De Minister van Marine zal op morgen en die van Binnenl. Zaken op Zaturdag geen gehoor verleerien. Dingsdag 11. zijn de Hceron Mrs. F. de Greve en Jhr. 15. van den Vel den, als President en Vice-President van den Hoogen Raad plegtig geïnstalleerd. Door den Gemeenteraad zijn met 31 legen 3 stemmen de voorwaarden aangenomen, waarop de lleercn Ilollrop en Belinfanle het Dagbl. van Zuid- holland en 's Gravenhage zullen overnemen. Tioeerfe vise»* Sfnfen-Jïejieraaf. Zitting van Woensdag 28 November. In deze zitting zijn ingekomen: 1°. een wets-ontwerp tol verhooging van Hoofdstuk V der Staatshegrooting voor 1855 Subsidie aan de Maatschappij van Weldadigheid2". eene missive van den Minister van Koloniën ten geleide van een afschrift van een Koninklijk besluithoudende bepalingen om trent het muntloon der koperen pasmunt voor Neder!.-Indië. De Kamer heeft zich bezig gehouden met het opmaken der nomination voor de vervulling der vacatures ontstaan in den Hoogen Raad der Nederlan- den, ten gevolge van het overlijden van den Vice-President Mr. J. Op den Hooff, en het eervol ontslag op zijn verzoek verleend aan den Voorzitter Mr. VV. B. Donker Curtius van Tienhoven. Op dn eerste lijst zijn gehragt de namen der Heeren Mrs. J. C. Voorduin, Raadsheer in het Prov. Gcrcgtshof in Utrecht: F. F. KarseboomAdvocaat- Generaal bij het Prov. Gereglshof in Noordholland; K. A. Meelissen, lid der Kamer; L. Mclinan, Advocaat bij den Hoogen Raad der Nederlanden; A. de Pinto, Advocaat bij den Hoogen Raad der Nederlanden. Als eerste Candidaat op de tweede lijst is gebragt de naam van den lieer Mr. C. Ij. de Vos, President van de Arr.-Reglbank te Utrecht. In de avondzitling van Woensdag is liet opmaken der tweede lijst van Candidalen voor het lidmaatschap in den Hoogen Raad voortgezet, en de Heer Mr. J. II. van der Sande, Raadsheer in bet Prov. Gereglshof van Zuidhol land, tol tweeden Candidaat benoemd. Bij de stemmingen over een derden Candidaat beeft er door gelijkheid van stemmen, cenc loling moeten plaats hebben tusschen de Ileeren Jcspers en Eloutwaarvan de uitslag is dal de Heer Jhr. Mr. R. J. Èlout van SoeterwoudeRaadsheer in het Prov. Geregls hof in Zuidholland en lid van de Tweede Kamer, als derden Candidaat is benoemd. Tot vierden Candidaat wordt benoemd de Heer F. J. Jespers, lid der Tweede Kamer en Raadsheer in het Ilof van Noordbrabant. En tot vijfden, Jhr. Mr. A. G. van Vredenburch, Auditeur-Militair in de prov. Zuid- Holland. Beide lijsten zullen den Koning worden aangeboden. Zitting van Donderdag 29 November. Aan de orde van den dag zijn liet ontwerp tol regeling der ontvangsten en uitgaven van het pensioenfonds voor 1856; dat tot wijziging en verhoo- ging van Hoofdstuk 1X5 der begrooting voor 1854; dal houdende bepalin gen omtrent den tijdelijken opslag van meel in entrepot en andere berg plaatsen; dat tot inkoop en amortisatie van rentegevende nationale schuld, en dat tot regeling van het fonds van koopprijzen van domeinen voor bet dienst jaar 1855 welke ontwerpen allen met algerneene stemmen zijn aangenomen. Daarna zijn aan de orde der beraadslagingen over de conclusie van het rapport der Commissie over de nadere inlichtingen op het verslag der Com- missie omtrent het Regerings verslag van den staat der AVest-Indische kolo niën over 1851. Nadat de Heer Hoffman beeft gesprokenis bij de opzending van dit be- rigt, de Heer IJlaupot ten Cate aan bet woord. Uit de beraadslagingen door de Tweede Kamer omtrent liet hooger onderwijs deelen wij nog het volgende mede De Ileer van Lennep heeft bij die gelegenheid gesproken over de weinige taalkennis der jonge lieden, over hunne weinige bedrevenheid in stijl en spel ling en over hunne nog mindere bekendheid met de geschiedenis van het Vaderland. Door verbetering in liet lager en middelbaar onderwijs moet daarin voorziening komen. Maar nu reeds moet in de Kamer, zonder iets te praejudiciëreniets tot verbetering daarvan gedaan worden. Men geve name- i lijk aan jonge lieden de gelegenheid, zich beter in de taal en in de geschie denis te oefenen. Er zijn evenwel, zegt spr.redenen, die bet hem voor het oogenblik nog niet wenschelijk doen achten, nu reeds in het door hem be sproken opzigt dadelijke verbetering aan te brengen. Hel zijn meer wenken voor de toekomstige regeling van hel onderwijs. Een volk, zegt hij, dat geen geschiedenis heeft, is geen natie; een volk, dat er eene heeft en ze ver waarloost verdient den naam van natie niet meer. De Minister geeft te kennen, dat hij voornemens was bij art. 82 van bel hoofdstuk eene verhonging van ƒ2,000 aan te vragen, ten einde nog een Hoogleeraar in de vadei landsche geschiedenis bij de Hoogeschool te Leyden aan Ie stellen. De Heer Thorbecke zegt, dat door deze medcdecling des Ministers de be- I raadslaging, althans voor dit oogenblik veel van haar belang verliest. Spr. zal slechts een enkel woord in het midden brengen over het verband bestaande tusschen het verlangen van den Heer van Lennep en de gronden daarvoor bijgebragt. Spr. gelooft niet, dat de opmerking van den Heer van Lennep, dat de stijl en spelling der jonge lieden en hunne kennis van de geschiedenis veel te wenschen overlaten, ongegrond is, maar spr. gelooft niet, dat daarin voorzien zal worden door het aanstellen van een bijzonderen Hoogleeraar aan een onzer Hoogescholen. Het gebrek vloeit voort uit den gebrekkigen staal j van bet middelbaar en niet van het hooger onderwijs. Voor het middelbaar onderwijs wordt van Regeringswege nagenoeg niets gedaan. Spr. vraagt of daar nu in is te voorzien door het vestigen van één enkelen stoel aan ééne hoogeschool. De Heer van Goltstein verklaart geheel in te stemmen, met het zoo even door den Heer Thorbecke aangevoerde. De Heer van Lennep meent, dat in allen geval het toegezegde, een stap tot verbetering is. Hij brengt daarvoor aan den Minister zijn liartgrondigen dank. De lieer Thorbecke kan nog niet inzien, hoe de burgerij, die door den Heer van Lennep afgeschetst is, als ten achteren in taal, spelling en geschiedenis, iets zal winnen bij den door den Minister nu toegezegden maatregel. De Minister antwoordt, dat er eene bijzondere reden aanwezig is, om eene splitsing van den leerstoel voor taal en geschiedenis bij een der Hoogescholen te bewerkstelligen. De studie in de talen heeft, namelijk in den laatsen tijd, eene groote uitbreiding erlangd door velerlei archieven en bronnen, wier onderzoek ook voor de geschiedenis van belang is. In de volgende zitting werden de beraadslagingen over de Delftsche Academie geopend. Uil het tot dus ver gesprokene blijkt dat de Ileer Hoekwater de plannen der Regering tot nadere regeling goedkeurt. De lieer Delprat ver langt een bepaald reglement, oin dan met kennis van zaken over de aange vraagde sommen te kunnen oordeelen. De lieer Schimmelpenninck is tegen bet afhankelijk stellen der zaak van eene wet op het hooger onderwijs, die men nog niet weet wanneer zij komen zal, en gelooft dat de Regering op den goeden weg is. De Heer Storm van 's Gravesande verlangt juist eerst die wet, omdat het nog geenzins uitgemaakt is of de Academie niet gemist kan wor den. De Ileer Baud schetst breedvoerig dc behoeften aan eene dergelijke iu- rigting ter opleiding van O.-I. ambtenaren. De Heer AA'intgens verdedigt de voordragt, omdat hij die gelden noodig acht tot bestrijding van eene der dringendste behoeften voor ons land, en wijst op het nut van dergelijk onder wijs, opdat er ook andere scholen bestaan, dan die voor de regtsgelecrdheid waaruit thans voor 7/8 de sollicitanten voor staatsambten komen. De Heer Rochusscn spreekt nagenoeg in denzelfden zin. De Heer Groen van Prinslerer i ondersteunt het gevoelen van den Heer Delprat. De Minister van Binnenl. Zaken zegt dat de post voor dc Delftsche Acad. op herhaald verlangen der Kamer, thans op de hegrooling is geplaatst, en wel 1° om de regelmatigheid; 2° opdat er later geen onzekerheid over haar i bestaan zou wezen; 3° omdat er eenig geld meer noodig is lot verbetering, j en beantwoordt verder eenige bedenkingen der hem voorgegane sprekers. AMSTERDAM, 29 November. In de zitting van den Gemeenteraad van Maandag is behandeld het loe- nings-voorstel der Heeren R. .1. Schimmelpenninck c. s. Tegen dat voorstel, i leening van 3 millioen nominaal kapitaal rentende 4 pCt., in 3000 obliga ten ieder groot ƒ1000, uit te geven in reeksen en met eene jaarlijksche af- lossing k pari van ten minste 1 pCt.zijn bedenkingen ingediend door de HH. Broms c. s.die met het oog op het project van de conversie der 5 pCts. gevestigde stedelijke schuld, de rente der nieuwe schuld op 3j pCt. wenschen bepaald te zien. Met 20 tegen 14 stemmen is het beginsel van de door den Heer Broms, voorgestelde renlebepaling verworpen, en mitsdien bepaald dat de rente zal zijn 4 pCt. Zonder omvraag wordt besloten, dat bet bedrag der leening zal zijn hoogstens 3 millioen. j De Heeren Fabius, G. Schimmelpenninck en Lintelo de Geer zijn benoemd tot eene Commissie, belast met het ontwerpen van een adres aan bet hooger bestuur, daartoe strekkende, dat dit aan de wetgevende magt een wets ontwerp voordrage, de bepaling inhoudende dal, als eerste middel ter bc- strijding der plaatselijke uitgaven, de opvoering van den gemeente-accijns op het gedistilleerd op 150 opcenten boven den rijks-accijns worde aangewezen, en deze bepaling aldus voor alle gemeenten in het rijk verpligtend worde gemaakt. Het bestnur der afdeeling Amsterdam, van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, heeft eene gouden medaille toegekend aan den Ileer tl. Mulder, Gezagvoerder van het barkschip Siriuswegens de goede overbrengst van eene belangrijke bezending levende planten uit Java. 's HERTOGENBOSCH, 26 November. Vrijdag jl. brak bij bet lossen van zware zerksleenen een ijzeren ketting van de stads kraan en stortte de steen beschadigd neder. Heden met dc lossing voortgaande, was er weder een steen opgehaald, en had het schip de voorzorg gebruikt weg te schieten, toen de gcheele ijzeren kraan bijna aan den grond weg brak en met zijn last in de haven nederstorlte. De fon- deririgen zijn hecht en sterk bevestigd gebleven de last is echter de kracht van het werktuig te boven gegaan. I 1UI1 TEN LA DSC IIK li Fit iGTÖT BELGIË. De Koning heeft aan den Heer J. J. Baslien de Orde van Leopold verleend. Deze Heer, thans 81 jaren oud, vervult sedert 1797 de betrekking van onderwijzer; sedert 18 maanden eerst heeft men hem eenen hulponderwijzer toegevoegd. Behalve zijne onderwijzers betrekking, is de waardige grijsaard ook nog Secretaris van twee gemeenten, welke bedieningen hij met ijver waarneemt. ENCELAIV», LONDEN, 28 November. Dc Generaal Simpson, gewezen Opperbevelhebber van liet leger in de Krim, is alhier aangekomen en heeft zieli terstond naar het bureau van oorlog begeven. De dagbladen bespreken thans algemeen eene aanstaande ontbinding van het Parlement. Sommigen verzekeren dat daartoe stellig is besloten terwijl anderen beweren dat daaromtrent eerst beslist zal worden nadat het Parlement vergaderd is. De Morning Post verzekert echter dat er geene ontbinding zal geschieden, maar dat liet Parlement niet vóór den gewonen lijd, namelijk tegen liet laatst van Januarij, of in het begin van February,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1855 | | pagina 2