Gilse, die de werkzaamheden opende met cene korte voorafspraak, waarin hij de stemming verklaarde, in welke hij zijne taak als Voorzitter had aanvaard, eene stemming, die hij kenschetste als: »vol moed en vertrouwen." Niet dat hij de bezwaren voorbij zag, of op eigen krachten en bekwaamheden ver trouwde, maar het besef van het gewigt der taak boezemt hem vertrouwen en moed in hij de beraadslagingen, op welke de natie thans het oog heeft geslagen. Hij wijst op een misverstand, bij velen gerezen, die beweren dat het geschil den grondslag der maatschappij betreft, zoodat van de beslissing daarvan het bestaan en de voortdurende werkzaamheid afhangen. Dit is z. i. niet het geval. Het geschil betreft alleen de middelen om het doel der maat schappij: bevordering van godsvrucht en zedelijkheid, verspreiding van waar achtig volksgeluk, overeenkomstig de Christelijke godsdienst, te bereiken. Men had gesproken van het scheiden van een aantal ledenvan in plaats van een krachtige, twee elkander verzwakkende, vernietigende maatschappijen. »lk bid u," zeide de redenaar, «wij zijn bezadigde Nederlanders: we zouden een gebouw afbreken, dat een sieraad en eene weldaad van Nederland is. Onze maatschappij is gevloeid uit het hart der natie. Zij is ten eenenmale Neder- landsch. Onder al de stormen heeft zij zich steeds uitgebreiden een tijdperk van 70 jaren (en welke jaren!) met klimmenden bloei doorgestaan. Het geldt hier het belang van zoo vele duizenden, die door de maatschappij wor den geholpen en beweldadigd. Dat welzijn staat op het spel." Na deze rede werd het algemeen verslag der maatschappij gelezen. Hieruit bleek o. a. het volgende: De maatschappij bestaat thans uit 13,717 gewone en 675 honoraire leden. Zijn teruggetreden 5 departementen. Daarentegen zijn 9 nieuwe opgerigt, o. a. een te llillegom. De maatschappij telt thans 304 departementen. Tot Voorzitter, buiten het Hoofdbestuur, in 1856 is verkozen de Wel-Eerw. Heer C. Hooijer, te Zalt-Bommeldie zich daartoe bereid heeft verklaard. Aan 103 personen zijn eereblijkcn toegekend voor het bedrijven van edel moedige daden of het aanwenden van loffelijke pogingen. De verdienstelijke schoolonderwijzers H. de Vries te Waterland, G. Spijkerman te Zwolle en A. v. Marion te Rijnsburg, zijn met de zilveren medaille vereerd, uithoofde van de bijzonder loffelijke wijze waarop zij zich gedurende een halve eeuw onder scheiden hebben. Uit de algerneene kas is aan onderstand verstrekt 4,455, ten behoeve van bewaar-, herhaling- en zangscholen, onderw ijzers-zangvereeni- gingen en inrigtingen voor gymnastiek. Verschillende werken zijn in het afgeloopen jaar moeten herdrukt worden, als: Wester, Vaderl. GeschiedenisBandleiding tot de kennis van den aardbol, Franklin, Zedekundige Voorbeelden enz. Aan de volks-leesbibliolhekenthans bij 260 departementen voorhanden, is het uitzigt op krachtige ondersteuning geopend. Voor den aanleg eener alge rneene boekerij van volksschriften, zijn de noodige maatregelen getroffen. De maatschappij zal voortaan een eigen volks-almanak uitgeven. Men is met de uitvoering reeds begonnen. Aan bekwame schrijvers is de vervaardiging opge dragen van eene handleiding voor de beoefening der aardrijkskunde. De kin- der-schoolprenten zijn bij den uitgever J. W. Sijthoff in het licht gegeven. Van de geschriften der maatschappij worden aan liefdadige instellingen gedu rig verzamelingen afgegeven. Eene aanzienlijke verzameling is ten geschenke afgestaan aan de Transvaalschc Republiek in den Oranje Staat aan de Kaap. De geldmiddelen der maatschappij zijn zeer gunstig. Het ontwerp tot uitvoering van art. 72 der wet, toekenning van eereblijken, werd niet overgroote meerderheid van stemmen aangenomen; zoo ook het 4de punt, reglement ter uitvoering van art. 110 der wet, het geven van gelde lijke toelagenen na uitvoerige beraadslaging ook het 5<te punt over het rap port en de voorstellen der commissie ter zake van industrieel onderwijs. Ten aanzien van het 6de punt werd over het overschot der reserve-kas besloten overeenkomstig het voorstel van het hoofdbestuur. Hierna werd verslag uitgebragt omtrent de prijsvragen. Hieruit blijkt, dat van de zes, in 1853 uitgeschreven prijsvragen, vijf onbeantwoord zijn geble ven; dat op n". 6, eene geschiedenis der O.-I. bezittingen, dén antwoord is ingekomen, hetwelk echter eenparig is afgekeurd; zoodat er dit jaar geene bekrooning plaats heeft. Het Hoofdbestuur draagt voor de herhaalde uitschrij ving dier prijsvraag, benevens die der onbeantwoord geblevene nos. 1, 2, 3, welk voorstel de vergadering aanneemt. Voortzetting op morgen. Heden werden de werkzaamheden voortgezet. Uit de aanhcvolene 14 prijs vragen werden gekozen n°. 10: «Eene aanwijzing van geschikte middelen, om mingeoefenden gedurende den avond nuttig en aangenaam bezig te houden," en n°. 6: Een leerboek over de voor handel en nijverheid meest belangrijke voortbrengselen van Neêrlands Indie." Vervolgens ging men over tot behan deling der voorstellen van het hoofdbestuur, het al of niet opheffen van art. 4 der wet, waarbij de toegang lot het lidmaatschap der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen wordt loegestaan ook aan hen, die tot geen Christelijk kerk genootschap behoorenzoo zij het doel der maatschappijzoo als het in art. 1 omschreven is, willen helpen bereiken. Na het sluiten der langdurige be raadslaging werd het eerste voorstel des hoofdbesluurs, van art. 24 op te hef fen de laatste alinea, behelzende de woorden: «In de uitsluiting worden nimmer begrepen zij, die na elders hunne toelage betaald en tusschentijds hunne woonplaats veranderd te hebben, zich bereid verklaren om bij den aan vang van het eerstvolgend dienstjaar leden te worden van het departement, onder welks ressort zij zich sedert vestigdenverworpen. Alstoen werd het tweede voorstel des hoofdbestuurs, art. 4 der wet, zoo als dat nu luidt, te behouden en dus niet te treden in eenige der voorstellen tot verandering van dit artikelmede verworpen. Daar nu ten gevolge van deze beslissing de ver schillende voorstellen tot herziening en wijziging van art. 4, in overweging dienden genomen lo worden, werd goedgevonden, die van Alphen en Rotter dam gazamentlijk in stemming te brengen. Bij meerderheid van stemmen werden deze voorstellen aangenomen. Deze voorstellen waren van denzelfden inhoud, en dat van Rotterdam ging met gemeen overleg tevens uit van 11 andere aanzienlijke departementen, waaronder ook Leyden en Amsterdams 2de depart, en luidt aldus: «Al wie het doel der Maatschappij, zoo als het in art. 1 om schreven is, wil helpen hereiken, kan, tot welk Christelijk kerkgenootschap hij ook behoore, als gewoon lid der Maatschappij worden aangenomen, met inachtneming der huishoudelijke bepalingen, door de departementen voor het verkiezen en toelaten van hunne leden vastgesteld." Het voorstel van Rotter dam «Het besluit der algerneene vergadering van 1852 betreffende het toe laten van inlanders in de overzeesche bezittingen, wordt vernieuwd," werd aangenomen met 408 tegen 153 stemmen. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten, de nog overig zijnde punten eerst in de volgende algerneene vergadering te behandelen. ZWOLLE, 13 Augustus. In den Gemeenteraad was heden aan de orde een verslag van de commissie over het belastingstelsel. Na de afschaffing van het gemaal bij het rijk stelt zij voor, dit ook voor de gemeente met 1° Jan. af te schaffen, en B. en W. te verzoeken een voorstel te doen, tot het heffen van een hoofdelijken omslag, tot dekking van het tekort. Het verslag der commissie is aangenomen, en alzoo bepaald: dat met 1° Jan. 1856 de belasting op het gemaal in de ge meente Zwolle zal worden afgeschaft, terwijl B. en W. zijn verzocht nader een voorstel tot het heffen van een hoofdelijken omslag te doen, met verhoo ging tevens der opcenten op het gedistilleerd tot zoodanig bedrag als door de afschaffing van het gemaal verloren gaat. ÏIUITENLANDSCIIE BERIGrTEM. ENGELAND. LONDEN, 14 Augustus. Heden is de zitting van het Parlement door den Lord-Kanselier in naam der Koningin gesloten. In de bij die gelegenheid gehouden aanspraak, ves tigt de Koningin de aandacht op de weldadige vruchten die het verbond met Frankrijk tot hiertoe heeft opgeleverd, en drukt hare blijdschap uit over de toetreding van Sardinië. Hoewel zij de lasten betreurt die de oorlog aan het volk oplegt, kan zij niet nalaten haren dank te betuigen voor de bereidwil ligheid waarmede de vereischle gelden zijn toegestaan. Het smart haar dat de onderhandelingen te Weenen vruchteloos zijn geweest, maar zij hoopt door de vaderlandsliefde des volks in staat te worden gesteld om aan Europa een hechten en duurzamen vrede te schenken. Vrijdag II. heeft de Koningin te Osborne een maaltijd gegeven aan de werklieden barer goederen op het eiland Wight, en aan de bemanning van het Koninklijk jagt. De Fransche Gezant de Persigny vertrekt Donderdag naar Parijs, om aldaar gedurende het verblijf van de Koningin tegenwoordig te zijn. Sir Th. Cochrane heeft gisteren zijne vlag aan boord van de Neptune van 120 stukken, gcheschen en vertrekt heden als Bevelhebber over het es kader naar de Fransche kust, om de komst van H. M. aldaar af te wachten. Lady Franklin heeft, zonder daardoor de verdiensten van Kapitein Clure, omtrent de ontdekking van eenen noordwestelijken doorlogt, te willen verkor ten, verzocht, dat ook de verdiensten van haren overleden echtgenoot mogten worden erkenddaar hij ook voor die onderneming zijn leven heeft opgeofferd. Een hevige brand heeft alhier ten huize van Mejufvrouw Fordham, lombardhoudster in Georgerow, Bermondsey plaats gehad. Al de bewoners bevonden zich te bed, en terwijl de eigenares van het huis en een barer zonen er in slaagden hun eigen leven te redden, door over de daken te klimmen, mislukte de poging van hare twee andere zonen, een van welke nog een kind was, van haren broeder en van de jeugdige dienstmaagd, om insgelijks te onlvlugtcn, zoodat deze vier allen op de treurigste wijze omkwamen. Het huis is geheel uitgebrand en verscheiden belendende huizen zijn in zwaardere of ligtere mate beschadigd. De pakketboot van Dover op Calais is den nacht van Zatnrdag op Zon dag tegen een kolenschip gestoomdbij welk ongeval de stuurman en een jongen van dat schip zijn omgekomen. De boot is alleen aan de raderkasten beschadigd. De Generaals Fitz-Gerald en Evans hebben uit hoofde van ziekte de dienst in het leger van de Krim verlaten. De eerste keert naar Engeland terug. De Scheepskapitein Peel, die zwaar gewond is, zal zich naar Zwitser land begeven. De Hertog van New-Caslle is in hel legerkamp te Sebaslopol aangekomen. In den omtrek van Sebastopol zijn twee moorden gepleegd. Een op een jong mensch van Corfu, die te Kamiesch handel dreef, en daarmede nog al goede zaken maakte; zijn bediende die voortvlugtig is, wordt ais de moordenaar beschouwd. Maar de tweede is nog in duisternis gehuld. Aan den weg die van Balaklava naar het hoofdkwartier looptwoonde in een dal een Tarlaarseh huisgezin, van den landbouw bestaande, en dat, door vele diensten die bet aan het Engelsche leger bewees, in een gegoeden staat ver keerde. Dit huisgezin heeft men vermoord gevonden. De vrouw alleen leefde nog en heeft verklaard dat eene bende Turken het huis waren binnengedron gen, en r.a de moord te hebben gepleegd, alles hadden medegenomen. De nabijheid van het Turksche kamp geeft eene groole waarschijnlijkheid aan deze zaak. Er wordt naauwkeurig onderzoek gedaan. Als de keurbenden zulke gruwelen plegen, wat heeft men dan van de ongeregelde troepen te wachten. De zaagmolens te Peterborough in Canada zijn op eene reusachtige schaal ingerigt. 136 zagen verwerken onlzagchelijkc blokken in planken, naar den maatstaf van omtrent 50 in het uur. In plaats van de zagen te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1855 | | pagina 2