's Gr.AVENHA.GE, £9 December.
Door 7.. M. zijn benoemd hij den generalen staf des legers, tot Luit.-Kolo-
nels: de Majoors H. V. E. Klapp en Jhr. E. A. O. de Casembroot, Adjudant
in buitengewone dienst, Gouverneur van Z. K. U. den Prins van Oranje; met
bepaling echter dat laatstgenoemde voorloopig het Iractement zal blijven ge
nieten verbonden aan den rang van Majoor; tot Majoor den Kapitein Jhr. G. C.
R. R. van Brienen van Ramerns; en tot Kapitein van de 3de klasse den lsten
Luitenant H. J. W. Westenberg.
- De Staats.-C. bevat twee Kon. besluitenhoudende naturalisatie van:
August Schade, handelsbediende, geb. te Frederigsborg (Denemarken), wo
nende te Soerabaya (Java) en van Eduard Maier Gumprich, koopman, geb.
te Carlsruhe (Baden), wonende te Batavia (Java).
Aan Jhr. Mr. J. Quarles van Ufford is op verzoek ontslag verleend als
Referendaris bij het Dep. van Binnen!. Zaken.
Z. M. heeft bepaald dat met de maand Mei aanstaande, bij het wapen
der infanterie het lste en 3dc regement van het wapen onderling van stand
plaats zullen verwisselen zullende het lsle regement infanterie op de vol
gende wijze in Zeeland gestationeerd worden: Staf te Vlissingen; lste ba-
tail 1 on Vlissingen en 2de compagnie te Breskens; 2de bataillon Vlissingen,
detachement te Rammekens; 3de bataillon Middelburg, eene compagnie te
Vcerc; 4de bataillon Neuzen, eene compagnie te Sluis en detachementen te
Philippine en Ellewoutsdijk; terwijl met hetzelfde tijdstip van het 2de rege
ment dragonders de staf, het lstc cscadron en het depot, thans te Tilburg,
alsmede het 3dc cscadron, thans te Maastricht, te Arnhem zullen worden
gevestigd.
De Indep. Beige meldt uit hare bijzondere briefwisseling van hier, dat de
Koningin-Moeder in het aanstaande voorjaar weder naar 's Hagc zal terugkeeren.
De 14 Scheveningsche visschers, die zich Ie Ipswich in hechtenis be
vinden, zullen met 1 Januarij worden ontslagen en naar hun Vaderland
terugkeeren.
Boerste Biamer der Staten-fieneraal.
Zitting van Vrijdag 28 December.
In deze zitting hebben de beraadslagingen plaats gehad over het wets
ontwerp tot verhooging van Hoofdstuk V der Staatshegrooling voor 1855
(Subsidicn), en is dit met 15 tegen 11 stemmen aangenomen. Tegen hebben
gestemd de Heeren: van Goltstein, van Olderialler, van Aylva van Pallandt,
van Andringa de Kempenaer, van Beeck Vollenhoven, de Villers de Pité, van
Wessem, Cost Jordcns, van RyckevorselLotsy, van Eysinga en van Heecke-
ren van Wassenaer.
Daarna zijn de algemeene beraadslagingen aangevangen over de begroolings-
wetten voor 1856. Daarbij voerden het woord de Heeren: van der Lek de
Clercqvan Ryckevorsel en van Andringa de Kempenaer.
Avondzitting van Vrijdag en Zitting van Zaturdag 29 December.
Tn deze zittingen zijn de eerste vijf Hoofdstukken der begrooting aangenomen.
Het vijfde Hoofdstuk BinnenlZakenmet eene stem tegen, die van den
Heer v. Beek v. Vollenhoven.
Telegrafisch Bcrlgt, 5 uur 30 min.
De Eerste Kamer heeft aangenomen Hoofdstuk IX (A) der begrooting Nat.
Schuldmet algemeene stemmen, Hoofdstuk VIII Marinemet 18 tegen
8 stemmen. Heden avond behandeling van Hoofdstuk IX B
BUITENLANDSCHE BER1GTEN.
BELGIË.
Vorst Jan von Schenas, een Moldavisch Vrijheer of Postelnickstierf dezer
dagen, 62 jaren oud, te Spa. Zijn lijk is vier dagen in eene verlichte
kapel tentoongesteld. Hij had zich om strijd door zijne gaven van geest en
hart, de algemeene achting en liefde verworven. De toeloop, zelfs van de
aanzienlijkste personen bij zijne begrafenis was zeer groot. Daar er met den
wintertijd niet spoedig genoeg een Grieksch Priester voor de lijkdienst kon
aankomen, heeft een Engelsch Edelman, de schoone liturgie zijner kerk bij
de begrafenissen, te midden eener aandachtige menigte gelezen, en heeft de
zoon eene ruime uitdceling aan de armen laten doen.
ENGELAN».
LONDEN, 27 December.
Volgens gerucht zon het opperbevel over de Ooslzee-vloot in het volgende
jaar opgedragen worden aan den Admiraal Lyons, die tot dusver in de Zwarte
zee het bevel heeft gevoerd. Ook zegt men dat hij met den Hertog van Cam
bridge en den Generaal Aircy den grooten krijgsraad te Parijs zal bijwonen.
De Moning-I'ost berigt dat Graaf Esterhazy te Petersburg is aangekomen.
De Rattlesnake is te Portsmouth binnengeloopen. Dit schip vetrok in
Februarij 1853 naar de Behrings-Straat, om hulp te brengen aan de ter op
sporing van Sir John Franklin uitgezonden vaartuigen. Gedurende den winter
van 185354 was het in de Behrings-Straat ingevroren; in het daaropvol
gend voorjaar bragt het levensmiddelen aan de Enterprise en is nu over
Valparaiso naar het vaderland teruggekeerd.
De Unioneen half-officieel blad van Washington, liet zich onlangs
over de betrekking tusschen de Vereenigde Staten en ons land aldus uit:
«Het is in Engeland eene niet minder algemeene overtuiging dan in de
Vereenigde Staten, dat de belangen der beide natiën eenzelvig zijn en vrede
vorderen, en dal in de ontwikkeling der Vereenigde Staten de tijd gekomen
is, waarop het Britsche Gouvernement, en inzonderheid Lord Palmerslon, den
waan moeten afleggen alsof alleen Engeland regt heeft om groot te zijn. Wij
waarderen de vriendschap van Grool-Britannie. Scheen in den tegenwoordi-
gen oorlog onze toegenegenheid voor dat land iets minder te zijnde reden
is deze: niet tevreden met de veiHlaiing dat het door zijn hondgenootschap
met FrankrijkRusland vernederen en vervolgens de Vereenigde Staten te
regt zetten wil, heeft Engeland in de laatste 3 jaren zich allerwege ongeroe
pen in onze zaken gemengd, eerst met Cuba, toen op de Booin-eilanden, op
de Sandwichs-eilaridenop de Aves-eilandenin de wateren der Falklands-
eilanden, op St. Domingo, in Ecuador, en bovenal in Midden-Amerika.
De diplomatieke ambtenaren van Engeland handelden eveneens alsof zij
lastbrieven in blanco hadden om elke onderneming van de Vereenigde
Stalen, met of zonder regt, tegen te werken. Zoo maar het Engelsche volk
begrijpt, door welk een verkeerden geest Lord Palinerston steeds jegpns de
Vereenigde Staten bezield is geweest, dan is er niets meer noodig om het be
houd der vriendschap tusschen de beide landen te verzekeren."
FRANKRIJK.
PARIJS, 27 December.
De Baron v. Seebach, de Saksische Gezant bij het Fransche Hof, heeft
zich dezer dagen van hier naar Dresden begeven, na een onderhoud met
Keizer Napoleon te hebben gehad. Na zich een a twee dagen te Dresden te
hebben opgehouden, heeft hij den 24stcn de reis naar Petersburg voortgezet.
De genoemde Staatsman is de schoonzoon van Graaf v. Nesselrode, en meti
verzekert, dat zijne reis met de onderhandelingen over den vrede in ver
band staat.
Een vlugschrift, hetwelk dezer dagen de pers heeft verlaten, trekt
bijzonder de aandacht. Het betoogt de volstrekte noodzakelijkheid tot het
houden van een Congres om Enropa de rust en vrede te hergeven. Som
migen schrijven het aan de pen des Keizers toe, maar dit wordt door de
Patrie tegengesproken.
Dingsdag II. meldde zich een zeer goed gekleed persoon van 30 tot 40
jaren, bij een der concierges van dc Tuileriën aan, en verlangde een der
bij den Keizer dienstdoende Officieren te spreken. De Officier liet hem voor
zich komen om liem te vragen wat hij begeerde. De onbekende verzocht zeer
dringend een brief, dien hij hem overgaf, aan den Keizer zeiven te over
handigen. De Ordonnans-Officier, getroffen door den bijna gebiedenden toon
des vreemdelings, volvoerde diens wil. Nadat de Keizer den brief bad gele
zen, gaf hij bevel den onbekenden persoon lol hem te brengen, en hem met
dezen alleen te laten. Het gesprek duurde ruim een half uur en na afloop
daarvan verwijderde zich de geheimzinnige persoon. De Keizer heeft bevolen
dat de man, telkens wanneer hij zich weder mogt vertoonen, onmiddellijk
tot hem moet worden toegelaten.
De regimenten van de Keizerlijke garde en de regimenten van linie,
komende uit de Krimdie den 29sten hun intogt zullen doenzullen dien
dag dezelfde uniformen aan hebben, welke zij droegen bij de bestorming van
den Malakoff-loren. Een aantal werklieden is bezig met aan den ingang van
den boulevard Beaumarchais en van het plein der Bastille, een groolen
triomfboog op te rigten die den geheelen weg in zijne breedte bedekt. Men
verzekert dat een groot deel der te ontvangen troepen de Krim nooit gezien
heeft, daar de Minister van Oorlog, de regementen niet willende vertoonen
aan het publiek in den bedroevenden staat waarin zij ten gevolge van ziekte
en het vijandelijke lood gebragt zijn, tot hunne aanvulling andere man
schappen uit de kaders genomen heeft.
Generaal Forey is benoemd tot Komrnandant. van de Divisie die gevormd
zal worden van de vier uit de Krim teruggekeerde infariterie-regementen.
Bij eene veikooping van handschriften, dezer dagen alhier gehouden,
werd een brief van Maria Antoinette, met 5 regels aan het hoofd, geteekend
door Lodewijk XVI. voor 335 fr. verkocht; een brief van den Kardinaal de
Richelieu, voor 435 fr.een Lalijnsche brief van D>'. Luther, voor 230 fr.enz.
De bakkers alhier hebben besloten dit jaar, in plaats van de Nieuw
jaars-geschenken aan hunne kalanten, 220,000 Ned. brood gratis aan de
armen uit te declen.
Volgens een nadere officiële opgave in den Moniteurheeft de Keizer
lijke garde in de Krim 1531 man aan dooden verloren, waaronder 181
Officieren.
De beriglen uit Konstantinopel aangehragt bevatten hoofdzakelijk het
volgende: De Minister van Oorlog aldaar wordt met ontslag bedreigd. Selim-
Pacha, die te Erzeroem stond, zal voor een krijgsraad teregt staan om zich te
verantwoorden wegens zijne rugwaartsche beweging. Omer-Pacha is terugge
trokken lof nabij Redoet-Kalé.
Te Kars hebben de Russen gevonden 3000 gewonden, 250 stukken geschut,
waaronder 80 veldstukken. De Generaal Williams en de gevangen genomen
troepen zijn naar Tiflis opgezonden. De Kolonel Schwarzenberg is er in ge
slaagd naar Erzeroem te ontsnappen.
De inscheping der Egyptenaars is wegens de heerschende stormen gestaakt
de afdeeling d'Autemarre zal hen te Eupatoria vervangen. De Engelsche
kanonneerbooten doorkruissen de zee van Azoff en vernielen de vissclierijen
zoover als zij dit kunnen doen zonder in het ijs te geraken.
Het getal der verongelukte schepen aan de Sulina-monding wordt op 50
begroot, waarbij 400 menschen zouden zijn omgekomen. Men meldt ook
nog dat de Engelsche Gezant te Teheran in Perzië zijne vlag heeft ingehaald,
Van eene som van 1 millioen fr. die per spoortrein van Parijs naar
Bordeaux was gezondenis 20,000 fr. gestolen.
leWITSERLAN».
De rekeningen en verantwoordingen der verschillende kantons van dit land
over 1854, geven een duidelijk sprekend bewijs van den heerschenden nood. De
van jaar tot jaar toenemende behoeftenhet steeds toenemende gebrek der
armen en de onmogelijkheid om den bezitters onder de bevolking nog meerdere