If". 3. Rapenburgaan de Ccllebrocrsgracht, 4. Vliet, aan de Bakkersteegi Wijk II. 5. St. Jaeobsgrachtbij de Raamsleeg aan den Vestwal. 6. Zijdgracht, aan de Raamsteeg. 7. Geeregracht, aan de Binnenveslgracht. 8. Levendaal, vóór de Pakstraai. Wijk 111. 9. Nieuwe Rijn, aan de Kraaijerstraat. 10. Levendaal, vóór de Koenesleeg. Wijk IV. 11. Vischmarkt, ter zijde van de Fontein. 12. De Rijn of Boommarktbij de Kabbeljaauvvsteeg. 13. Rapenburg, achter de balie van de Langebrug. Wijk V. 14. Binnenvestgracht, vóór de Kruisstraat. 15. Beestenmarkt, aan de IJzerengracht. h 1G. Korte Langegracht zuidzijde, bij de Seheislraat. 17. Korte Langegracht noordzijde, bij de Scheistraat. 18. Oude Singel, aan de Zandstraat. 19. Langegracht, aan de Brandewijnsgracht. 20. Langegracht, vóór de 24 huizen. 21. Langegracht, aan de Oostdwersgracht zuidzijde en Kool gracht noordzijde. Wijk VI. 22. Stille Rijnaan de Korte Mare. 23. Marendorpsachlergraeht, aan do Bouwelouwesleeg. 24. Mareaan de Spijkerboorsteeg. 25. Oude Vest, aan de Koesteeg. 20. Rijn, bij de Schapensteeg. Wijk VII. 27. Heerengraehtaan de Kerkstraat. 28. Middelweg, aan den Ouden Rijn. 29. Hooglandsche Kerkgrachtaan den Ouden Rijn. 30. Nieuwe Rijnaan de Beschuitsteeg. Wijk VIII. 31. Zuidsingel, aan de Kijfgracht. 32. Oranjegracht, aan de Groenesteeg. 33. Haven, aan de llooimarkt. Hel is verboden des Zaturdags namiddags na vier ure puin op de hoefslagen te brengen. »Art. 11. Alle puin, aarde, klei, uitgedolven grond of diep- goedhetwelk van de erven of gronden van particulieren ge haald wordt, moet dadelijk uit het huis of erf, waaruit of waar van het afkomstig is, in de vaartuigen voor den vervoer bestemd, geladen wordenzonder dat de bedoelde speciën op straten pleinen, erven of hoefslagen langer mogen worden gelegd, dan voor de inscheping noodzakelijk is. Als dergelijke speciën op Gemeentegrond gevonden worden en niet op de eerste waarschuwing weggeruimd zijn, worden zij dadelijk van Gemeentewege weggevoerd. »Art. 12. Alle puin aarde of klei in straten, stegen, op plei nen of op besloten en overwulfde grachten voorkomende mag aldaar niet blijven liggen, maar moet dadelijk worden vervoerd. Art. 13. Iemand begeerende zijn puin of uitgedolven grond voor eenigen tijd op de wallenaan grachten of wateren te laten liggenverzoekt hiertoe vooraf vergunning van den Burgemees ter, die hem deze vergunning voor een korten en bepaalden tijd kan geven. Als deze tijd verstreken is, wordt het bedoelde puin of de uit gedolven grond, die door den eigenaar niet weggeruimd is, da delijk van Gemeentewege weggevoerdtenzijmet voldoende redenenin tijds de onmogelijkheid der wegruiming worde aan getoond, als wanneer een nader kort uitstel door den Burge meester toegestaan wordt. »Art. 14. Ingeval straten, grachten of pleinen, op welke jaar- of weekmarkten gehouden worden, met puin of met uitgedolven grond moglen bezet zijn, moeten die speciën steeds vóór het houden der markten zijn weggeruimd, en wel van plaatsen, waar de jaarmarkten gehouden wordenten minste acht dagen vóór het begin daarvan. Ingeval puin of uitgedolven grond na dien tijd, op voormelde plaatsen gevonden wordtgeschiedt het wegvoeren dadelijk van Gemeentewege. »Art. 15. leder, die eenigc bepaling dezer verordening heeft overtreden, wordt, voor zoover niet daartegen is voorzien bij art. 471 van den Code Pénalgestraft met eene geldboete van één tot vijf en twintig gulden en met gevangenis van een tot drie dagen, te zamen of afzonderlijkterwijl het van Gemeente wege volgens bovenstaande bepalingen weggevoerde wordt ver beurd verklaard. »Art. 16. De Commissarissen van Policie, de Gemeente-Archi- tect, de Opzieners en Rooimeesters worden bij deze gelast tegen de overtredingen dezer verordening te waken, en daarvan bjj be hoorlijk proces-verbaal te doen blijken." Art. 9, waaromtrent eene herstemming moet plaats hebben; is van dezen inhoud: «Het is verboden, zonder bevel van wege het Gemeentebe stuur, steenen uit de bestratingen der Gemeente te breken, of zelfs losliggende steenen uit te ligten, te verplaatsen of in het water te werpen. Mede is verboden voor het vastleggen van vaartuigen ijzers, pennen of staken tusschen de straatstecnen te steken of touw of ketting pin boomen of leuningen van bruggen te slaan." Waarna de vergadering is gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. G. LA LAU.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1855 | | pagina 6