LEYDSCHE COURANT. MAANDAG 12 MEI. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar de afzonderlijke Hommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BIMENLANDSCIIE BERIGTEN. LEYDEN10 Mei. Gisteren is hier op de gebruikelijke wjjze de 46sle verjaardag herdacht van IE K. H. Prinses Marianne. liet geial opgenomenen, in het werkhuis gedurende de afgeloopen week is geweest als volgt: 4 Mei 123 volwassenen 58 kinderen, te zamen 181. 5 67 14 81. 6 n. 73 21 n 94. 7 78 25 103. 8 82 29 111. 9 83 30 113. 10 80 29 109. Met groote belangstelling heeft de Kamer het ontwerp van wet op het lager onderwijs van den 30slen December des vorigen jaars ontvangen. Nog vóór het einde van Februarij heeft het onderzoek in de afdeelingen plaats gehad. Dat onderzoek, waaraan door 61 leden, dus natuurlijk de gchecle Kamer, is deel genomen, heeft de afdeelingen verscheidene dagen achtereen bezig gehouden en is onafgebroken meer dan eene week lang voortgezet, liet heeft de volgende uitkomsten opgeleverd. Vooreerst is de opmerking gemaakt, dal men liever gezien had, dat de wet om het gewigt van 't onderwerp bij de opening der zitting ware inge diend anders wordt zoo ligt aan de Volksvertegenwoordiging niet de noo- digc ruimte van onderzoek en lijd van beraadslaging gelaten. Inderdaad is de overweging der tegenwoordige wet in de afdeelingen aangevangeneer de bekendheid met haren inhoud genoegzaam tot de deskundigen en vrien den van het volksonderwijs was doorgedrongenom hen lot mededeeling hunner inzigten en bedenkingen aan de Kamer gelegenheid le geven. Men is dus bij het onderzoek versloken geweest van het licht, dat de deswege te verwachten adressen daarover hadden kunnen verspreiden. Vele leden bleven vasthouden aan liet gevoelendal gelijktijdige rege ling van het middelbaar en lager onderwijs vereischt werd. De regeling van het lager onderwijs zou slechts gebrekkig en gedeeltelijk doel treden, zoo de Kamer daarbij niet een uitgewerkt ontwerp omtrent het middelbaar onderwijs voor zich had. Wanneer men zich den verwaarloosden toestand van het middelbaar onderwijs hier te lande en de talrijke klasse der maat schappij voor wie aan welgeregelde middelbare scholen behoefte bestaat, voor den geest bragt; wanneer men de aandacht vestigde op de naauwe verwantschap dezer beide takken en bel inecnloopen der grenzen, die daar voor te stellen zijn; op de noodzakelijkheid, dal de lagere school tot hel middelbaar onderwijs voorbereidemoest men wel tot de overtuiging komendat door afzonderlijke regeling hel wezenlijk belang van het opko mend geslacht niet zou worden behartigd. Wat zou het gevolg zijnindien eene wet als de thans behandelde wierd ingevoerd? Dat omtrent al hetgeen wat tot dusverre lot het lager onderwijs behoort en thans daarvan zon worden afgezonderd, om bij eene aanstaande, maar welligt nog lang uitblijvende wet, onder het middelbaar onderwijs le worden begrepenvolkomene wetteloosheid zou heerschen. Het toezigt daarop zou nergens geregeld zijn. Geenerlei gelegenheid zou beslaan, om dengenedie voortaan als onderwijzer in eenig vak van middelbaar onder wijs mogt willen optreden, aan een examen te onderwerpen. Ilij zou óf van het geven van onderwijs uitgesloten zijn, óf wel zich daaraan vrijelijk kunnen wijden, zonder dat onderzoek naar zijne bekwaamheid en zedelijk heid, 't geen art. 194 der Grondwet ook omtrent den middelbaren onder wijzer wil. Geheel een belangrijke lak van het onderwijs zou als in de lucht zweven. Men verlieze daarbij niet uit het oog, dal op dit oogenblik geenerlei bepaalde voorschriften omtrent het middelbaar onderwijs bestaan, tenzij men als zoodanig sommige bepalingen van hel Koninklijk besluit van 27 Mei 1830 (Staatsblad N°. 9) mogt willen beschouwen; in welk besluit echter het middelbaar onderwijs eigenlijk alleen genoemd, niet geregeld wordt. Wilde men dat besluit na de invoering der tegenwoordige wet blijven toepassen op hetgeen dan middelbaar onderwijs zou kunnen hceten, de verwarring zou te grooter worden. Zoo echter een wets-ontwerp op het middelbaar onderwijs mede aan hangig wierd gemaakt, kon het omtrent beide takken te volgen stelsel in zijnen zamenhang worden beschouwd. Men zou dan de zekerheid bezitten dat de vaststelling der eene wet niet te ver van die der andere verwijderd zou zijn. Door eene gelijktijdige invoering der beide wetten zou het ge opperde bezwaar wegens den wetleloozen toestandwaarin het middelbaar onderwijs gedurende den tusschentijd geplaatst zou zjjn, ten eenen male vervallen. De groote meerderheid echter loonde zich meer geneigd de hand te leenen tot eene zoo spoedig mogelijke vaststelling der wet op het lager onderwijs. Door le veel te verlangen, zou men ligt gevaar loopen, dat art. 194 der Grondwet nog langen tijd eene doode letter bleef. Het lager schoolwezen heeft er behoefte aandal daarin weder een levendmakende geest worde gebragt, dat hel worde opgebeurd en beschermd. Bij het lan ger uitblijven eener poging daartoe zouden de gevolgen voor het opkomende geslacht noodlottig kunnen worden. Eene goede regeling van het lager onderwijs is eene levensvraag voor ge heel de natie. Overigens erkende men algemeendat indien de tegenwoor dige wet tot stand kwameen toestand van wetteloosheid zou ontslaan voor hetgeen tot nu toe onder het lager onderwijs begrepen wordt en dan daarvan afgezonderd zou zijn. Maar in die leemte ware le voorzien, door het voegen bij deze wel van goed uitgewerkte overgangsbepalingen, omtrent het toezigt op hel middelbaar onderwijs, de daarvoor af te leggen examina enz.; welke overgangsbepalingen van kracht zouden moeten blijven tot de nieuwe wet op het middelbaar onderwijs wierd ingevoerd. Op de aanvul ling van bet ontwerp uit dit oogpunt drong men dan ook met allen ernst aan. Bleef zij achterwege, geheel de voorgedragene regeling zou daar door onaannemelijk worden. Vervolg hierna. Blijkens het bepaalde in art. 8G der Gwt. en art. 83 der Kieswet, zal ook een derde gedeelle der Eerste Kamer dit jaar uitvallen, terwijl de ver kiezingen zullen plaats hebben op den 8stcn Julij. De Prov. Staten zullen dan moeten benoemen voor de volgende aftredende leden: in N.-Brabant de lleeren Jhr. L. J. B. v. Sasse v. IJsselt en II. P. v. d. Dries; in Gelderland de Ileer E. W. v. Dam van Isselt; in Zuidholland de Heeren D Blanken- heym, 0. B.'t Hooft v. Benthuizen en A. Hartevelt; in N.-Holland de Ilecren II. v. Beek Vollenhoven en J. C. v. Wesscmin Utrecht de Heer J. D. C. C. W. Baron d'Ablaiug v. Giessenburg; in Friesland de Heer Jhr. T. A. M. M. v. Andringa de Kempenaer; in Overijssel de Ileer Mr. J. A. G. Baron de Vos v. Steenwijk; in Drenthe de Heer Mr. W. J. Tonckens, en in Limburg de lieer L. F. II. Beerenbroek. De afdeeling voor Taal-, Letter-, Geschiedkundige en Wijsgeerige We tenschappen zal eene gewone vergadering houden op Dingsdag aanst. Te Oude Wetering heeft voor eenige dagen de aanbesteding plaats gehad van eene geheel nieuwe school, gepaard met belangrijke herstellingen aan de onderwijzers-woning voor de som van ƒ3636. Naar men verneemt wordt te Schiedam eene maatschappij opgcrigt, tot het in de vaart brengen eener stoomboot van daar op Londen. Bij den vleeschhouwer C. van der Straaten Az.te Dordrechtis een vierjarige os geslagt, die 1048 Nederl. lï weegt. Een echtpaar te Cothen bij Wijk bij Duurstede, heeft in de Vtr. C. bij Advertentie mededeeling gedaan hunner CO-jarige eehtvereenigingin liet bezit van 16 zoo eigene als aangehuwde kinderen, 44 kinds-kinderen en 6 achter kleinkinderengevierd op de hofstede van hunnen jongstcn zoon. Bij besluit van den Minister van Binnenl. Zaken dd. 2 dezer, is aan den Heer II. P. van Ysselsteyn te Zierikzee vergunning verleend voor eene stoombooldienst tusschen die stad en Rotterdam. Het bonwen van de gasfabriek aldaar isbij aanbestedingaangenomen door M. van den Ende, metselaar aldaar, voor de som van 14,700. 's GRAVENI1AGE10 Mei. Bij Koninklijk besluit van 7 dezer, is de Staatsraad in buitengewone dienst L. W. van Mesrilz benoemd tot Administrateur van hel Kroon-do- rnein, met eervol ontslag als Administrateur van de particuliere domeinen des Konings en bevordering tot Kommandeur van de Orde van den Nederl. Leeuw, ten blijlte van Zijner Majesteils bijzondere tevredenheid wegens de veeljarige, trouwe diensten, in het beheer dier domeinen door hem bewezen. II. M. de Koningin heeft eergisteren avond, vergezeld van haar ge volg, het palcis het Iluis ten Bosch, nabij de residentie gelegen, betrokken en zal naar men verzekert, den zomer daar verblijf houden. Op 19 dezer, dus daags na de jaarlijksche algemeene vergadering van het Groot-Oosten der vrijmetselaren in Nederland, zijne koloniën en onder- lioorige landenzal alhier gevierd wordenmet buitengewone plegtigheid het 100-jarig bestaan van gemeld G. 0. hier te lande, en tevens van het 40-jarig Grootmeesterschap van Z. K. II. Prins Frederik der Nederlanden. Amst. Cour. In de residentie is aangekomen Jhr. Mr. J. E. van Panhuys, Commis saris des Konings in de prov. Friesland. De Heer Rafael Jabat, Gezant van II. M. de Koningin van Spanje bij ons hof, is naar Parijs vertrokken. Men verneemt verder, dat die Heer zich van daar naar Spanje zal begeven en vermoedelijk door een ander Ge zant zal worden vervangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1856 | | pagina 1