigting van een gedeelte zijns hotels te bestrijden. Gedurende het wintersaizoen zal hij schitterende fees ten geven. Mehemed Alibroeder van den Onderkoning van Egypteis alhier aangekomen. In de zaak van den zoon des Heeren Berryer moeten belangrijke ont dekkingen zijn gedaan. Hij is geheel builen toegang gesteld. Thans is voor de Regtbank behandeld de bekende zaak van l'Univers tegen den uilgever van l'Univers jugé par lui même. De Abt Cognat, ge wezen bestuurder van I'Ami de la Religion, heeft zich als de schrijver aangemeld. Daarop is de behandeling uitgesteld tot 16 December aanst. Men wildat een wels-voorstel zal worden ingediendstrekkende om de bezoldigingen der reglerlijke ambtenaren te verhoogen. Het nieuwe Cafe' Parisien is thans geopend. Op den eersten avond werd het bezocht door 30,000 personenterwijl nog een gelijk getal niet kon worden toegelaten. 200 Stads-Sergeanten enz. waren noodig om de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1856 | | pagina 2