Wy mogen het echter aen het Fransche Staetshlad niet envel opnemen,
dat het pooge den openbaren geest van zyn land te misleiden er kunnen
daertoe gewigtige redenen bestaen, over welke wy ons niet geroepen vinden
een oordeel te vellen. Ons is liet echter onmogelyk zulks onaengemerkt te
laten gebeuren, door onzen MoniteüR die de orivoorzigtigheid gehad heeft
dat artikel op te nemen, en aen hetzelve eene eereplaels in de partie non-
officielle te vergunnen, vvaerdoor het, als het ware, eene halve Belgische
officiële kleur heeft gekregen.
Te veel reeds heeft ons Staetshlad bewezen, dat het met cenen Franschen,
en geenszins met eenen Belgischen geest wordt bestierd, en wy verzoeken u,
Mynheer de Minister, Gij, die medegeroepen zyt, om de Belgische Nationali
teit zuiver en onbevlekt te bewaren, met zorg te waken dat het officiële
Blad, waerover gy de hooge hand hebt, niet langer den openbaren volksgeest
misleide, en dus ons nationaliteit in gevaer brenge... want...
Vreemdsoortige gedachten brengen vreemde toegenegenheid voort
en die is voor ons Vaderland steeds noodlottig geweest.
Wy bieden UE.de opregle betuiging onzer hoogachting aen, enz.
's GRAVENHAGE, 15 November.
Bij Kon. besluit is de bij art. 6 van het besluit van 13 Maart 1844,
bepaalde stempeling van het aldaar bedoelde papier of perkament, met de
woorden te zegelenvoor zoo veel betreft het papier en perkament, het
welk aan de kantoren van het buitengewoon zegel te Amsterdam en te 's Gra-
venhage ter zegeling wordt aangeboden, met den lstcn Januarij 1858 afgeschaft.
Door Z. M. is benoemd tot Ontvanger der in- en uitgaande regten en
aeeijnsen en van de belasting op de gouden en zilveren werken te 's Herto
genbosch, de lleer A. Voerman, thans in eerstgemelde betrekking te Vlis-
singen. Voorts tot Ontvangers: te Stavoren c. a., de Heer L. E. Krabben
dam, thans Commies der eerste klasse van 'sRijks belastingen te Heerlen,
en te Glanehrugge, de Heer W. Th. de Jongh van Arkelthans te Eibergen.
Tot Kapitein 3de klasse bij het 2de reg. vesting-artillerie is benoemd
de lste Luitenant J. M. van Klinkenberg Dozy, van het 3de reg. van dat wapen.
Z. M. heeft, ten gevolge eener gedane vraag, verklaard dat de kleeding
der schutterij zal blijven zoo als die thans is, in afwachting van de nieuwe
wet op de schutterijen. De korte jas zal dus niet worden ingevoerd.
Prins en Prinses Hendrik zijn uit Duitschland op het kasteel van Wal-
ferdange in Luxemburg teruggekeerd.
Bij den Minister van Finantien is ontvangen 1.98van een onbekende,
ter voldoening van den lande toekomende gelden.
De Gemeenteraad heeft een voorstel van Burgemeester en Wethouders
aangenomen tot het indienen van een adres aan Z. M.om aan de Staten-
Generaal eene wet lot onteigening van gronden voor te dragen, tot doorgra
ving van het kanaal in de rigting van Scheveningenten einde dat werk
voort te zetten. Ook is het verzoek ingewilligd van de Commissie van beheer
over de spaarkas, ter voorziening in de buitengewone duurte van het brood, tot
het ten gelde maken eener som van ƒ100,000 2* pCt. Nat. Werk. Schuld.
Tweede Es timer der Staten-lnenematt.
Vervolg van de Zitting van Dingsdag 13 November.
In deze zitting zijn ingekomen twee wets-ontwerpen met daarbij behoorendc
memorie van toelichting, zijnde: ééri betrekkelijk de zamenstelling der reg-
terlijke magt en het beleid der justitie: en één tot vcreenvondiging in het
beleid der justitie en in het wetboek van burgerlijke regtsvordering.
De Commissie van Rapporteurs voor do hoofdstukken V, VI, Vil en VIII
der Slaatsbegrooting alsmede voor de begrooling van het pensioenfonds van
burgerlijke ambtenaren voor 1856 hebben daaromtrent hare eindverslagen
uitgebragt.
De Kamer heeft achtereenvolgens aangenomen 1°. zonder hoofdelijke stem
ming, de conclusie van liet rapport der Commissie lot onderzoek der staatsre
kening over het dienstjaar 1852, nadat aan de heropende beraadslaging had
den. deel genomen de Heeren van Bosse, van Rappard en Thorbecke; 2°. het
wets-or.twerp tot wijziging van hoofdstuk IV der Slaatsbegrooting voor 1854,
bij welks behandeling de Heeren van Lynden cn de Minister van Justitie het
woord voerden, met algemeene stemmen; 3°. het wets-ontwerp tot verhooging
van hoofdstuk IV der Staalshegrooting voor 1855; 4°. hel wets-ontwerp tot
vaststelling der begrooling wegens den arbeid der gevangenen over 1856;
5". het wetsontwerp lot verhooging van hoofdstuk IXB der Slaatsbegrooting
voor 1855 (Postkantoor te Amsterdam); de drie laatste zonder beraadslaging
met algemeene stemmen, uitgezonderd het laatste, waartegen de Heeren van
Hoëvell, Westerlioff en van der Linden stemden.
De vergadering is daarop tot Donderdag opgeheven, tot behandeling der
begrootingswetten.
Zitting van Donderdag 15 November.
In deze zitting zijn de algemeene beraadslagingen geopend over de begroo
ting. Er waren geene sprekers ingeschreven.
De Heer Elout vraagt het woord en spreekt uitvoerig over de verhouding
van de Kamer tot de Regering en de uitgestrektheid der bemoeijingen van de
Kamer, in verband met de regten en pligten der Kroon.
De Heer Bosscha spreekt over de opgemerkte ongenoegzaamheid der toelich
tende memorien en uit den wenschdat bij die memorien meer openhartig
heid plaats vinde in de mededeeling van den gang van het bestuur.
De Heer van Rappard zal in geene staatkundige bespiegelingen treden.
Zijn hoofdbezwaar tegen de begrooting is: dat zij sluit met een nadeelig slot.
Wat hem betreft, hij. zal niet aarzelen zijne stem aan de wet op de mid
delen te onthouden, en mogt hij daardoor het vertrouwen derven van hen,
die hem derwaarts hebben gezonden dan zal hij zich gerust stellen met de
overtuiging, dat hij niet heeft medegewerkt lot den ondergang van 'slands
financiën. - De zitting duurt voort,
BUITENLANDSCnE JBERIGTEN.
B E E «3 I 33.
BRUSSEL, 14 November.
Gisteren heeft de Koning in persoon de zitting der Kamers geopendwaarbij
de Hertog van Brabant en de Graaf van Vlaanderen tegenwoordig waren.
Z. M. heeft in zijne aanspraak hoofdzakelijk het volgende gezegd:
»Ik ontvang bij herhaling blijken van toegenegenheid en vertrouwen van
de vreemde Regeringen. Mijn beminde zoon, de Hertog van Brabant heeft in
de verschillende landen die hij bezochtdoor het onthaal dat hij allerwege
heeft ondervonden, zich kunnen overtuigen, welken hoogen rang ons vader
land onder de volken inneemt. Als Koning en als vader gevoel ik mij
hierin gelukkig.
De inwendige toestand des lands is over het algemeen gunstig. Echter is
mijn hart diep getroffen op het gezigt van de smartelijke beproevingen, die
wij door de duurte der levensmiddelen ondervinden. Gij zult met welwil
lendheid de voorstellen onderzoeken die gedaan zullen worden om daarin te
gernoet te komen. Ik reken op uwe medewerking en op de bescherming
van de Voorzienigheid.
Het is met zelfvoldoening dat in den wedstrijd welke Frankrijk voor alle
volken heeft geopend, België het hooge standpunt heeft zien waarderen,
waarop zijne landbouw en nijverheid het geplaatst heeft.
Wij hebben den 25sten verjaardag onzer onafhankelijkheid gevierd. Zoo
die onafhankelijkheid weldadig voor het land is geweest; zoo, hoewel in het
begin met wantrouwen ontvangen, zij thans met achting door Regeringen en
volken wordt begroet, hebben wij zulks te danken aan de gematigdheid en
de regtscliapenheid van het volkskarakter, dat steeds den grondslag van onze
staatkunde moet uitmaken. Mijne Regering is hiervan doordrongen, en ik
vertrouw dat de Kamers hiertoe zullen medewerken."
Het heeft over 't algemeen de opmerkzaamheid getrokken dat de Koning
in deze rede het stilzwijgen heeft bewaard over vele punten, waaromtrent
men gaarne bij deze gelegenheid iets had willen vernemenals over het te
kort in de schatkist, over het wenschelijke van inschikkelijkheid tusschen
de beide groote staatspartijenen inzonderheid over Belgie's onzijdigheid in
den oorlog tusschen Rusland en de Weslersche Mogendheden. Geen gewag van
dien oorlog, zelfs geene zinspeling daarop, wordt in de troonrede gevonden.
De Heer Arsene Loin, Archivarius te Bergen in Henegouwen heeft in
het archief dier stad eene menigte documenten gevonden, betreffende de In
quisitie in de Nederlanden, ten tijde van Karei V en Filips II. Zij zullen
in de verslagen der historische klasse van de Kon. Belgische Akademie opge
nomen worden.
EXGELAX».
LONDEN, 14 November.
De Commissie belast om een blijk van erkentelijkheid aan de Weduwe
van Lord Raglan aan te bieden, heeft daartoe het kasteel van Centilla ge
kozen, waaraan nog eene geschiedkundige herinnering is verbonden, als heb
bende tot hoofdkwartier gediend bij de belegering van het kasteel Raglan
in 1647.
Te Birmingham is eene vergadering van omstreeks 15,000 personen ge
houden waarin besloten werd een verzoekschrift aan de Koningin in te
dienen, legen den uitvoer van granen en het monopolie van voedsel. Dit
stuk zou door eenige werklieden aan de Koningin aangeboden worden.
Zondag 11. heeft er weder eerie volksvergadering in Hydepark plaats
gehad, maar de rijdende policie met ontbloote sabels en geladen pistolen,
benevens 800 policie-dienaren die in het park en 1000 die in den omtrek
geplaatst waren, hebben de orde weten te handhaven, en de volksmenigte
waaronder vele zakkenrollers, was spoedig uiteengejaagd. Enkele personen
zijn slechts beleedigd. Een der aanwezigen heeft gedurende 10 minuten ge
sproken over liet erediet en de openbare ambten maar zonder eeriig gevolg.
In de gaz-fabriek te Ipswich is een gazomeier gesprongen, die 500,000
kannen water bevatte; de geheele buurt is daardoor ondergeloopen.
De vrienden van den Generaal Campbell hehhen verklaard dat hij het
oorlogstooneel alleen verlaten heeft uit ontevredenheid over de benoeming
van den zoo veel jongeren Sir Codringlon tot Opperbevelhebber, en dal 6
of 7 andere Hoofdofficieren, die evenzeer als hij walgden van het geheeïe leger-
beheer in de Krim zijn voorbeeld zouden volgen. Men verwacht dat de tc-
rugkeerende Generaal menige bijzonderheid zal openbaren.
FRANHRUK.
PARIJS, 14 November.
De Keizer zal op 15 Nov. in het tentoonstellingsgebouw alleen de ridder
orden en de groote medailles uitreiken. De overigen zullen op de volgende
dagen worden uitgedeeld. Het getal der bekroonden bedraagt 12,000.
De Koning van Sardinië zal dén nacht van 22 op 23 dezer te Lyon
doorbrengen cn op laatstgenoemden dag in de hoofdstad aankomen.
De Commissie ingesteld lot onderzoek naar de middelen om ongelukken
op de spoorwegen te voorkomen, heeft haar verslag uitgebragt, ten gevolge
waarvan besloten is het gebruik verpliglend te maken van ontploffende sig
nalen voorts is de verbetering bevolen van de werktuigen om de treinen des
noodig dadelijk te doen stilstaan, alsmede eene strenge herziening van de
reglementen op de verschillende diensten.
De Moniteur bevat een artikel betreffende de drijvende batterijen, die
zoo veel tot de verovering van Kinhoern hebben hijgedragen, zoo als uit de
rapporten van den Admiraal Bruat blijkt. Volgens dit artikel is het de Keizer
zelf, aan wien men deze batterijen verschuldigd is.
Men spreekt van de oprigting eener oude garde, afgescheiden van de