enlcgen is de werking der beslaande verdeeling bekend. Men weet n wel ken geest gewoonlijk in bepaalde streken gestemd wordt. Brengt men dus meer dan de volsLrekt onvermijdelijke veranderingen in de indeeling der gemeenten, men wordt ligt, zijns ondanks, partijdig; geeft voet aan het vermoeden van zich door polilieke bij oogmerken te hebben laten leiden, of doet de verdenking ontstaan, dat in eene zaak, waar dit minder dan ergens te pas komt, op hel onderscheid lusschen kiezers uit een kerkelijk oogpunt gelet is. Aan zoo iels moet gccne Begering, moet geen Wetgever zich blootstellenallerminst bij de behandeling van een onderwerp als dit waarbij zoo vele belangen betrokken zijn. A'ele leden hadden ook tegen eene nieuwe verdeeling, omdat daardoor de betrekkingen die thans de kiezers onderling verbindenzouden verbroken worden. Anderen merkten op dat de Regering in dit ontwerp zich zelve niet gelijk is gebleven, door op de eene plaats kleine districten voor te stel len en op de andere groote districten te behouden. Daarentegen voerden andere leden aan: dat men niet kon toegeven dat de Regering zich bij ha ren arbeid door politieke bij-oogmerken had laten leiden. Evenmin hechtte men aan het bezwaar omtrent hel verbreken van bestaande banden tusschen de kiezers. In menig opzigt was de voorgestelde verandering in de ver deeling juist in zoo ver eene verbetering, dat thans meer dan vroeger kie zers zouden worden vereenigdbij wie zich onderlinge overeenstemming onderstellen liet. Afscheiding zou veelal plaats hebben daar, waar, wegens de zamenvoeging van heterogene bestanddeelen nooit eenige naauwe be trekking tusschen de af te scheiden kiezers en de overigen had bestaan. Het was volkomen waar, dat de Regering bij hare voordragt zich zelve niet gelijk is geblevendaar zijofschoon de leer belijdende dat de kleine I kiesdistricten de voorkeur verdienen een aantal groote districten in wezen I laat en zelfs een nieuw van deze soort schept. Maar zij volgde dan toch B in dit opzigt het voorbeeld des Wetgevers van 1850. Bij de behandeling van art. 22 van het ontwerpachtte men het over het algemeen geen gelukkig denkbeeld, om den lijd ter verkiezing der leden van de Tweede Kamer van den tweeden Dingsdag der maand Junij tot den zelfden Dingsdag der maand Julij te verschuiven. De verkiezing zou dan plaats hebben op een tijdstip als de provinciale Stalen-vergaderingen bijeen zijn. Vooral echter voor de plattelands bevolking schijnt de maand Julij de ongeschiktste van alle tot ijverige deelneming aan het verkiezingswerk, vermits de landman zich dan met den hooibouw bezig houdt, of meer dan in Junij tot anderen veldarbeid geroepen wordt. Ten opzigle van de aan wijzing der districten waar de drie nieuwe leden der Kamer moesten ge kozen wordenwas men het met de Regering eensmaar de voorgestelde verdeelingen der kiesdistricten vond in 't algemeen weinig bijval. Vooral ten opzigte van Almelo, Dordrecht en Middelburg. In het oog der meer derheid bestond geenerlei afdoende reden voor de splitsing van het tegen woordig district Almelo. Het is blijkbaar strijdig met de Grondwet en te vens onstaatkundig, dat men, in plaats van Protestanten en R. K. tot uit oefening van hun gemeenschappelijk regt als staatsburgers te doen zamen- werken, het denkbeeld eener afzonderlijke uitoefening van dat regt door leden van e'én kerkgenootschap begunstigt. Zoo de Regering de splitsing tracht te regtvaardigenomdat die door een groot aantal kiezers zou zijn verlangdkan de Commissie van Rapporteurs daartegen overstellendat een waarschijnlijk niet minder groot aantal zich bij aan de Kamer aangebodene adressen tegen de splitsing heeft verklaard. Wat Dordrecht betreft, zou de nieuwe verdeeling groote moeijelijkheden opleverenen tot nieuwe ver deelingen aanleiding geven. Voor Middelburg waren dezelfde grondwettige bezwaren geldig als voor Almelo. Bij het voorloopig verslag is eene bijlage gevoegd, bevattende een voorstel tot eene nieuwe indeeling van de provincie Groningendoor het Lid dei- Kamer G. Reinders. 's GRAVENIIAGE, 25 Maart. Bij Kon. besluit zijn de HH. Mr. J. W. van Lansberge, Jhr. Mr. F. P. van der Hoeven en Mr. B. O. T. H. Westenberg aangesteld tot Attache' bij het Nederlandsche Corps diplomatique, ten gevolge van het in Februarij j!. afgelegd examen voor de commissie lot dat einde door den Koning benoemd. HH. MM. de Koning en Koningin, benevens Prins en Prinses Hendrik, Prins en Prinses Frederik, hebben heden aan de bediening van het II. Avond maal in de Kloosterkerk deel genomen, onder het gehoor van den Wel- Ferw. Heer D\ Jas. Zondag 11. is in de kerk aan den Boschkant het aangekondigde Te Deum gezongen wegens de bevalling der Keizerin der Franschen. De Pau selijke Nuntius heeft daarbij de dienst verrigt. De Hertog van Saxen-Weimar neemt eenigzins in beterschap toe. Men verneemt dat op last van den Koning, de Voorzitters en Secre tarissen der onderscheidene genootschappen en maatschappijen van landbouw in ons land, uilgenoodigd zijn ter bijwoning eener algemeene bijeenkomst, te houden op Dingsdag den 27steD Mei aanst. te 's Gravenhage, in het paleis j van wijlen Koning Willem II, ter vestiging der algemeene Koninklijke Ver- eeniging van Landbouwwaarvan vroeger de statuten aan gezegde genoot schappen en maatschappijen zijn rondgezonden. Volgens de bij het Depart, van Koloniën uit Suriname ontvangen be- rigtennopens den gezondheidstoestand aldaarwas de gele koorts aan het afnemen. Uit Curasao is het berigt ontvangen dat op den 25sten Februarij jl. de installatie van den nieuw benoemden Gouverneur van Curasao en onderhoo- righedende Heer R. F. van Landsbergeheeft plaats gehad. Men verneemt nog dat de Negers binnen kort hunne vrijverklaring ver wachten en daarover spreken als over eene zaak die reeds bepaald is, en waarvan de uilvoering niet lang meer kan uitblijven. Wanneer er niet spoedig wordt overgegaan om het voorstel der Staats-Commissie in wer king te brengen, vreest men dat het nimmer ten uitvoer zal kunnen ge- bragt worden. BUITENLANDSCHE BERIGTEiV. ENGELAND, LONDEN, 23 Maart. De plegtige inzegening van de jonge Prinses Victoria als lidmaat der kerk, vond gisteren in de Koninklijke kapel op het kasteel van Windsor plaats. De dienst werd door den Aartsbisschop van Canterbury, bijgestaan door den Bisschop van Oxford, den Lord Grootaalmoezenier, den Bisschop van Chester en den Deken van Windsor, verrigt. De Prinses werd door haren broeder, den Prins van Wallis, naar de communiebank geleid. Nevens haar stond haar doopvader, de Koning der Belgen, en met dezen bevonden zich daar de KoninginPrins Albertde overige jonge Prinsen en de ver- j dere leden der Koninklijke familie. Koning Leopold, Prins Albert en de Hertog van Cambridge droegen, als Officieren van het huis der Koningin, de uniform der Ridders van Windsor, benevens het lint, het juweel en de plaat der orde van den Kousenband. Na den afloop der plegtigheid ver wijderde zich het Hof, waarbij Koning Leopold de Koningin en Prins Albert zijne dochter den arm bood. Aan den maaltijd, des avonds op het kasteel gehouden, waren Lord Palmerslon en Graaf Aberdeen onder de ge- noodigden. Omtrent de dieven van het zilverwerk van de kinderen der Koningin heeft men, in weerwil dat er 200 voor de terugbrenging is uitgeloofd, nog niets vernomen. De personenbelast met het onderzoek naar de vermoedelijke oorzaak van den brand in den schouwburg van Covent-Gardenzijn tot de overtui- Iging gekomen, dat het onmogelijk is, in weerwil van de aangewende po gingen, iels omtrent de aanleidende oorzaak daarvan te bepalen. Alhier is eene verzameling Assyrische beeldhouwwerken, benevens 2 leeuwen uit het Eupraaldalaangebragt. Hier te lande is het berigt ontvangen, dat de schepen Martha en Saracente Liverpool te huis behoorende, op de rivier Bonney (Westkust van Afrika) zijn verbrand. Men vermoedt dat liet onvoorziglig omgaan met eene brandende tabakspijp aanleiding tot dit onheil heeft gegeven. De Heeren Brown en Shipley, agenten te Liverpool, hebben aangaande de stoomboot Pacific een brief ontvangendien zij onverwijld aan Lloyds hebben medegedeeld, en die hoop geeft op de mogelijkheid dat genoemd stoomschip niet verongelukt is, zoo dal het raadzaam zal zijn deswegens niets voor vast aan te nemen alvorens de westelijke winden gedurende een paar weken geheerscht zullen hebben. Behalve de bemanning, ten getale van 141 man, zijn er nog 45 passa giers aan boord van genoemd schip. De Gemeenteraad van Edinburg heeft werkelijk een adres van geluk- wensching aan den Keizer der Franschen gezonden, waarin o. a. de wensch wordt uitgedrukt dat de geboorte van den Prins zal strekken om de ban den van vriendschap tusschen de bevolking van Frankrijk en Schotland nog naauwer toe te halen. Hiermede zinspeelt de Gemeenteraad op de afkomst van de Keizerin, die van een Iersch geslagt zou afstammen, dat onder Cromwell genoodzaakt werd naar Spanje te wijken. Nabij Hounslow is eene buskruidfabriek in de lucht gesprongen waarbij 3 arbeiders zijn omgekomen. FRANKRIJK. PARIJS, 23 Maart. De toestand van de Keizerin en van den jongen Prins is voortdurend zeer gunstig. Omtrent den Prins zullen geen bulletins meer worden uitgegeven. In al de kerken dezer stad is heden het pleglig Tc Deum gezongen voor de gelukkige bevalling van de Keizerin. In de kerk van Nötre-Dame heeft dit met ongemeenen luister plaats gehad. Behalve de reeds medegedeelde onderscheidingen aan de HH. Dubois en Conneau ten deel gevallen; zoo is hun nog als honorarium toegelegd: Dr. Dubois 30,000 fr.Dr. Conneau 8000 fr. en aan elk der geneesheeren die bij de bevalling tegenwoordig waren 6000 fr. Men verzekert dat er bij gelegenheid van de bevalling der Keizerin 80,000 aanvragen zijn gedaan om bij het Legioen van Eer te worden op genomen. Men verwondert zich dat de Moniteur het stilzwijgen bewaard om trent het vermoorden van een aantal Franschen op het eiland Madagascar. Maar volgens een loopend gerucht zou de Keizer deze daad niet ongestraft laten. Na het sluiten van den vrede zon er eene groote expeditie plaats hebben en Madagascar tot eene Fransche bezitting verklaard worden. Dit eiland zou een schoon handelspunt kunnen uilmaken. Het is een van de grootste eilanden der wereld en heeft eene bevolking van 2 millioen zielen. Engeland zou zich tegen die expeditie niet verzetten. Het Vredes-Congres heeft gisteren de tweede zitting in die week ge houden en hoewel vele personen de teekening van het vredes-tractaat had den verwacht, is zulks niet gebeurd. Men zegt dat sommige leden, die met geen opregt verlangen naar vrede zijn bezield, alle moeite aanwenden om de werkzaamheden te rekken. Ook zou de Heer von Manteuffel geene protocollen willen teekenenzonder ze vooraf te hebben gelezen. Die Af gevaardigde heeft eenige dagen noodig om zich op de hoogte der zaak te stellen. Te oordeelen naar officiële toebereidselen, die gemaakt worden, mag men rekenen dat de afkondiging van den vrede elk uur van den dag kan verwacht worden. Volgens thans ontvangen ophelderingenis het vroegere berigt, omtrent de zamenstelling van eene commissie van redactie onjuist geweest. Het Congres is in afdeelingen verdeeld die ieder eene afzonderlijke laak ter bearbeiding hebbenen wier besluiten in eene alge meene bijeenkomst aan aller goedkeuring worden onderworpen. De geheim houding wordt lot heden goed bewaard. Van het verhandelde worden, onder opzigt van den Heer d'Heliant, 24 afdrukken gemaakt. Omtrent de bovenvermelde toebereidselen verneemt men het volgende: Aan den Bouwmeester van het palcis van het Legioen van Eer is bevel gege-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1856 | | pagina 2