LEYDSCHE MAANDAG 6 OCTOBER. r\ J NT. 18 36. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdug Avond. .v. «o. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven Bij «leze Courant behoort Bijblad Sf«. 33. BINNENLANDSCIIE BERIGTEN. LEYDEN, 4 October. Door liet Prov. Gereglshof in Zuidholland is Mr. II. P. J. Tollens, Reg- tcr in dc Arr.-Reglbank alhier, wederom voor 2 jaren belast met de in structie der strafzaken bij die Regtbank voorkomende. Door de leerlingen der Yolkszangschoolvan wege het Leydsche De partement der Maatschappij tol Nul van 'l Algemeen opgerigt, zullen op Woensdag avond den 22ste° dezer, in het kerkgebouw der Doopsgezinden, ecnige zangstukken worden uitgevoerd, waarbij de Wel-Eerw. Heer Maroniet* als spreker zal optreden. Men verneemt dat de Prins van Oranje, gedurende zijn verblijf te Stuttgart, door den Koning van Wurlemburg is benoemd tot Grootkruis van de Orde van de Wurtemburgsche Kroon. Het getal der in hel Werkhuis alhier opgenomenenbedroeg gedurende deze week dagelijks 76 lot 87 personen. De bezoldiging van de Commiesen der 3<le en 4Je kl.is bij de meer dere duurte van de meest noodzakelijke levensbehoeften en den hoogen prijs der woningen, sedert lang als ontoereikend erkend geworden, zoodat de Regering de tractementen dier beambten van ƒ360 en ƒ300 'sjaars, tot ƒ420 en ƒ360 beeft verhoogd. Op 30 September is het stoomwerktuig de Lyndenna een gernimen tijd, ter zake van belangrijke herstellingen, te hebben stilgestaan, in 't bij zijn van de Mcer-coinmissie weder in werking gebragt. Het stoomwerktuig de Cruquius, 'l welk geheel alleen, gedurende de laatste maanden in het di'ooghouden van den polder heeft moeten voorzien, heeft op nieuw bewij zen geleverd van groole deugdelijkheid. Het stoomwerktuig de Leeghwater komt ook binnen weinige dagen in werking; weshalve de ingelanden van den polder den naderenden winter met vertrouwen mogen te gemoet zien. (II C De Herv. gemeente te Wassenaar heeft van den Hoog Wel-Geb. Heer Baron van Ileeckeren van Wassenaar ten geschenke ontvangen een zilveren schenkkan en twee dito schotels, ten gebruike bij de Avondmaal-bediening. Thans zijn de Hoofdstukken X, XI en XII van de Staatsbegrooting voor 1857 aan de leden van dc Staten Generaal rondgedeeld. De gehecle begrooting is voorgedragen als volgt: Hoofdstuk I, Huis des Konings ƒ800.000; II, de llooge Collegien van Staal en het Kabinet des Konings ƒ554,564; III, Builenl. Zaken ƒ493,013; IV, Justitie 2,648,388.60; X. Binnenl. Zaken 5,778,334 02 VI, Herv. Eerediensl enz. 1,719,114 31 j VII, R.-K. Eeredienst 615.911.63jVIII, Marine ƒ7,311,834 30; 1X.-4. Nat. Schuld ƒ34.590,583.12; 1X4/. Dep. van Financiën 6,400,668.75; X, Oorlog 11,610,000; XI, Koloniën 124,026.50; XII, onvoorziene uit gaven ƒ100,000. Totaal ƒ72,740,433.29. Bij de mede ingeleverde Wel op de Middelen, worden 's Rijks inkomsten in 1857 geraamd op ƒ72,784,421.23). De Koloniale bijdragen worden ge raamd op 16 millioen gulden. Uit de toelichting blijkt dat het ambtenaars- personeel bij hel Dep. van Koloniën uitbreiding vordert. Volgens de Arnh. C. is een voormalig Hoofd-Oflicier van het Indisch leger, naar Engeland gezonden, om aldaar uil het vreemden-legioen man schappen voor het leger in Nederlandsch Indië aan te werven. Directeuren van de te Rotterdam gevestigde Zuidhollandsche maatschappij tot redding van schipbreukelingen hebben besloten te doen uitreikendc zil veren medaille aan Kapitein 1). Sihuldt, voerei de het Hamburger schooner- sehip Elizabethvoor het redden der bemanning van de Nederlandsche brik Zwaluw en eene geldelijke belooning aan de manschappen der loodsboot n". 10, voor hel op 4 September opnemen der bemanning van het Engelsche brikschip Charity Te Amsterdam is tot lid der Prov. Stalen van Noordbolland verkozen de Heer S. J. Graaf van Limburg Stirum. In de beenzwart-fabriek van de Wed. P. Smits, te Utrecht, had de zer dagen een droevig ongeluk plaats. De opzigter J. Scholtcling slond met den rug tegen een paar tandraden der machine. Hij sloeg daarop geen acht, en trad zoover achteruit, dal de slip van zijn jas door de raden werd medegenomen en hij alzoo in een oogwenk werd medegesleeptmet het noodlottig gevolg dat zijn reglerbeen en zijne regterhand geheel ver brijzeld werden. Beide werden spoedig afgezet, doch hij is een paar dagen daarna aan de gevolgen overledeneene treurende weduwe en een zoontje achterlatende. Ten gevolge van het onlangs op den Rijnspoorweg lusschen Utrecht en Arnhem gebeurde ongeluk, is de machinist der locomotief ontslagen en de brugwachter in zijne betrekking geschorst. De Prov, Drentsche Cour. deelt het volgende mede: Bij een verhoor, dezer dagen door den Regler-Commissaris bij de Arr.-Regtbank te Assen, afgenomen aan een' bedelaars kolonist, is gebleken, dat deze eerst als meid bij onderscheidene familiën te Utrecht gediend heeft, maar later, op zeke ren leeftijd, toen de baard voor den dag kwam, de vrouwenkleederen legen manskleedcrcn heeft verwisseld en als knecht is gaan dienen. Nabij Zierikzee is een aardappelplant gerooid, die 125 stuks heeft opgeleverdwaaronder verscheidene van buitengewone grootte. De N. R. C. deelt een verhaal mede van een schipbreukeling van het Amerikaansche schip de Ocean Home, onlangs op de hoogte van kaap Le- zard vergaan, dal wij hier met eenige verkorting mededeelen. Den Ist™ September jl. ligtte dit schip te Ilellevoetsluis het anker. Er waren 105 personen op ingescheept, waaronder 84 landverhuizers. De wind was bij hel uitzeilen gunstig. Ik begaf mij in den avond van den 4,lcn Sept. ten 10 ure ter ruste, de lucht was helder, de wind woei hard. Mijne slaapplaats was in hel midden van hel schip. Er hadden zich daarin reeds 83 personen in naauwe, twee aan twee boven elkander geplaatste kooijen, waarvan in elkdoor het kleine bestek van het schipmeerdere personen bij elkander moesten liggen, ter ruste begeven. Ik sliep vooraan in eene bovenste kooi bij den traphet diglst bij den voorstevenmet twee jongens achter mij. Plotseling werd ik ten half 3 ure gewekt door een geweldig geraas en doffe dreuning. 4felen rezen plotseling op, ten einde zich in allerijl naar het verdek te begeven en drongen tegen elkander in hetgeen hun het naar boven gaan belette; anderen stieten in hunnen loop tegen op den grond geplaatste kisten en andere voorwerpen en stonden daar radeloos met ten hemel gehevene handenniet wetende wat hun te doen stond en hoe zich zelven of hunne meest dierbare betrekkingen te redden. Enkelen, waaronder de beide jongens achter mij, zijn denkelijk slapende door den dood overvallen. Hartverscheurend was het noodgeschrei van vele ongelnkkigenmen schreeuwde: «daar komL het water reeds aan!" Dit was zoo, bij dc wei nige schreden van mijne kooi tol den trap slond ik reeds tot mijne knieën in het water, slechts weinigen met mij moglen dit doodsgevaar ontkomen. Spoedig was ik op het verdek, werwaarts een der geredden, een jongeling, mij reeds was vooruitgegaan. De plotseling toenemende aandrang van het water verhinderde dien jongen, die spoedig daarop naar beneden snelde, om nog, zoo mogelijk, enkelen zijner vele betrekkingen te redden, dal voor nemen ten uitvoer te brengen en noodzaakte hem weldra terug te keeren. Mijn logtgenool die het gevaar met ons mogt ontkomen, was mij op dezen trap gevolgd, na zijne 3 kinderen te hebben moeten achterlaten, welke hij uilen nog had hooren roepen: »Och! vader, red ook ons!" eene redding, die hem door den plotseling locncmcnden aandrang van het water, welke den trap reeds onder zijne voeten deed wegzinken, onmogelijk was gemaakt. Drie onzer waren alzoo langs een der twee trappen naar boven gesneld. Minder gunstig was het gegaan aan den anderen trap, aan gene zijde van het ruim. Een noodlottig toeval, mogelijk het vallen van den mast of de schok zelf, had het luik doen nederslortenen aanvankelijk den toegang benomen, tot dat hel, na verloop van eenige oogenblikkendoor een der mede geredden werd open gestuwd. Het hagehelijkste was evenwel dc redding van Wijnveen, vader van 5 kinderen (die allen met zijne vrouw en mede op het schip aanwezige moeder zijn omgekomen), dc tweede, en voor zoo verre ik heb kunnen nagaan, de laatste persoon, dien het mogt geluk ken naar boven te komen. Deze persoondie in een der bovenste kooijen lag, was op eene kist gesprongendie reeds onder water slond, men trok hem met groote inspanning door dat luik naar boven. Op het dek komende zag ik dat de voorsleven tol bij den trap afscheurde en de voorste mast iit zee viel, reeds zag ik bet schip zinken. Eensklaps ontwaarde ik dat men eene nog in dc nabijheid van den tweeden trap aanwezige boot (de andere scheen reeds weggenomen te zijn) uil verwarde touwen van een toevallig daarboven gespannen zeilmet buitengewone krachtsinspanning los rukte. Deze boot was reeds in zee gelaten en grootendeels bemand. Ik ijlde daar heen lol aan mijne borst door het water en sprong met levensgevaar in de reeds op eenigen afstand van het wrak drijvende sloep, en werd daarin door nog een man gevolgd, waarbij ik te gelijker tijd nog een der schipbreuke lingen, die ons wilde naspringen, zag omkomen. De sprong, die wij had den te nemen, was zoo groot, dat geene der aanwezige vrouwen ons daarin had kunnen volgen. Spoedig zonk liet wrak in de diepte, met nog enkele op het dek aanwezige personen. Alles was slechts het werk van eenige oogenbikken. Ik gis, dal sedert mijn ontwaken tot aan het verdwijnen van den mast, niet meer dan 5 minuten verloopcn zijn. AVij waren nu 12 personen in eene ranke schuil, die ieder oogenblik dreigde om te slaan. Onze toestand was alzoo zeer hagchelijk te meer daar wij hel reeds tot de knieën doorgedrongen water onophoudelijk met

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1856 | | pagina 1