VIERDE HOOFDSTUK. VIJFDE HOOFDSTUK. Aft. 21. Tijd van geldigheid der heivijzen van wettigen inslag Om op de bewijzen van wettigen inslag billelten te kunnen bekomen, mogen zij niet ouder dan twee aanden zijn. ISereidinar van fruit- en van kunstwijn binnen de gemeente. Art. 22. Aangifte der werkplaatsen. Al wie binnen deze gemeente fruitwijn wil berei den, ten einde dien in den bandel te brengenmoet vooraf aan bet algemeen kantoor van ontvangst eene schriftelijke opgave doen zijner werk- en bergplaatsen. Binnen twee dagen na de invoering dezer verordening geschiedt dit door ben, die daarvan op dit oogenblik een bedrijf maken. Art. 23. Aangifte voor den aanvang der bereiding. Hij is mede verpligt telkens, wanneer bij fruitwijn wil bereiden, daarvan een dag te voren aan bet alge meen kantoor van ontvangst eene schriftelijke aangifte te doen. Deze moet inhouden 1". den naam des aangevers; 2J. de grondstoffen en de hoeveelheid daarvan door hem te bezigen 3". de dagteekening en bet uur, waarop men met de bereiding eert aanvang zal maken; 4°. den vermoedelijken lijd waarop de gisting zal afgeloopen zijn. Art. 24. Aangifte van het einde der gisting. Zoodra de gisting afgeloopen is, geeft de bereider schriftelijk daarvan kennis aan bet algemeen kantoor van ontvangst, met vermelding levens van den waar- sehijnlijken tijd. waarop de bereide wijn tot aftapping geschikt zal zijn. Art. 25. Aangiften door her eiders van kunstwijn te doen Zij die binnen deze gemeente kunstwijn bereiden, ten einde dien in den bandel te brengen, zijn mede aan de verpliglingenbij art. 22 aan de bereiders van fruitwijn opgelegd, onderworpen. Verder moeten zij, vóór dat zij lot de bereiding overgaan, aan het algemeen kantoor van ontvangst eene schriftelijke aangifte doen Deze moet inhouden 1°. den naam des aangevers 2#. de grondstoffen en de hoeveelheid daarvan door hem te bezigen 3°. de dagteekening en het uur, waarop men met de bereiding een aanvang zal maken; 4°. den tijd tot vermenging en klaring benoodigd. Art. 26. Kennisgeving vóór de aftapping. Bij aftapping moet daarvan door den bereider van fruit- of kunstwijn, ten minste 24 uren te voren, schriftelijk aangifte aan het algemeen kantoor van ont vangst gedaan worden. Art. 27. Kennisgeving na de aftapping. Onmiddellijk na de aftapping moeten de bereiders aan hetzelfde kantoor eene schriftelijke aangifte doen van de hoeveelheid fruit- of kunstwijn door hen ver kregen. Art. 28. Betaling der belasting of verhooging der rekening van het doorloopend crediet. Na verificatie der afgetapte hoeveelheid wordt daar van de belasting betaaldof wordt de rekening van het doorloopend crediet daarmede verhoogd. Art. 29. Verlenging van den tijd voor de bereiding opgegeven. Wanneer door eenig toeval de bereiding wordt afge broken moet daarvan aan bet algemeen kantoor van ontvangst aangifte gedaan en de waarheid der opgege ven oorzaak door een ambtenaar der plaatselijke be lastingen onderzocht worden. Over peil en visitatie, als ook over de ver effening van de rekeningen der handelaars, genot hebbende van doorïoopend crediet. Art. 30. Bevoegdheid der ambtenaren tot peiling en visitatie. De werkplaatsen van bereiders van fruit- of van kunstwijn, de bergplaatsen in doorloopend crediet, en, in bet geval van art. 6, de daarmede gemeenschap heb bende bebouwde en onbebouwde erven, zijn aan bet toezigt, de peiling en visitatie der ambtenaren van de plaatselijke belastingen ouderworpen. Art. 31. Maandelijksche vergelijking der rekeningen van de handelaars, genot hebbende van doorloopend crediet. De vergelijking der in- en uitslagen van de bande laars, genot hebbende van doorloopend credietmoet maandelijks plaats hebben. Vóór den vierden werkdag van elke maand moet door die bandelaars aan het algemeen kantoor van ontvangst een staat in duplo ingeleverd worden. Deze staat moet aan de eene zijde bevatten: 1". bet saldo der vorige maand 2". de inslagen uit de particuliere rijks-entrepöls 3". de inslagen van andere bandelaars, mede genot hebbende van doorloopend crediet; 4". de inslagen van buiten de gemeente; en aan de andere zijde: 1°. de uitslagen binnen de gemeente met betaling der belasting; 2°. de uitslagen naar buiten de gemeente; 3°. de uitsla'gen van andere handelaars, mede genot hebbende van doorloopend crediet; 4°. bet saldo waarvoor de handelaar aansprakelijk blijft. Bij bet opmaken van dezen staat wordt het formnlier gebruikt, dat daarvoor kosteloos aan bet algemeen kantoor van ontvangst te verkrijgen is. Deze rekeningen worden door den ontvanger met de ten zijnen kantore gehouden wordende registers ver geleken, bij accoordbevinding door hem onderteekend, en eene daarvan aan den belanghebbende teruggezonden. Art. 32. Vereffening der jaarrekening. In de maand Januarij van elk jaar moet, ria peiling en onderzoek, de rekening van bet vorig jaar vereffend worden. Art. 33. Verpligtingen der handelaars gedurende de peilingen. Bij het onderzoek of de peilingenmoeten de han delaars in wijn, fruitwijn of kunstwijn de ambtenaren der plaatselijke belastingen, ondër welke ten minste één geëxamineerd roeijer behoort te wezen, zooveel mogelijk behulpzaam zijn. Art. 34. Mededeeling van de uitkomst der peiling. Na afloop der peiling deelen de ambtenaren aan den handelaar of aan hem, die van zijnentwege daarbij tegenwoordig iseen afschrift van bet proces-verbaal van peiling mede, en noodigen hem uit dit te onder teekenen. Bij weigering wordt dit in bet proces-verbaal vermeld. Wanneer de bandelaar herpeiling wenscht, moet bij zich dadelijk daaromtrent verklaren. Art, 35, Herpeiling Wanneer de belanghebbenden eene herpeiling eischen heeft deze, op kosten van ongelijk, plaats. Daartoe worden door den Burgemeester andere ambtenaren onder welke weder ten minste één geëxamineerd roeijer moet zijn, aangewezen. Ingeval van herpeiling worden door de ambtenaren de noodige maatregelen genomen tot bewaking der bergplaats in welke de peiling ge schied is. Art. 36. Herpeiling bij in-uit- of doorvoer. Wanneer bij in-, uit- of doorvoer over de hoedanig heid of boeveelheid van wijn, fruitwijn of kunstwijn verschil ontstaat, kunnen de belanghebbenden eene her- peiling, op kosten van ongelijk, eischen. Deze herpeiling geschiedt door een geëxamineerde;! roeijer en twee deskundigen, allen door den Burge meester te benoemen. Eene derde peiling wordt niet toegelaten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1855 | | pagina 7